Page 137 of 312

Zorg dat de gordelband nooit gedraaid is. Het bovenste
gordelgedeelte moet over de schouder en schuin over de borst liggen.
Het onderste gordelgedeelte moet over het bekken fig. 94 en dus
niet over de buik liggen. Steek nooit voorwerpen (wasknijpers,
klemmen enz.) tussen de gordel en het lichaam van de inzittende.
Voor optimale bescherming moet de rugleuning
rechtop gezet worden, moet men goed tegen de
rugleuning aanzitten en moet de gordel goed
aansluiten op de borst en het bekken. Draag altijd
veiligheidsgordels, zowel voor- als achterin! Rijden zonder
veiligheidsgordels doet bij ongeval het risico op ernstige
verwondingen toenemen en kan zelfs de dood tot gevolg
hebben.
Elke gordel kan slechts een enkele persoon beschermen. Vervoer nooit
kinderen op de schoot van inzittenden met één veiligheidsgordel
voor beiden fig. 95. Steek geen enkel voorwerp tussen de gordel en
het lichaam van een inzittende.
Het is ten strengste verboden onderdelen van de
veiligheidsgordel of gordelspanner te demonteren of
aan te passen. Werkzaamheden aan deze onderdelen
moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd en erkend
personeel. Raapleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk.Nadat een gordel aan een zware belasting is
blootgesteld (bijvoorbeeld bij een ongeval), moet de
gordel compleet met de verankeringen,
bevestigingsschroeven en de gordelspanner worden vervangen.
Ook als er geen zichtbare schade is, kan de gordel toch verzwakt
zijn.
fig. 94
A0J0095
fig. 95
A0J0096
133WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 138 of 312

ONDERHOUD VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS❒Zorg altijd dat de gordel degelijk uitgetrokken en niet gedraaid is;
controleer ook of het oprolautomaat niet haperend werkt;
❒vervang de gordels na een ongeval, ook al lijken ze niet
beschadigd. Vervang de gordels ook steeds als de gordelspanners
werden geactiveerd;
❒gebruik water en neutrale zeep om de gordels met de hand te
wassen. Spoel de gordels en laat ze in de schaduw drogen. Gebruik
nooit agressieve, blekende of kleurende middelen of andere
producten die het weefsel van de gordel kunnen aantasten;
❒zorg dat er geen vocht in de oprolautomaat komt: de goede werking
ervan is alleen gegarandeerd als ze droog blijven;
❒vervang de gordels als ze sporen van slijtage of beschadiging
vertonen.
VEILIG KINDEREN VERVOERENOm een optimale bescherming bij een ongeval te kunnen garanderen,
moeten alle passagiers neerzitten en gebruik maken van
goedgekeurde beveiligingssystemen. Dit geldt des te meer voor
kinderen.
Dit is een wettelijke verplichting in alle EU-landen, conform de
Europese richtlijn 2003/20/EC. Vergeleken met volwassen is het
hoofd van kleine kinderen in verhouding met de rest van het lichaam
groter en zwaarder, maar de spieren en de botstructuur van kinderen
zijn nog niet volledig ontwikkeld. Kinderen moeten daarom met
geschikte beveiligingssystemen worden beschermd die verschillen van
de veiligheidsgordels voor volwassenen.
Kinderen langer dan 1,50 m worden wat de beveiligingsystemen
betreft gelijkgesteld aan volwassenen en moeten de standaard
veiligheidsgordels dragen.
De onderzoeksresultaten naar de beste bescherming van kleine
kinderen zijn opgenomen in de Europese veiligheidseisen ECE-R44.
Deze richtlijn omvat het verplicht gebruik van beveiligingssystemen en
verdeelt deze in vijf groepen:Groep Gewichtsgroep
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep 1 9-18 kg
Groep 2 15-25 kg
Groep 3 22-36 kgAlle beveiligingssystemen moeten de typegoedkeuring hebben, alsook
een goed vastgehecht plaatje met het controleteken dat nooit niet
mag worden verwijderd.
134WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 139 of 312

In het Alfa Romeo Lineaccessori-assortiment zijn kinderzitjes voor elke
gewichtsgroep opgenomen. Het gebruik van deze kinderzitjes is
sterk aanbevolen, want ze zijn speciaal ontworpen voor Alfa Romeo
voertuigen.
Plaats nooit een kinderzitje achterstevoren op de
passagiersstoel van auto's met een actieve
passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe klein ook, kan
de airbag ernstig letsel en zelfs de dood van de baby tot gevolg
hebben. Het is raadzaam kinderen altijd op de achterbank te
vervoeren, bij een ongeval biedt de achterbank de meeste
bescherming.Mocht het toch nodig zijn om kleine kinderen in kinderzitjes
achterstevoren op de passagiersstoel te vervoeren, dan
moeten de passagiersairbags (front- en zijairbags) worden
uitgeschakeld via het Setup menu. Controleer in dergelijke
gevallen steeds of de airbags effectief zijn uitgeschakeld
door na te gaan of het
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel brandt. Bovendien moet de passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking komt met het dashboard.
"UNIVERSEEL" KINDERZITJE
MONTEREN (met de
veiligheidsgordels)GROEP 0 en 0+Baby's tot 13 kg moeten in babyzitjes worden vervoerd die
achterstevoren zijn geplaatst, waarbij het achterhoofd wordt gesteund
en bij plotseling remmen de nek niet wordt belast.
Het babyzitje wordt op zijn plaats gehouden door de
veiligheidsgordels van de auto, zoals getoond in fig. 96, en moet het
kind beschermen met de eigen gordels.
fig. 96
A0J0097
135WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 140 of 312

