Page 121 of 164

Reinigen
ONDERHOUD7.15
Interieur reinigen
Controleer en reinig het interieur regelmatig, dan blijft het mooi en voorkomt u vroegtijdige slijtage. Verwijder vuil en vlekken altijd zo snel mogelijk. Gebruik een zachte doek (microvezel) gedrenkt in een mengsel van warm water en een milde zeep (vooraf testen op een minder zichtbaar onderdeel) om de verschillende onderdelen van het interieur te reinigen. Maak het oppervlak meteen droog met een niet-pluizende doek om vlekken te voorkomen.
Ruiten
Kras niet en gebruik ook geen schurende middelen op de ruiten en spiegels. Hierdoor zou de toplaag van de spiegel of de bedrading van de achterruitverwarming beschadigd kunnen raken.
Airbags
Zorg dat er geen vuil op airbags terechtkomt. Dit zou de goede werking kunnen verstoren.
Dashboard en kunststof oppervlakken
Poets de bovenkant van het dashboard niet. Glanzende oppervlakken kunnen reflecteren en uw zicht ernstig belemmeren.
Leren bekleding
Leer is een natuurlijk materiaal dat kan verkleuren, vooral de lichtere kleuren. Wit en lichtbruin leer is voorzien van een coating die het materiaal beschermt tegen vuil. Verwijder vuil en vlekken zo snel mogelijk met een zachte doek, gedrenkt in een mengsel van warm water en een milde zeep. Wrijf zachtjes met een ronddraaiende beweging. Maak het dan droog met een niet-pluizende doek. Het gebruik van oplosmiddelen en in de handel verkrijgbare leerreinigers wordt afgeraden, deze kunnen verkleuringen veroorzaken en het leer uitdrogen.
Stoffen bekleding
Ve r w i j d e r v u i l e n v l e k k e n z o s n e l m o g e l i j k m e t een zachte doek, gedrenkt in een mengsel van warm water en een milde zeep. Wrijf zachtjes met een ronddraaiende beweging. Maak het dan droog met een niet-pluizende doek. Maak de stoelen regelmatig met een stofzuiger schoon.
Vloerbedekking
Maak vloerbedekking niet te nat. Gebruik voor hardnekkig vuil een geschikte bekledingreiniger.
Ve i l i g h e i d s g o r d e l s
Tr e k d e g o r d e l h e l e m a a l u i t o m d e z e s c h o o n t e vegen. Gebruik nooit een oplosmiddel of een chemisch reinigingsmiddel. Laat de gordel in uitgetrokken toestand aan de lucht drogen, niet in de felle zon.
Te s l a o p k l a p b a n k
Maak de stoelen regelmatig met een stofzuiger schoon. Veeg de stoelen met een zachte, in warm water gedrenkte doek schoon. U kunt ook een speciale reiniger voor autobekledingen gebruiken. Trek de gordel helemaal uit om deze schoon te vegen. Laat de gordel aan de lucht drogen, niet in de felle zon.
To u c h s c r e e n e n i n s t r u m e n t e n p a n e e l
Reinig het touchscreen en het instrumentenpaneel met een zachte, niet-pluizende doek en een speciaal middel voor het reinigen van schermen en displays. Gebruik geen reinigingsmiddelen (zoals ruitenreinigers), geen zeem en geen droge statisch geladen doek (zoals pas gewassen microvezeldoekjes).
Ve rc h r o o m d e e n m e t a l e n o p p e r v l a k ke n
Poetsmiddelen, cleaners en harde doeken kunnen de toplaag van verchroomde en metalen oppervlakken beschadigen.
Aanwijzingen
WA A R S C H U W I N G : N e e m d i r e c t c o n t a c t op met Tesla als u een beschadiging aan een veiligheidsgordel of een airbag ziet.
WA A R S C H U W I N G : Z o r g d a t e r g e e n water, zeep of stukken poetsdoek in de oprolautomaat van de veiligheidsgordel kan komen.
AANWIJZING: Het gebruik van oplosmiddelen (incl. alcohol), bleekmiddelen, citrus, wasbenzine en producten op siliconenbasis voor het reinigen van onderdelen in het interieur kan schade veroorzaken.
Page 122 of 164

ReinigenReinigen
7.16GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Poetsen, bijtippen en schadeherstel
Zet de auto van tijd tot tijd in de was om de carrosserie gedurende lange tijd mooi te houden. Gebruik een goedgekeurde was met daarin:
•Een milde cleaner om oppervlakken te reinigen zonder de lak aan te tasten.
•Een vulmiddel dat kleine krasjes vult zodat ze minder zichtbaar zijn.
•Een was die zorgt voor een langdurige bescherming van de lak tegen de weersinvloeden van buitenaf.
Controleer de carrosserie regelmatig op lakschades. Tip kleine beschadigingen en krasjes bij met een lakstift (verkrijgbaar bij Tesla). Gebruik de lakstift na het wassen maar voordat u de auto poetst of in de was zet.
Tip steenslag en krasjes altijd zo snel mogelijk bij. Laat reparaties aan de carrosserie uitvoeren door een door Tesla goedgekeurd carrosseriebedrijf. Neem contact op met Tesla voor een overzicht van erkende carrosseriebedrijven.
AANWIJZING: Gebruik geen grove cleaner, kleurherstellende cleaners of andere middelen met een schurende werking. Deze kunnen krassen veroorzaken en de lak blijvend beschadigen.
AANWIJZING: Gebruik geen chroompolish of andere schurende middelen.
Stofhoes
Om de carrosserie te beschermen als de auto niet wordt gebruikt, is er een originele Tesla stofhoes verkrijgbaar. Stofhoezen zijn verkrijgbaar via Tesla.
AANWIJZING: Gebruik nooit een andere hoes als de auto wordt opgeladen, anders kan de batterij tijdens het laden niet voldoende gekoeld worden.
Matten
Gebruik originele vloermatten van Tesla om ervoor te zorgen dat de vloerbedekking er lange tijd nieuw blijft uitzien. Klop de vloermatten regelmatig schoon en vervang ze als ze versleten zijn.
WA A R S C H U W I N G : O m t e v o o r k o m e n dat de vloermat en het gaspedaal elkaar in de weg zitten, is de mat aan bestuurderszijde stevig vastgezet. Leg nooit twee matten bovenop elkaar.
Page 123 of 164

Ruitenwissers en -sproeiers
ONDERHOUD7.17
Ruitenwissers en -sproeiersRuitenwisserbladen controleren en
vervangen
Controleer de staat van de wisserbladen regelmatig en maak ze geregeld schoon. Ve r v a n g e e n b e s c h a d i g d w i s s e r b l a d d i re c t o m te voorkomen dat de voorruit beschadigd raakt.
Vuil op de ruit of op d e wisserblad en zelf kan d e goede werking van de ruitenwissers verstoren. Dat geldt ook voor ijs, vloeibare was van wasstraten, ruitensproeiervloeistof met middelen tegen insecten, vogelpoep, hars en andere organische stoffen.
Vo l g d e o n d e r s t a a n d e a a n w i j z i n g e n :
•Reinig de voorruit met een niet-schurende ruitenreiniger.
•Ve e g d e r u i te nw i s s e r b l a d e n s c h o o n m e t isopropylalcohol of met ruitensproeiervloeistof.
Ve r v a n g d e w i s s e r b l a d e n a l s z e n a h e t r e i n i g e n nog niet goed werken.
Ve r v a n g d e r u i t e n w i s s e r b l a d e n t e n m i n s t e e e n s per jaar.
Ruitenwisserbladen vervangen:
1.Til de ruitenwisserarm omhoog.
2.Druk de borglip in en schuif het blad langs de arm omlaag.
3.Breng het wisserblad in lijn met de arm en schuif het blad langs de ruitenwisserarm naar de bocht aan het einde van de arm tot het vastklikt.
4.Duw de ruitenwisserarm met het wisserblad tegen de voorruit.
Als de nieuwe ruitenwisserbladen de ruit ook niet schoonvegen, reinig dan de voorruit en de wisserbladen met een spons of een doek
gedrenkt in een mengsel van water en een milde zeep. Spoel vervolgens de voorruit en de wisserbladen met schoon water af. De voorruit is schoon als er zich geen druppels vormen.
AANWIJZING: Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen die geschikt zijn voor autoruiten en rubbers. Andere middelen kunnen schade veroorzaken of een film op de ruit achterlaten waardoor het zicht belemmerd wordt.
AANWIJZING: Vervang de ruitenwisserbladen alleen door exemplaren die identiek zijn aan de originele wisserbladen. Het gebruik van verkeerde wisserbladen kan schade aan de ruitenwissers veroorzaken en de werking van de regensensor verstoren.
Ruitensproeiers reinigen
De ruitensproeiers zijn op de fabriek afgesteld en hoeven in principe nooit bijgesteld te worden.
Gebruik een dunne draad of een naald om een verstopte ruitensproeier weer open te krijgen.
WA A R S C H U W I N G : B e d i e n d e ruitensproeiers niet tijdens het wassen van de auto. Ruitensproeiervloeistof kan de huid en de ogen irriteren. Lees de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking.
Page 124 of 164

VloeistofreservoirsVloeistofreservoirs
7.18GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Vloeistofrese rvoirsAfdekplaat servicecompartiment
verwijderen
Ve r w i j d e r d e a f d e k p l a a t v a n h e t servicecompartiment om bij de zekeringen te komen en om de vloeistofniveaus te kunnen controleren:
1.Tr e k d e a f d e k p l a a t a a n d e a c h t e r z i j d e omhoog en neem het los uit de 5 klemmen.
2.Beweeg de plaat in de richting van de voorruit om deze te verwijderen.
AANWIJZING: De afdekplaat van het servicecompartiment voorkomt dat er water in de bagageruimte voorin komt. Zorg dat de afdekplaat overal goed sluit als u deze weer monteert.
Koelvloeistof batterij controleren
Als het vloeistofniveau te laag is, gaat er een controlelampje op het instrumentenpaneel branden. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats en neem contact op met Tesla Assistance om de auto naar een Tesla Servicecentrum te laten brengen.
Controle vloeistofniveau
Het niveau van de koelvloeistof voor de batterij wordt tijdens de reguliere onderhoudsbeurten door Tesla gecontroleerd. Als u dit zelf wilt doen, zet dan de auto op een vlakke ondergrond. Laat de auto afkoelen en verwijder dan de afdekplaat van het servicecompartiment (zie blz 7.18).
Controleer het vloeistofniveau aan de hand van de merktekens op de buitenkant van het reservoir. VERWIJDER DE VULDOP NOOIT EN VUL NOOIT VLOEISTOF BIJ. Dit kan tot schade leiden die niet onder garantie valt.
Het niveau moet tussen de merktekens MIN en MAX staan. Neem contact op met Tesla als u merkt dat het niveau daalt.
Koelvloeistof batterij bijvullen
Bijvullen van de koelvloeistof voor de batterij is onder geen enkele voorwaarde toegestaan. Neem direct contact op met Tesla als het controlelampje op het instrumentenpaneel waarschuwt dat het niveau te laag is.
Vo o r o p t i m a l e p re s t a t i e s e n e e n l a n g e levensduur van de batterij wordt er gebruik gemaakt van een speciale koelvloeistof, type G-48 ethyleen-glycol (HOAT). Neem contact op met Tesla voor meer informatie over deze koelvloeistof.
Page 125 of 164

Vloeistofreservoirs
ONDERHOUD7.19
Remvloeistof
WA A R S C H U W I N G : N e e m o n m i d d e l l i j k contact op met Tesla als u merkt dat de slag van het rempedaal duidelijk verandert of als u merkt dat het remvloeistofniveau sterk is gedaald. Dit kan leiden tot een langere remweg en zelfs tot het wegvallen van de remmen.
Het controlelampje op het instrumentenpaneel waarschuwt de bestuurder als het remvloeistofniveau tot beneden het minimumniveau daalt. Als het lampje onder het rijden gaat branden, stop dan zo snel mogelijk op een veilige plaats en rem daarbij zo zacht mogelijk. Rijd niet verder! Neem direct contact op met Tesla voor hulp.
Controle vloeistofniveau
Het remvloeistofniveau wordt tijdens de reguliere onderhoudsbeurten door Tesla gecontroleerd. Als u dit zelf wilt doen, zet dan de auto op een vlakke ondergrond. Laat de auto afkoelen en verwijder dan de afdekplaat van het servicecompartiment (zie blz 7.18).
Controleer het vloeistofniveau aan de hand van de merktekens op de buitenkant van het reservoir zonder de vuldop te verwijderen.
Het niveau moet tussen de merktekens MIN en MAX staan.
OPMERKING: Tijdens het normale gebruik van de auto kan het vloeistofniveau door slijtage van de remblokken enigszins dalen, maar het niveau mag nooit beneden het merkteken MIN komen.
Remvloeistof bijvullen
Vul zelf geen remvloeistof bij. Tesla doet dit als u de auto brengt voor het reguliere onderhoud. De onderstaande instructies dienen uitsluitend ter informatie en als referentie:
1.Reinig de vuldop van het reservoir voordat u deze verwijdert, om te voorkomen dat er vuil in het reservoir komt.
2.Draai de vuldop los en verwijder deze.
3.Vul het reservoir met schone remvloeistof met de specificatie DOT3 of DOT4 bij tot het merkteken MAX.
4.Monteer de vuldop.
WA A R S C H U W I N G : G e b r u i k u i t s l u i t e n d nieuwe remvloeistof uit een ongeopende. luchtdichte container. Gebruik geen remvloeistof die al eerder werd gebruikt of remvloeistof uit een geopende container—de vloeistof is vochtabsorberend waardoor de capaciteit van het remsysteem sterk kan dalen.
WA A R S C H U W I N G : R e m v l o e i s t o f i s g i f t i g . Houd containers dicht en buiten bereik van kinderen. Neem direct op met een arts als iemand remvloeistof binnenkrijgt.
AANWIJZING: Remvloeistof tast de lak van de auto aan. Verwijder gemorste remvloeistof onmiddellijk met een absorberende doek en reinig het oppervlak met een mengsel van water en een autoshampoo.
Page 126 of 164

VloeistofreservoirsVloeistofreservoirs
7.20GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Ruitensproeiervloeistof bijvullen
De Model S heeft maar één reservoir dat u kunt bijvullen. Dat is het ruitensproeierreservoir onder de bagageruimte voorin. Als het vloeistofniveau laag is, verschijnt er een waarschuwing op het instrumentenpaneel. Vul het reservoir bij tot de vloeistof zichtbaar is in de vulpijp.
Gebruik geen kant-en-klare vloeistoffen waar middelen tegen insecten aan zijn toegevoegd. Deze middelen kunnen een folie op de ruit achterlaten waardoor het zicht belemmerd wordt of waardoor vervelende bijgeluiden kunnen optreden
Gebruik de ruitensproeiers af en toe om te controleren of de sproeiers juist zijn afgesteld en of ze niet verstopt zijn.
Ruitensproeiervloeistof bijvullen:
1.Reinig de vuldop van het reservoir voordat u deze verwijdert, om te voorkomen dat er vuil in het reservoir komt.
2.Open de vuldop.
3.Vul het reservoir bij tot de vloeistof zichtbaar is in de vulpijp.
4.Monteer de vuldop.
OPMERKING: In sommige landen gelden beperkingen ten aanzien van het gebruik van Vo l a t i l e O r g a n i c C o m p o u n d s ( VO C ' s ) . VO C ' s worden doorgaans gebruikt als antivries in ruitensproeiervloeistof. Gebruik een ruitensproeiervloeistof met VOC's alleen als ze voldoende bescherming bieden in het klimaat waar u met de auto rijdt.
AANWIJZING: Andere vloeistofreservoirs hoeven niet gecontroleerd of bijgevuld te worden. Naast het ruitensproeierreservoir bevinden zich nog twee extra reservoirs, onder de afdekplaat van het servicecompartiment. In het onwaarschijnlijke geval dat u een melding op het instrumentenpaneel krijgt dat een van deze reservoirs leeg zou zijn, stop dan op een veilige plaats en neem contact op met Tesla.
AANWIJZING: Mors geen ruitensproeiervloeistof op carrosseriedelen. Het negeren van deze aanwijzing kan schade veroorzaken. Veeg gemorste vloeistof direct af en was het bevuilde oppervlak met water.
