AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
Het voertuig kan uitgerust zijn met een
automatische versnellingsbak met
8 versnellingen.
De versnellingsbak/transmissie kan op
twee manieren worden bediend:
"Automatisch" or "Sequentieel".
VERSNELLINGSPOOK
107) 108) 109)
35) 36)
De werking van de versnelling wordt
beheerd door de versnellingshendelknop
1 fig. 103, die de volgende standen kan
aannemen:
P= Parkeren
R= Achteruitversnelling
N= Vrijstand
D= Drive, (automatische
vooruitversneling)
AutoStick: + naar een hogere
versnelling schakelen in sequentiële
rijmodus; – naar een lagere versnelling
schakelen in sequentiële rijmodus.Het positiediagram bevindt zich bovenop
de hendel.
De letter overeenkomend met de
geselecteerde modus licht op en is te zien
op het instrumentenpaneeldisplay.
Om een van de werkingsmodi te kiezen,
beweeg de hendel achteruit of vooruit en
trap tegelijkertijd op het rempedaal.
Om de R (Achteruit) modus in te
schakelen, het pedaal intrappen en knop
3 fig. 104 in combinatie indrukken.
Om van stand P (Parkeren) direct naar
stand D (Vooruit) te schakelen, is het
noodzakelijk om het rempedaal in te
trappen en knop 3 in te drukken.
Om van stand R (Achteruit) direct naar
stand D (Vooruit) te schakelen en
omgekeerd, is het noodzakelijk om het
rempedaal in te trappen en knop 3 in te
drukken.De stand P (parkeren) kan ingeschakeld
worden door op de knop P (parkeren) 2
fig. 103 te drukken.
Het is niet mogelijk om vanuit stand N
(Vrijstand) naar stand P (Parkeren) te
schakelen.
De stand P (parkeren) wordt automatisch
ingeschakeld als gelijktijdig aan de
volgende voorwaarden wordt voldaan:
stand D (vooruit) of R (achteruit) is
ingeschakeld;
de voertuigsnelheid ligt in de buurt van
0;
het rempedaal wordt losgelaten;
de veiligheidsgordel van de bestuurder
is niet omgelegd;
het bestuurdersportier staat open.
Bij gebruik van de versnelling in
"sequentieel" modus, kunt u deze
activeren door de pook te bewegen van D
(Drive) naar links en dan naar voren naar
10307076S0002EM
10407076S0005EM
111