GROEP 1Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg mogen vooruit geplaatst
vervoerd worden fig. 97.
De afbeeldingen dienen slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die de fabrikant verplicht moet bijsluiten
voor dit kinderzitje.Er zijn kinderzitjes met Isofix bevestigingen
beschikbaar, waarmee het zitje veilig met de stoel
verankerd kan worden zonder de veiligheidsgordels
van de auto te gebruiken.
GROEP 2Kinderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg mogen rechtstreeks de
veiligheidsgordels van de auto gebruiken fig. 98.
Het kinderzitje is in dit geval nodig om het kind correct ten opzichte
van de gordels te plaatsen, zodat het diagonale gordelgedeelte schuin
over de borst en nooit langs de nek ligt; het horizontale gordelgedeelte
moet over het bekken en niet over de buik liggen.
fig. 97
A0J0371
fig. 98
A0J0099
136WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 141 of 312
GROEP 3Voor kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kg bestaan er
geschikte verhogingen om de veiligheidsgordel correct te kunnen
omleggen. In
fig. 99 wordt een voorbeeld gegeven van de juiste positie van het kind
op de achterbank.
De afbeeldingen dienen slechts ter illustratie van de
montage. Monteer het kinderzitje overeenkomstig de
aanwijzingen, die de fabrikant verplicht moet bijsluiten
voor dit kinderzitje.
fig. 99
A0J0100
137WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 142 of 312
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN HET
UNIVERSELE KINDERZITJEDe auto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EG-richtlijn inzake de montage van kinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto
overeenkomstig de volgende tabel:Groep Gewichtsgroep VoorpassagierPassagier zijkant en midden
achter
Groep 0, 0+ tot 13 kg
UU
Groep 1 9-18 kg
UU
Groep 2 15-25 kg
UU
Groep 3 22-36 kg
UU
U= Geschikt voor "Universele" kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-norm voor de aangegeven "Groepen".
138WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 143 of 312

Belangrijkste
veiligheidsvoorschriften die voor het
vervoeren van kinderen opgevolgd
moeten worden❒Monteer kinderzitjes altijd op de achterbank, omdat die plaats bij
een ongeval de meeste bescherming biedt;
❒Als de airbag van de passagier voorin buiten werking is gesteld,
controleer dan of het lampje op het instrumentenpaneel brandt
om er zeker van te zijn dat deze airbag daadwerkelijk is
uitgeschakeld.
❒Neem de aanwijzingen die de producent verplicht bij het kinderzitje
moet leveren zorgvuldig in acht. Bewaar deze aanwijzingen samen
met de overige documenten en dit instructieboekje in de auto.
Gebruik geen gebruikte kinderzitjes waarvan de
gebruiksaanwijzingen ontbreken;
❒controleer of de gordel goed is vastgemaakt door eraan te trekken;
❒elk tegenhoudsysteem is bedoeld voor slechts één kind: vervoer nooit
twee kinderen in een zitje;
❒controleer altijd of de gordel niet langs de nek van het kind loopt;
❒controleer tijdens het rijden dat het kind geen verkeerde houding
aanneemt of de gordels losmaakt;
❒vervoer kinderen nooit op schoot, ook geen pasgeborenen.
Niemand is in staat om een kind vast te houden bij een ongeval;
❒na een ongeval moet het kinderzitje door een nieuw exemplaar
worden vervangen.
INBOUWVOORBEREIDING
UNIVERSEEL "ISOFIX"
KINDERZITJEDe auto is voorbereid op de montage van een “Isofix Universeel”-
kinderzitje; een nieuw gestandaardiseerd Europees systeem voor het
veilig vervoeren van kinderen.
Een Isofix-kinderzitje kan naast een conventionele kinderzitjes worden
gemonteerd.
Ter illustratie is een Isofix Universeel-kinderzitje voor gewichtsgroep 1
weergegeven op fig. 100.
Voor andere gewichtsgroepen zijn specifieke Isofix-kinderzitjes
voorzien. Deze kinderzitjes kunnen alleen worden gebruikt als het
speciaal voor deze auto is ontworpen, getest en goedgekeurd (zie
overzicht auto’s met bijbehorende kinderzitje).
BELANGRIJK De zitplaats midden op de achterbank is niet geschikt
voor gebruik van alle typen Isofix kinderzitjes
139WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 144 of 312
MONTAGE UNIVERSEEL ISOFIX
KINDERZITJEGa als volgt te werk:
❒bevestig het kinderzitje aan de daarvoor bedoelde onderste metalen
ringen A fig. 101, die tussen de rugleuning en de zitting van de
achterbank zitten;❒bevestig de bovenste riem (bij het kinderzitje geleverd) aan de
beugel B fig. 102 op de achterkant van de rugleuning.
Een Isofix-kinderzitje kan naast een conventionele kinderzitjes worden
gemonteerd. Bij Isofix Universeel-kinderzitjes moeten alle zitjes
goedgekeurd zijn volgens de ECE R44/03-richtlijn “Universeel Isofix".
fig. 100
A0J0093
fig. 101
A0J0092
fig. 102
A0J0335
140WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER