Page 97 of 256

95
B3_nl_Chap06_visibilite_ed01-2014
Ring voor de selectie van de
mistverlichting
De mistverlichting werkt in combinatie met het
dimlicht en het grootlicht.
Verdraai de ring:
F
é
én stand naar voren om het
mistachterlicht in te schakelen,
F
t
wee standen naar voren om de
mistlampen vóór in te schakelen,
F
é
én stand naar achteren om de mistlampen
vóór uit te schakelen,
F
t
wee standen naar achteren om het
mistachterlicht uit te schakelen. Mistlampen vóór en
mistachterlicht Bij helder of regenachtig weer,
zowel overdag als 's nachts, zijn de
mistlampen vóór en het mistachterlicht
verblindend voor medeweggebruikers
en daarom niet toegestaan. Gebruik de
mistlampen vóór en het mistachterlicht
uitsluitend bij mist of sneeuwval.
Onder deze weersomstandigheden
dient u de mistlampen vóór en het
dimlicht handmatig in te schakelen,
omdat de lichtsensor voldoende licht
kan waarnemen.
Vergeet niet de mistlampen uit te zetten
zodra ze niet meer nodig zijn.
Uitschakelen van de verlichting
bij het afzetten van het contact
Bij het afzetten van het contact gaat alle
verlichting onmiddellijk uit, behalve het
dimlicht als de automatische follow me
home-verlichting is geactiveerd.
Inschakelen van de
verlichting na het afzetten
van het contact
Draai om de lichtschakelaar weer te
activeren ter wijl de verlichting uit is, de
ring in de stand "0"
en vervolgens in de
stand van uw keuze.
Als het bestuurdersportier wordt
geopend, klinkt een geluidssignaal om
aan te geven dat de verlichting nog
brandt.
Als de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische
verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt
uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en de
parkeerlichten branden.
F
D
raai de ring naar achteren om alle
verlichting uit te schakelen.
6
Zicht
Page 98 of 256
96
B3_nl_Chap06_visibilite_ed01-2014
Automatische verlichting
Inschakelen
F Draai de ring in de stand "AUTO".
Dankzij een lichtsensor worden, zonder dat de
bestuurder iets hoeft te doen, het parkeerlicht
en het dimlicht automatisch ingeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving onvoldoende is.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is.
De sensor bevindt zich aan de onderzijde van
de voorruit.
Uitschakelen
F Draai de ring in een andere stand. Bij mist of sneeuwval kan de lichtsensor
voldoende licht waarnemen en zullen
de lichten niet automatisch worden
ingeschakeld.
Dek de lichtsensor niet af, de
bijbehorende functies worden dan niet
meer bediend.
Zicht
Page 99 of 256
97
B3_nl_Chap06_visibilite_ed01-2014
Handbediende follow me
home-verlichting*
Deze functie zorgt ervoor dat na het afzetten
van het contact de dimlichten nog even blijven
branden om het uitstappen in het donker te
vergemakkelijken.
Inschakelen
F Zet de lichtschakelaar in de stand " Verlichting uit" of "AUTO".
F
G
eef bij afgezet contact een "lichtsignaal"
met de lichtschakelaar.
De lichten blijven gedurende ongeveer
30
seconden branden.
Uitschakelen
De handbediende follow me home-verlichting
wordt onmiddellijk uitgeschakeld als:
-
u o
pnieuw een "lichtsignaal" geeft,
-
u d
e lichtschakelaar in een andere stand zet,
-
u h
et contact aanzet.
* Volgens uitvoering.
6
Zicht
Page 100 of 256
98
B3_nl_Chap06_visibilite_ed01-2014
Koplampen verstellen
Verstel de koplampen afhankelijk van de
belading van uw auto om verblinding van
medeweggebruikers te voorkomen.
0.
A
lleen bestuurder.
0.5.
Bes
tuurder + voorpassagier.
1.5
4
personen.
3.
4
personen + maximaal toegestane
belading.
3.5.
Bes
tuurder + maximaal toegestane
belading.
Stand "0" : basisinstelling.
Reizen naar het buitenland
Wanneer u uw auto gaat gebruiken
in een land waarin het verkeer aan
de andere kant van de weg rijdt,
moet de afstelling van de dimlichten
worden gewijzigd om te voorkomen dat
tegemoetkomend verkeer wordt verblind.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Zicht
Page 101 of 256
99
B3_nl_Chap06_visibilite_ed01-2014
Ruitenwisserschakelaar
Handmatige functies
De bestuurder schakelt de ruitenwissers
handmatig in.
Ruitenwissers vóór
Selectiehendel wissnelheid: zet de hendel in de
gewenste stand.Eén keer wissen.
Uit.
Interval.
Normale snelheid (matige regenval).
Hoge snelheid (hevige neerslag).
Schakel de ruitenwissers niet in
als de voorruit droog is. Controleer
voordat u bij extreem koud of warm
weer de ruitenwissers inschakelt of de
ruitenwisserbladen niet vastzitten aan
de voorruit. Verwijder onder winterse
omstandigheden sneeuw, ijs of rijp
van de voorruit, van het gebied
rondom de ruitenwisserarmen
en de ruitenwisserbladen en van
het voorruitrubber alvorens de
ruitenwissers in te schakelen.
Beweeg om de ruitenwissers één keer te laten wissen
de hendel omhoog en laat deze direct weer los.
6
Zicht
Page 102 of 256
100
B3_nl_Chap06_visibilite_ed01-2014
Ruitenwisser achterRuitensproeier achter
Draai, ter wijl de ruitenwisser is uitgeschakeld,
de schakelaar naar u toe om de ruitensproeier
te activeren, in combinatie met een aantal
wisslagen.
Ruitensproeiers voor
Draai de ring in deze stand voor
constant wissen.
Door hem naar voren te bewegen wordt de
ruitensproeier ingeschakeld tijdens het wissen.
Trek de hendel naar u toe: de ruitensproeiers
treden in werking en na enige tijd worden ook
de ruitenwissers ingeschakeld.
Gebruik de ruitensproeier
voor of achter niet als het
ruitensproeiervloeistofreservoir leeg is,
anders kan de pomp beschadigd raken.
Zicht
Page 103 of 256
101
B3_nl_Chap06_visibilite_ed01-2014
In deze stand gaat de
plafonnier branden als een van
de portieren wordt geopend.
De plafonnier is permanent
uitgeschakeld.
De plafonnier brandt permanent.
PlafonnierVerlichting bagageruimte*
De verlichting van de bagageruimte gaat
automatisch branden zodra de achterklep wordt
geopend en dooft zodra deze wordt gesloten.
Als de plafonnier in de stand "brandt
permanent" is blijven staan, gaat hij
ongeveer 20
minuten na het sluiten van
het laatste portier automatisch uit.
* Volgens uitvoering.
6
Zicht
Page 104 of 256
102
B3_nl_Chap07_securite_ed01-2014
Richtingaanwijzers
F Links: beweeg de verlichtingsschakelaar omlaag voorbij het zware punt.
F
R
echts: beweeg de verlichtingsschakelaar
omhoog voorbij het zware punt.
Claxon
Systeem om uw medeweggebruikers met een
geluidssignaal te waarschuwen voor direct
g eva a r.
Let er tijdens het uitvoeren van
manoeuvres op dat u de claxon niet per
ongeluk activeert.
Drie keer knipperen
F Beweeg de schakelaar kort omhoog of omlaag, zonder deze door de
weerstand te drukken. De desbetreffende
richtingaanwijzers zullen drie keer
knipperen. F
D
ruk op een van de spaken van het
stuurwiel. F
D
ruk op het middelste gedeelte van het
stuurwiel.
Veiligheid