Page 97 of 312

Portier passagierszijde
Het portier aan passagierszijde is uitgerust met een knop waarmee het
openen/sluiten van de voorruit aan passagierszijde geregeld wordt.
Continue automatische werking
(bij bepaalde versies/markten)
Deze wordt geactiveerd door langer dan een seconde op een van de
twee knoppen te drukken. De ruitbeweging stopt wanneer de ruit
volledig geopend op gesloten is, of wanneer de knop opnieuw wordt
ingedrukt:
❒Bestuurderszijde:naar boven/naar beneden.
❒Passagierszijde:alleen naar beneden.
❒Waar een knelbeveiliging aanwezig is:naar boven/beneden
bestuurderszijde en passagierszijde.
Knelbeveiliging
(bij bepaalde versies/markten)
De functie knelbeveiliging van de auto is ingeschakeld als de ruiten
gesloten worden.
Dit veiligheidssysteem detecteert de aanwezigheid van een obstakel
tijdens het sluiten van de ruit en grijpt in door de slag van de ruit
te stoppen en, afhankelijk van de positie van de ruit, om te keren.
Deze voorziening is ook nuttig als de ruiten per ongeluk worden
bediend door kinderen aan boord.
De knelbeveiliging is zowel tijdens de handmatige als de automatische
bediening van de ruit actief. Wanneer de knelbeveiliging geactiveerd
wordt, wordt de beweging van de ruit onmiddellijk gestopt en
omgekeerd. Tijdens de omkering van de beweging kan de ruit op geen
enkele manier bediend worden.BELANGRIJK Als de knelbeveiliging binnen één minuut 5 keer achter
elkaar ingrijpt of defect is, wordt het automatische sluiten van de
ruit geblokkeerd, en alleen in stappen van een halve seconde
toegestaan; hierbij moet de knop losgelaten worden voor de volgende
manoeuvre.
Om de correcte werking van het systeem te herstellen, moet de
betreffende ruit geopend worden.
BELANGRIJK Als de contactsleutel in de stand STOP staat of verwijderd
is, dan kunnen de ruiten nog ongeveer 3 minuten worden bediend.
Het systeem wordt echter uitgeschakeld als een van de portieren wordt
geopend.
BELANGRIJK Daar waar de knelbeveiliging aanwezig is, zorgt
bediening van de knop
op de afstandsbediening langer dan 2
seconden voor het openen van de ruiten zolang de knop ingedrukt
wordt gehouden. Als de knop
langer dan 2 seconden ingedrukt
wordt gehouden, worden de ruiten gesloten.
Het systeem voldoet aan de 2000/4/EG richtlijn inzake de
bescherming van de inzittenden die uit het
inzittendencompartiment leunen.Oneigenlijk gebruik van de elektrische ruitbediening
kan gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens het
bedienen altijd of de passagiers niet kunnen worden
verwond door de bewegende ruit of door voorwerpen die door
het mechanisme worden meegesleept of geraakt. Verwijder altijd
de sleutel uit het contactslot als de auto wordt verlaten om te
voorkomen dat onverwachtse bediening van de elektrische
ruitbediening gevaar oplevert voor de achtergebleven
passagiers.
93WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 98 of 312

Initialisatie elektrische ruitbediening
Als de accu werd losgekoppeld of als de zekering van de
knelbeveiliging is doorgebrand, moet het systeem opnieuw worden
geïnitialiseerd.
Initialisatieprocedure:
❒sluit de ruit volledig om handmatig te initialiseren;
❒houd, nadat de ruit het einde van de opwaartse slag heeft bereikt,
de sluitknop minstens 1 seconde ingedrukt.
Voor bepaalde uitvoeringen/markten, na een stroomonderbreking van
de regeleenheden (vervangen of loskoppelen van de accu of
vervangen van de zekeringen van de regeleenheden voor elektrische
ruitbediening), moet de automatische ruitbediening opnieuw worden
geïnitialiseerd.
De initialisatieprocedure moet met gesloten portieren uitgevoerd
worden, zoals hieronder beschreven:
❒open de ruit van het bestuurdersportier helemaal en houd, nadat de
ruit het einde van de neerwaartse slag heeft bereikt, de
bedieningsknop minstens 3 seconden ingedrukt;
❒sluit de ruit van het bestuurdersportier helemaal en houd, nadat de
ruit het einde van de opwaartse slag heeft bereikt, de
bedieningsknop minstens 3 seconden ingedrukt;
❒ga vervolgens op dezelfde wijze te werk zoals beschreven onder
punten 1 en 2 voor de ruit van het passagiersportier;
❒controleer na afronding van de initialisatieprocedure of de
automatische ruitbediening goed werkt.BELANGRIJK Wanneer bij ingeschakelde centrale portiervergrendeling
een van de voorportieren van binnenuit wordt geopend met de
handgreep, dan wordt de centrale vergrendeling voor alle portieren
uitgeschakeld. Als de elektrische voeding wordt onderbroken
(doorgebrande zekering, losgekoppelde accu, enz.) kunnen de
portieren met de hand worden afgesloten. In dat geval is de
automatische functie voor het openen van de ruiten niet beschikbaar.
Duw de ruit naar het interieur van de auto (zie fig. 58) om het portier
te openen of sluit het portier met de ruit gesloten om de passage
van de ruit in het ruitrubber te vergemakkelijken.
fig. 58
A0J0170
94
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 99 of 312
BAGAGERUIMTEDe ontgrendeling van de bagageruimte gebeurt elektrisch en kan niet
worden ontgrendeld wanneer de auto rijdt.OPENENIndien ontgrendeld kan de achterklep van buitenaf geopend worden
met het elektrische embleem fig. 59 tot de klik van het ontgrendelen
wordt gehoord of met behulp van de
knop op de
afstandsbediening.
Wanneer de achterklep wordt geopend, knipperen de
richtingaanwijzers twee keer en gaat de bagageruimteverlichting
branden. Wanneer de achterklep wordt gesloten, gaat de verlichting
automatisch uit. De verlichting gaat ook uit wanneer de bagageruimte
een paar minuten open wordt gelaten.Achterklep van binnenuit openen in geval van nood
Ga als volgt te werk:
❒verwijder de achterste hoofdsteunen en klap de zittingen volledig
om (zie de paragraaf "Bagageruimte uitbreiden");
❒druk op de hendel A fig. 60;
fig. 59
A0J0058
fig. 60
A0J0178
95WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 100 of 312

SLUITENLaat de achterklep zakken en druk in de buurt van het slot totdat het
vastklikt.
Trek aan het lipje A fig. 61 en laat de achterklep zakken, druk in de
buurt van het slot tot het vastklikt.
BELANGRIJK Controleer of u in het bezit van de sleutels bent voordat
de achterklep wordt gesloten. De achterklep wordt namelijk
automatisch vergrendeld.INITIALISATIE BAGAGERUIMTEBELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld of als een zekering is
doorgebrand, dan moet de vergrendeling van de achterklep opnieuw
worden geïnitialiseerd. Ga hiervoor als volgt te werk:
❒sluit alle portieren en de achterklep;
❒Druk op de knop
van de afstandsbediening;
❒Druk op de knopvan de afstandsbediening.
BAGAGERUIMTE UITBREIDENDe bagageruimte kan deels (1/3 of 2/3) of helemaal worden
uitgebreid door de achterbank te scheiden. Zie voor het uitbreiden van
de bagageruimte de beschrijvingen in de paragrafen “Hoedenplank
verwijderen” en “Achterbank neerklappen”.
Hoedenplank verwijderen
Ga als volgt te werk:
❒haak de twee trekkoorden B fig. 62 los A door de oogjes C uit de
steunpennen te verwijderen;
❒maak de pennen A fig. 63 aan de buitenkant van de hoedenplank
uit de zittingen B in de steunen aan de zijkant los, verwijder
vervolgens de hoedenplank;
❒na verwijdering kan de hoedenplank dwars in de bagageruimte of
tussen de leuningen van de voorstoelen en de omgeklapte zittingen
van de achterbank worden geplaatst (bij volledig uitgebreide
bagageruimte).
fig. 61
A0J0079
fig. 62
A0J0080
96
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 101 of 312

Achterbank neerklappenGa als volgt te werk:
❒zet de hoofdsteunen helemaal omhoog, druk op beide knoppen A
fig. 64 aan de zijkanten van de twee steunen, en verwijder de
hoofdsteunen door ze omhoog te trekken;❒plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of ze goed gestrekt
en niet verdraaid zijn;
❒trek de borghendels A fig. 65 van de rugleuning naar boven en
vouw het gewenste kussen naar voren (een rode streep geeft aan dat
hendel A naar boven is getrokken).
Achterbank terugzetten
Plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of ze goed gestrekt en
niet verdraaid zijn.
Zet de eerder neergeklapte rugleuning omhoog tot de klik van het
vergrendelmechanisme wordt gehoord. Controleer visueel of het rode
streepje op de hendel A fig. 65 niet meer zichtbaar is. Deze rode
streep geeft aan dat de rugleuning niet is vergrendeld.
Monteer al laatste de hoofdsteunen in hun behuizingen.
fig. 63
A0J0081
fig. 64
A0J0083
fig. 65
A0J0082
97WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 102 of 312
MOTORKAPOPENENGa als volgt te werk:
❒trek de hendel A fig. 66 in de richting van de pijl;
❒trek hendel B in de richting van de pijl;
❒til de motorkap op en maak tegelijkertijd de motorkapsteun C fig.
67 los uit zijn vergrendeling. Steek vervolgens het uiteinde in de
behuizing D, controleer of de motorkapsteun vast zit in de kleinste
opening van de borgveer.BELANGRIJK Controleer of de ruitenwissers zich in de ruststand
bevinden en niet actief zijn alvorens de motorkap op te tillen.
fig. 66
A0J0085
fig. 67
A0J0086
98
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 103 of 312

SLUITENGa als volgt te werk:
❒Houd de motorkap met één hand omhoog, verwijder met de andere
hand de stang C fig. 67 uit de zitting D en plaats hem terug in de
klem;
❒laat de motorkap zakken tot ongeveer 20 cm boven de motorruimte,
laat hem dan vallen en controleer, door te proberen hem op te tillen,
of hij volledig dicht zit en niet alleen in een veiligheidsstand is
bevestigd. Als de motorkap niet perfect gesloten is, probeer dan niet
erop te drukken maar open hem opnieuw en herhaal de handeling.
Probeer de motorkap niet te sluiten door erop te drukken.
BELANGRIJK Controleer altijd of de motorkap goed vergrendeld is om
te voorkomen dat deze tijdens het rijden opent.
Voor de rijveiligheid moet de motorkap tijdens het
rijden altijd perfect gesloten zijn. Controleer dus altijd
of de motorkap goed gesloten en vergrendeld is.
Mocht men tijdens het rijden merken dat de motorkap niet goed
vergrendeld is, stop dan onmiddellijk en sluit de motorkap op de
correcte manier.Verricht deze handelingen uitsluitend bij stilstaande
auto.De motorkap kan plotseling naar benden vallen als de
steunstang niet correct geplaatst is.
fig. 68
A0J1520
99WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Voor bepaalde versies/markten, het volgende plaatje is aangebracht
in de motorruimte fig. 68:
Page 104 of 312
IMPERIAAL/SKIDRAGEROm het imperiaal/de skidrager te monteren, de speciale borglippen A
fig. 69 naar boven zetten met behulp van de schroevendraaier die
bijgeleverd is om toegang te krijgen tot de bevestigingen B.In het Alfa Romeo Lineaccessori assortiment is speciaal voor deze auto
een imperiaal/skidrager opgenomen.
BELANGRIJK Wees uiterst voorzichtig bij het letterlijk opvolgen van de
aanwijzingen op de balkset.
Controleer na een korte rit of de schroeven van de
bevestigingspunten nog goed zijn vastgedraaid.Overschrijd nooit het maximum toegestane draagvermogen
(zie hoofdstuk "Technische gegevens").Verdeel de lading gelijkmatig en houd bij het rijden
rekening met een verhoogde zijwindgevoeligheid.De wettelijke voorschriften betreffende de maximale
afmetingen moeten altijd worden gerespecteerd.
fig. 69
A0J0059
100WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER