Page 25 of 312

Weergave van de gekozen rijmodus
(“Alfa DNA”-systeem)(voor bepaalde versies/markten)
Bij versies met een "Herconfigureerbaar multifunctioneel display",
wordt een + symbool samen met de gekozen rijmodus weergegeven -
“DYNAMIC”, “NATURAL” of “ALL WEATHER”.
Er verschijnt een bericht op de display wanneer een van deze
rijmodussen niet beschikbaar is.
Bij versies met multifunctioneel display, wordt samen met melding ook
een letter (d of a) in functie van de gekozen rijmodus weergegeven.
Weergave motorolieniveau(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR-ON wordt gedraaid,
verschijnt het motorolieniveau enkele seconden op de display. Als het
motorolieniveau onvoldoende is, wordt een melding op de display
weergegeven.
BELANGRIJK Controleer voor het juiste olieniveau steeds de
oliepeilstok (zie paragraaf “Niveaus controleren” in het hoofdstuk
“Onderhoud en zorg”).
BELANGRIJK Controleer het oliepeil met de auto op een vlakke
ondergrond voor een juiste aflezing.
BELANGRIJK Om het olieniveau juist af te lezen, wacht ongeveer 2
seconden na de sleutel in de stand MAR-ON te hebben gezet alvorens
de motor aan te zetten.
BELANGRIJK Het olieniveau kan toenemen na een lange stilstand.
21WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 26 of 312

DISPLAYDe auto kan uitgerust zijn met een multifunctioneel/herconfigureerbaar
display dat tijdens het rijden nuttige informatie op basis van wat
eerder is ingesteld aan de bestuurder toont.
Bij verwijderde contactsleutel, schakelt de display in en toont enkele
seconden de tijd en de totaalstand van de kilometerteller (in km of
mijlen) wanneer een portier wordt geopend/gesloten.
"STANDAARD" SCHERM
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAYDe volgende informatie wordt op de display getoond fig. 4 :ADatumBKilometerteller (afgelegde afstand in km of mijlen)CDe rijmodus die is gekozen met het "Alfa DNA"-systeem
(dynamische controle van de auto) (bij bepaalde versies/markten):
d = Dynamic; n = Natural; a = All WeatherDTijd (altijd weergegeven, ook bij verwijderde contactsleutel en
gesloten portieren)EAanduiding Start&Stop-functie (voor bepaalde versies/markten)FBuitentemperatuurGGear Shift Indicator (voor bepaalde versies/markten)HStand hoogteregeling koplampen (alleen bij ingeschakeld dimlicht).fig. 4
A0J1270
22
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 27 of 312
"STANDAARD" SCHERM
HERCONFIGUREERBAAR
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAYDe volgende informatie wordt op de display getoond fig. 5 :ATijdBReisteller (in km of mijlen)CKilometerteller (afgelegde afstand in km of mijlen)DAanwijzingen autotoestand (bijv. open portieren, eventuele
ijsvorming op de weg, etc.) /Aanduiding Start&Stop-functie (voor
bepaalde versies/markten)/Gear Shift Indicator (voor bepaalde
versies/markten)EStand hoogteregeling koplampen (alleen bij ingeschakeld dimlicht).FBuitentemperatuurBij sommige versies toont de display bij het kiezen van de rijmodus
“DYNAMIC” (zie de paragraaf “Alfa DNA-systeem” in dit hoofdstuk)
de turbinedruk fig. 6.
Het instrument is gekalibreerd voor motoren met hogere
turbodrukwaardes. Daarom is het, bij sommige versies, normaal dat
het einde van de schaal bereikt wordt.fig. 5
A0J0333
fig. 6
A0J0228
23WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 28 of 312

GEAR SHIFT INDICATORDe "GSI" (Gear Shift Indicator) adviseert de bestuurder een andere
versnelling in te schakelen via een speciale melding op het
instrumentenpaneel fig. 7.
Via de GSI wordt de bestuurder gewaarschuwd dat een andere
versnelling brandstofbesparing kan opleveren.
Daarom is het voor een zuinig brandstofverbruik raadzaam om de
rijmodus "Natural" of "All Weather" te selecteren, en om de
aanwijzingen van de Gear Shift Indicator op te volgen wanneer de
verkeersomstandigheden dit toelaten.
Wanneer het pictogram SHIFT UP (
SHIFT) op de display wordt
getoond, geeft de GSI het advies om een hogere versnelling in te
schakelen, terwijl wanneer het pictogram SHIFT DOWN (
SHIFT)
wordt getoond, de bestuurder wordt geadviseerd een lagere
versnelling in te schakelen.OpmerkingDe aanduiding op het instrumentenpaneel blijft branden
zolang de bestuurder niet schakelt of zolang de rijomstandigheden
niet terugkeren naar een situatie waarin schakelen niet nodig is om het
verbruik te optimaliseren.
WELCOME MOVEMENTBij sommige versies gebeurt het volgende wanneer de sleutel in de
stand MAR-ON wordt gezet:
❒snelle beweging (op en neer) van de wijzers van de snelheidsmeter
en de toerenteller;
❒verlichting van grafische symbolen/display;
❒weergave van een grafische animatie van het autoprofiel.
Wijzerbewegingen
❒Als de sleutel uit het contactslot wordt verwijderd terwijl de wijzers
bewegen, keren ze onmiddellijk naar hun beginstand terug.
❒Nadat de wijzers de maximum schaalwaarden hebben bereikt,
keren ze terug naar de door de auto aangegeven waarde.
❒De beweging van de wijzers stopt wanneer de motor is gestart.
fig. 7
A0J0233
24
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 29 of 312

Verlichting van grafische symbolen/display
Enkele seconden nadat de sleutel is ingebracht, worden de meters, de
grafische symbolen en de display achter elkaar verlicht.
Weergave van een grafische animatie
Wanneer de sleutel uit het contactslot wordt verwijderd (bij gesloten
portieren), blijft de display branden en wordt een grafische animatie
weergegeven.
De displayverlichting wordt geleidelijk aan gedimd en tenslotte
volledig uitgeschakeld.
BEDIENINGSKNOPPEN"+" of
(versies met Start&Stop systeem): om naar boven te
bladeren door het scherm en de bijbehorende optie of om de
weergegeven waarde te verhogen fig. 8.
MENU ESC: kort indrukken om het menu te openen en/of naar het
volgende scherm te gaan of uw keuze te bevestigen. Druk langdurig
op de knop om terug te keren naar het standaardscherm
"–" of(versies met Start&Stop systeem): om naar beneden te
bladeren door het scherm en de bijbehorende opties of om de
weergegeven waarde te verlagen.
BELANGRIJK De "+" en "–" knoppen (of
en
voor versies
met Start&Stop systeem) activeren verschillende functies afhankelijk
van de volgende situaties:
❒zorgen binnen het menu voor het naar beneden en naar boven
doorlopen van de opties;
❒zorgen tijdens instellingen voor het verhogen en verlagen van de
waarden.
fig. 8
A0J0024
25WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 30 of 312

SETUP-MENUHet menu bestaat uit een serie opties die gekozen kunnen worden met
de knoppen "+" en "–" (of
en
voor versies met
Start&Stop systeem), om toegang te krijgen tot onderstaande
verschillende keuze- en instellingsmogelijkheden (Setup).
Sommige opties hebben een submenu. Het menu wordt geactiveerd
door de knop MENU ESC kort in te drukken.
Het menu bestaat uit de volgende opties:
❒MENU
❒PIEP SNELHEID
❒SENSOR KOPLAMPEN (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
❒REGENSENSOR (voor bepaalde versies/markten)
❒ACTIVERING TRIP B
❒STEL UUR (tijd) IN
❒STEL DATUM IN
❒EERSTE PAGINA (voor bepaalde versies/markten)
❒ZIE RADIO
❒AUTOCLOSE
❒MEETEENHEID
❒TAAL
❒GELUIDSSTERKTE WAARSCHUWINGEN (zoemervolume)
❒GELUIDSSTERKTE TOETSEN
❒PIEP VEILIGHEIDSGORDELS/CONTROLEZOEMER❒SERVICE
❒AIRBAG/PASSAGIERSAIRBAG
❒"DAYTIME RUNNING LIGHTS"
❒INSTAPVERLICHTING
❒MENU VERLATEN
OpmerkingBij auto's met radio-navigatiesystemen (voor bepaalde
versies/markten) worden sommige menuopties op de display van
het navigatiesysteem weergegeven.
Een optie in het hoofdmenu zonder
een submenu kiezen:❒druk kort op de MENU ESC knop om de instelling van het
hoofdmenu die gewijzigd moet worden te selecteren;
❒druk op de knoppen "+" of "–" (deze telkens indrukken) om de
nieuwe instelling te selecteren;
❒kort drukken op de MENU ESC-knop zorgt ervoor dat de instelling
wordt opgeslagen. Keer daarna terug naar dezelfde menuoptie die
eerst gekozen was.
26
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 31 of 312

Een optie in het hoofdmenu met een
submenu kiezen:❒bij kort indrukken van de MENU ESC-knop wordt de eerste optie
van het submenu getoond;
❒druk op de knoppen "+" of "–" (deze telkens indrukken) om de
opties van het submenu te doorlopen;
❒met een korte druk op de MENU ESC-knop wordt de weergegeven
submenu-optie geselecteerd en wordt er een bijbehorend
instellingsmenu geopend;
❒druk op de knoppen "+" of "–" (deze telkens indrukken) om de
nieuwe instelling voor deze submenu-optie te selecteren;
❒kort drukken op de MENU ESC-knop zorgt ervoor dat de instelling
wordt opgeslagen. Keer daarna terug naar dezelfde submenuoptie
die eerst gekozen was.
MENUOPTIESMenuMet deze optie kan toegang tot het Setup Menu worden verkregen.
Druk op de knop "+" of "-" om de verschillende Menuopties te
selecteren. De knop MENU ESC lang indrukken om naar het
standaardscherm terug te keren.Piep snelheid (Snelheidslimiet)Deze functie wordt gebruikt om de snelheidslimiet van de auto (km/h
of mph) in te stellen; de bestuurder wordt gewaarschuwd wanneer
deze limiet wordt overschreden.
Ga als volgt te werk om de snelheidslimiet in te stellen:
❒druk op de MENU ESC knop, op het display verschijnt het opschrift
(Piep snelheid);
❒druk op de knop "+" of "-" om de snelheidsbegrenzing in (On) of uit
(Off) te schakelen;
❒wanneer de functie reeds is ingeschakeld (On), op de knoppen "+"
of "-" drukken om de gewenste snelheidslimiet te selecteren en
vervolgens op MENU ESC om de keuze te bevestigen.
BELANGRIJK Deze waarde kan men instellen tussen 30 en 200 km/h
of tussen 20 en 125 mph, in functie van de ingestelde eenheid. Zie
de paragraaf “Meeteenheid instellen (Meeteenheid)” die hierna wordt
beschreven. Elke druk op de knop +/- verhoogt of verlaagt de waarde
5 eenheden. Houd de +/- knop ingedrukt voor snel automatisch
verhogen/verlagen. Wanneer de gewenste waarde wordt bereikt, kan
men de instelling afronden door opnieuw de knop kortstondig in te
drukken.
27WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 32 of 312

❒Druk kortstondig op de knop MENU ESC om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Ga als volgt te werk om de instelling te annuleren:
❒druk kortstondig op de MENU ESC knop: op het display knippert
"On";
❒druk op de - knop om het display te laten knipperen (Off);
❒druk kortstondig op de knop MENU ESC om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.Sensor koplampen (Gevoeligheid
schemersensor/automatische
inschakeling koplampen instellen)(voor bepaalde versies/markten)
Deze functie wordt gebruikt om de koplampen in of uit te schakelen in
functie van de sterkte van het buitenlicht.
De gevoeligheid van de schemersensor kan worden ingesteld op 3
niveaus (niveau 1 = minimum gevoeligheid, niveau 2 = matige
gevoeligheid, niveau 3 = maximum gevoeligheid).
Hoe hoger de gevoeligheid, des te minder buitenlicht er nodig is om
de buitenverlichting in te schakelen (bijv. bij een lichtgevoeligheid van
niveau 3 zullen de koplampen bij zonsondergang vroeger aangaan
dan bij de niveaus 1 en 2).Ga als volgt te werk om de gewenste lichtgevoeligheid in te stellen:
❒druk op de MENU ESC knop, op het display verschijnt het eerder
opgeslagen niveau;
❒druk op de knop + of - om te kiezen;
❒druk kortstondig op de knop MENU ESC om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
Regensensor (Afstelling gevoeligheid
regensensor)Met deze functie kan de gevoeligheid van de regensensor op 4
niveaus worden ingesteld.
Ga als volgt te werk om het gewenste gevoeligheidsniveau in te stellen:
❒druk kortstondig op de knop MENU ESC, op het display begint het
eerder ingestelde gevoeligheidsniveau te knipperen;
❒druk op de knop + of - om in te stellen;
❒druk kortstondig op de knop MENU ESC om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
28
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER