Page 65 of 256
63
B3_nl_Chap03_confort_ed01-2014
Achterruitverwarming
UIT
AAN
F Druk nogmaals op deze toets om de
achterruitverwarming uit te schakelen.
H
et controlelampje van de toets gaat uit.
De achterruitverwarming werkt uitsluitend bij
draaiende motor. F
S
chakel, zodra de omstandigheden
het toelaten, de achterruit- en
buitenspiegelverwarming uit
(volgens uitvoering), omdat
een geringer stroomverbruik
leidt tot een verlaging van het
brandstofverbruik.
F
D
ruk op deze toets om de achterruit en
de buitenspiegels (afhankelijk van de
uitvoering) te ontwasemen.
H
et controlelampje van de toets gaat
branden. De achterruitver warming kan worden ingeschakeld met de toets op het bedieningspaneel
van de verwarming/ventilatie of de airconditioning.
3
Comfort
Page 66 of 256
64
B3_nl_Chap04_amenagements_ed01-2014
Indeling vóór
1. Zonneklep
2. D ashboardkastje.
3.
Ra
dio, Touchscreen of opbergvak.
4.
1
2V-aansluiting (max. 120
W).
O
verschrijd het maximale vermogen niet
om uw apparatuur niet te beschadigen.
5.
USB-aansluiting.
6.
Jack-aansluiting.
7.
O
pbergvakken en bekerhouders.
8.
Bekerhouder.
9.
Portiervakken.
Flessenhouder
Indelingen
Page 67 of 256
65
B3_nl_Chap04_amenagements_ed01-2014
Dashboardkastje
Zonneklep
De zonneklep kan zowel omlaag als naar opzij
worden geklapt om u te beschermen tegen
zonlicht.
De zonnekleppen zijn voorzien van een make-
upspiegel met klep en een kaarthouder. In het dashboardkastje kan de
boorddocumentatie enz. worden opgeborgen.
F
T
rek de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
Het dashboardkastje bevat de schakelaar
voor het uitschakelen van de airbag aan
passagierszijde A en de toets voor het resetten
van de bandenspanningscontrole B (volgens
uitvoering).
Aan de zijkant bevindt zich een ruimte C waarin
een fles water kan worden opgeborgen (max.
1
liter).F
T il, wanneer u een accessoire van
12
V (maximaal vermogen: 120 W) wilt
aansluiten, het deksel op en sluit een
geschikte adapter aan.
12V-aansluiting
Neem het maximale vermogen
van de aansluiting in acht (kans op
beschadiging van uw accessoire).
4
Indelingen
Page 68 of 256
66
B3_nl_Chap04_amenagements_ed01-2014
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten
om muziekbestanden via de geluidsinstallatie
van de auto te kunnen beluisteren.
De muziekbestanden worden beheerd via het
draagbare apparaat.
Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten,
zoals een iPod® of een USB-stick.
Via de USB-aansluiting kunt u audiobestanden
afspelen via uw autoradio, zodat u ernaar kunt
luisteren via de luidsprekers van de auto.
U kunt deze bestanden beheren met de
toetsen op het stuur of het bedieningspaneel
van de autoradio en ze weergeven op het
multifunctionele display.
JACK-aansluiting
USB-aansluiting
Raadpleeg voor meer informatie over
het gebruik van deze voorziening de
rubriek "Audio en telematica".
Raadpleeg voor meer informatie over
het gebruik van deze uitrusting de
rubriek "Audio en telematica".
Tijdens het gebruik van draagbare
apparatuur wordt deze automatisch
opgeladen, wanneer aangesloten op de
USB-poort.
Indelingen
Page 69 of 256

67
B3_nl_Chap04_amenagements_ed01-2014
Ver wijderen van de mat aan de
bestuurderszijde:
F
z
et de stoel in de achterste stand,
F
m
aak de bevestigingen los,
F
v
erwijder vervolgens de mat.
Matten
Gebruik, wanneer u een nieuwe mat
bevestigt aan bestuurderszijde, uitsluitend de
bevestigingen uit het bijgeleverde zakje.
De overige matten worden gewoon op de
vloerbedekking gelegd. Om te voorkomen dat de pedalen
blijven hangen:
-
g
ebruik uitsluitend matten die op de
bevestigingen van de auto passen;
het gebruik van deze bevestigingen
is verplicht.
-
g
ebruik nooit meer dan één mat per
plaats.
Bij gebruik van niet door PEUGEOT
goedgekeurde matten kan de
bediening van de ped4alen worden
gehinderd en kan de werking van
de snelheidsbegrenzer of de ETG-
versnellingsbak negatief worden
beïnvloed.
Terugplaatsen van de mat aan de
bestuurderszijde:
F
l eg de mat goed op zijn plaats,
F d ruk de bevestigingen vast,
F
c
ontroleer of de mat goed vastzit.
BevestigenVerwijderen
Terugplaatsen
De matten zijn uitneembaar en beschermen de vloerbedekking van de auto.
4
Indelingen
Page 70 of 256
68
B3_nl_Chap04_amenagements_ed01-2014
Hoedenplank
Om het beladen van de bagageruimte te
vereenvoudigen is de hoedenplank bevestigd
aan de achterklep.
Controleer bij het sluiten van de achterklep of
er niets in de weg zit waardoor de hoedenplank
niet goed op zijn plaats kan vallen.Plaats geen zware voor werpen op de
hoedenplank, omdat deze hierdoor kan
losraken.
Verwijderen van de hoedenplank:
F
o
pen de achterklep,
F
m
aak de twee koorden los,
F
t
rek de hoedenplank met enige kracht uit
de scharnierpunten op de binnenbekleding
van de achterklep.
U kunt de hoedenplank vervolgens rechtop
achter de voorstoelen opbergen. Aanbrengen van de hoedenplank:
F
o
pen de achterklep,
F
h
oud de onderzijde van de hoedenplank
naar u toe gekeerd,
F
b
evestig de hoedenplank aan de twee
scharnierpunten,
F
h
aal de twee koorden door de geleiders
aan weerszijden van de gasveren,
F
m
aak de twee koorden vast.
Indelingen
Page 71 of 256
69
B3_nl_Chap04_amenagements_ed01-2014
Indeling bagageruimte
1. Haken
2. N oodreservewiel en gereedschap
of
Opbergbak
Plaats het wiel of de opbergbak terug
onder de vloerbekleding voordat u de
bagageruimte gaat beladen.
4
Indelingen
Page 72 of 256
70
B3_nl_Chap04_amenagements_ed01-2014
Opbergbak
F Verwijder de vloermat van de bagageruimte voor toegang tot de opbergbak.
Hierin vindt u, afhankelijk van de uitvoering,
verschillende ruimtes voor het opbergen van:
-
e
en sleepoog,
-
e
en bandenreparatieset,
-
... Uitvoeringen met opbergbak: deze moet
op de daarvoor bestemde plaats zijn
aangebracht voordat u de bagageruimte
gaat beladen.
Hieraan kunt u een tas ophangen.
Haken
Maximaal gewicht aan de haken: 2 kg
.
Indelingen