WA A R S C H U W I N G : G e b r u i k e e n sproeiervloeistof met antivries bij temperaturen onder 4°C. Het gebruik van sproeiervloeistof zonder antivries bij koud weer kan het zicht ernstig belemmeren.
Page 127 of 164

Zekeringen
ONDERHOUD7.21
Zekerin ge nPlaats van zekeringkasten
Er zijn drie zekeringkasten in het servicecompartiment in de bagageruimte voorin. Kijk voor meer informatie over het verwijderen van de afdekplaat van het servicecompartiment op blz 7.18.
1.Zekeringkast 1 (zie blz 7.22). Vervang deze zekeringen NIET. Neem contact op met Te s l a a l s e e n v a n d e z e z e k e r i n g e n d e f e c t i s .
2.Zekeringkast 2. (zie blz 7.23).
3.Zekeringkast 3 (zie blz 7.24).
Als uw auto is uitgerust met het optionele Cold We a t h e r - p a k ke t i s e r n o g e e n ex t ra zekeringkast (4) onder het zijpaneel aan bestuurderszijde aangebracht.
Zekering vervangen
Druk op de plastic lippen a a n d e z i j k a n t o m e e n zekeringkast te openen.
Zoek de zekering van het uitgevallen circuit. Zoek de zekering van het uitgevallen circuit aan de hand van het label aan de binnenzijde van de zekeringkast of aan de hand van de tabel op de volgende bladzijde.
Tr e k a a n d e z e k e r i n g o m d e z e t e v e r w i j d e r e n . Een gebroken draad in de zekering betekent dat de zekering is doorgebrand.
OPMERKING: Vervang de zekeringen in zekeringkast 1 en 4 niet en vervang of verplaats ook geen relais. Neem contact op met Tesla als een van deze zekeringen of relais defect is.
WA A R S C H U W I N G : S c h a k e l d e a u t o handmatig helemaal uit helemaal uit voordat u een zekering vervangt (zie blz 4.7).
AANWIJZING: Gebruik bij vervanging alleen door Tesla goedgekeurde zekeringen met dezelfde stroomsterkte en dezelfde specificaties. Het gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot schade aan het elektrische systeem en kan brand veroorzaken.
AANWIJZING: Als een zekering na vervanging opnieuw doorbrandt, neem dan contact op met Tesla om het elektrische systeem van de auto te laten controleren.
Page 128 of 164

ZekeringenZekeringen
7.22GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Zekeringkast 1
Om bij zekeringkast 1 te kunnen komen, moeten er onderdelen verwijderd worden wat alleen door Te s l a - t e c h n i c i g e d a a n m a g w o r d e n . De onderstaande lijst dient alleen o m u te h e l p e n o m te b e p a l e n of een zekering vervangen moet worden. Neem contact op met een Tesla Servicecentrum als een van deze zekeringen vervangen moet worden.
Zekering AmpèrageCircuit
OPMERKING: DEZE ZEKERINGEN MOETEN DOOR EEN TESLA-TECHNICUS VERVANGEN WORDEN15 AAccessoiresensor, radio, USB-hub25 AKoplamphoogteverstelling (EU/China alleen auto's met schroefveren)35 AVerlichting make-upspiegels, achteruitkijkspiegel430 AStoelverwarming buitenste stoelen achterin (alleen Cold We a t h e r - o p t i e)515 AStoelverwarming (bestuurdersstoel)620 AStandaard audioversterker715 AStoelverwarming (passagiersstoel)820 APremium audioversterker925 AOpen dak10 5 A Passieve veiligheidsvoorzieningen11 5 A Bedieningsorganen stuurkolom12 5 A Slingersensor (Stabiliteit/Traction Control)13 15 A Ruststand ruitenwisser14 5 A Omvormer aandrijving15 20 A Elektrische parkeerrem16 5 A Parkeer-/dode-hoeksensoren17 20 A Elektrische parkeerrem18 5 A Niet in gebruik19 5 A HVAC-sensor20 5 A Interieurverwarming21 15 A Pomp 1 koelvloeistof batterij22 5 A Servo's luchttoevoer23 15 A Koelvloeistofpomp aandrijflijn24 5 A Climate control25 15 A Pomp 2 koelvloeistof batterij26 - Niet in gebruik27 10 A Thermische beveiliging