TOEPASSING DOCUMENT
Dit document beschrijft de belangrijkste kenmerken ten tijde van het drukken van de:MODEL S SOFTWARE-versie: 5,0Kenmerken van latere software-versies worden in dit document niet beschreven. Informatie over de nieuwste kenmerken is echter altijd beschikbaar door de release notes op het touchscreen van de Model S op te vragen. Deze mededelingen worden op het scherm weergegeven na een update van de software en kunnen op elk willekeurig moment opgevraagd worden door de “T” van Tesla aan de bovenzijde van het touchscreen aan te raken en vervolgens de link naar de release notes te activeren ( zie blz 5.27). Als de informatie in dit document afwijkt van die in de release notes, dan krijgt de informatie van de release notes de prioriteit.
AFBEELDINGEN
De afbeeldingen in dit document zijn uitsluitend bedoeld ter verduidelijking Afhankelijk van de uitvoering, de opties en het land van bestemming kan de informatie op het touchscreen in uw Model S enigszins afwijken.
PRODUCTSPECIFICATIES
Alle technische gegevens en beschrijvingen in dit document zijn zorgvuldig gecontroleerd en bijgewerkt op het moment van het drukken van het document. Gezien de doelstelling om producten voortdurend te ontwikkelen en te verbeteren, behoudt Tesla zich het recht voor om op willekeurige momenten wijzigingen door te voeren.
CORRECTIES EN SUGGESTIES
Commentaar en suggesties ter verbetering van dit instructieboekje kunt u via een e-mail sturen naar:[email protected].
©2012-2013 TESLA MOTORS, INC. Alle rechten voorbehouden. Alle informatie in dit document en alle MODEL S® software valt onder het copyright en andere intellectuele eigendomsrechten van Tesla Motors, Inc. en haar licentiehouders. Wijziging, reproductie of kopiëren, geheel of gedeeltelijk in welke vorm dan ook, is niet toegestaan zonder uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming vooraf van Tesla Motors, Inc. en haar licentiehouders. Aanvullende informatie is op aanvraag verkrijgbaar. Onderstaande merken zijn geregistreerde handelsmerken van Tesla Motors, Inc. in de Verenigde Staten van Amerika en in andere landen:
HOMELINK® en het HOMELINK® icoon zijn geregistreerde handelsmerken van Johnson Controls, Inc. Bluetooth® is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG. iPhone® is een registreerd handelsmerk van Apple, Inc. Android™ en Google Maps™ zijn handelsmerken Google, Inc. Sirius, XM en alle gerelateerde handelsmerken en logo's zijn handelsmerken van Sirius XM Radio Inc. Pandora is een geregistreerd handelsmerk van Pandora Media, Inc. Spotify is een geregistreerd handelsmerk van de Spotify Group. Alle andere handelsmerken in dit document zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren en het gebruik van deze handelsmerken impliceert niet dat er sprake is van sponsoring of promotie van deze producten en/of diensten. Het ongeoorloofd gebruik van elk van de handelsmerken in dit document of in de auto is niet toegestaan.
TESLA TESLA MOTORS TESLA ROADSTERMODEL S
PortierenPortieren
2.4GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Portiergrepen buitenzijde
Druk licht tegen een portiergreep en de portiergrepen komen automatisch naar buiten als er een sleutel binnen het bereik van de auto wordt geconstateerd.
Als de auto is uitgerust met het optionele Te c h - p a k k e t , k o m e n d e p o r t i e r g r e p e n automatisch naar buiten als u met de sleutel in uw bezit naar het bestuurdersportier loopt. Kies Controls > Settings > Auto-Present Handles > On op het touchscreen.
Tr e k a a n d e p o r t i e r g r e e p o m h e t p o r t i e r te openen.
De portiergrepen schuiven automatisch naar binnen als ze niet binnen één minuut na het uitschuiven gebruikt worden. De Model S is niet vergrendeld--druk op een portiergreep om deze weer naar buiten te laten komen. Een minuut na het sluiten van het laatste portier, als de auto gaat rijden en als u de auto vergrendelt, schuiven de grepen ook naar binnen.
OPMERKING: Als "Auto-Present Handles" is ingeschakeld zal de auto de aanwezigheid van een sleutel detecteren tot maximaal 24 uur na het verlaten van de auto. Als er niet binnen 24 uur een sleutel wordt waargenomen, komen de portiergrepen niet automatisch naar buiten, druk op de greep om ze naar buiten te laten komen. Deze instelling hoeft u niet opnieuw te doen. Als u de volgende keer wel binnen 24 uur met een sleutel de auto nadert, zullen de portiergrepen automatisch naar buiten komen.
Als een portier open is, gaat het controlelampje op het instrumentenpaneel branden. Op het scherm “Controls” van het touchscreen wordt aangegeven welk portier of de achterklep open is.
Portiergrepen binnenzijde
Tr e k d e p o r t i e r g r e e p a a n d e b i n n e n z i j d e n a a r utoe om het portier te openen.
OPMERKING: Gebruik de kindersloten om te voorkomen dat kinderen achterin de portieren van binnenuit openen, u kunt de kindersloten via het touchscreen (Controls > Settings > Child Protection Locks) inschakelen (zie blz 2.5).
Vergrendelen en ontgrendelen
van binnenuit
U kunt de portieren en de bagageruimte voor- en achterin via het touchscreen vergrendelen en ontgrendelen mits er een geldige sleutel in de auto is. Tik op Controls > Lock/Unlock. De actuele status van de sloten wordt aan de onderzijde op het instrumentenpaneel aangegeven.
OPMERKING: Als een portier of de voor- of achterklep nog open is als u de auto vergrendelt, wordt dit vergrendeld op het moment dat u het desbetreffende portier of achterklep sluit.
Bagageruimte achterinBagageruimte achterin
2.8GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Bagageruimte achterinOpenen
Er zijn verschillende manieren om de achterklep te openen:
•Tik op Controls > Trunk o p h e t t o u c h s c re e n .
•Druk de toets op de sleutel twee kaar achter elkaar in.
•Druk op de schakelaar van de achterklep onder de handgreep (de auto moet ontgrendeld zijn als er geen Tech-pakket aanwezig is).
Als de achterklep open is, gaat het controlelampje op het instrumentenpaneel branden. Op het scherm "Controls" van het touchscreen wordt ook aangegeven dat de achterklep open is.
Druk één keer op de toets voor de achterklep op de sleutel om de beweging van de klep te stoppen. Druk de toets twee keer in om de klep weer in beweging te brengen, de klep zal nu in de omgekeerde richting bewegen (tenzij deze al helemaal open of dicht is). Voorbeeld: als u de toets één keer indrukt tijdens het openen, stopt de beweging van de klep. Als u de toets dan twee keer indrukt, zal de klep sluiten.
Ga voor de procedure voor het openen van de achterklep als de auto helemaal geen stroom meer heeft, naar blz 2.9.
Sluiten
Tr e k d e a c h t e r k l e p n a a r b e n e d e n e n d r u k d e z e vast in het slot.
Als de Model S is uitgerust met het optionele Te c h - p a k k e t , k u n t u d e a c h t e r k l e p s l u i t e n d o o r :
•De toets op de sleutel twee kaar achter elkaar in te drukken.
•Op Controls > Trunk op het touchscreen te tikken.
•De achterklepschakelaar aan de onderzijde van de klep in te drukken (zie blz 2.8).
Als de elektrisch bediende achterklep tijdens het sluiten een obstakel tegenkomt, klinken er twee piepjes en gaat de klep automatisch weer open. Verwijder het obstakel en probeer de klep weer te sluiten. Als de klep de tweede keer niet sluit, is de voeding tijdelijk onderbroken. Sluit de achterklep met de hand, de voeding wordt dan weer hersteld.
OPMERKING: De elektrische bediening wordt uitgeschakeld als de klep langer dan een uur open staat.
Hoogte van opening
Als de auto een elektrisch bediende achterklep heeft, kunt u de hoogte van de opening zelf instellen:
1.Open de achterklep helemaal en laat deze vervolgens zakken tot de gewenste hoogte.
2.Druk op de schakelaar aan de onderzijde van de achterklep en houd deze minstens 2seconden ingedrukt tot er een piepje klinkt ter bevestiging.
VeiligheidsgordelsVeiligheidsgordels
3.6GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Waarschuwingen veiligheidsgordels
WA A R S C H U W I N G : A l l e i n z i t t e n d e n moeten altijd veiligheidsgordels dragen, ook al is de rit nog zo kort. Het negeren van deze aanwijzing kan bij een aanrijding leiden tot ernstig letsel, in sommige gevallen zelfs met dodelijke afloop.
WA A R S C H U W I N G : Z e t k l e i n e k i n d e r e n altijd in een geschikt kinderzitje (zie blz. 3.7). Volg bij het plaatsen van een kinderzitje in de auto altijd de aanwijzingen van de fabrikant van het zitje.
WA A R S C H U W I N G : Z o r g e r v o o r d a t d e veiligheidsgordels op de juiste manier gedragen worden. Het negeren van deze aanwijzing kan bij een aanrijding leiden tot ernstig letsel, in sommige gevallen zelfs met dodelijke afloop (zie blz. 3.4).
WA A R S C H U W I N G : L e g d e g o r d e l n i e t over harde, kwetsbare of scherpe dingen in uw kleding zoals pennen, sleutels, een bril enz. Deze kunnen verwondingen veroorzaken als de gordel gespannen wordt.
WA A R S C H U W I N G : Z o r g d a t d e r i e m o p geen enkele plaats verdraaid is.
WA A R S C H U W I N G : E l k e veiligheidsgordel mag maar door één persoon tegelijk gedragen worden. Voer geen kinderen mee op schoot.
WA A R S C H U W I N G : Ve i ligheidsgordels die bij een aanrijding gebruikt zijn, moeten door Tesla gecontroleerd en zo nodig vervangen worden, ook al lijkt er op het eerste gezicht niets aan de hand.
WA A R S C H U W I N G : L a a t veiligheidsgordels die sporen van slijtage (rafels) vertonen, die gescheurd zijn of op enige andere wijze beschadigd zijn, zo snel mogelijk door Tesla vervangen.
WA A R S C H U W I N G : Z o r g d a t e r g e e n chemicaliën, vloeistoffen, grit en reinigingsmiddelen op de gordels terecht kunnen komen. Vervang een veiligheidsgordel onmiddellijk als deze niet goed oprolt of als de sluiting niet goed werkt. Neem contact op met Te s l a .
WA A R S C H U W I N G : Vo e r g e e n wijzigingen of aanpassingen uit aan de veiligheidsgordels, hierdoor zou de werking van de oprolautomaat verstoord kunnen worden. Een slappe riem biedt onvoldoende bescherming.
WA A R S C H U W I N G : Vo e r g e e n wijzigingen of aanpassingen uit aan de veiligheidsgordels, hierdoor zou de goede werking van de veiligheidsgordels verstoord kunnen worden.
WA A R S C H U W I N G : A l s e e n g o r d e l n i e t gebruikt wordt, moet deze helemaal opgerold zijn, de gordel m a g n i e t (g e d e e l te l i j k ) los hangen. Neem contact op met Tesla als een veiligheidsgordel niet helemaal oprolt.
Tesla opklapbankTesla opklapbank
3.14GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Wa a r s c h u w i n g e n - Te s l a k i n d e r z i t j e s
WA A R S C H U W I N G : D e o p k l a p b a n k v a n Te s l a b e s t a a t u i t a c h t e r e n g e r i c h t e kinderzitjes die voldoen aan de Europese R44.04 norm voor zitjes in gewichtsklasse II en III, voor 15 - 36 kg. Deze zitjes zijn alleen geschikt voor kinderen van 3 tot 12 jaar en een lengte van 98 - 135 cm. Zorg er altijd voor dat een kind zijn hoofd niet kan stoten.
