Page 257 of 452

255
DS4_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
Bijvullen van het additief AdBlue®
Gebruiksvoorschriften
Bewaar AdBlue® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon.
Als het AdBlue
® niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid. Verdun het additief nooit met water.
Giet nooit additief in de brandstoftank.
Vul nooit AdBlue® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
Het additief AdBlue
® is een oplossing op
ureumbasis. Deze vloeistof is onontvlambaar,
kleurloos en geurloos (indien koel bewaard).
Als het additief in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15
minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als additief AdBlue wordt ingeslikt, spoel
de mond dan met schoon water en drink
vervolgens een ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Het AdBlue
®-reservoir moet bij elke periodieke
onderhoudscontrole worden gevuld door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Vanwege de inhoud van het reservoir kan
het echter noodzakelijk zijn om het reservoir
tussentijds bij te vullen, zeker als u hier door
een waarschuwing (verklikkerlampjes en
melding) op wordt geattendeerd.
Dit kunt u laten uitvoeren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u zelf het reservoir wilt bijvullen, lees dan
eerst aandachtig de volgende waarschuwingen. Gebruik uitsluitend additief AdBlue
® dat aan de
norm ISO 22241
voldoet.
De verpakking in flacons met een
antidruppelsysteem vergemakkelijkt het bijvullen.
De flacons met een inhoud van 1,89
liter
(1/2
gallon) zijn verkrijgbaar bij het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Onderhoud
Page 258 of 452

Bewaar de flacons AdBlue® niet in uw
auto.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam
de flacons koel en buiten direct zonlicht te
bewaren.
Onder deze omstandigheden is het additief ten
minste één jaar houdbaar.
Additief dat bevroren is geweest, kan
weer worden gebruikt nadat het bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid. Controleer voor het bijvullen of de auto op een
vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest het
AdBlue
® waardoor u het niet in het reservoir
kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een
warmere plaats staan en vul vervolgens het
reservoir bij.
Procedure voor bijvullen
F Zet het contact af en ver wijder de sleutel of druk, als uw auto daarmee is uitgerust, op
de START/STOP-knop om de motor af te
zetten. F
T
il de vloerplaat van de bagageruimte op om
toegang te krijgen tot het AdBlue
®-reservoir. Z
et de vloerplaat vast door het koord aan
de haak van de steun van de hoedenplank
te bevestigen.
F
M
aak de zwarte plastic dop los met behulp
van de borglip.
F
S
teek uw vingers in de opening en draai
de blauwe dop een zesde omwenteling
linksom.
F
T
rek de dop om hem te ver wijderen
voorzichtig omhoog, zonder hem los te
laten.
Page 259 of 452

257
DS4_nl_Chap09_verifications_ed02-2015
Voer de lege AdBlue®-flacons niet als
huisvuil af, maar deponeer ze in de
daartoe bestemde containers of breng
de flacons naar uw verkooppunt.
Belangrijk: als het AdBlue
®-
reservoir van uw auto helemaal leeg
is - dit wordt aangegeven door de
waarschuwingsmeldingen en u kunt in
dat geval de motor niet meer opnieuw
starten - moet u het reservoir vullen
met minimaal 3,8
liter additief
(twee flacons van 1,89
liter). Spoel gemorst additief onmiddellijk
weg met koud water of veeg het weg
met een vochtige doek.
Als het additief is gekristalliseerd,
ver wijder het dan met een spons en
warm water.
Belangrijk:
als u additief hebt
bijgevuld nadat het reservoir
leeg is geraakt , dient u ongeveer
5 minuten te wachten voordat u het
contact weer aanzet, zonder het
bestuurdersportier te openen, de
auto te ontgrendelen, de sleutel in
het contactslot te steken of de sleutel
van het Keyless entr y and star t-
systeem in het interieur te houden .
Zet vervolgens het contact aan en start
na 10 seconden wachten de motor.
F
P
ak een flacon AdBlue
®. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue
®-reservoir van uw auto giet. F
V
eeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.
F
B
reng de blauwe dop aan op de vulopening
van het reservoir en draai de dop een
zesde omwenteling rechtsom tot hij stuit.
F
B
reng de zwarte plastic dop aan door hem
op de opening vast te klikken.
F
M
aak het koord los van de haak van de
steun van de hoedenplank en laat de
vloerplaat van de bagageruimte zakken.
Onderhoud
Page 260 of 452
DS4_nl_Chap10_info-pratiques_ed02-2015
Praktische informatie
Page 261 of 452
DS4_nl_Chap10_info-pratiques_ed02-2015
Page 262 of 452

DS4_nl_Chap10_info-pratiques_ed02-2015
Bandenreparatieset
Deze set bestaat uit een compressor en een
flacon met afdichtmiddel.
Hiermee kunt u de band tijdelijk repareren.
U kunt vervolgens naar de dichtstbijzijnde
garage rijden.
Toegang tot de set
De sticker met snelheidslimiet I moet
op het stuur wiel worden geplakt om u
te herinneren aan het feit dat de band
tijdelijk is gerepareerd.
Rijd na het repareren met behulp van
de bandenreparatieset niet sneller dan
80
km/h.
Beschrijving van de set
A. Schakelaar stand "Reparatie" of "Op spanning brengen".
B.
A
an/uit schakelaar "I/O" .
C.
K
nop voor leeg laten lopen.
D.
M
anometer (bar en psi).
E.
O
pbergvak met:
-
k
abel + adapter voor 12V-aansluiting,
-
d
iverse opblaasnippels voor accessoires
als ballonnen, fietsbanden, ... F. F
lacon met afdichtmiddel.
G. W itte slang met dop voor de reparatie.
H.
Z
warte slang voor het op spanning
brengen.
I.
S
ticker met snelheidslimiet.
Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de
vloerplaat van de bagageruimte. Met deze reparatieset kunnen
de meeste lekke banden worden
gerepareerd, als het lek zich in het
loopvlak of de hiel van de band bevindt.
Met de compressor kunt u de
bandenspanning controleren en
aanpassen.
Page 263 of 452
261
DS4_nl_Chap10_info-pratiques_ed02-2015
1. Afdichting van het lek
F Rol de witte slang G volledig uit.
F D raai de dop van de witte slang los.
F
S
luit de witte slang aan op het ventiel van
de lekke band.
Reparatiemethode
Ver wijder het voor werp dat de lekkage
heeft veroorzaakt niet uit de band. F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting in de auto.
F
S
tart de motor en laat deze draaien.
F
Z
et het contact af.
Let op: dit product is schadelijk
(ethyleenglycol, colofonium...) bij
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
F
Ze
t de schakelaar A in de stand
"Reparatie".
F
C
ontroleer of de schakelaar B in
de stand "O" staat.
De elektrische installatie van de auto
biedt de mogelijkheid een compressor
aan te sluiten en te gebruiken voor de
duur die nodig is om een gerepareerde
lekke band op spanning te brengen of om
een klein opblaasartikel op te blazen.
Praktische informatie
Page 264 of 452

DS4_nl_Chap10_info-pratiques_ed02-2015
F Activeer de compressor door de schakelaar B in de stand "I" te zetten, tot
de bandenspanning 2,0
bar bedraagt.
H
et afdichtmiddel wordt onder druk in
de band gespoten; neem gedurende
deze handeling de slang niet los van de
aansluiting (kans op spatten). F
V er wijder de set en draai de dop van de
witte slang vast.
Z
org ervoor dat restanten van de vloeistof
niet op of in de auto terecht kunnen komen.
Houd de set binnen handbereik.
F
M
aak direct een rit van ongeveer vijf
kilometer met matige snelheid (tussen
20
en 60 km/h), zodat het afdichtmiddel het
lek kan dichten.
F
Z
et de auto stil en controleer de reparatie
en de bandenspanning met de set.
Schakel de compressor niet in voordat
de witte slang is aangesloten op het
ventiel van de band: het afdichtmiddel
wordt anders buiten de band gespoten.
Controlesysteem bandenspanning
Als uw auto is uitgerust met
een controlesysteem voor de
bandenspanning, zal het verklikkerlampje
voor te lage bandenspanning na
het repareren van een wiel blijven
branden tot u het systeem laat resetten
door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als na vijf tot zeven minuten de
gewenste bandenspanning niet is
bereikt, is de band niet te repareren
met de bandenreparatieset; neem
contact op met het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om u
verder te helpen.