Page 73 of 347
Opbergen71
Heeft de fiets kromme cranken,
schroef de crankeenheid dan volledig in (stand 1).
Plaats de fiets erop. De crank moet nu
in de opening van de crankuitsparing
geplaatst worden, zoals weergege‐ ven in de illustratie.Voorzichtig
Zorg ervoor dat het pedaal het op‐ pervlak van het fietsenrek niet
raakt. Anders zou de onderste kru‐ kas tijdens het vervoer bescha‐
digd kunnen raken.
Plaats de cranksteun van bovenaf in
de buitenste rail van elke cran‐
kuitsparing en duw de steun minstens
tot onder de karteling omlaag.
Bevestig de crank door aan de be‐
vestigingsschroef op de cranksteun
te draaien.
Page 74 of 347

72Opbergen
Plaats de wieluitsparingen zodanig
dat de fiets ongeveer horizontaal staat. De afstand tussen pedalen en
achterklep moet nu minimaal 5 cm
bedragen.
Beide fietsbanden moeten in de wie‐
luitsparingen staan.Voorzichtig
Zorg dat u de wielhouders zo ver
als nodig is naar buiten trekt zodat
beide fietsbanden in de houders
kunnen worden geplaatst. Anders
wordt horizontaal monteren van
de fiets niet verzekerd. Het nege‐
ren hiervan kan leiden tot schade
aan de fietswielen als gevolg van
hete uitlaatgassen.
Lijn de fiets in lengterichting uit ten
opzichte van het voertuig: Draai de
pedaalsteun enigszins los.
Plaats de fiets rechtop met behulp
van de draaiknop op de cran‐
kuitsparing.
Als de twee fietsen elkaar raken, kan
de stand van de fietsen ten opzichte
van elkaar worden aangepast door de wieluitsparingen en de draaiknop opde crankuitsparing zodanig te verstel‐
len dat de fietsen elkaar niet meer ra‐ ken. Zorg voor voldoende vrije ruimte
vanaf de auto.Draai de bevestigingsschroef voor de
pedaallagersteun met de hand vast
tot de maximale stand.
Beide fietswielen met de spanbanden aan de wielhouders vastmaken.
Controleer of de fiets goed vast staat.
Voorzichtig
Zorg dat de ruimte tussen de fiets
en de auto minstens 5 cm is.
Stuurstang zo nodig losdraaien en
opzij zwenken.
Page 75 of 347
Opbergen73
De instellingen van de wieluitsparin‐
gen en op de draaiknop op de cran‐
kuitsparing moeten voor elke fiets
worden genoteerd en bewaard. Een
juiste afstelling vooraf zal het op‐
nieuw bevestigen van de fiets verge‐
makkelijken.
Het wordt geadviseerd een waar‐
schuwingsteken op de achterste fiets aan te brengen om de zichtbaarheid
te verhogen.
Verwijderen fiets van draagsysteem
Maak de spanbandhouders van beide fietsbanden los.
Houd de fiets vast, maak de bevesti‐
gingsschroef voor de pedaallager‐
steun los en til de lagersteun op om
deze te verwijderen.
Inschuiven draagsysteem achterzijde
Druk de houders van de pedaalcrank
in de uitsparing van de pedaalcrank,
zoals op de afbeelding wordt ge‐
toond.
Page 76 of 347
74Opbergen
Plaats de spanbandhouder en trek
deze stevig omlaag, zo ver als moge‐ lijk is.
Druk de ontgrendelingshendel in en
schuif de wieluitsparingen volledig in tot ze niet verder meer gaan.
Maak de vergrendelingspal op de di‐
agonale steun los en klap beide
crankuitsparingen omlaag.
9 Waarschuwing
Gevaar voor beknelling.
Draai eerst aan de linkse klemhouder
( 1 ) en daarna aan de rechtse klem‐
houder ( 2) tot ze niet verder kunnen.
Page 77 of 347

Opbergen75
Druk de pal omlaag en trek beidelampsteunen uit de uitsparingen.
Klap de lamphouders tegen de ach‐
terkanten van de achterlichten.
Plaats eerst het voorste ( 1), en
daarna het achterste ( 2) achterlicht in
de uitsparingen en duw ze zo ver mo‐
gelijk omlaag. Druk om beschadiging
te voorkomen de kabels volledig in
alle geleidingen.
Open de achterklep.
Ontgrendelingshendel omhoogdu‐
wen en vasthouden. Til het systeem
iets op en druk het op de bumper tot‐
dat het vastklikt.
De ontgrendelingshendel moet naar
zijn beginstand terugkeren.
9 Waarschuwing
De hulp van een werkplaats inroe‐
pen, als het systeem niet goed kan
worden uitgeschoven.
Draagsysteem achterzijde voor
vier fietsen
Het draagsysteem achterzijde (Flex-
Fix-systeem) biedt de mogelijkheid
om twee fietsen op een in de bodem‐ plaat geïntegreerde, uitschuifbare
houder te bevestigen. Er kunnen nog twee andere fietsen op een adapter
worden geplaatst. Vervoer van an‐
dere zaken is niet toegestaan.
De maximale belading van het draag‐
systeem achterzijde is 80 kg bij ge‐
bruik van de adapter en 60 kg zonder
adapter. Het maximale gewicht per
fiets op de uitschuifbare houder is
Page 78 of 347

76Opbergen
30 kg. Er kunnen met andere woor‐
den elektrische fietsen op de uit‐
schuifbare houder worden gemon‐
teerd. Het maximale gewicht per fiets
op de adapter is 20 kg.
De wielbasis van een fiets mag niet meer dan 1,15 m zijn. Anders kan de
betreffende fiets niet veilig worden
vastgezet.
Het niet-gebruikte draagsysteem
moet in de bodemplaat worden terug‐
geschoven.
Op de fietsen mogen zich geen voor‐ werpen bevinden die tijdens het ver‐
voer los kunnen raken.Voorzichtig
Bij verlenging van het draagsys‐
teem achterzijde en maximale be‐ lading van de auto geldt een la‐
gere bodemspeling.
Rijd voorzichtig op steile hellingen, oprijlanen en over verkeerdrem‐
pels e.d.
Voorzichtig
Neem contact uw fietshandelaar
alvorens fietsen met koolfiberfra‐
mes te bevestigen. De fietsen kun‐ nen beschadigd raken.
Uitschuiven
Open de achterklep.
9 Waarschuwing
Het is niet toegestaan zich binnen
het bereik van de achterdrager tebegeven, kans op letsel.
Trek de ontgrendelingshendel om‐
hoog. Het systeem wordt geactiveerd
en schuift vlot uit de bumper.
Trek het draagsysteem volledig uit
totdat u het vast hoort klikken.
Controleren of het draagsysteem niet naar binnen kan worden geschoven
zonder opnieuw aan de ontgrende‐
lingshendel te trekken.
9 Waarschuwing
Het is alleen toegestaan voorwer‐
pen op het Flex-Fix draagsysteem
te vervoeren, als het systeem op
Page 79 of 347
Opbergen77de juiste manier uitgeschoven is.
Als het Flex-Fix draagsysteem niet goed uitgeschoven kan worden,
breng dan geen voorwerpen op
het systeem aan en schuif het
weer in. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Kentekenplaathouder uitklappen
Til de kentekenplaathouder op en
klap deze naar achteren toe.
Achterlichten uitklappen
Klap beide achterlichten uit.
Vergrendelen draagsysteem
achterzijde
Draai beide spanhefbomen zover mo‐
gelijk opzij.
Anders kan een veilige werking niet
worden gegarandeerd.
Page 80 of 347
78Opbergen
Wielhouders uitklappen
Klap beide wielhouders uit.
Fietsendrager ineenzetten
Til de drager aan de achterzijde ( 1) op
en trek hem naar achteren.
Klap de drager ( 2) omhoog.
Duw de drager omlaag ( 1) en draai de
draaihandgreep ( 2) naar achteren,
zodat deze ingrijpt.
Eerste fiets bevestigen
1. Pedalen in positie draaien (zoals getoond op de illustratie) en de
fiets in de voorste wielhouders
plaatsen.
Erop letten dat de fiets in het mid‐
den van de wielhouders staat.