Page 129 of 204
TYPEN LAMPEN
Het voertuig is voorzien van de volgende lampen
Volglas lampen (type A): klemmontage. Trek
om te verwijderen.
Lamp met bajonet-sluiting (type B): druk de lamp ietwat in en draai
linksom om hem uit de houder te verwijderen.
Buislampen (type C): trek de lamp uit de veercontacten om hem te
verwijderen.
Halogeenlampen (type D): maak de lamp vrij en trek hem uit zijn zitting
door de stekker opzij te draaien.
Halogeenlampen (type E): draai de lamp linksom om hem uit de houder
te verwijderen.
Xenon gasontladingslampen (type F): raadpleeg het Alfa Romeo
Servicenetwerk om dit type lamp te vervangen.
127
Page 130 of 204
Lampen Type VermogenReferentieafbeelding
(1) Grootlicht, voorkant lichten/ daglicht looplicht (DRL) H15 55/15W D
(1) Dimlicht H7 55 W D
(1) Richtingaanwijzers
voor PY24W 24W B
(1) Mistlampen H11 55 W E
Koplampen grootlicht/dimlicht (Xenon gasontladingslampen) D5S 25 W F
Koplampen grootlicht/dimlicht (Xenon gasontladingslampen) D3S 35 W F
Verlichting zonneklep 1.5CP 2.1W C
Dashboardkastverlichting W5W 4 W A
Bagageruimteverlichting W5W 5 W A
Puddle lichten (onder deurpaneel) W5W 5 W A
(1) Alleen voor de basisversie koplampen met halogeen- grootlicht/dimlichten
128
NOODGEVALLEN
Page 131 of 204

LAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
BELANGRIJK Vervang de lamp alleen
wanneer de motor uit is. Controleer ook
of de motor koud is, om het risico op
brandwonden te voorkomen.
Voorste lichtunit met halogeen
koplampen grootlicht/dimlicht
Dimlicht
Ga als volgt te werk om de lamp van deze
verlichting te vervangen:
verwijder de bovenste afdekking van
de wielkast door de twee
bevestigingsschroeven fig. 119 los te
draaien;
verwijder de afdekking fig. 120;
verwijder de lamp/lamphouder van de
zitting fig. 121;
verwijder de lamp door deze van de
lamphouder af te schuiven;
plaats de nieuwe lamp, controleer of
hij goed vergrendeld is in de lamphouder;
plaats vervolgens de lamp en de
lamphouder in zijn zitting en verzeker u
ervan dat hij goed vergrendeld is;
hermonteer het deksel en de kap en
draai de bevestigingsbouten aan.
Grootlicht
Ga als volgt te werk om de lamp van deze
verlichting te vervangen:
werk in de motorruimte fig. 122;
verwijder de afdekking fig. 123;
draai de lamp, lamphouder en
connector linksom en schuif hem dan van
de zitting fig. 124;
11908026S0001EM
12008026S0002EM
12108026S0003EM
12208026S0023EM
12308026S0004EM
129
Page 132 of 204

verwijder de lamp door deze van de
lamphouder af te schuiven;
plaats de nieuwe lamp en controleer of
hij goed vergrendeld is in de lamphouder;
plaats vervolgens de lamp en de
lamphouder in zijn zitting op het
koplamphuis en draai hem linksom.
Verzeker u ervan dat hij goed vergrendeld
is;
hermonteer het beschermdeksel.
Richtingaanwijzers
Ga als volgt te werk om de lamp van deze
verlichting te vervangen:
werk in de motorruimte fig. 125;
verwijder de afdekking door eraan te
draaien fig. 126;
draai de lamp, lamphouder en lamphuis
en schuif hem dan van de zitting fig. 127;
verwijder de lamp door deze van de
lamphouder af te schuiven;
plaats de nieuwe lamp en controleer of
hij goed vergrendeld is in de lamphouder;
plaats vervolgens de lamp en de
lamphouder in zijn zitting op het
koplamphuis en draai hem linksom.
Verzeker u ervan dat hij goed vergrendeld
is;
hermonteer het beschermdeksel.
Mistlampen voor
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
verwijder de onderste afdekking van
de wielkast door de twee
bevestigingsschroeven fig. 128 los te
draaien;
12408026S0005EM12508026S0023EM
12608026S0006EM
12708026S0007EM
130
NOODGEVALLEN
Page 133 of 204

trek de lamphouderunit uit het
koplamphuis door deze linksom te
draaien fig. 129;
verwijder de lamp door deze van de
lamphouder af te schuiven
plaats de nieuwe lamp en controleer of
hij goed vergrendeld is in de lamphouder;
plaats vervolgens de lamp en de
lamphouder in zijn zitting op het koplamphuis
en draai hem linksom. Verzeker u ervan dat hij
goed vergrendeld is;
herplaats de afdekking door de twee
bevestigingsschroeven vast te draaien.
Voorste lichtunit met Xenon
gasontladingslampen koplampen
grootlicht/dimlicht
Om de lampen te vervangen van de
koplampen/dimlicht, contact opnemen
met een Alfa Romeo Servicenetwerk
BELANGRIJK
119)Wacht tot de uitlaatleidingen zijn
afgekoeld alvorens de lamp te vervangen:
GEVAAR VOOR BRANDWONDEN!
120)Wijzigingen of reparaties aan het
elektrisch systeem die niet correct zijn
uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt
gehouden met de technische
systeemgegevens, kunnen storingen in de
werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
121)In halogeenlampen bevindt zich gas
onder druk. Als ze breken, kunnen er
glassplinters wegschieten.
BELANGRIJK
49)Raak alleen het metalen gedeelte van
halogeenlampen aan. Het aanraken van de
bol met de vingers kan de lichtopbrengst en
de levensduur van de lamp reduceren. Als de
bol per ongeluk toch wordt aangeraakt, moet
hij worden schoongewreven met een doekje
bevochtigd met alcohol en laat hem
vervolgens drogen.
ZEKERINGEN VERVANGEN
INLEIDING
122) 123) 124) 125) 126)
50) 51)
De elektrische installatie wordt beveiligd
door zekeringen: bij een storing of bij
oneigenlijk gebruik van de installatie
brandt de zekering door.
Tang voor het verwijderen van
zekeringen
Gebruik het tangetje dat aan het deksel
van de zekeringenkast van de
motorruimte geklemd is, om een zekering
te vervangen fig. 130.
Neem de tang uit de bovenste
klemmetjes, oefen wat druk uit en trek de
tang naar buiten door hem omhoog te
trekken.
12808026S0021EM
12908026S0022EM
13008036S0053EM
131
Page 134 of 204

De tang fig. 131 heeft twee uiteinden,
speciaal ontworpen om de verschillende
types zekeringen die aanwezig zijn in het
voertuig te verwijderen.
1: MINI-zekering;
2: J-CASE zekering.
Berg na gebruik het tangetje weer op, ga
als volgt te werk:
neem de tang uit de bovenste
klemmetjes;
zet de tang in zijn zitting, door hem
naar beneden te duwen, tot hij op zijn
plaats vastklikt.
PLAATS VAN DE ZEKERINGEN
De zekeringen, die door de gebruiker
kunnen worden vervangen, zijn
gegroepeerd in twee dozen onder de
opstaptrede van de passagiersstoel en in
de bagageruimte.
BESTURINGSEENHEID ONDER
OPSTAPTREDE PASSAGIERSSTOEL
Ga als volgt te werk om een zekering te
vervangen:
til het bovenste uiteinde van de
opstaptrede 1 fig. 132 aan de
passagierszijde op, trek eraan om de
2 knoppen los te laten;
verwijder paneel 2 fig. 133, door deze
omlaag uit te nemen, na het losschroeven
van de twee bevestigingshaken;
de zekeringen zijn vrij toegankelijk op
de besturingseenheid.
Op het deksel van de besturingseenheid
zijn de identificatienummers van de
elektrische onderdelen die met de
zekeringen overeenkomen aangegeven.
ZEKERINGENKAST IN DE
BAGAGERUIMTE
Ga als volgt te werk om een zekering te
vervangen:
til de plank op waar de bagage op ligt;
verwijder het deksel van de fig. 134;
13108036S0005EM
13208036S0010EM
13308036S0011EM
132
NOODGEVALLEN
Page 135 of 204
Op het deksel zijn de
identificatienummers van de elektrische
onderdelen die met de zekeringen
overeenkomen aangegeven.
Controleer, na het vervangen van een
zekering, of het deksel correct gesloten
is.
13408036S0014EM
133
Page 136 of 204
BESTURINGSEENHEID ONDER OPSTAPTREDE PASSAGIERSSTOEL
FUNCTIEZEKERINGAMPÈRE
Elektrische ruitbediening voor (bestuurderszijde) F3325
Elektrische ruitbediening voor (passagierszijde) F3425
Voeding voo Connectsysteem,
Klimaatregeling, Alarm, Elektrisch
inklappen buitenspiegel, EOBD-systeem, USB-aansluiting F36
15
Safe Lock-systeem (Ontgrendeling portier bestuurderszijde - voor
sommige versies/markten), Portiersontgrendeling, Centrale
vergrendeling F38
20
13508036S0013EM
134
NOODGEVALLEN
20-4-2016 3:51 Pagina 134