Page 20 of 164

Open dakOpen dak
2.12GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Open dakOpenen en sluiten
Als de auto is uitgerust met een open dak kunt u dit via Controls > Sunroof o p h e t t o u c h s c r e e n bedienen. Tik en sleep de schuifbalk in de gewenste stand of tik op de afbeelding van het open dak en sleep het in de gewenste stand. Het dak zal in de ingestelde stand worden gezet.
Tik één keer op OPEN om het dak in de comfortstand (80% voor zo min mogelijk windgeruis) te openen. U kunt het dak ook in de comfortstand zetten met behulp van de schuifbalk op het touchscreen. Open een zijruit een stukje als u het windgeruis in de comfortstand nog steeds hinderlijk vindt.
Tik twee keer op OPEN om het dak helemaal te openen.
Tik op CLOSE om het dak helemaal te sluiten.
Als het dak tijdens het sluiten een obstakel tegenkomt, zal het niet sluiten. Verwijder het obstakel. Als het dak dan nog niet sluit, tik dan op CLOSE en houd dit even vast om de beveiliging te overrulen.
Tik op VENT o m h e t d a k g e d e e l te l i j k te o p e n e n .
Tik op de afbeelding van het open dak om het dak op elk willekeurig moment te sluiten.
WA A R S C H U W I N G : Z o r g e r v o o r d a t d e inzittenden geen lichaamsdelen door het dak naar buiten steken. Dit kan ernstig letsel veroorzaken door vliegende objecten, takken bomen en andere obstakels.
WA A R S C H U W I N G : Z o r g e r v o o r d a t e r zich geen lichaamsdelen in de opening van het dak bevinden als u het dak sluit, let daarbij vooral op kinderen. Het negeren van deze aanwijzing vergroot de kans op letsel.
AANWIJZING: Verwijder ijs en sneeuw van het open dak voordat u het opent. Het openen van het dak als dat bedekt is met sneeuw of ijs kan schade veroorzaken.
AANWIJZING: Vervoer geen voorwerpen die door het open dak naar buiten steken. Dit kan de afdichting van het dak en de beveiliging tegen beknelling beschadigen.
Page 45 of 164
Stuur
RIJDEN4.5
•Climate Temps - verdraai het wieltje om de temperatuur in te stellen. Druk op het wieltje om de Climate control in- en uit te schakelen.
•Fan Speed - verdraai het wieltje om de aanjagersnelheid in te stellen.
•Display Brightness - verdraai het wieltje om de lichtsterkte van de displays in te stellen. Druk op het wieltje om terug te gaan naar de standaardinstelling.
•Media Source Picker - verdraai het wieltje om een mediaspeler te kiezen. Druk op het wieltje om een zender of een nummer dat wordt afgespeeld, als favoriet op te slaan of te verwijderen.
•Sunroof (indien aanwezig) - verdraai het wieltje om de stand van het open dak in te stellen.
Druk op de toets rechtsonder om een menu te verlaten of terug naar een vorig niveau in de mapstructuur.
Claxon
Druk in het midden op het stuur om de claxon te bedienen.
Page 75 of 164

Touchscreen - Bedieningsorganen
TOUCHSCREEN5.5
1.Close
Tik op het kruisje in de cirkel aan de linker bovenzijde om het venster te sluiten. U kunt het venster ook sluiten door ergens buiten het venster op het scherm te tikken.
2.Sunroof
Tik op dit icoon om de stand het het open dak (indien aanwezig) in te stellen (zie blz. 2.12).
3.Driving
•Suspension
Tik op dit icoon om, als de auto is uitgerust met actieve luchtvering, de hoogte van de auto handmatig aan te passen (zie blz. 5.12). U moet het rempedaal intrappen om de instelling van de vering te kunnen veranderen. Auto's met actieve luchtvering hebben een automatische niveauregeling die ook werkt als de auto is uitgeschakeld. Deze niveauregeling moet uitgeschakeld worden als de auto wordt opgetakeld of gesleept (zie blz. 7.26 en 9.3).
•Steering mode
Vo o r h e t i n s te l l e n va n d e k ra c h t wa a r m e e het stuurwiel verdraaid moet worden. Sport geeft een betere respons terwijl Comfort zorgt voor een lichtere besturing en extra gemak bij het inparkeren (zie blz. 4.3).
•Regenerative braking
Als het gaspedaal wordt losgelaten, zal de auto snelheid verliezen door het regeneratief remmen. De energie die daarbij wordt opgewekt, wordt gebruikt om de batterij weer op te laden. Selecteer Low om het remmende effect te beperken, dit gaat echter wel ten koste van de actieradius (zie blz. 4.25).
OPMERKING: Ongeacht de instellingen is de hoeveelheid energie die met regeneratief remmen wordt herwonnen kleiner als de batterij vol is, of als het heel heet of heel heet is (de extra energie wordt gebruikt om de batterij te koelen of te verwarmen).
•Tr a c t i o n C o n t r o l
Als de Traction Control wordt uitgeschakeld, verschijnt er een waarschuwing op het instrumentenpaneel. Het systeem wordt
aan het einde van elke rit automatisch weer ingeschakeld (zie blz. 4.26).
•Creep
Selecteer ON als u wilt dat de auto in stand D (Rijden) en R (Achteruit) kruipt als u het rempedaal loslaat (net als bij een conventionele automatische transmissie). Om deze instelling te kunnen veranderen moet de selectiehendel in stand P (Parkeren) staan.
4.Cold weather-pakket
Als de Model S is uitgerust met het optionele Cold Weather-pakket beschikt u over stoelverwarming en verwarmde ruitenwissers. U kunt de verwarming van de beide voorstoelen ook instellen via het bedieningspaneel van de airco aan de onderzijde van het touchscreen (zie blz. 5.8).
5.Tr i p s
Het bekijken en resetten van de dagteller (zie blz. 4.22).
6.Displays
Vo o r h e t h a n d m a t i g i n s t e l l e n va n d e lichtsterkte en het selecteren van dag- (lichte achtergrond) of nachtweergave (donkere achtergrond). Als het scherm op Auto staat, wisselt het touchscreen automatisch tussen dag- en nachtweergave waarbij de lichtsterkte afhankelijk is van de hoeveelheid licht.
7.E-Brake & Power Off
U kunt handmatig:
•De parkeerrem vastzetten en lossen (blz. 4.24).
•Uitschakelen (zie blz. 4.7)
•De Model S in Neutraal laten staan door de Tow-stand in te schakelen (zie blz. 9.3).
8.Doors & locks (zie blz. 2.4)
9.Control lights (zie blz. 4.13)
WA A R S C H U W I N G : K i j k n i e t n a a r het touchscreen onder het rijden. Dit vergroot de kans op een aanrijding. Alles wat van belang is tijdens het rijden wordt op het instrumentenpaneel weergegeven.