Page 81 of 164

Climate Control
TOUCHSCREEN5.11
Ventilatie
De buitenlucht wordt aangezogen via een rooster onder de voorruit. Houd dit rooster vrij van bladeren, sneeuw e.d.
Richt de ventilatieroosters omhoog, omlaag, naar links of naar rechts om de luchtstroom te regelen.
OPMERKING: De buitenste ventilatieroosters kunnen ook op de zijruiten gericht worden om deze te ontwasemen.
Interieurfilter
De Model S heeft een interieurfilter dat stof, roet, pollen en andere deeltjes opvangt.
Dit filter moet elke 40.000 km vervangen worden.
Tips voor de bediening
•Als de Climate control te veel lawaai maakt, verlaag dan de aanjagersnelheid of zet de luchtrecirculatie uit.
•De airconditioning koelt niet alleen het interieur maar ook de batterij. Daardoor kan het gebeuren dat de airconditioning bij erg warm weer vanzelf inschakelt. Dit is normaal omdat het koelen van de batterij de grootste prioriteit heeft. Door de batterij op de juiste temperatuur te houden, bent u zeker van optimale prestaties en een lange levensduur.
•De airconditioning werkt het beste als uruiten dichthoudt en er voor zorgt dat het rooster onder de voorruit vrij is van bladeren, sneeuw e.d.
•Rijd de eerste minuten na het starten met de ruiten een stukje open om de hitte uit het interieur te laten ontsnappen. Zo krijgt u het interieur sneller op een aangename temperatuur.
•In een vochtige omgeving kan de voorruit bij het inschakelen van de airconditioning een beetje beslaan, dat is een normaal verschijnsel. Dit zal binnen een paar seconden verdwijnen.
•Als u de auto parkeert, kan er zich een klein plasje water onder de auto vormen. Dit is een normaal verschijnsel. Het aan de lucht onttrokken water wordt aan de onderkant van de auto afgevoerd.
Page 82 of 164

LuchtveringLuchtvering
5.12GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
LuchtveringAutomatische niveauregeling
Als de Model S is uitgerust met luchtvering, wordt de wagenhoogte automatisch aangepast aan de rijsnelheid. Ook bij zware belading wordt de wagenhoogte automatisch gecompenseerd.
OPMERKING: Bij het starten van de auto kunt ude compressor horen die de luchttank vult.
Onder het rijden past het systeem de wagenhoogte op de onderstaande wijze aan:
•Als u met een snelheid van 90 tot 115 km/h rijdt, wordt de wagenhoogte op Low ingesteld, voor betere rijeigenschappen en minder luchtweerstand. Als de snelheid terugzakt tot minder dan 65 km/h, dan wordt de wagenhoogte weer ingesteld op Standard.
•Als u harder rijdt dan 115 km/h, dan wordt de hoogte onmiddellijk ingesteld op Low.
•Als de snelheid terugzakt tot minder dan 40 km/h, dan wordt de wagenhoogte onmiddellijk ingesteld op Standard.
•Als u de hoogte zelf instelt op Low en daarna harder rijdt dan 7 km/h, dan wordt de wagenhoogte automatisch weer ingesteld op Standard.
•Als u de hoogte zelf instelt op Very High en daarna harder rijdt dan 15 km/h, dan wordt de wagenhoogte automatisch ingesteld op High.
•Als u de hoogte zelf instelt op High en daarna harder rijdt dan 30 km/h, dan wordt de wagenhoogte automatisch ingesteld op Standard.
Tijdens stilstand wordt de wagenhoogte regelmatig gecontroleerd en aangepast, ook als de auto uitgeschakeld is.
Bij een storing in het systeem gaat een geel controlelampje op het instrumentenpaneel branden. Neem contact op met Tesla als de storing blijft bestaan.
Handmatige niveauregeling
AANWIJZING: Controleer of er zich geen obstakels onder en boven de auto bevinden voordat u de wagenhoogte verandert.
Het instellen van de wagenhoogte doet u via het touchscreen. Trap het rempedaal in en tik op Controls. Kies uit de volgende mogelijkheden:
•Ve r y H i g h - D e n o r m a l e w a g e n h o o g t e wordt met 33 mm verhoogd. Een grotere bodemvrijheid, handig bij opritten, drempels enz.
•High - De normale wagenhoogte wordt met 23 mm verhoogd. Een grotere bodemvrijheid, handig bij opritten, drempels enz.
•Standard - De normale wagenhoogte. Deze instelling zorgt voor de beste rijeigenschappen en een optimaal comfort ongeacht de belading.
•Low - De normale wagenhoogte wordt met 20 mm verlaagd. Handig voor het laden en lossen.
OPMERKING: Welke instellingen mogelijk zijn, is afhankelijk van de rijsnelheid en andere omstandigheden. Zo kan bijvoorbeeld de wagenhoogte niet verlaagd worden als er een portier geopend is.
Page 83 of 164
Luchtvering
TOUCHSCREEN5.13
Jack-stand
Vo o r d a t u d e a u t o k u n t t a k e l e n o f s l e p e n m o e t de vering in de Jack-stand gezet worden om te voorkomen dat de wagenhoogte verandert, dat immers ook kan gebeuren als de auto is uitgeschakeld.
Tr a p h e t r e m p e d a a l i n e n t i k o p Controls > Jack.
Als de auto in de Jack-stand staat, brandt het rode controlelampje van de luchtvering op het instrumentenpaneel.
Tik nogmaals op Jack om deze stand uit te schakelen.
OPMERKING: De Jack-stand wordt automatisch uitgeschakeld als de auto harder dan 7 km/h rijdt.
Page 84 of 164

Media en AudioMedia en Audio
5.14GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Media en AudioOverzicht
Tik op het Media-icoon om naar de radio te luisteren of een audiobestand af te spelen. Op het touchscreen verschijnt de Mediaspeler in beeld. Gebruik de tab "Browse" om te selecteren wat u wilt horen en de tab "Now Playing" om te zien wat er momenteel wordt afgespeeld. U kunt naar de AM- en FM-radio luisteren en naar de DAB-radio (indien uw auto is uitgerust met het optionele Sound Studio-pakket). U kunt ook naar de internetradio luisteren en naar audiobestanden die op een draagbaar apparaat (via Bluetooth) of een USB-stick staan.
1.Favorieten
We e rg ave va n e e n l i j st m e t favo r i e te zenders en muziekbestanden.
2.Onlangs afgespeeld
Vo o r to e g a n g to t d e l i j s t m e t favo r i e te zenders en muziekbestanden die u onlangs hebt beluisterd.
3.Browse
Vo o r to e g a n g t o t a n d e re m e d i a b ro n n e n e n door audiobestanden te bladeren.
4.Audio-instellingen
5.Bronselectie
Vo o r h e t k i eze n va n e e n a n d e re m e d i a b ro n .
6.Zenderinformatie
Afhankelijk van de frequentie kan er informatie over de zender of radioservice worden weergegeven.
7.Favorieten toevoegen/verwijderen
Voor het toevoegen van een zender aan uw lijst met favorieten. Een blauw icoontje betekent dat de desbetreffende zender al is toegevoegd aan de lijst met favorieten. Als u nu weer op het icoontje tikt, wordt de zender verwijderd.
OPMERKING: Als er nog ruimte is voor een voorkeuzezender (zie item 14) dan wordt de zender die u aan de lijst met favorieten toevoegt ook als voorkeuzezender opgeslagen.
8.Signaalsterkte-indicator
Page 85 of 164
Media en Audio
TOUCHSCREEN5.15
9.DAB-bediening
Als u tijdens het luisteren naar een DAB-kanaal op de servicenaam tikt, verschijnt er een pop-up met een lijst van services die via het actuele DAB-kanaal beschikbaar zijn. Of tik op het linker (vorige) of rechter (volgende) pijltje om door de lijst te bladeren.
10.Frequentieschaal
Sleep de keuzebalk naar links of rechts om handmatig op een zender af te stemmen.
11.Vo r i g e zo e ke n
12.Vo l g e n d e zo e ke n
13.Vo o r ke u ze ze n d e r s
Tik op het icoontje en houd het even vast om de huidige zender als voorkeuzezender op te slaan. De naam van een opgeslagen voorkeuzezender wordt op het scherm aangegeven. U kunt maximaal 6voorkeuzezenders per radiobron opslaan.
Page 86 of 164

Media en AudioMedia en Audio
5.16GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
AM-en FM-radio
AM- en FM-radio Deze kunnen via de tab "Browse" gekozen worden of via de bronselectie in de rechter bovenhoek van de mediaspeler.
U kunt handmatig op elke frequentie afstemmen door de keuzebalk op het scherm "Now playing" te selecteren en te verschuiven. Met de kanaalkeuzebalk kunt u van de ene naar de andere beschikbare zender die wordt ontvangen.
U kunt ook op een bepaalde FM-zender afstemmen op het scherm "Browse" met "Direct Tune" en de cijfertoetsen.
DA B - ra d io s e r v i ce s
Als uw auto is uitgerust met het Sound Studio-pakket dan kunt u via de tab "Browse" of via de bronselectie in de rechter bovenhoek van de mediaspeler een kanaal kiezen.
U kunt handmatig op elke DAB-zender afstemmen door de keuzebalk op het scherm "Now playing" te selecteren en te verschuiven.
Als u naar een DAB-kanaal luistert, geeft de tab "Browse" de naam van de geselecteerde service. Tik op de naam van de service en er verschijnt pop-up met een overzicht van alle services van het DAB-kanaal, zoals onderstaand is aangegeven. Of tik op het linker (vorige) of rechter (volgende) pijltje om door de lijst te bladeren.
Als u naar een DAB-kanaal luistert met een slechte ontvangst, wordt er automatisch overgeschakeld naar dezelfde zender via de FM. U kunt dit omschakelen uitzetten door de optie "Use Strongest Frequency" in het menu "Instellingen" uit te vinken.
Page 87 of 164

Media en Audio
TOUCHSCREEN5.17
Internetradio
Internetradio is alleen te ontvangen via een data-verbinding. Tik op Media> Browse > Internet om de internetradio te gebruiken.
Kies de gewenste internetservice (bijvoorbeeld Tu n e l n ) e n m a a k e e n k e u z e u i t d e b e s c h i k b a r e zenders en categorieën. Zodra u een zender of episode selecteert, start de mediaspeler de weergave en verschijnt het scherm "Now Playing".
Tik op de pijltjes "Next" of "Previous" van het scherm "Now Playing" of gebruik de pijltjestoetsen links op het stuur (zie blz. 4.3) om naar de volgende of vorige zender of episode in dezelfde categorie te gaan.
Accountregistratie Internetradio
De Model S wordt standaard afgeleverd met één of meer internetradioservices: Tik op Controls > Settings > Apps > Media om uw gegevens te registreren. Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in en tik op Log In.
Tu n e l n
Vo o r Tu n e I n h o e f t u g e e n a c co u n t t e h e b b e n . Als u wel een Tuneln-account (www.tuneln.com) heeft, kunt u op de bovenstaande manier inloggen.
Media-instellingen
Ga naar Controls > Settings > Apps > Media.v o o r h e t i n s t e l l e n v a n F M - e n DAB-zenders en om bij TuneIn in te loggen.
1.DAB-radio
•Use Strongest Frequency - als deze optie is ingeschakeld, schakelt de radio automatisch over op een andere frequentie als de ontvangst slecht is.
•Tr a f f i c A l e r t s - a l s d e z e o p t i e i s ingeschakeld, kan de uitzending op elk moment onderbroken worden voor de actuele verkeersinformatie.
OPMERKING: U kunt alleen de verkeersinformatie uitschakelen. Noodoproepen kunnen niet uitgeschakeld worden.
2.FM-radio
•Use Strongest Frequency - zie bovenstaand.
•Tr a f f i c A l e r t s - z i e b o v e n s t a a n d .
•Use Regional Content - als deze optie is ingeschakeld, schakelt de radio automatisch over op een regionale zender als deze beschikbaar zijn.
3.Tu n e l n i n t e r n e t r a d i o
Vo e r d e g e g eve n s va n u w Tu n e I n I n t e r n e t radio account (zie blz. 5.17) in om in te loggen.
Page 88 of 164

Media en AudioMedia en Audio
5.18GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Favorieten
Vo o r h e t o p s l a a n v a n e e n z e n d e r o f audiobestand waar u naar luistert, in de lijst met favorieten. Het icoontje wordt blauw om aan te geven dat de zender of het bestand als favoriet is opgeslagen. Tik nog een keer op het icoontje om de zender of het audiobestand te verwijderen uit de lijst met favorieten.
OPMERKING: Als u een zender aan de lijst met favorieten toevoegt, wordt deze zender ook als voorkeuzezender ingesteld, mits er nog plaats is in het menu.
Blader door de lijst met favorieten en tik op Browse> Favorites om een favoriete zender of audiobestand te selecteren. De favorieten zijn op geluidsbron gestort. Blader door de lijst door te slepen en tik op een gewenste favoriet om deze te kunnen beluisteren.
U kunt ook door de lijst bladeren met behulp van de toetsen links op het stuur (zie blz. 4.3),
Tik op een kruisje om de desbetreffende favoriet uit de lijst te wissen.
OPMERKING: Als u een favoriet verwijdert die ook als voorkeuzezender is opgeslagen, zal deze ook uit het geheugen met voorkeuzezenders verwijderd worden.
My Music & Devices
Tik op Media > Browse > My Music & Devices om uw eigen bestanden van een portable geluidsdrager af te kunnen afspelen. De naam van de geluidsdrager wordt weergegeven. Tik op een nummer, een artiest of een album, de mediaspeler begint met het afspelen en het scherm "Now Playing" verschijnt.
Tik op het pijltje "Next" of "Vorige" van het touchscreen of gebruik de toetsen links op het stuur om naar het/de volgende of vorige nummer, album of afspeellijst te gaan (zie blz. 4.3).
USB-apparaten
Sluit een portable geluidsdrager of een flash drive op een van de USB-aansluitingen aan (zie USB-aansluitingen). Tik op Media > Browse > My Music & Devices en toets de naam van het apparaat en het nummer dat u wilt afspelen in.
Bluetooth® apparaten
Als u een Bluetooth-apparaat hebt, zoals een GSM, die gekoppeld is met de apparatuur in de auto (zie blz. 5.20), dan kunt u audiobestanden die op dat apparaat zijn opgeslagen, via de audio-installatie van de auto afspelen. Tik op Media > Browse > My Music & Devices e n toe t s de naam van het Bluetooth-apparaat in.
Het eerste audiobestand dat wordt gevonden, wordt afgespeeld en op het touchscreen verschijnt het scherm "Now Playing".
Tik op het icoontje "Next" of "Previous" van het touchscreen of gebruik de toetsen links op het stuur om naar het volgende of vorige nummer te gaan.
OPMERKING: Om media van een Bluetooth-apparaat af te kunnen spelen, moet er een verbinding met het apparaat tot stand zijn gebracht. Zie blz. 5.20.