Page 145 of 307

BELANGRIJK
ZEER GEVAARLIJK: plaats nooit een
kinderzitje achterstevoren op de
passagiersstoel van auto's met een
actieve passagiersairbag. Als bij een
botsing de airbag wordt opgeblazen, kan het
kind hierdoor dodelijke verwondingen
oplopen. Schakel dus altijd de
passagiersairbag uit wanneer een
kinderzitje op de passagiersstoel wordt
geplaatst. Bovendien moet de passagiersstoel
zo ver mogelijk naar achteren zijn
geschoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking komt met
het dashboard. Ook als is het niet wettelijk
verplicht, moet de airbag onmiddellijk weer
ingeschakeld worden zodra geen kinderen
meer vervoerd worden, om een betere
bescherming van de volwassenen te
garanderen.
Uitschakeling van de frontairbag
passagierszijde voor bescherming borst/
bekken (voor bepaalde versies/markten)
Als een kind achterstevoren op de voorstoel
vervoerd moet worden, schakel dan de
passagiersairbag en zijairbags voor bescherming
van borst/schouders uit (voor bepaalde versies/
markten). Bij uitgeschakelde airbags gaat het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel branden.BELANGRIJK Zie voor het uitschakelen van de
airbags de beschrijving in het hoofdstuk
"Kennismaking met de auto", paragraaf
"Menuopties".
ZIJAIRBAGS (Zijairbag - Hoofdairbag)
Zijairbag
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bestaan uit twee soorten kussens die zich in
de rugleuning van de voorstoelen bevinden
fig. 110 en die de borst en schouders van de
inzittenden bij middelzware zijdelingse botsingen
beschermen.
Hoofdairbag
Deze bestaan uit twee gordijnairbags die in de
zijkant van de dakbekleding zijn opgenomen
fig. 111 en zijn afgedekt met
afwerkingselementen. De hoofdairbags bieden
bescherming aan het hoofd van de inzittenden
voorin tijdens een zijdelingse botsing, dankzij het
grote oppervlak dat zij in opgeblazen toestand
beslaan.
Bij lichte botsingen is het opblazen van de
zijairbags niet vereist.
Het systeem biedt de beste bescherming bij een
zijdelingse botsing als de passagier correct op zijn
stoel zit, zodat de hoofdairbag zo goed mogelijk
opgeblazen kan worden.
141WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 146 of 307
BELANGRIJK Hang geen harde voorwerpen aan
de kledinghaken of de steunhandgrepen.BELANGRIJK Steun niet met het hoofd, de armen
of de ellebogen tegen het portier, de ruiten of in
het gebied van de hoofdairbag om mogelijke
verwondingen tijdens het opblazen te voorkomen.
BELANGRIJK Steek nooit het hoofd, de armen
of ellebogen uit het raam.
BELANGRIJK
Reinig de stoelen niet met water of stoom onder
druk (met de hand of in een automatisch
wasapparaat).
De frontairbags en/of zijairbags kunnen
geactiveerd worden bij krachtige stoten aan de
onderzijde van de carrosserie (bijv. heftige botsing
tegen drempels of stoepranden, grote gaten of
verzakkingen in het wegdek etc.).
fig. 110
L0F0203
fig. 111
L0F0226
142WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 147 of 307

Als de airbag geactiveerd wordt, ontsnapt een
kleine hoeveelheid poeder: dit poeder is niet
schadelijk en duidt niet op het begin van een
brand. Dit poeder kan echter de huid en ogen
irriteren: was ze in dit geval met neutrale zeep en
water.
De controle, reparatie en vervanging van de
airbags moeten door het Lancia Servicenetwerk
worden uitgevoerd.
Als de auto wordt gesloopt, moet men het
airbagsysteem onwerkzaam laten maken door het
Lancia Servicenetwerk.
Gordelspanners en airbags worden op
verschillende manieren geactiveerd, afhankelijk
van het type botsing. Als een of meerdere van deze
voorzieningen niet in werking treden, dan duidt
dat niet op een storing in het systeem.
BELANGRIJK
Als bij het draaien van de
contactsleutel naar de stand MAR, het
lampje
niet gaat branden of tijdens het
rijden blijft branden, dan is er mogelijk een
storing in de veiligheidssystemen. In dat
geval kunnen de airbags of gordelspanners
niet geactiveerd worden bij een botsing of, in
een zeer beperkt aantal gevallen, per
ongeluk geactiveerd worden. Laat het
systeem controleren door het Lancia
Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
BELANGRIJK
Voor bepaalde versies/markten gaat
bij een storing van het
waarschuwingslampje, hetwaarschuwingslampje branden en wordt
de explosieve lading van de passagiersairbag
uitgeschakeld.
BELANGRIJK
Bedek bij auto's met zijairbags de
rugleuning van de voorstoelen niet
met extra hoezen.
BELANGRIJK
Reis niet met voorwerpen op schoot
of voor de borst en houd niets in
de mond (pijp, pen, etc.). Dit kan ernstig
letsel veroorzaken als de airbag in werking
treedt.
143WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 148 of 307

BELANGRIJK
De vervaldata van de explosieve
lading en de klokveer staan vermeld
op een specifiek etiket in het
dashboardkastje. Neem contact op met het
Lancia Servicenetwerk om ze te laten
vervangen wanneer de vervaldatum nadert.
BELANGRIJK
Laat bij diefstal of poging tot diefstal,
vandalisme of overstromingen het
airbagsysteem door het Lancia
Servicenetwerk controleren.
BELANGRIJK
Als de contactsleutel in stand MAR
staat of wanneer de motor is uitgezet,
kunnen de airbags ook geactiveerd worden
als de auto door een andere auto wordt
aangereden. Om die reden mogen kinderen
nooit op de voorstoel worden geplaatst,
ook als de auto stilstaat. Als de sleutel echter
in de stand STOP staat, wordt bij een
ongeval geen enkel veiligheidssysteem
(airbag of gordelspanners) geactiveerd. In
dat geval duidt de niet-activering niet op een
storing van het systeem.
BELANGRIJK
Wanneer de contactsleutel naar de
stand MAR wordt gedraaid, gaat het
waarschuwingslampje
(bij actieve
frontairbag aan passagierszijde) enkele
seconden branden, om eraan te herinneren
dat de passagiersairbag bij een botsing
geactiveerd wordt. Hierna moet het lampje
doven.
BELANGRIJK
Het
waarschuwingslampje
knippert om te wijzen op
een
storing van het lampje. In dit geval worden
de explosieve ladingen van de
passagiersairbag gedeactiveerd (voor
bepaalde versies/markten).
144WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 149 of 307
BELANGRIJK
De activeringsdrempel van de airbag
is hoger dan die van de
gordelspanners. Bij aanrijdingen die tussen
deze twee drempelwaarden liggen, treden
alleen de gordelspanners in werking.
BELANGRIJK
De airbag vervangt niet de
veiligheidsgordels, maar verhoogt
hun doeltreffendheid Omdat de frontairbags
niet worden geactiveerd bij frontale
botsingen bij lage snelheden, zijdelingse
botsingen, botsingen achterop en over de
kop slaan, worden in deze gevallen de
inzittenden uitsluitend door de zijairbags en
de veiligheidsgordels beschermd, die dus
altijd gedragen moeten worden.
145WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 150 of 307

STARTEN EN RIJDEN
DE MOTOR STARTENSTARTPROCEDURE VOOR
BENZINEVERSIES
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan en zet de versnellingsbak
in de vrijstand;
❒trap het koppelingspedaal volledig in zonder het
gaspedaal aan te raken;
❒draai de contactsleutel naar AVV en laat deze
los zodra de motor start.
Als de motor niet bij de eerste poging start, draai
dan de contactsleutel naar de stand STOP
alvorens de procedure te herhalen.
Als, met de contactsleutel in de stand MAR, het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel samen met het
waarschuwingslampjeblijft branden, draai dan
de sleutel naar STOP en weer terug naar MAR;
als het waarschuwingslampje blijft branden,
probeer dan met de andere sleutels die bij de auto
zijn geleverd.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk
als de motor nog steeds niet gestart kan worden.
Laat de contactsleutel nooit in de MAR stand
bij afgezette motor.
146WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als, met de contactsleutel in de stand MAR, het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel samen met het
waarschuwingslampjeblijft branden, draai dan
de sleutel naar STOP en weer terug naar MAR;
als het waarschuwingslampje blijft branden,
probeer dan met de andere sleutels die bij de auto
zijn geleverd.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk
als de motor nog steeds niet gestart kan worden.
Laat de contactsleutel nooit in de MAR stand
bij afgezette motor. (uitgezonderd 0.9 TwinAir 85 pk)Starten van de motor bij 0.9 TwinAir 85 pk
versies
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan en plaats de
versnellingspook in z'n vrij of trap het
koppelingspedaal volledig in als een andere
versnelling dan de vrijstand is ingeschakeld;
❒draai de contactsleutel naar AVV en laat deze
los zodra de motor start.
OpmerkingAls de motor niet bij de eerste poging
start, draai dan de contactsleutel naar de stand
STOP en herhaal de startprocedure door de
versnellingspook in z'n vrij te plaatsen en het
koppelingspedaal volledig in te drukken.
Page 151 of 307

Als, met de contactsleutel in de stand MAR, het
waarschuwingslampje
blijft branden, draai dan
de sleutel naar STOP en weer terug naar MAR;
als het waarschuwingslampje blijft branden,
probeer dan met de andere sleutels die bij de auto
zijn geleverd.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk
als de motor nog steeds niet gestart kan worden.
Als het waarschuwingslampje
na
het starten of na langdurig
"aanzwengelen" 60 seconden knippert,
duidt dit op een defect van de gloeibougies.
Als de motor start kan de auto zoals
gewoonlijk gebruikt worden, maar moet zo
snel mogelijk contact worden opgenomen met
het Lancia Servicenetwerk.
BELANGRIJK
Het is gevaarlijk om de motor in
afgesloten ruimten te laten draaien.
De motor verbruikt zuurstof en produceert
kooldioxide, koolmonoxide en andere giftige
gassen.
147WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTPROCEDURE VOOR DIESELVERSIES
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan en zet de versnellingsbak
in de vrijstand;
❒draai de contactsleutel naar MAR: de
waarschuwingslampjes
en
op het
instrumentenpaneel gaan branden;
❒wacht tot de waarschuwingslampjes
en
doven;
❒trap het koppelingspedaal volledig in zonder het
gaspedaal aan te raken;
❒draai de contactsleutel naar AVV zodra het
waarschuwingslampje
dooft. Als te lang
wordt gewacht, is het werk van de
voorgloeibougies tevergeefs. Laat de sleutel los
zodra de motor start.
BELANGRIJK Bij koude motor moet het
gaspedaal volledig zijn opgekomen wanneer de
contactsleutel naar de stand AVV wordt gedraaid.
Als de motor niet bij de eerste poging start, draai
dan de contactsleutel naar de stand STOP
alvorens de procedure te herhalen.
Page 152 of 307

Probeer de motor nooit te starten door
de auto te duwen, te slepen of van
een helling af te laten rijden. Hierdoor
kan brandstof in de katalysator terechtkomen
die hierdoor onherstelbaar beschadigd wordt.
DE GESTARTE MOTOR OPWARMEN
Ga als volgt te werk:
❒Rijd langzaam weg en laat de motor bij
gemiddelde toerentallen draaien. Geef niet
abrupt gas;
❒Verlang in het begin geen maximale prestaties.
Wacht tot de wijzer van de
koelvloeistoftemperatuurmeter begint te
bewegen.
DE MOTOR UITZETTEN
Draai de contactsleutel naar de stand STOP
terwijl de motor stationair draait.
BELANGRIJK Voordat de motor na een zware rit
wordt uitgezet, moet men hem even stationair
laten draaien. Hierdoor kan de temperatuur in de
motorruimte dalen.Even snel gas geven voordat de motor
wordt uitgezet heeft geen enkel nut,
verspilt brandstof en is, vooral voor
motoren met turbocompressor, schadelijk.
148WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK
Onthoud dat de rembekrachtiging en
de elektrische stuurbekrachtiging
niet werken zolang de motor niet is gestart;
om die reden is meer kracht benodigd voor
de bediening van het rempedaal en het
stuur.Wij adviseren om gedurende de
beginperiode niet de maximale
prestaties van de auto te eisen (bijv.
snel accelereren, lange afstanden op
topsnelheid, krachtig remmen etc.).Laat de contactsleutel nooit in de stand
MAR staan als de motor is afgezet,
zodat de accu niet onnodig wordt
ontladen.