
MEDIA-MODUS
BELANGRIJK Toepassingen die gebruikt
worden op draagbare apparaten kunnen
mogelijk niet compatibel zijn met het
Connect systeem.
Nummer kiezen (Browse)
Bij ingeschakelde MEDIA
fig. 162 -modus, de knoppen
/kort
indrukken om het vorige/volgende
nummer af te spelen of de knoppen
/
ingedrukt houden om het nummer
snel vooruit/achteruit te spoelen.
Bluetooth® BRON
Een Bluetooth® Audioapparaat
koppelen
Ga als volgt te werk:
schakel de functie Bluetooth® in op het
apparaat;
druk op de MENUknop, selecteer de
functie "INSTELLINGEN" door de
Roterende Knop te draaien en in te
drukken;
selecteer “Infotainment”;
selecteer de Bluetooth®
ondersteuning;
Selecteer “Toestel toev.”;
zoek naar het Uconnect-systeem op
het Bluetooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het scherm
de voortgang van het proces);
selecteer het apparaat dat gekoppeld
moet worden;
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt getoond
op het display van het systeem of
bevestig de op het apparaat getoonde
PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een speciaal
scherm getoond;
de “Bluetooth®” kan ook worden
bereikt door te drukken op de OPTIE
knop in de TELEFOON of MEDIA functies.
Deze laatste kan worden geselecteerd
door te draaien aan en te drukken op deRoterende Knop in het hoofdmenu
(MENU-knop).
BELANGRIJK Raadpleeg het
instructieboekje van de mobiele telefoon
als de Bluetooth®-verbinding tussen
mobiele telefoon en systeem wordt
verbroken.
16211066S0002EM
187

ONDERSTEUNING
USB/iPod/AUX
Er kunnen maximaal drie USB-poorten
zijn, eentje onder het controlepaneel van
de airconditioning, eentje in het
handschoenenkastje in het tunnelconsole
en eentje (alleen opladen) onder de
ventilatie achter het tunnelconsole. Een
AUX-contact in het handschoenenkastje
in het tunnelconsole.
TELEFOONMODUS
TELEFOONmodus kan worden
geactiveerd vanuit het hoofdmenu
(MENU-knop) door aan de Roterende
knop te draaien en erop te drukken.
Het volgende scherm wordt op het
display weergegeven fig. 163:
Recente gesprekken;
Favorieten;
Contacten;
Kies;
met telefoongesprek in gang:
Uitschakelen microfoon;
Einde oproep.
BELANGRIJK Het geluid van de mobiele
telefoon wordt over het audiosysteem
van het voertuig uitgezonden: het
systeem schakelt automatisch het geluid
van het autosysteem uit wanneer de
TELEFOONfunctie wordt gebruikt.BELANGRIJK Voor compatibele mobiele
telefoonlijst en ondersteuningsoperaties
kunt u contact opnemen met
Klantenservice 00 800 0 426 5337.
Mobiele telefoon koppelen
Ga als volgt te werk:
schakel de functie Bluetooth® in op het
apparaat;
Druk op de MENUknop, selecteer de
functie "INSTELLINGEN" door de
Roterende Knop te draaien en in te
drukken;
selecteer “Infotainment”;
selecteer het Bluetooth®-apparaat;
Selecteer “Toestel toev.”;
zoek naar het Uconnect-systeem op
het Bluetooth® audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het scherm
de voortgang van het proces);
selecteer het apparaat dat gekoppeld
moet worden;
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt getoond
op het display van het systeem of
bevestig de op het apparaat getoonde
PIN;
wanneer de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een speciaal
scherm getoond;
de “Bluetooth®” kan ook worden
bereikt door te drukken op de OPTIE
knop in de TELEFOON of MEDIA functies.
Deze laatste kan worden geselecteerd
16311106S0002EM
188
MULTIMEDIA

INSTELLINGEN
Om de door de gebruiker te
programmeren functies binnen te gaan,
opent u het hoofdmenu door op de knop
MENU te drukken. Selecteer dan
INSTELLINGEN door de Roterende Knop
te draaien en in te drukken.
Hier zijn de volgende menu-items te
vinden fig. 165:
Lichten;
Meeteenheid & Taal;
Tijd en Datum;
Veiligheid;
Bestuurdersbijstand;
Portieren en vergrendelingen;
Instrumentenpaneel;
Infotainment;
Systeem.
Lichten
Om toegang te krijgen tot de functie
"Lichten", deze selecteren door te
draaien aan de Roterende Knop en tedrukken op de Roterende knop om hem
te activeren. De volgende instellingen
kunnen worden gewijzigd wanneer deze
modus is geselecteerd:
Sensor koplampen;
Follow me;
Flanklichten;
Knipperlichten bij vergrendelen;
Dagverlichting;
Instapverlichting;
Interieurverlichting;
Automatisch grootlicht;
Instellingen herstellen.
Meeteenheid & Taal
Om toegang te krijgen tot de functie
"Meeteenheid & Taal", deze selecteren
door te draaien aan de Roterende Knop
en te drukken op de Roterende knop om
hem te activeren. De volgende
instellingen kunnen worden gewijzigd
wanneer deze modus is geselecteerd:
Meeteenheid;
Taal;
Instellingen herstellen.
Tijd en datum
Om toegang te krijgen tot de functie "Tijd
en datum", deze selecteren door te
draaien aan de Roterende Knop en te
drukken op de Roterende knop om hem
te activeren. De volgende instellingen
kunnen worden gewijzigd wanneer deze
modus is geselecteerd:
Synchronisatie met GPS tijd;
Tijd instellen;
Tijdformaat:
Datum instellen;
Instellingen herstellen.
Veiligheid
Om toegang te krijgen tot de functie
"Veiligheid", deze selecteren door te
draaien aan de Roterende Knop en te
drukken op de Roterende knop om hem
te activeren.
De volgende instellingen kunnen worden
gewijzigd wanneer deze modus is
geselecteerd:
Snelheidsbegrenzer
Hiermee kunt u de functie
activeren/deactiveren en wordt u
gewaarschuwd dat u de ingestelde
snelheid heeft overschreden.
Snelheidsbegrenzer snelheid
Laat u de snelheidslimietwaarde
instellen. Door te draaien aan de
Roterende Knop, neemt de snelheid toe
met 5 km/h, bij het draaien, van minimaal
30 km/h tot maximaal 180 km/h.
Let op: front. botsing
Hiermee kan men de reactiesnelheid van
het anti-collision-systeem selecteren. De
beschikbare opties zijn:
"Status": hiermee kunt u het systeem
activeren/deactiveren (waar voorzien);
"Mode": gebruikt om de volgende
bedieningsmodi in te stellen:
16511126S0001EM
190
MULTIMEDIA

Portieren en vergrendelingen
Om toegang te krijgen tot de functie
"Portieren en vergrendelingen", deze
selecteren door te draaien aan de
Roterende Knop en te drukken op de
Roterende knop om hem te activeren. De
volgende instellingen kunnen worden
gewijzigd wanneer deze modus is
geselecteerd:
Portiervergrendeling tijdens rijden;
Alle portieren ontgrendelen bij
uitstappen;
Passive Entry;
Portierontgrendeling bij instappen;
Claxon w/Starten op Afstand (voor
bepaalde versies/markten)
Claxon bij sluiten;
Auto relock;
Instellingen herstellen.
Instrumentenpaneel
Om toegang te krijgen tot de functie
"Instrumentenpaneel", deze selecteren
door te draaien aan de Roterende Knop
en te drukken op de Roterende knop om
hem te activeren. De volgende
instellingen kunnen worden gewijzigd
wanneer deze modus is geselecteerd:
Waarschuwingszoemervolume;
Trip B;
Telefoon herhalen;
Audio herhalen;
Nav herhalen;
Instellingen herstellen.Infotainment
Om toegang te krijgen tot de functie
"Infotainment", deze selecteren door te
draaien aan de Roterende Knop en te
drukken op de Roterende knop om hem
te activeren. De volgende instellingen
kunnen worden gewijzigd wanneer deze
modus is geselecteerd:
Scherm Uit;
Splitscreen (voor bepaalde
versies/markten);
Audio;
Bluetooth®;
Radio;
Media;
Telefoon;
Navigatie (voor bepaalde
versies/markten);
Apps.
Systeem
Om toegang te krijgen tot de functie
"Systeem", deze selecteren door te
draaien aan de Roterende Knop en te
drukken op de Roterende knop om hem
te activeren. De volgende instellingen
kunnen worden gewijzigd wanneer deze
modus is geselecteerd:
Automatische start;
Vertraging uitschakelen;
Software updaten;
Update van kaarten;
Persoonl. gegevens wissen;
Instellingen herstellen.
TOEPASSINGEN
TOEPASSINGEN-modus kan worden
geactiveerd vanuit het hoofdmenu
(MENU-knop) door aan de Roterende
knop te draaien en erop te drukken.
Op het display wordt de volgende
informatie weergegeven:
"Mijn auto": laat u een reeks informatie
zien gekoppeld aan de autostatus;
"Efficiënt rijden": deze laat u wat
rijstijlparameters zien;
"Gebruik en onderhoud": laat u de
gebruikshandleiding van de auto
raadplegen.
16611126S0004EM
192
MULTIMEDIA