Page 25 of 307

Aanwijzingen op de display
Telkens wanneer een parameter wordt
weergegeven, verschijnt de volgende informatie
fig. 9:
❒A - animatiepictogram in het bovenste gedeelte;
❒B - benaming, waarde een meeteenheid van de
gekozen parameter (bv. "Bereik 150 km");
❒C - het woord "Trip" ("Trip A" of "Trip B").
Na enkele seconden worden de benaming en
waarde van de gekozen parameter vervangen door
een pictogram fig. 10.De pictogrammen van de diverse parameters zijn:
❒
"Bereik";
❒
"Gemiddeld verbruik A” (als Trip A is
ingeschakeld, of “B” als Trip B is ingeschakeld);
❒
"Afstand” (als Trip A is
ingeschakeld, of “B” als Trip B is ingeschakeld);
❒
"Huidig verbruik";
❒"Gemiddelde snelheid A” (als Trip A is
ingeschakeld, of “B” als Trip B is ingeschakeld);
❒"Reistijd ” (als Trip A is ingeschakeld,
of “B” als Trip B is ingeschakeld);
fig. 9
L0F1009
fig. 10
L0F0032
21WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 26 of 307

TRIP KNOP
Deze knop bevindt zich op de rechterhendel
fig. 11. Wanneer de contactsleutel in de stand
MAR staat, kan met deze knop toegang worden
verkregen tot de hiervoor beschreven parameters
en kunnen de gegevens worden gereset om een
nieuwe reis te beginnen:
❒kort indrukken: weergave van de verschillende
gegevens;
❒lang indrukken: reset de gegevens en start een
nieuwe reis.Nieuwe reis
Begint na een:
❒“handmatige” reset vanwege de gebruiker door
de betreffende knop in te drukken;
❒“automatische” reset wanneer de “Afgelegde
afstand“ de waarde 99999,9 km bereikt of
wanneer de "Reistijd“ de waarde 999:59 bereikt
(999 uur en 59 minuten);
❒nadat de accu losgekoppeld is geweest.
BELANGRIJK Als het systeem wordt gereset
wanneer de parameters van “Trip A” of “Trip B”
worden weergegeven, dan worden alleen de
gegevens van de betreffende functie gereset.
Werkwijze voor aanvang van een nieuwe reis
Houd de knop TRIP langer dan 2 seconden
ingedrukt wanneer de sleutel in de stand MAR
staat om te resetten.
Trip verlaten
De TRIP functie wordt automatisch verlaten,
nadat alle parameters zijn weergegeven of
wanneer de knop
langer dan 1 seconde wordt
ingedrukt.
fig. 11
L0F0079
22
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 27 of 307

SYMBOLENSommige onderdelen van de auto zijn voorzien
van gekleurde plaatjes met daarop symbolen die
die voorzorgsmaatregelen aangeven die in acht
genomen moeten worden wanneer het betreffende
onderdeel wordt gebruikt. Onder de motorkap is
tevens een plaatje aangebracht, waarop de
betekenis van deze symbolen wordt toegelicht.
LANCIA CODE SYSTEEMVoor een betere bescherming tegen diefstal is de
auto uitgerust met een elektronische
startblokkering. Deze schakelt automatisch in
wanneer de contactsleutel wordt verwijderd.
Elke sleutel bevat een elektronisch apparaatje dat
bij het starten een signaal ontvangt van een
speciale antenne die in het contactslot is
ingebouwd. Dit signaal is het "wachtwoord" (dat
elke keer dat de auto wordt gestart wijzigt)
waarmee de regeleenheid de sleutel herkent en het
starten van de motor vrijgeeft.
WERKING
Elke keer dat de motor wordt gestart door de
sleutel naar de stand MAR te draaien, stuurt de
regeleenheid van het Lancia CODE systeem een
herkenningscode naar de motorregeleenheid
om de startblokkering uit te schakelen. Deze code
wordt alleen verzonden als de regeleenheid van
het Lancia CODE systeem de door de sleutel
verstuurde code herkent.
23WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 28 of 307

Elke keer dat de contactsleutel naar STOP wordt
gedraaid, schakelt het Lancia CODE-systeem
de functies van de elektronische
motorregeleenheid uit. Als de code tijdens het
starten niet correct wordt herkend, gaat het
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel branden. Draai in dit geval de
sleutel naar STOP en vervolgens naar MAR; als
de motor geblokkeerd blijft, probeer dan
nogmaals met een van de andere geleverde
sleutels. Neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk als de motor nog steeds niet
gestart kan worden.
Waarschuwingslampje
gaat tijdens het
rijden branden
Als het
waarschuwingslampje gaat branden,
betekent dit dat het systeem een zelfdiagnose
uitvoert (bijv. bij een spanningsval). Neem, als het
probleem aanhoudt, contact op met het Lancia
Servicenetwerk.
DE SLEUTELSSLEUTEL ZONDER AFSTANDSBEDIENING
De metalen baard A fig. 12 activeert:
❒het contactslot;
❒de portiersloten;
❒de vergrendeling/ontgrendeling van de tankdop
(voor bepaalde versies/markten).
Ga om duplicaatsleutels te vragen naar het Lancia
Servicenetwerk en neem een identiteitsbewijs en
de autodocumenten die de eigendom aantonen
mee.
fig. 12
L0F0077
24
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 29 of 307

SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING
(voor bepaalde versies/markten)
De metalen baard A van de sleutel fig. 13 bedient:
❒het contactslot;
❒de portiersloten;
❒de vergrendeling/ontgrendeling van de tankdop
(voor bepaalde versies/markten).
Druk op de knop B om de metalen baard in/uit te
klappen.
Portieren en achterklep ontgrendelen
Druk kort op de knop
: ontgrendeling van
portieren en achterklep, tijdelijke inschakeling van
plafondverlichting en twee maal knipperen van
richtingaanwijzers (voor bepaalde versies/
markten).De portieren worden automatisch ontgrendeld
wanneer de afsluiter van de brandstoftoevoer
ingrijpt.
Als bij vergrendeling van de portieren, een of
meerdere portieren of de achterklep niet correct
vergrendeld zijn, beginnen de led en de
richtingaanwijzers snel te knipperen.
Portieren en achterklep vergrendelen
Druk kort op de knop
: vergrendeling van
portieren en achterklep, uitschakeling van
plafondverlichting en een maal knipperen van
richtingaanwijzers (voor bepaalde versies/
markten).
Als een of meer portieren open zijn, worden ze niet
vergrendeld. Dit wordt aangegeven door het snel
knipperen van de richtingaanwijzers (voor
bepaalde versies/markten). De portieren worden
wel bij open achterklep vergrendeld
Wanneer een snelheid van meer dan 20 km/h
wordt bereikt, worden de portieren automatisch
vergrendeld als deze specifieke functie is ingesteld
(alleen bij versies met multifunctionele
herconfigureerbare display).
Wanneer de portieren van buiten de auto worden
vergrendeld (met de afstandsbediening), gaat
een led boven de
knop enkele seconden
branden en daarna knipperen (bewakingsfunctie).
Wanneer de portieren van binnen de auto worden
vergrendeld (door te drukken op de
knop),
blijft de led vast branden.
fig. 13
L0F0075
25WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 30 of 307

Bagageruimte openen
Druk op de
knop om de bagageruimte met de
afstandsbediening te openen.
De richtingaanwijzers knipperen twee maal om
aan te geven dat de bagageruimte geopend is.
De elektronische onderdelen in de
sleutels kunnen beschadigen als de
sleutel aan sterke schokken wordt
blootgesteld. Om een correcte werking van de
inwendige elektronische componenten te
garanderen, mag de sleutel nooit aan direct
zonlicht blootgesteld worden.
EXTRA AFSTANDSBEDIENINGEN
AANVRAGEN
Het systeem kan maximaal 8 afstandsbedieningen
herkennen. Als een nieuwe afstandsbediening
nodig is, ga dan naar het Lancia Servicenetwerk
en neem een identiteitsbewijs en de
autodocumenten die de eigendom aantonen mee.
BATTERIJ VAN DE SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING VERVANGEN
Ga als volgt te werk om de batterij te vervangen:
❒druk op de knop A fig. 14 en klap de metalen
baard B uit;
❒draai de schroef C naar
met een kleine
schroevendraaier;❒trek de batterijhouder D naar buiten en vervang
de batterij E met inachtneming van de juiste
polariteit;
❒plaats de batterijhouder D weer in de sleutel en
draai de schroef C naar
.
Lege batterijen moeten overeenkomstig
de wet in speciale bakken gedeponeerd
worden. Ze kunnen ook ingeleverd
worden bij het Lancia Servicenetwerk dat
voor hun verwerking zal zorgen.
SAFE LOCK SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Deze veiligheidsvoorziening verhindert de werking
van de binnenhandgrepen en de
vergrendelknoppen van de portieren. Wij
adviseren om deze voorziening te activeren
wanneer de auto geparkeerd wordt.
fig. 14
L0F0189
26
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 31 of 307
Safe lock inschakelen
De voorziening wordt voor alle portieren
geactiveerd door twee maal op de
knop op de
sleutel te drukken.
De richtingsaanwijzers knipperen 3 keer en de led
boven de
fig. 15 knop knippert om aan te
geven dat het systeem geactiveerd is. Het systeem
wordt niet ingeschakeld als een of meer
portieren/deuren niet goed zijn gesloten.Safe lock uitschakelen
Het systeem schakelt automatisch uit:
❒bij bediening van de
knop op de
afstandsbediening;
❒door de contactsleutel naar de stand MAR te
draaien.
BELANGRIJK
Als het safe lock systeem is
ingeschakeld, dan is het niet meer
mogelijk om de portieren vanuit het
interieur te openen. Controleer daarom,
voordat de auto wordt verlaten, of er
niemand meer aan boord is.
fig. 15
L0F0081
27WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 32 of 307

CONTACTSLOTDe sleutel kan naar 3 standen worden gedraaid:
fig. 16:
❒STOP: motor uit, sleutel kan verwijderd worden
en stuur geblokkeerd. Sommige elektrische
apparaten (bijv. autoradio, elektrische
ruitbediening enz.) kunnen blijven werken;
❒MAR: rijstand. Alle elektrische apparaten/
systemen kunnen werken;
❒AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een beveiliging: als
de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet
de sleutel teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
BELANGRIJK
Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan
moet men het laten controleren bij het
Lancia Servicenetwerk alvorens te gaan
rijden.
BELANGRIJK
Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt
verlaten, om onverhoeds gebruik van de
bedieningselementen te voorkomen. Vergeet
niet de handrem aan te trekken. Schakel
de 1
eversnelling in als de auto op een
helling omhoog staat geparkeerd en de
achteruitversnelling bij een helling omlaag.
Laat nooit kinderen zonder toezicht in de
auto achter.
fig. 16
L0F0102
28
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER