Page 289 of 312

AUTOMATISCHE AFSTEMMINGDruk kortstondig op de
of
toets om automatisch te zoeken
naar het volgende station dat in de gekozen richting ontvangen
kan worden.
Als de
of
toets langer ingedrukt wordt gehouden, dan start
het snel zoeken. Wanneer de toets wordt losgelaten, zal de tuner
stoppen bij het eerstvolgende station dat ontvangen kan worden.
Als de TA-functie (verkeersinformatie) is ingeschakeld, zal de tuner
alleen naar stations zoeken die verkeersinformatie en -berichten
uitzenden.
HANDMATIGE AFSTEMMINGOp deze manier kunnen de stations handmatig op de
geselecteerde golfband gezocht worden.
Kies de gewenste golfband en druk vervolgens herhaaldelijk kort
op de
of
toets om het zoeken in de gekozen richting te
starten.
Als de
of
toets langer ingedrukt wordt gehouden, dan start
het snel zoeken. Dit stopt wanneer de toets wordt losgelaten.
AUTOSTORE FUNCTIE(automatische opslag stations)
Houd, voor het inschakelen van de AutoSTore-functie, de FM AS-
toets ingedrukt totdat een geluidssignaal wordt gehoord. Met deze
functie slaat de radio automatisch de 6 stations met het in
afnemende volgorde sterkste signaal op de FMA-golfband op.
Tijdens het automatische opslagproces, knippert het opschrift
"Autostore" op de display.
Druk nogmaals op de FM AS-toets om de AutoSTore-functie te
onderbreken: de radio zal opnieuw op het station afstemmen dat
vóór inschakeling van de functie beluisterd werd.
Na beëindiging van de AutoSTore-functie, stemt de radio
automatisch af op het eerste voorkeuzestation op de FMA-
golfband aan de voorkeuzezijde 1.
De stations die op dat moment een sterk signaal hebben, worden
vervolgens automatisch in de gekozen golfband onder de toetsen 1
t/m 6 opgeslagen.
Wanneer de AutoSTore-functie binnen de MW-golfband wordt
ingeschakeld, dan wordt automatisch de FMA-golfband
geselecteerd, waar de functie wordt uitgevoerd.
OpmerkingSoms slaagt de AutoSTore-functie er niet in 6
stations met een voldoende sterk signaal te vinden. In dat geval
worden de sterkste stations onder de vrije voorkeuzetoetsen
opgeslagen.
OpmerkingWanneer de AutoSTore-functie wordt ingeschakeld,
worden de eerder opgeslagen stations op de FMA-golfband
gewist.
285AUTORADIO
Page 290 of 312

ONTVANGST VAN NOODBERICHTENDe autoradio kan in de RDS-modus noodberichten ontvangen in
geval van uitzonderlijke omstandigheden of situaties die gevaar
van algemene aard kunnen opleveren (aardbevingen,
overstromingen enz.), indien deze worden uitgezonden door het
station waarop is afgestemd.
Deze functie wordt automatisch ingeschakeld en kan niet worden
uitgeschakeld.
Tijdens het uitzenden van een alarmbericht verschijnt op de display
het opschrift "Alarm". Het volume van de radio verandert tijdens
dit bericht op dezelfde wijze als bij verkeersinformatie.EON FUNCTIE
(Enhanced Other Network)In sommige landen bestaan circuits die meerdere stations die
verkeersinformatie uitzenden groeperen. In zo'n geval wordt het
programma van het beluisterde station tijdelijk onderbroken voor:
❒ontvangst van verkeersinformatie (alleen bij ingeschakelde TA-
functie);
❒het luisteren naar regionale programma’s, elke keer als deze
worden uitgezonden door een station van hetzelfde circuit.STEREO-UITZENDINGENAls het ontvangstsignaal zwak is, schakelt de weergave
automatisch van Stereo naar Mono over.
CD-SPELERINLEIDINGDit hoofdstuk beschrijft uitsluitend de varianten voor wat betreft de
werking van de CD-speler: zie voor een beschrijving van de
werking van de autoradio het hoofdstuk “Functies en Instellingen”.KEUZE VAN DE CD-SPELERGa voor het inschakelen van de ingebouwde CD-speler als volgt te
werk:
❒breng een CD bij reeds ingeschakeld apparaat in: het eerste
nummer wordt afgespeeld;
of
❒als er reeds een CD is ingebracht, schakel dan de autoradio in
en druk vervolgens kort op de CD-toets om de “CD” werking te
kiezen: het laatst beluisterde nummer zal afgespeeld worden.
Voor een optimale weergave wordt het gebruik van originele CD's
aangeraden. Als CD-R/RW's worden gebruikt, dan adviseren wij
exemplaren van goede kwaliteit die met de laagst mogelijke
snelheid gebrand worden.INBRENGEN/UITWERPEN VAN DE CDSteek de CD voorzichtig in de sleuf, zodat het automatische
laadysteem ingeschakeld wordt dat de CD correct zal plaatsen.
De CD kan ook worden ingebracht bij uitgeschakelde radio en
contactsleutel in de stand MAR: in dit geval blijft de radio
uitgeschakeld. Wanneer de autoradio wordt ingeschakeld, wordt
de laatst beluisterde audiobron vóór het uitschakelen geactiveerd.
286
AUTORADIO
Page 291 of 312

Wanneer een CD wordt ingebracht, verschijnt op de display het
symbool "CD-IN" en het opschrift "CD Reading". Deze blijven
weergegeven totdat de autoradio de op de CD aanwezige
nummers heeft gelezen. Hierna begint de autoradio automatisch
het eerste nummer af te spelen.
Druk op de
toets bij ingeschakelde radio om het automatisch
uitwerpen van de CD te activeren. Na het uitwerpen wordt de
audiobron ingeschakeld die beluisterd werd voordat de CD werd
afgespeeld.
Als de CD niet uit de autoradio wordt verwijderd, dan wordt de
CD na circa 20 seconden automatisch opnieuw geladen en wordt
afgestemd op de Tuner (Radio).
De CD kan niet worden uitgeworpen als de autoradio
uitgeschakeld is.
Als de uitgeworpen CD weer in de speler wordt geplaatst zonder
dat hij volledig uit de sleuf is verwijderd, dan schakelt de radio niet
over op de CD-speler.
Mogelijke foutmeldingen
Als de geladen CD niet kan worden gelezen (bijv. als een CD-ROM
is ingebracht of een CD andersom is ingebracht, of als er een
leesfout is), verschijnt op de display het opschrift "CD Disc error".
Daarna wordt de CD uitgeworpen en hoort men de audiobron die
ingeschakeld was voordat de CD-speler werd gekozen.
Wanneer een externe audiobron is ingeschakeld (TA, ALARM of
Phone), wordt de CD die niet gelezen kan worden niet
uitgeworpen zolang deze functies niet beëindigd zijn. Hierna toont
de display bij ingeschakelde CD-speler enkele seconden het
opschrift "CD Disc error" en wordt de CD uitgeworpen.
DISPLAY-INFORMATIEWanneer de CD-speler werkt, verschijnt op de display de volgende
informatie:
❒"CD Track 5": geeft het tracknummer op de CD aan;
❒"03:42": geeft de verstreken speelduur vanaf het begin van het
nummer aan (als de betreffende menufunctie is ingeschakeld).KEUZE VAN NUMMER
(vooruit/achteruit)Druk kortstondig op de
toets om het vorige CD-nummer en op
knop om het volgende nummer af te spelen.
De nummers worden achter elkaar afgespeeld: het eerste nummer
wordt na het laatste nummer geselecteerd en andersom.
Als het nummer langer dan 3 seconden wordt afgespeeld en op detoets wordt gedrukt, wordt het nummer vanaf het begin
herhaald.
Als men in dat geval het vorige nummer wil beluisteren, drukt men
tweemaal op de toets.
SNEL VOORUIT-/TERUGSPOELEN VAN
NUMMERSHet snel vooruit-/ terugspoelen wordt onderbroken zodra de toets
wordt losgelaten.
287AUTORADIO
Page 292 of 312

PAUZE-FUNCTIEDruk, om de CD-speler in de pauzestand te zetten, op de
toets.
Het opschrift "CD Pause" verschijnt op de display.
Druk, om het nummer weer af te spelen, opnieuw op detoets.
Als een andere audiobron wordt gekozen, dan wordt de pauze-
functie uitgeschakeld.
CD MP3-SPELERINLEIDINGDit hoofdstuk beschrijft uitsluitend de varianten voor wat betreft de
werking van de CD MP3-speler: zie voor een beschrijving van de
werking van de autoradio de hoofdstukken “Radio" en "CD MP3-
speler”.
OPMERKING MPEG Layer-3 audio decoding technology licensed
from Fraunhofer IIS and Thomson multimedia.MP3 WERKINGBehalve het afspelen van normale audio-CD’s, kan de autoradio
ook CDROM’s afspelen waarop gecomprimeerde audiobestanden
in MP3-formaat zijn geregistreerd. De autoradio werkt zoals
beschreven in het hoofdstuk "CD-speler", wanneer een normale
audio-CD wordt ingebracht.
Voor een optimale weergave wordt geadviseerd om CD's van
goede kwaliteit te gebruiken die met de laagst mogelijke snelheid
gebrand zijn.
De bestanden op een MP3 CD zijn in mappen gestructureerd die
lijsten maken van alle mappen met MP3-nummers (mappen en
submappen worden allemaal op hetzelfde niveau weergegeven):
de mappen die geen MP3-nummers bevatten, kunnen niet
geselecteerd worden.
288
AUTORADIO
Page 293 of 312

De kenmerken en de werking voor de weergave van MP3-
bestanden zijn als volgt:
❒de gebruikte CD-ROM’s moeten zijn gebrand volgens de ISO
9660 standaard;
❒de muziekbestanden moeten de extensie “.mp3” hebben:
bestanden met een andere extensie kunnen niet afgespeeld
worden;
❒de volgende weergavefrequenties kunnen afgespeeld worden:
44.1 kHz, stereo (96 tot 320 kbit/s) - 22.05 kHz, mono of
stereo (32 tot 80 kbit/s);
❒nummers met een variabele bit-rate kunnen afgespeeld worden.
OpmerkingDe namen van de nummers mogen niet de volgende
tekens bevatten: spaties , ' (apostrofs), ( en ) (haakjes openen en
sluiten). Zorg er tijdens het branden van een MP3-CD voor dat de
bestandsnamen deze tekens niet bevatten; als dit wel het geval is,
dan kan de autoradio de betreffende nummers niet afspelen.
KEUZE VAN MP3-SESSIES OP HYBRIDE
DISKSAls een hybride disk (Mixed Mode, Enhanced, CD-Extra) wordt
ingebracht die ook MP3-bestanden bevat, dan begint de autoradio
automatisch met het afspelen van de audiosessie. Tijdens het
afspelen kan worden overgeschakeld naar de MP3-sessie door de
MEDIA-toets langer dan 2 seconden ingedrukt te houden.
OpmerkingWanneer de functie geactiveerd wordt, kan de
autoradio enkele seconden nodig hebben voordat het afspelen
start. Tijdens de controle van de disk, toont de display het opschrift
“CD READING”. Als er geen MP3-bestanden worden gedetecteerd,
hervat de autoradio het afspelen van de audiosessie vanaf het
punt, waarop deze onderbroken werd.
289AUTORADIO
Page 294 of 312

DISPLAY-INFORMATIEWeergave ID3-TAG-informatie
De autoradio kan niet alleen informatie over de verstreken
speelduur, naam van de map en van het bestand weergegeven,
maar ook ID3-TAG-informatie over de Titel, Artiest en Auteur van
het nummer.
De naam van de MP3-map die op de display wordt getoond, komt
overeen met de naam waarmee de CD-map is opgeslagen,
gevolgd door een asterisk.
Voorbeeld van een MP3-mapnaam: BEST OF *.
Wanneer voor weergave van de ID3-TAG informatie (Titel, Artiest,
Album) is gekozen die niet voor het afgespeelde nummer is
opgeslagen, dan wordt deze informatie vervangen door de naam
van het bestand.
KEUZE VAN VOLGENDE/VORIGE MAPDruk op de
toets om een van de volgende mappen te kiezen of
druk op detoets om een vorige map te kiezen.
De display toont het nummer en de naam van de map (bijv. "DIR 2
XXXXXX").
XXXXXX: naam van de map (de display toont alleen de eerste 8
tekens).
De mappen worden achter elkaar geselecteerd: de eerste map
wordt na de laatste map geselecteerd en andersom.
Als binnen 2 seconden geen enkele andere map/nummer wordt
geselecteerd, dan wordt het eerste nummer van de nieuwe map
afgespeeld.
Als het laatste nummer van de op dat moment gekozen map wordt
afgespeeld, dan wordt de volgende map afgespeeld.
STRUCTUUR VAN DE MAPPENDe autoradio met MP3-speler:
❒herkent alleen mappen die bestanden in MP3-formaat bevatten;
❒als de MP3-bestanden van een CD-ROM in “submappen” zijn
opgenomen, dan wordt hun structuur naar één niveaustructuur
gebracht, namelijk naar het niveau van de hoofdmappen.
290
AUTORADIO
Page 295 of 312

AUX (uitsluitend bij het
Blue&Me™ systeem)(voor bepaalde versies/markten)INLEIDINGDit hoofdstuk beschrijft uitsluitend de varianten voor wat betreft de
werking van de AUX-bron: zie voor een beschrijving van de
werking van de autoradio het hoofdstuk "Functies en Instellingen".AUX MODUSDruk, om de AUX-bron te activeren, meerdere malen op de
MEDIA-toets of op de SRC-toets op het stuurwiel tot deze bron
wordt weergegeven.
BELANGRIJK
De functies van het apparaat dat aangesloten is op het AUX-
stopcontact worden rechtstreeks geregeld door het apparaat zelf;
het is niet mogelijk om nummer/map/playlist te veranderen met de
bedieningstoetsen van de radio of die op het stuurwiel.
Laat de kabel van uw draagbare speler niet in het AUX-stopcontact
zitten, om mogelijk geruis van de luidsprekers te voorkomen.
OPMERKING: het AUX-stopcontact is niet ingebouwd in de radio.
Zie hetBlue&Me™ Supplement en de Snelgids voor de plaats
van het AUX-stopcontact.
PROBLEEMOPLOSSINGALGEMEENLaag volume
De Fader-functie moet zijn ingesteld op de waarden "F" (voor), om
te voorkomen dat het uitgangsvermogen van de autoradio
vermindert en het volume wordt uitgezet als de fader is ingesteld
op R+9.
Bron kan niet geselecteerd worden
Er is geen geluidsdrager ingebracht.
Breng de af te spelen CD of CD MP3 in.CD-SPELERDe CD wordt niet afgespeeld
De CD is vuil. Maak de CD schoon.
Er zitten krassen op de CD. Probeer een andere CD te gebruiken.
De CD kan niet ingebracht worden
Er is al een CD ingebracht. Druk op de
toets en verwijder de
CD.
291AUTORADIO
Page 296 of 312
LEZEN VAN MP3-BESTANDHet nummer springt over tijdens het afspelen van
MP3-bestanden
Er zitten krassen op de CD of de CD is vuil. Maak de CD schoon,
zie hiervoor de beschrijving in de paragraaf "CD" in het hoofdstuk
"Inleiding".De speelduur van de MP3-nummers wordt niet
correct weergegeven
In sommige gevallen kan de speelduur van de MP3-nummers
verkeerd worden weergegeven (vanwege de opnamemethode).
292
AUTORADIO