Page 241 of 305
Verzorging van de auto239
3. Klik de lamphouder los van destekker door op de borgnok te
drukken.
4. Vervang de lamp en klik de lamp‐
fitting vast aan de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Richtingaanwijzers vooraan (2)
1. Lampfitting (2) linksom los‐draaien. Lampfitting met lamp uit
het reflectorhuis nemen.
2. Haal de gloeilamp uit de fitting door deze naar links te draaien.
3. Plaats een nieuwe lamp door deze naar rechts in de fitting te
draaien.
4. Draai de lampfitting rechtsom in de reflector vast.
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht (3)
1. Lampfitting (3) linksom los‐ draaien. Lampfitting met lamp uit
het reflectorhuis nemen.
Page 242 of 305
240Verzorging van de auto
2. Haal de lamp uit de fitting doordeze eruit te trekken.
3. Plaats een nieuwe lamp in de fit‐ ting.
4. Draai de lampfitting rechtsom in de reflector vast.
Adaptief rijlicht (AFL)9 Gevaar
Het adaptieve rijlicht (AFL) is uit‐
gerust met Xenonkoplampen.
Xenonkoplampen werken onder
een extreem hoog voltage. Niet
aanraken. Lampen door een werk‐
plaats laten vervangen.
De lampen van richtingaanwijzers
en hoekverlichting kunt u wel zelf
vervangen.
Afslagverlichting (1) .
Richtingaanwijzers vooraan (2) .
Zijmarkeringslicht/dagrijlicht zijn uit‐ gevoerd met LED-lampen en kunnen
niet worden vervangen.
Afslagverlichting (1) 1. Draai de kap (1) naar links en ver‐
wijder.
2. De lamphouder naar links los‐ draaien. Lamphouder met gloei‐
lamp uit het reflectorhuis nemen.
Page 243 of 305
Verzorging van de auto241
3. Trek de lamp uit de stekker.
4. Vervang de lamp en klik de lamp‐
fitting vast aan de stekker.
5. Lamphouder zo monteren dat de twee lipjes in de uitsparingen vanhet reflectorhuis vallen. Rechtsom
vastdraaien.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Richtingaanwijzers vooraan (2)
1. Lampfitting (2) linksom los‐draaien. Lampfitting met lamp uit
het reflectorhuis nemen.
2. Haal de gloeilamp uit de fitting door deze naar links te draaien.
3. Plaats een nieuwe lamp door deze naar rechts in de fitting te
draaien.
4. Draai de lampfitting rechtsom in de reflector vast.
Mistlampen
De gloeilampen zijn van onder de
auto bereikbaar.
1. Verwijder de met pijlen gemar‐ keerde buitenste schroeven van
de kap.
Page 244 of 305
242Verzorging van de auto
2. Draai de kap weg.Draai de lampfitting naar links en
verwijder deze uit het reflector‐
huis.
3. Klik de lampfitting los van de stek‐
ker door op de borgnok te druk‐
ken.
4. Vervang de lamp in de lampfitting
en klik deze weer vast aan de
stekker.
5. Plaats de lampfitting in de reflec‐ tor, draai naar rechts vast.
6. Monteer de kap met de schroe‐ ven.
Achterlichten
1. Draai de schroefkap weg.
2. Verwijder de met pijlen gemar‐ keerde schroeven.
3. Haal de lamp compleet uit de borgpennen en verwijder deze.
Page 245 of 305
Verzorging van de auto243
4. Haal de stekker van de lichtmo‐dule los.
5. Vervang de lamp door de lampfit‐ ting te draaien.
Richtingaanwijzer ( 1)
Achterlichten ( 2)
Remlicht ( 3)
Achterlichten met LED in achter-
en remlicht
Alleen de lamp van de richting‐ aanwijzer ( 1) kan worden vervan‐
gen.
Vervang de lamp door de lampfit‐
ting te draaien.
6. Sluit de stekker op de lichtmodule
aan.
7. Plaats de module op de borgpen‐ nen en monteer de lichtmodule
met de schroeven.
8. Druk de afdekking vast.
Achterlichten (4) in de
achterklep
1. Open de achterklep en verwijder de afdekking.
Page 246 of 305
244Verzorging van de auto
2. Draai de lamphouder naar linksen verwijder deze uit de reflector.
3. Haal de lamp uit de fitting door deze eruit te trekken.
4. Plaats een nieuwe lamp in de fit‐ ting.
5. Draai de lampfitting rechtsom in de reflector vast.
6. Afdekking aanbrengen.
Mistachterlicht
De gloeilampen zijn van onder de
auto bereikbaar.
1. Draai de lampfitting naar links en verwijder deze uit het reflector‐
huis.
2. Haal de gloeilamp uit de fitting door deze naar links te draaien.
3. Plaats een nieuwe lamp door deze naar rechts in de fitting te
draaien.
4. Plaats de lampfitting in de reflec‐ tor, draai naar rechts vast.
Lampcontrole Schakel de ontsteking in en kijk of alle
lampen werken.
Zijrichtingaanwijzers Demonteer voor het vervangen van
de gloeilamp de lampbehuizing:
Page 247 of 305
Verzorging van de auto245
1. Schuif de lamp links op de autonaar voren en haal deze met de
achterkant uit het spatbord.
Schuif de lamp rechts op de auto
naar achteren en haal deze met
de voorkant uit het spatbord.
2. Draai de lamphouder linksom uit de behuizing.
3. Trek de lamp uit de lamphouderen vervang deze.
4. Breng de lamphouder aan en draai deze rechtsom.
5. Links op de auto: steek de voor‐ kant in het spatbord, schuif deze
naar voren en steek de achterkant
erin.
Rechts op de auto: steek de ach‐
terkant in het spatbord, schuif
deze naar achteren en steek de
voorkant erin.
Kentekenverlichting
1. Plaats een schroevendraaier in de uitsparing van de afdekking,
duw naar de zijkant en maak de
veer los. Haal de afdekking weg.
Page 248 of 305
246Verzorging van de auto
2. Haal de lamp uit de fitting doordeze eruit te trekken.
3. Lamp vervangen en in de fitting plaatsen.
4. Afdekking in de behuizing druk‐ ken.
Binnenverlichting Interieurverlichting, leeslampjesGloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Bagageruimteverlichting
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.
Instrumentenverlichting
Gloeilampen door een werkplaats la‐
ten vervangen.Elektrisch systeem
ZekeringenControleren of het opschrift op de ver‐
vangende zekering overeenkomt met
dat op de defecte zekering.
Er zitten drie zekeringenkasten in de
auto:
■ linksvoor in de motorruimte,
■ bij auto’s met het stuur links, in het interieur achter het opbergvak, of
bij auto’s met het stuur rechts, ach‐ ter het handschoenenkastje,
■ achter een deksel links in de baga‐
geruimte.
Alvorens een zekering te vervangen, de desbetreffende schakelaar en het
contact uitschakelen.