TPMS (Tyre Pressure
Monitoring System)(voor bepaalde versies/markten)
Mogelijk is de auto uitgerust met een bewakingssysteem voor de
bandenspanning (TPMS) dat de bestuurder waarschuwt als er een
onjuiste spanning wordt geconstateerd met de meldingen
"Bandenspanning controleren" en "Lage bandenspanning" die op de
display worden weergegeven.
Dit systeem omvat een RF-zender die op elk wiel is gemonteerd (op de
wielvelg in de band) en die gegevens aangaande de
spanningswaarde van elke band naar de regeleenheid stuurt.BELANGRIJKE INFORMATIE OVER HET
TPMS-SYSTEEMDe storingsindicaties worden niet opgeslagen en worden bij de
volgende start dus niet meer weergegeven.
Als de storing blijft optreden, zal de regeleenheid pas na een rit van
korte duur een melding op het instrumentenpaneel doen verschijnen.
De aanwezigheid van het TMPS-systeem heeft niet tot
gevolg dat de bestuurder de bandenspanning niet
regelmatig hoeft te controleren, met inbegrip van het
reservewiel.
Controleer de bandenspanning bij koude banden. Als
de bandenspanning om welke reden dan ook bij
warme banden moet worden gecontroleerd, dan mag
de druk niet worden verlaagd, ook wanneer de gemeten waarde
hoger is dan de voorgeschreven drukwaarde. Controleer de
bandenspanning nadien nogmaals bij koude banden.Als een of meerdere wielen zonder sensoren is
gemonteerd, dan is het systeem niet beschikbaar en
wordt een melding op de display weergegeven tot de
4 wielen met sensoren zijn gemonteerd.Het TPMS-systeem waarschuwt niet bij plots
drukverlies (bijvoorbeeld bij en klapband). Breng in
dergelijke gevallen de auto tot stilstand en voorkom
bruuske stuurbewegingen.
122WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Parkeersensoren ................................... 119
Parkeren .............................................. 151
– Handrem ........................................ 151
Plafondverlichting................................. 79
– Bagageruimteverlichting .................. 81
– Dashboardkastverlichting ................. 81
– Instapverlichting .............................. 80
– In-/uitstapverlichting in de
spiegels .......................................... 80
– Plafondverlichting voor .................... 79
Plafondverlichting voor
– lamp vervangen .............................. 179
Pollenfilter............................................ 208
Portieren .............................................. 91
– Centrale portiervergrendeling ........... 91
Prestaties ............................................. 243Radiozenders en mobiele telefoons ...... 118
Regensensor ........................................ 75
Reiniging en onderhoud
– auto-interieur .................................. 217
– carrosserie ...................................... 214
– koplampen...................................... 216
– kunststof en gecoate interieurdelen.... 218
– lederen interieurdelen ...................... 218
– lederen stoelen ................................ 217
– motorruimte .................................... 216– ruiten ............................................. 216
– stoelen en stoffen bekleding.............. 217
Remmen .............................................. 231
– remvloeistofniveau ........................... 207
Richtingaanwijzers ............................... 72
– lamp vervangen .............................. 176
– "Lane change"-functie...................... 72
Ruiten reinigen ..................................... 73
Ruiten (reinigen) ................................... 216
Ruitensproeier
– vloeistofniveau ruitensproeier ........... 207
Ruitensproeiers van achterruit................ 213
Ruitensproeiers van vooruit ................... 213
Ruitensproeier/-wisser voorruit .............. 73
– Automatische wis-/wasfunctie .......... 74
Ruitenwissers
– wisserbladen................................... 211
– wisserbladen vervangen .................. 212
Safe Lock systeem ............................... 43
SBR-systeem (Seat Belt Reminder) .......... 129
Schemersensor ..................................... 71
Schuifdak ............................................ 87
Setup-menu ......................................... 26
Slepen van de auto .............................. 191
– Montage van het sleepoog ............... 191
“Smart Bag” systeem (Meertraps
frontairbags) ..................................... 143Smeermiddelen (specificaties) .............. 252
Sneeuwkettingen .................................. 157
Snelheidsmeter..................................... 6
Stadslicht en dimlicht ............................ 70
Start&Stop systeem ............................... 110
Stoelen ................................................ 50
– Voorstoelen ..................................... 50
Stopcontacten ...................................... 85
Stuurinrichting ..................................... 233
Stuurslot .............................................. 49
Stuurwiel ............................................. 54
Symbolen ............................................ 39Tankdop ............................................ 126
Tanken ................................................ 125
Technische gegevens............................. 219
Toerenteller .......................................... 6
TPMS (Tyre Pressure Monitoring
System) ............................................. 122
Transmissie .......................................... 230
Trip Computer ...................................... 36
TRIP knop ............................................ 38"Universeel" kinderzitje monteren......... 135
304WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER