Page 9 of 204
KENNISMAKING MET DE AUTO
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHE GEGEVENS
MULTIMEDIA
INDEX
Page 10 of 204
Page 11 of 204
Grondige kennis van uw nieuwe voertuig begint hier.
In dit boekje is op eenvoudige en rechtstreekse wijze beschreven
hoe uw voertuig gemaakt is en hoe het werkt.
Daarom adviseren wij u het comfortabel zittend in uw voertuig te
lezen, dan kunt u met eigen ogen onmiddellijk zien wat hier
beschreven is.
KENNISMAKING MET DE AUTO
INSTRUMENTENPANEEL.........................10
DE SLEUTELS ................................11
CONTACTSLOT................................12
STARTONDERBREKING ..........................13
ALARMSYSTEEM..............................14
PORTIEREN..................................14
STOELEN...................................18
HOOFDSTEUNEN ..............................22
STUURWIEL.................................23
ACHTERUITKIJKSPIEGELS........................24
BUITENVERLICHTING...........................26
INTERIEURVERLICHTING.........................30
RUITENWISSER . ..............................30
KLIMAATREGELING.............................32
RUITMECHANISMEN............................34
ELEKTRISCH SCHUIFDAK . . .......................35
MOTORKAP..................................36
BAGAGERUIMTE...............................37
Page 12 of 204
INSTRUMENTENPANEEL
1. Lichtschakelaar; 2. Luchtroosters; 3. Linker hendel; 4. Bedieningstoetsen op stuurwiel;
5. Instrumentenpaneel; 6. Stuurwiel; 7. Rechterhendel; 8. Connect; 9. Automatische dual-zone klimaatregeling;
10. Dashboardkastje; 11. Airbag passagierszijde.
103036S0001EM
10
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 13 of 204
DE SLEUTELS
ELEKTRONISCHE SLEUTEL
1)
1)
Het voertuig is uitgerust met een
elektronische sleutel met de Keyless
Start fig. 2 functie, in duplicaat geleverd.
Druk kort op knop
: ontgrendeling van
de portieren en bagageruimte,
tijdgestuurde inschakeling
binnenverlichting en dubbel knipperen
van de richtingaanwijzers (indien
ingeschakeld vanuit Connectsysteem).
De portieren kunnen altijd ontgrendeld
worden door de metalen baard in het slot
van het bestuurdersportier te plaatsen.
Druk kort op knop
: vergrendeling van
de portieren en bagageruimte,
tijdgestuurde uitschakelingbinnenverlichting en dubbel knipperen
van de richtingaanwijzers (indien
ingeschakeld vanaf Connectsysteem
aanwezig).
Druk twee keer op de knop
om de
bagageruimte op afstand te openen. De
richtingaanwijzers knipperen twee maal
om aan te geven dat de achterklep
geopend is.
Automatische opening/sluitingsfunctie
ruiten
(indien aanwezig)
Verlengd indrukken van knop
: alle
ruiten open.
Verlengd indrukken van knop
: alle
ruiten gesloten.
VERZOEK OM EXTRA SLEUTELS
Als een nieuwe sleutel met
afstandsbediening of een nieuwe
elektronische sleutel nodig is, ga dan naar
een Alfa Romeo Servicepunt en neem een
identiteitsbewijs en de
eigendomsdocumenten van het voertuig
mee.
BELANGRIJK
1)De elektronische onderdelen in de sleutels
kunnen beschadigen als de sleutel aan sterke
schokken wordt blootgesteld. Om een
correcte werking van de inwendige
elektronische componenten te garanderen,
mag de sleutel nooit aan direct zonlicht
blootgesteld worden.
BELANGRIJK
1)Gebruikte batterijen kunnen schadelijk
zijn voor het milieu als ze niet op de juiste
wijze als afval verwerkt worden. Ze moeten
overeenkomstig de wet in speciale bakken
gedeponeerd worden. Ze kunnen ook
ingeleverd worden bij het Alfa Romeo
Servicenetwerk dat voor hun verwerking zal
zorgen.
204016S0010EM
11
Page 14 of 204
CONTACTSLOT
WERKING
1) 2) 3) 4) 5)
Om de startinrichting fig. 3 te activeren
moet de elektronische sleutel zich in het
interieur bevinden.
De contactsleutel kan in de volgende
standen staan:
STOP: motor uit, stuur geblokkeerd.
Sommige elektrische apparaten (bijv.
centrale portiervergrendeling, alarm enz.)
kunnen blijven werken;
AAN (alleen de knop ingedrukt): alle
elektrische apparaten zijn beschikbaar.
Deze toestand kan worden ingevoerd
door eenmaal op de knop van de
contactsleutel, zonder op de
rem/koppelingspedaal te drukken;
AVV: motor starten. Deze toestand kan
worden ingevoerd door eenmaal op de
knop van de contactsleutel, zonder op de
rem/koppelingspedaal te drukken.
OPMERKING: Voor versies met
automatische versnelling, met de
startinrichting op AAN, als 30 minuten
voorbij gaan met de versnellingspook op
P (Park) en de motor is uitgezet, zal de
startinrichting automatisch naar de
STOP-positie gaan.
OPMERKING: Voor versies met
automatische versnelling, met de
startinrichting op AAN, als 30 minuten
voorbij gaan en de motor is uitgezet, zal
de startinrichting automatisch naar de
STOP-positie gaan.
OPMERKING Wanneer de motor gestart
is, is het mogelijk weg te lopen van het
voertuig en de elektronische sleutel mee
te nemen. De motor zal blijven lopen. Het
voertuig zal aangeven dat de sleutel niet
aan boord is van het voertuig, wanneer
het portier wordt gesloten.
Zie voor meer informatie over het
starten van de motor de beschrijving in
de paragraaf "Motor starten" in het
hoofdstuk "Starten en rijden".STARTEN MET EEN SLEUTEL MET LEGE
BATTERIJ
Als de batterij van de afstandsbediening
leeg is, gaat u als volgt te werk om het
voertuig te starten:
til de voorste armsteun op;
leg de sleutel op de vorm onderop het
compartiment.
STUURSLOT(indien aanwezig)
Inschakelen
Het stuurslot is ingeschakeld wanneer
het bestuurdersportier wordt geopend
met de startinrichting op STOP.
Uitschakelen
Het stuurslot wordt ontgrendeld
wanneer de startknop wordt ingedrukt en
de elektronische sleutel herkend wordt.
BELANGRIJK
1)Neem de sleutel altijd mee als het
voertuig wordt verlaten, om te voorkomen
dat iemand onverhoeds gebruik van de
bedieningselementen maakt. Vergeet niet de
elektrische parkeerrem in te schakelen. Laat
kinderen nooit zonder toezicht in de auto
achter.
304026S0001EM
12
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 15 of 204
2)After-market werkzaamheden waarbij
wijzigingen van de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten strengste
verboden. Dergelijke werkzaamheden
kunnen de prestaties van het systeem en de
garantie in gevaar brengen en het kan ook
ERNSTIGE VEILIGHEIDSPROBLEMEN
veroorzaken of erin resulteren dat de auto
niet meer aan de typegoedkeuring voldoet.
3)Trek ALTIJD de handrem aan, voordat u
het voertuig verlaat. Bij versies uitgerust
met automatische versnellingsbak, activeer
modus P (Parkeren) en druk op de
startinrichting om deze op STOP te zetten.
Bij het verlaten van het voertuig, altijd de
portieren sluiten door op het knopje op de
hendel te drukken.
4)Laat bij versies uitgerust met het Keyless
Startsysteem de elektronische sleutel niet in
of in de buurt van de auto achter of op een
plaats die toegankelijk is voor kinderen. Laat
het voertuig niet achter met de
startinrichting in stand ON. Een kind zou de
elektrische ruitbediening, andere
bedieningselementen kunnen activeren of
zelfs het voertuig kunnen starten.
5)Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan moet men
deze laten controleren bij het Alfa Romeo
Servicenetwerk alvorens weer te gaan
rijden.STARTONDERBREKING
Het startonderbrekingssysteem
voorkomt onbevoegd gebruik van het
voertuig waardoor de motor niet kan
starten.
Het systeem hoeft niet te worden
in-/uitgeschakeld: de werking is
automatisch, onafhankelijk van het feit of
de portieren van het voertuig al dan niet
zijn vergrendeld.
Wanneer de startinrichting op AAN wordt
gezet, identificeert het
Startonderbrekingssysteem de code die
door de sleutel wordt verzonden. Als de
code herkend wordt als geldig, maakt het
Startonderbrekingssysteem het starten
van de motor mogelijk.
Wanneer de startinrichting weer naar
STOP wordt gezet, schakelt het
Startonderbrekingssysteem de
motorregeleenheid uit, zodat de motor
niet gestart kan worden.
Zie voor de correcte procedures om de
motor te starten, de aanwijzingen in de
paragraaf "De motor starten" in het
hoofdstuk "Starten en rijden".Onregelmatige werking
Als de code van de sleutel, tijdens het
starten, niet correct herkend wordt,
wordt het pictogramop het
instrumentenpaneel weergegeven (zie de
aanwijzingen in paragraaf "Lampjes en
berichten" in hoofdstuk "Kennismaking
met het instrumentenpaneel"). Deze
omstandigheid leidt er toe dat de motor
na 2 seconden wordt uitgeschakeld.
Draai in dat geval de startinrichting naar
STOP en daarna naar AAN; als de motor
geblokkeerd blijft, probeer het dan met
de andere bijgeleverde sleutels. Neem
contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk als de motor nog steeds
niet gestart kan worden.
Als het
pictogram tijdens het rijden
wordt weergegeven, betekent dit dat het
systeem een zelfdiagnose uitvoert (bijv.
bij een spanningsval). Als de weergave
aanhoudt, contact op nemen met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
13
Page 16 of 204
ALARMSYSTEEM
(indien aanwezig)
Activering van het alarm leidt tot een
geluidssignaal en het knipperen van de
richtingaanwijzers.
BELANGRIJK De werking van het
diefstalalarm is marktgebonden en kan
dus per land verschillen.
INSCHAKELEN VAN HET ALARM
Richt bij gesloten portieren, motorkap en
achterklep en met de startinrichting in de
stand STOP, de elektronische sleutel op
het voertuig en druk op de toets en laat
de toets los
.
Behalve bij sommige versies voor
specifieke markten, produceert het
systeem een visueel en geluidssignaal en
wordt de portiervergrendeling
geactiveerd.
Met het alarm ingeschakeld, knipperen
de waarschuwingslampjes op de panelen
van de handgrepen van de voorportieren
fig. 4.
UITSCHAKELEN VAN HET ALARM
Druk op deknop.
BELANGRIJK Wanneer de portieren met
de metalen baard van de sleutel centraal
worden ontgrendeld, wordt het alarm
niet uitgeschakeld.
BUITEN WERKING STELLEN VAN HET
ALARM
Om het alarm volledig buiten werking te
stellen (bijv. als het voertuig lang niet
wordt gebruikt), de portieren afsluiten
door de metalen baard van de sleutel met
afstandsbediening in het slot om te
draaien.
PORTIEREN
PORTIEREN VERGRENDELEN/
ONTGRENDELEN VAN BINNENUIT
Centrale vergrendeling/ontgrendeling
Als alle portieren goed gesloten zijn
worden ze automatisch vergrendeld
zodra het voertuig de snelheid van ong.
20 km/h overschrijdt (functie "Auto
relock" ingeschakeld).
Druk op knop
op het paneel van het
bestuurdersportier fig. 5 of op het
passagiersportier om de portieren te
vergrendelen.
Druk bij vergrendelde portieren op knop
om ze te ontgrendelen.
404046S0001EM
504056S0001EM
14
KENNISMAKING MET DE AUTO