Page 177 of 307

BELANGRIJK Verbind de minklemmen van de
twee accu’s niet rechtstreeks met elkaar: eventuele
vonken kunnen het explosieve gas ontsteken dat
uit de accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu
in een andere auto is geïnstalleerd, moet
accidenteel contact tussen de metalen delen van
beide auto's vermeden worden.
Gebruik nooit een accusnellader om de
motor te starten, aangezien deze de
elektronische systemen kan
beschadigen, met name de regeleenheden van
de ontsteking en de inspuiting.
BELANGRIJK
Deze procedure moet door ervaren
personeel verricht worden, aangezien
verkeerde handeldingen elektrische
ontladingen van aanzienlijke kracht kunnen
veroorzaken. Bovendien is accuvloeistof
giftig en corrosief: vermijd contact met huid
en ogen. Houd open vuur en brandende
sigaretten uit de buurt van de accu en
veroorzaak geen vonken.ROLLEND STARTEN
Probeer de motor nooit te starten door de auto te
duwen, te slepen of van een helling af te laten
rijden.
BELANGRIJK Onthoud dat de rembekrachtiging
en de elektrische stuurbekrachtiging niet werken
zolang de motor niet is gestart. Om die reden is
meer kracht benodigd voor de bediening van het
rempedaal en het stuur.
173WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 178 of 307

EEN WIEL VERVANGENALGEMENE INSTRUCTIES
De auto is uitgerust met de kit "Fix&Go
Automatic": zie de paragraaf “Fix&Go automatic
kit” voor de beschrijving van de werking van de
kit.
Ter vervanging voor de kit “Automatic Fix&Go”
kan de auto zijn uitgerust met een
ruimtebesparend reservewiel: zie de instructies op
de volgende pagina's om een band te vervangen.
BELANGRIJK
Het ruimtebesparend reservewiel
(voor bepaalde versies/markten) is
specifiek voor de auto; monteer het niet op
andere auto’s en monteer ook geen
reservewielen van andere auto’s. Gebruik
het ruimtebesparend reservewiel alleen
in noodgevallen. Het ruimtebesparend
noodreservewiel mag alleen voor korte
afstanden gebruikt worden en mag niet bij
hogere snelheden dan 80 km/h worden
gebruikt. Op het ruimtebesparend
reservewiel is een oranje plakplaatje
aangebracht met de belangrijkste
waarschuwingen en de
gebruiksbeperkingen. Verwijder dit
plakplaatje nooit en dek het niet af. Op dit
plakplaatje staan de volgende gegevens
in vier talen vermeld: "Belangrijk! Alleen
voor tijdelijk gebruik! max. 80 km/h! Zo
snel mogelijk door een normaal wiel
vervangen. Dek deze aanwijzingen niet af."
Monteer nooit een wieldeksel op het
ruimtebesparend reservewiel.
174WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 179 of 307

BELANGRIJK
Als het gemonteerde velgtype wordt
vervangen (lichtmetalen in plaats van
stalen velgen of vice versa), moeten ook alle
wielbouten worden vervangen door bouten
met een lengte die geschikt is voor het
velgtype.
BELANGRIJK
Waarschuw de andere weggebruikers
voor de stilstaande auto conform de
plaatselijke wettelijke voorschriften:
alarmknipperlichten, gevarendriehoek enz.
Alle inzittenden moeten de auto verlaten,
vooral als de auto zwaar beladen is.
Passagiers moeten op een veilige afstand van
het verkeer wachten wanneer het wiel wordt
verwisseld. Blokkeer de wielen met blokken
of andere geschikte voorwerpen als de auto
op een helling of een slecht wegdek stilstaat.
BELANGRIJK
Een gemonteerd ruimtebesparend
reservewiel wijzigt de
rijeigenschappen van de auto. Vermijd
bruusk optrekken en remmen, hoge
snelheden en scherpe bochten. De
levensduur van het ruimtebesparend
reservewiel is ongeveer 3000 km. Hierna
moet de band van het noodreservewiel
vervangen worden door een nieuw
exemplaar met identieke eigenschappen.
Monteer nooit een standaard band op de
velg van een ruimtebesparend reservewiel.
Zorg dat het verwisselde wiel zo snel
mogelijk wordt gerepareerd en gemonteerd.
Het gebruik van twee of meer
ruimtebesparende reservewielen is
verboden. Smeer de schroefdraad van de
wielbouten niet met vet alvorens het wiel te
monteren: de bouten zouden kunnen
loskomen.
175WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 180 of 307

BELANGRIJK
Gebruik de krik uitsluitend voor het
verwisselen van een wiel van de
auto waarbij de krik geleverd is of voor
auto’s van hetzelfde model. Gebruik de krik
niet voor andere doeleinden, zoals het
opkrikken van andere auto’s. Gebruik de
krik nooit voor het uitvoeren van reparaties
onder de auto. Door de krik niet juist te
plaatsen, kan de auto van de krik vallen.
Gebruik de krik niet voor zwaardere lasten
dan is aangegeven op het plaatje op de krik.
Monteer nooit sneeuwkettingen op het
ruimtebesparend reservewiel. In geval van
een lekke voorband, kan het reservewiel op
de achteras en het achterwiel op de vooras
worden geplaatst. Zo heeft de vooras twee
normale wielen waarop sneeuwkettingen
kunnen worden gemonteerd.
BELANGRIJK
Monteer het wieldeksel correct om te
voorkomen dat het kan loskomen
tijdens het rijden. Voer nooit
werkzaamheden aan het ventiel uit. Steek
nooit gereedschap tussen de velg en de band.
Controleer regelmatig de spanning van
zowel de banden als het ruimtebesparende
reservewiel, zie de spanningswaarden die
zijn aangegeven in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.KRIK
Belangrijke opmerkingen
❒de krik weegt 1,76 kg;
❒de krik behoeft geen afstelling;
❒de krik niet kan worden gerepareerd: in geval
van defect moet de krik door een origineel
exemplaar worden vervangen;
❒afgezien van de slinger mag geen enkel ander
gereedschap op de krik gemonteerd worden.
Ga als volgt te werk om een wiel te vervangen:
❒Stop het voertuig op een plek die niet gevaarlijk
is voor het verkeer en waar het wiel op veilige
wijze vervangen kan worden. De grond moet zo
mogelijk vlak en voldoende compact zijn;
❒zet de motor af en trek de handrem aan en
schakel de 1
eversnelling of de achteruit in. Doe
het reflecterende veiligheidsvest (wettelijk
verplicht in bepaalde landen) aan voordat u uit
de auto stapt;
176WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 181 of 307

❒open de achterklep, til de vloerbedekking op
met het handvat A fig. 115;
❒neem de sleutel A fig. 116 uit de
gereedschapshouder, draai de blokkeerschroef
los, neem de gereedschaphouder B uit en zet het
nabij het te vervangen wiel. Neem het
ruimtebesparende reservewiel C;
❒draai de wielbouten ongeveer een slag los d.m.v.
de sleutel A fig. 117. Bij auto’s die zijn uitgerust
met lichtmetalen velgen, schud de auto om het
loskomen van de velg te vergemakkelijken;
❒plaats de krik onder de auto, nabij het te
verwisselen wiel;
❒gebruik het toestel A fig. 118 om de krik te
verlengen tot de bovenkant van de krik B
fig. 119 in de rand G van de chassisbalk komt
(nabij de markering op de chassisbalk);❒waarschuw de passagiers dat de auto wordt
opgekrikt; zorg dat niemand in de nabijheid van
de auto komt tot de auto weer helemaal op
grond staat;
fig. 115
L0F0099
fig. 116
L0F0183
fig. 117
L0F0179
177WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 182 of 307

❒plaats de slinger D fig. 118 in het huis in toestel
A en krik de auto op tot het wiel enkele
centimeters van de grond is.
❒verwijder het wieldeksel na de 3 wielbouten te
hebben losgedraaid en draai vervolgens de
vierde wielbout los om het wiel te verwijderen
(alleen voor versies met wieldeksel bevestigd
met wielbouten);
❒zorg dat de contactvlakken van het reservewiel
en de velg schoon zijn om het loskomen van de
wielbouten te voorkomen;
❒monteer het reservewiel door de eerste wielbout
twee slagen aan te draaien in het gat dat zich
het dichtst bij het ventiel bevindt;
❒neem de sleutel A fig. 117 en draai de
wielbouten volledig vast;
❒draai aan de slinger van de krik D om de auto
omlaag te brengen. Verwijder de krik;❒gebruik de sleutel A om de wielbouten
kruiselings vast te draaien, in de volgorde die is
aangegeven in fig. 120;
❒het is raadzaam om bij vervanging van een
lichtmetalen velg het wiel ondersteboven te
plaatsen, met het versierde gedeelte naar boven
gericht.
Monteer zo snel mogelijk een standaard band,
want een normaal wiel is breder dan het
reservewiel waardoor de laadvloer van de
bagageruimte oneffen is.
fig. 118
L0F0025
fig. 119
L0F0024
178WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 183 of 307

EEN NORMAAL WIEL MONTEREN
Volg de voorheen beschreven procedure, krik de
auto op en verwijder het reservewiel.
Versie met stalen velgen
Ga als volgt te werk:
❒zorg dat de contactvlakken van het standaard
wiel en de velg schoon zijn om het loskomen
van de wielbouten te voorkomen;
❒monteer het standaard wiel en steek de vier
wielbouten in de betreffende gaten;
❒draai de wielbouten vast met de bijgeleverde
sleutel; ❒monteer het wieldeksel, zorg dat de inkeping
(op het wieldeksel) overeenstemt met het
ventiel;❒breng de auto omlaag en verwijder de krik;
❒draai de wielbouten helemaal vast met de
bijgeleverde sleutel in de aangegeven volgorde;
Versies met lichtmetalen velgen
❒monteer het wiel op de naaf en draai m.b.v. de
bijgeleverde sleutel de bouten vast;
❒breng de auto omlaag en verwijder de krik;
❒draai de wielbouten helemaal vast met de
bijgeleverde sleutel in de aangegeven volgorde;
❒monteer het wieldeksel met klemfitting en zorg
daarbij dat het referentiegat op het wiel
overeenkomt met de referentiepen op het
wieldeksel.
BELANGRIJK Indien verkeerd gemonteerd, kan
het wieldeksel loskomen tijdens het rijden.
Tot slot
❒plaats het ruimtebesparende reservewiel in de
daarvoor bestemde ruimte in de bagageruimte;
❒berg de krik en de andere werktuigen in de
gereedschapshouder op;
❒plaats de gereedschaphouder en de werktuigen
op het ruimtebesparende reservewiel;
❒hermonteer de afdekplaat correct in de
bagageruimte.
fig. 120
L0F0182
179WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 184 of 307

180WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
SNELLE BANDENREPARATIEKIT
-Fix&GoDeze bandenreparatiekit bevindt zich in een
speciale houder in de bagageruimte fig. 121. In deze
houder zitten ook een schroevendraaier en het
trekoog.
De Fix&Go kit fig. 122 bestaat uit:
❒spuitbus A met afdichtmiddel, voorzien van
vulslang B, beide gescheiden van de compressor
C;
❒compressor C met drukmeter, ventielaansluiting
voor aankoppelen van bus A, kabel met
voedingsaansluiting D en leiding N om druk te
herstellen (deze laatste is te vinden in de
carrosserie zoals aangegeven);❒sticker onder de spuitbus A, met het opschrift
"max. 80 km/h”, na de reparatie van de band
aan te brengen op een voor de bestuurder
zichtbare plaats (bijv. op het dashboard);
❒folder fig. 123 met uitleg over het snelle en
correcte gebruik van Fix&Go;
❒beschermende handschoenen.
BELANGRIJK
Overhandig de folder aan het
personeel dat de band zal hanteren
die behandeld is met de Fix&Go kit.
fig. 121
L0F0307
fig. 122
L0F0300