Page 193 of 452
191
DS4_nl_Chap08_conduite_ed02-2015
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
Bij een storing in het systeem
wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en/of een melding
(volgens uitvoering).
Bewaar de sticker die u bij de aflevering
van uw auto samen met de sleutels is
overhandigd zorgvuldig op een plaats
buiten de auto.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk. In de sleutels is een chip aangebracht die over
een specifieke code beschikt. Om de motor te
kunnen starten, moet bij het aanzetten van het
contact de code van de sleutel worden herkend
door de startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Rijden
Page 194 of 452

DS4_nl_Chap08_conduite_ed02-2015
Elektrisch bediende handrem
De elektrisch bediende handrem kan op twee
manieren worden bediend:
-
A
utomatisch aantrekken/vrijzetten
D
e handrem wordt automatisch
aangetrokken bij het afzetten van de motor
en automatisch vrijgezet bij het wegrijden
(standaard geactiveerde functies),
-
H
andmatig aantrekken/vrijzetten
D
e handrem kan handmatig worden
aangetrokken of vrijgezet door het
bedienen van de hendel A . Plaats geen voor werpen (pakjes
sigaretten, telefoon enz.) tussen de
versnellingspook en de hendel van de
elektrische parkeerrem. Wij raden aan om de handrem niet te
gebruiken bij zeer lage temperaturen
(vorst) en bij het trekken van een
aanhanger of het slepen van een
auto. Schakel in dergelijke gevallen de
automatische werking van de handrem
uit of zet deze met de hand vrij.
Als dit controlelampje brandt op
het instrumentenpaneel, is de
automatische functie uitgeschakeld.
Programmeren van de werking
Afhankelijk van het land van bestemming kan
de functie voor het automatisch aantrekken van
de handrem bij het afzetten van de motor en
het automatisch vrijzetten van de handrem bij
het wegrijden worden uitgeschakeld. Deze functie kan worden
ingeschakeld/uitgeschakeld via
het configuratiemenu van de auto;
raadpleeg de rubriek over het instellen
van de diverse systemen in de auto
Als de functie is uitgeschakeld, dient u de
handrem dus handmatig te bedienen. Als
de handrem nog niet is aangetrokken en het
bestuurdersportier wordt geopend, klinkt er een
geluidssignaal en verschijnt er een melding op
het display.
Page 195 of 452

193
DS4_nl_Chap08_conduite_ed02-2015
Om bij aangezet contact of draaiende motor de
handrem vrij te zetten, trapt u het rempedaal
of het gaspedaal in, trekt u aan de hendel A en
laat u deze vervolgens weer los .
Handmatig vrijzetten
Controleer voordat u de auto verlaat of
het verklikkerlampje van de handrem op
het instrumentenpaneel constant brandt.
Handmatig aantrekken
Wanneer de auto stilstaat en u bij draaiende of
afgezette motor de handrem wilt aantrekken,
trekt u aan de hendel A .
De aangetrokken toestand van de handrem
wordt aangegeven door: -
h
et branden van het
verklikkerlampje handrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
d
e melding "Handrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent bij
draaiende motor ter wijl de handrem niet is
aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal
en verschijnt er een melding op het
display (behalve als bij een automatische
versnellingsbak de selectiehendel in de stand
P staat). De vrijgezette toestand van de handrem wordt
aangegeven door:
-
h
et uitgaan van het
verklikkerlampje handrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A,
-
d
e melding "Handrem vrijgezet".
Als u aan de hendel A trekt zonder
het rempedaal in te trappen, wordt
de handrem niet vrijgezet en
gaat een lampje branden op het
instrumentenpaneel.
Extra stevig aantrekken
U kunt, indien nodig, de handrem extra stevig
aantrekken . Dit gebeurt door de hendel A
langer te bedienen , tot de melding "Handrem
maximaal aangetrokken" op het display
verschijnt en er een geluidsignaal klinkt.
Het extra stevig aantrekken van de
handrem is noodzakelijk in de volgende
omstandigheden:
-
w
anneer een caravan of aanhanger aan
de auto is gekoppeld en de automatische
bediening is geactiveerd, terwijl u de
handrem handmatig bedient,
-
w
anneer de hellingcondities vermoedelijk
zullen variëren ter wijl de auto stilstaat
(bijvoorbeeld wanneer de auto vervoerd
wordt op een boot of trailer, of bij slepen).
In het geval van een aangekoppelde
aanhanger, wanneer de auto beladen is
of op een steile helling staat, dient u de
handrem extra stevig aan te trekken, bij het
parkeren de voor wielen naar de stoeprand
te sturen en een versnelling in te schakelen.
Na het extra stevig aantrekken van de
handrem duurt het langer voordat de
handrem weer is vrijgezet.
Rijden
Page 196 of 452

DS4_nl_Chap08_conduite_ed02-2015
Wanneer de auto stilstaat en u de motor
afzet, wordt de handrem automatisch
aangetrokken.
Automatisch aantrekken,
motor afgezet
In het geval van een aangekoppelde
aanhanger, wanneer de auto beladen
is of op een steile helling staat, dient u
bij het parkeren de voor wielen naar de
stoeprand te sturen en een versnelling
in te schakelen. Controleer voordat u de auto verlaat of
het verklikkerlampje handrem op het
instrumentenpaneel constant brandt.
Laat kinderen nooit alleen in de auto
wanneer het contact is aangezet: ze
zouden de handrem kunnen vrijzetten.
-
h
et branden van het
verklikkerlampje handrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
d
e melding "Handrem
aangetrokken".
De aangetrokken toestand van de handrem
wordt aangegeven door:
Automatisch vrijzetten
De elektrisch bediende handrem wordt
automatisch geleidelijk vrijgezet bij het
wegrijden
:
F
H
andgeschakelde versnellingsbak:
houd het koppelingspedaal geheel
ingetrapt en schakel de 1
e versnelling of de
achteruitversnelling in. Trap vervolgens het
gaspedaal in terwijl u het koppelingspedaal
laat opkomen.
F
El
ektronisch gestuurde
versnellingsbak: zet de selectiehendel in
de stand A , M of R en geef gas.
F
A
utomatische versnellingsbak : selecteer
de stand D , M of R en geef gas.
Geef, wanneer de auto stilstaat met
draaiende motor, niet onnodig gas,
omdat u dan het risico loopt dat de
handrem wordt vrijgezet.
De vrijgezette toestand van de handrem wordt
aangegeven door:
-
h
et doven van het verklikkerlampje
handrem en het verklikkerlampje P
op de hendel A,
-
d
e melding "Handrem vrijgezet".
Page 197 of 452

195
DS4_nl_Chap08_conduite_ed02-2015
Wanneer de auto stilstaat met draaiende motor,
dient u de auto beslist tegen wegrollen te
beveiligen door de handrem handmatig aan te
trekken. Trek daarvoor aan de hendel A .
Handrem aantrekken,
bij draaiende motor
De noodremfunctie mag uitsluitend in
uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.
Controleer voordat u de auto verlaat of
het verklikkerlampje van de handrem op
het instrumentenpaneel constant brandt.
De aangetrokken toestand van de handrem
wordt aangegeven door:
-
h
et branden van het
verklikkerlampje handrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
d
e melding "Handrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent
om uit te stappen ter wijl de handrem niet is
aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal
en verschijnt er een melding op het
display (behalve als bij een automatische
versnellingsbak de selectiehendel in de stand
P staat).
Bijzondere omstandigheden
In bepaalde situaties (starten van de motor...)
bepaalt de handrem zelf zijn aantrekkracht. Dit
is normaal.
Wilt u de auto enkele centimeters verplaatsen
zonder de motor te starten, trap dan met
aangezet contact het rempedaal in en zet
de handrem vrij door eerst aan de hendel A
te trekken en deze vervolgens los te laten .
De vrijgezette toestand van de handrem
wordt aangegeven door het doven van het
verklikkerlampje op de hendel A in combinatie
met de melding "Handrem vrijgezet".
Noodremfunctie
Bij een defect aan de dynamische
stabiliteitscontrole, aangegeven door
het branden van dit verklikkerlampje,
kan de stabiliteit bij het remmen niet
worden gegarandeerd.
Wanneer het rempedaal niet werkt of bij
uitzonderlijke situaties (onwel worden van de
bestuurder, rijles geven (indien wettelijk toegestaan)
enz.), kan de auto worden gestopt door aan de
hendel A te trekken en deze vast te houden.
De dynamische stabiliteitscontrole zorgt
ervoor dat de auto stabiel blijft wanneer de
noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het systeem van de
noodremfunctie verschijnt het bericht "Handrem
defec t ".
In dat geval moet de bestuurder er zelf
voor zorgen dat de auto stabiel blijft door
afwisselend aan de hendel A te trekken en
deze weer los te laten.
Rijden
Page 198 of 452

DS4_nl_Chap08_conduite_ed02-2015
Storingen
Als het storingslampje van de elektrische parkeerrem gaat branden in combinatie met één of meer controlelampjes uit de onderstaande tabel, zet de auto dan op
een veilige plaats stil (vlakke ondergrond, met ingeschakelde versnelling) en raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
SituatiesGevolgen
Weergave van de melding "Storing parkeerrem"
en de volgende controlelampjes: -
D
e automatische bediening is uitgeschakeld.
-
D
e Hill Start Assist is niet beschikbaar.
-
D
e elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden bediend.
Weergave van de melding "Storing parkeerrem"
en de volgende controlelampjes: -
D
e elektrische parkeerrem kan alleen worden vrijgezet door het rempedaal in
te trappen en de hendel los te laten.
-
D
e Hill Start Assist is niet beschikbaar.
-
D
e automatische bediening en het handmatig aantrekken van de parkeerrem
blijven mogelijk.
Weergave van de melding "Storing parkeerrem"
en de volgende controlelampjes: -
D
e automatische bediening is uitgeschakeld.
-
D
e Hill Start Assist is niet beschikbaar.
Page 199 of 452

197
DS4_nl_Chap08_conduite_ed02-2015
SituatiesGevolgen
Om de elektrische parkeerrem aan te trekken:
F
p
arkeer de auto en zet het contact uit,
F
t
rek de hendel ten minste 5 seconden uit tot de parkeerrem is aangetrokken,
F
z
et het contact aan en controleer of de controlelampjes van de elektrische
parkeerrem gaan branden.
Het aantrekken van de parkeerrem duurt langer dan normaal.
Om de elektrische parkeerrem vrij te zetten:
F
zet
het contact aan,
F
t
rek aan de hendel, houd deze ongeveer 3 seconden uitgetrokken en laat de
hendel weer los.
Als het controlelampje van de elektrische parkeerrem knippert of als de
controlelampjes niet gaan branden als het contact wordt aangezet, werken deze
procedures niet. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond en laat het systeem
controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
en eventueel
knipperend
Weergave van de melding "
Storing parkeerrem" en de
volgende controlelampjes: -
A
lleen de functies automatisch aantrekken bij het afzetten van de motor en
automatisch vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.
-
H
et handmatig aantrekken/vrijzetten van de elektrische parkeerrem is niet
mogelijk en de dynamische noodremfunctie is niet beschikbaar.
en eventueel
knipperend
Storing accu: -
A
ls het laadstroomcontrolelampje gaat branden, moet u de auto direct
stoppen (rekening houdend met het overige verkeer) en tegen wegrollen
beveiligen (plaats indien nodig de twee wielblokken onder de wielen).
-
T
rek de elektrische parkeerrem aan alvorens de motor af te zetten.
Rijden
Page 200 of 452
DS4_nl_Chap08_conduite_ed02-2015
Handbediende parkeerrem
Aantrekken
F Trek de hefboom van de parkeerrem volledig aan om uw auto stil te zetten.
Vrijzetten
F Trek de hefboom van de parkeerrem licht omhoog, druk de ontgrendelknop in en duw
de hefboom geheel omlaag. Draai bij het parkeren van de auto
op een helling de wielen vast tegen
het trottoir, trek de parkeerrem aan,
schakel een versnelling in en zet het
contact uit.
Als tijdens het rijden dit
verklikkerlampje en het
verklikkerlampje STOP branden
in combinatie met een geluidssignaal en
een melding op het multifunctionele display,
geeft dit aan dat de parkeerrem nog (iets) is
aangetrokken.