WA A R S C H U W I N G : G e b r u i k n o o i t e e n extra zitje of een zitverhoging op de opklapbank.
WA A R S C H U W I N G : Z o r g e r a l t i j d v o o r d a t een kind zijn hoofd niet kan stoten en dat het comfortabel zit met de gordels op de juiste wijze vastgemaakt.
WA A R S C H U W I N G : Vo l g a l l e aanwijzingen en lees de waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van de opklapbank. Met het negeren van deze aanwijzingen en waarschuwingen brengt u de veiligheid van de inzittenden in gevaar.
WA A R S C H U W I N G : L e e s a l l e waarschuwingen en labels die aan de stoelen zijn bevestigd.
WA A R S C H U W I N G : L a a t e e n k i n d n o o i t alleen achter in de auto, ook niet als het kind op de opklapbank vastzit. Bij warm weer kan het in het interieur gevaarlijk heet worden met de kans op uitdroging, lichamelijk letsel, in sommige gevallen zelfs met dodelijke afloop.
WA A R S C H U W I N G : Ve r w i j d e r o f v e r v a n g de bekleding van de opklapbank niet. De bekleding vormt een integraal onderdeel van het beveiligingssysteem en mag niet vervangen worden door een ander materiaal.
WAARSCHUWING: Als de opklapbank in gebruik was bij een aanrijding, moet deze door Tesla gecontroleerd en zo nodig vervangen worden, ook al lijkt er op het eerste gezicht niets aan de hand.
WA A R S C H U W I N G : C o n t r o l e e r v o o r d a t u een kind op de opklapbank meeneemt altijd eerst of deze goed is opgeklapt en vergrendeld door even aan de rugleuning te trekken.
WA A R S C H U W I N G : Ve r w i j d e r d e opklapbank nooit, ook niet om de bank schoon te maken. Het verwijderen en plaatsen van de opklapbank mag alleen door Te s l a - t e c h n i c i w o r d e n g e d a a n , i n h e t b e l a n g van de veiligheid van alle inzittenden.
WA A R S C H U W I N G : Vo e r g e e n wijzigingen of aanpassingen uit aan de opklapbank waardoor de goede werking verstoord zou kunnen worden.
WA A R S C H U W I N G : Z e t l o s s e s p u l l e n (tassen, koffers enz.) altijd goed vast om verwondingen te voorkomen. Losse spullen zouden bij een noodstop en bij plotseling uitwijken letsel kunnen veroorzaken.
AirbagsAirbags
3.16GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Werking van airbags
Of een airbag bij een aanrijding wel of niet geactiveerd wordt, is afhankelijk van de kracht van de botsing. De vertraging is bepalend voor het activeren van de airbags.
Een airbag wordt met een luide knal in een fractie van een seconde opgeblazen. De airbag zorgt er samen met de veiligheidsgordel voor dat de inzittenden niet naar voren schieten en beperken zo de kans op ernstig letsel.
Frontairbags zijn zodanig ontworpen dat ze niet afgaan bij aanrijdingen van achteren, bij het over de kop slaan van de auto, bij kleinere aanrijdingen van voren en van opzij, bij een noodstop, noch bij het rijden over drempels of gaten. Het kan daardoor voorkomen dat de auto ernstig beschadigd raakt terwijl de airbags niet afgaan en omgekeerd, dat de schade relatief beperkt blijft maar de airbags wel geactiveerd worden.
Neem contact op met Tesla als u de auto wilt ombouwen voor het vervoer van gehandicapten als de aanpassing invloed kan hebben op de werking van de airbags.
Soorten airbags
Geavan-ceerde frontair-bags
De frontairbags zijn speciaal ontworpen om verwondingen bij kinderen en kleine volwassenen door het afgaan van de airbag te beperken. De frontairbag aan bestuurderszijde kan aan de hand van het signaal van een sensor in de stoel bepalen in welke mate de airbag opgeblazen moet worden. Bij het gebruik van een kinderzitje op de voorstoel kan de frontairbag aan passagierszijde uitgeschakeld worden zoals is beschreven op blz. 3.17.
Knieair-bagsKnieairbags en frontairbags werken gecombineerd. Knieairbags voorkomen dat de voorste inzittenden naar voren schieten door hun benen tegen te houden. Doordat de inzittenden beter rechtop blijven zitten, kunnen de frontairbags effectiever werken.
Zijairbags Zijairbags beschermen de borst en het bekken en worden alleen opgeblazen bij zware aanrijdingen van opzij. De airbags aan de andere zijde van de aanrijding gaan niet af.
Hoofdair-bagsHoofdairbags beschermen de hoofden van de inzittenden voor- en achterin en gaan doorgaans alleen af bij zware aanrijdingen van opzij en als de auto over de kop slaat. De airbags aan de andere zijde van de aanrijding gaan niet af.
AirbagsAirbags
3.18GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Effecten van het opblazen
Bij het opblazen van de airbags komt een fijn poeder vrij. Dit poeder kan de huis irriteren en moet met veel water zorgvuldig uit ogen, schrammen en snijwonden gespoeld worden.
Na het opblazen lopen de airbags weer leeg om de inzittenden gelijkmatig op te kunnen vangen en de bestuurder vrij zicht te geven.
Als de auto bij een aanrijding betrokken is geweest, laat dan altijd de airbags, de gordelspanners en bijbehorende onderdelen door Tesla controleren en zo nodig vervangen.
Als bij een aanrijding de airbags afgaan:
•Wo rd e n d e p o r t ie re n o n tg re n d e l d e n komen de portiergrepen naar buiten.
•Wo rd e n d e a l a r m k n i p p e r l i c h te n ingeschakeld.
•Wo rd t d e b in n e nve r l ic h t in g i n g e s c h a ke l d .
•Wo rd t h e t h o o g s p a n n i n g s c i rc u i t uitgeschakeld.
Schakel de auto handmatig uit via het touchscreen (zie blz. 4.7), trap dan op de rem om de batterijvoeding weer te herstellen.
Controlelampje airbag
Het controlelampje op het instrumentenpaneel blijft branden als er een storing in het systeem is geconstateerd. Het lampje mag alleen even kort branden als het contact wordt aangezet en moet binnen een paar seconden uitgaan. Neem onmiddellijk contact op Tesla als dit lampje blijft branden en rijd niet met de auto.
Airbagwaarschuwingen
Alle inzittenden van de auto moeten altijd de veiligheidsgordels dragen ongeacht of ze aanvullend beschermd worden door een airbag op de plaats waar ze zitten.
Hang niet met de armen op het dashboard en leg ook de voeten niet op het dashboard, als de airbag afgaat kan dit ernstige verwondingen veroorzaken.
WA A R S C H U W I N G : G e b r u i k g e e n stoelhoezen in de Model S. Dat zou bij een aanrijding de goede werking van de zijairbags kunnen verstoren. Het kan ook de werking van het systeem voor het detecteren van inzittenden verstoren.
WA A R S C H U W I N G : A i r b a g s w o r d e n s n e l en met veel kracht opgeblazen, dit kan tot verwondingen leiden. Zet de voorstoelen op voldoende afstand van het dashboard, zorg dat iedereen netjes rechtop zit en de gordel op de juiste wijze draagt, om de kans op verwonding door de airbags tot een minimum te beperken.
WA A R S C H U W I N G : P l a a t s k l e i n e k i n d e r e n (al dan niet in een kinderzitje) nooit op de rechter voorstoel als de airbag is ingeschakeld. Dit kan, als de airbag afgaat, ernstig letsel veroorzaken met de dood tot gevolg.
WA A R S C H U W I N G : Z o r g a l t i j d v o o r voldoende afstand tussen het lichaam en de zijkant van de auto zodat de zijairbags hun werk goed kunnen doen.
WA A R S C H U W I N G : L e u n n i e t m e t h e t hoofd tegen een portier. Dit kan ernstig letsel veroorzaken als de hoofdairbag afgaat.
WA A R S C H U W I N G : P l a a t s n o o i t g e e n voeten, knieën of andere lichaamsdelen op of in de buurt van airbags.
WAARSCHUWING: Bevestig geen voorwerpen op of in de buurt van de frontairbags, op de zijkant van de voorstoelen, aan de zijkant tegen de hemel of op enige andere plaats waardoor het opblazen van de airbag belemmerd zou kunnen worden. Dergelijke voorwerpen zouden bij een aanrijding schade en lichamelijk letsel kunnen veroorzaken als de airbags geactiveerd worden.
WA A R S C H U W I N G : N a h e t o p b l a z e n kunnen sommige onderdelen van airbags erg heet zijn. Laat ze afkoelen voordat u ze aanraakt.
VerlichtingVerlichting
4.14GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
1.Als DOME op AUTO staat, gaat de binnenverlichting automatisch aan bij het ontgrendelen van de auto, bij het openen van een portier en als de selectiehendel in de stand P (Parkeren) wordt gezet. De verlichting gaat na 60 seconden vanzelf weer uit of eerder als de Model S vergrendeld wordt en als er een versnelling wordt ingeschakeld.
U kunt de binnenverlichting ook in- en uitschakelen door op de lens te drukken. Als de binnenverlichting met de hand is ingeschakeld, gaat deze automatisch uit als de Model S afgezet wordt. Als de auto al afgezet is en u schakelt de binnenverlichting met de hand in, dan gaat deze na verloop van 60 minuten automatisch weer uit.
2.Als u de AMBIENT verlichting inschakelt, gaat de verlichting van de armleuningen op de portieren branden als de koplampen branden.
3.Selecteer FOG om de mistachterlichten in- en uit te schakelen.
Het controlelampje van de mistachterlichten op het instrumentenpaneel gaat branden als de mistachterlichten zijn ingeschakeld.
De mistachterlichten werken alleen als het dimlicht van de auto is ingeschakeld. Bij het uitschakelen van het dimlicht worden ook de mistachterlichten uitgeschakeld.
4.De Model S met schroefveren heeft koplamphoogteverstelling om te voorkomen dat tegenliggers verblind worden als de auto zwaar beladen is. U kunt bij een zwaar beladen auto de lichtbundel naar beneden stellen om te voorkomen dat tegenliggers verblind worden. Tik op LEVEL en sleep het schuifknopje in de gewenste stand.
OPMERKING: Koplamphoogteverstelling is niet verkrijgbaar op de Model S met luchtvering omdat deze de wagenhoogte automatisch corrigeert.
5.Bij het starten van de Model S wordt de buitenverlichting altijd automatisch op AUTO gezet.
De buitenverlichting (koplampen, achterlichten, parkeerlichten en kentekenplaatverlichting) wordt automatisch ingeschakeld als er onvoldoende daglicht is. Deze wordt bij een volgende rit altijd weer AUTO gezet, ongeacht of er tijdens de vorige rit voor een andere instelling is gekozen.
OPMERKING: Als de verlichting op AUTO staat, gaat het dimlicht automatisch branden als het
0Koplampen in hoogste stand Ve r st e l l e n i s n i e t n o d i g a l s a l l e stoelen bezet zijn en er alleen bagage in de bagageruimte voorin is opgeborgen.
1Koplampen een of twee standen lager Als alle stoelen bezet zijn en er bagage in de bagageruimte achter is opgeborgen. Zie blz. 8.3 voor meer informatie over het beladen van de auto.
2
AUTO