Page 57 of 295
WEGWIJS IN UW AUTO55
1
BUITENSPIEGELS
Spiegel elektrisch inklappen fig. 22
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ga voor het verstellen van de buitenspiegels als volgt te werk:
❍kies met de schakelaar B welke spiegel u wilt verstellen;
❍met de knop A kunt u de spiegel in 4 richtingen verstellen.Spiegel handmatig inklappen fig. 23
Indien noodzakelijk (bijv. bij nauwe doorgangen) kan de spie-
gel van geopende stand 1 in gesloten stand 2 worden geklapt.
Op enkele uitvoeringen kunnen de buitenspiegels elektrisch wor-
den ingeklapt met de betreffende knop.
fig. 22
L0E0014mfig. 23L0E0015m
Als u rijdt, moeten de spiegels altijd in stand
1 staan. De buitenspiegels zijn bol, waardoor de
afstandswaarneming iets wordt beïnvloed.
Page 58 of 295
56WEGWIJS IN UW AUTO
KLIMAATREGELING
LUCHTROOSTERS fig. 24
1. Luchtroosters voor ontwasemen of ontdooien voorruit – 2. Verstelbare en regelbare luchtroosters in het midden – 3. Verstelbare
en regelbare luchtroosters aan de zijkant – 4. Vaste luchtroosters voor zijruiten – 5. Luchtroosters onder – 6. Verstelbare en regel-
bare luchtroosters achter.
L0E0016mfig. 24
Page 59 of 295
WEGWIJS IN UW AUTO57
1
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING
L0E0017mfig. 25
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 25
A. Draaiknop voor luchttemperatuur (rood-warm / blauw-
koud)
B. Draaiknop voor regeling aanjagersnelheid C. Draaiknop voor luchtverdeling
μgericht op het lichaam en naar de zijruiten
∑gericht op het lichaam, naar de zijruiten en de been-
ruimten
∂alleen gericht naar de beenruimten
∏gericht naar de beenruimten en de voorruit
-alleen gericht naar de voorruit.
Page 60 of 295

58WEGWIJS IN UW AUTO
BELANGRIJK Het verdient aanbeveling om de luchtrecircu-
latie in te schakelen in de file of in tunnels. Hiermee wordt
voorkomen dat vervuilde lucht het interieur bereikt. Het is niet
raadzaam dit systeem langdurig te laten werken, omdat an-
ders, vooral als u met meerdere personen in de auto zit, de kans
aanzienlijk toeneemt dat de ruiten beslaan.
D. Drukknop voor in-/uitschakelen luchtrecirculatie
(lampje brandt bij ingeschakelde functie).
E Drukknop voor in-/uitschakelen aircocompressor (lampje
brandt bij ingeschakelde functie).
F Drukknop voor in-/uitschakelen achterruitverwarming.
Bij inschakeling gaat het lampje op de knop branden. De
functie is voorzien van een tijdschakeling om de lading van
de accu te behouden, waardoor de functie na ongeveer 20
minuten automatisch wordt uitgeschakeld.SNELLE ONTWASEMING/ONTDOOIING VAN DE
VOORRUIT EN DE ZIJRUITEN VOOR (MAX-DEF)
Ga als volgt te werk:
❍draai de knop A in het rode vlak;
❍draai de knop C in stand Ú;
❍draai de knop D in stand
-;
❍draai de knop B in stand 4
-(maximale aanjagersnelheid).
BELANGRIJK De airconditioning kan goed gebruikt worden om
de ruiten sneller te ontwasemen, omdat de lucht wordt ont-
vochtigd. Stel de bedieningsorganen in zoals hiervoor beschre-
ven en schakel de airconditioning in door de knop B in te druk-
ken; het lampje op de knop gaat branden.
ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning 1 keer per maand ge-
durende 10 minuten in. Laat voor het zomerseizoen de wer-
king van de airconditioning door het Lancia Servicenetwerk con-
troleren.
Page 61 of 295
WEGWIJS IN UW AUTO59
1
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING MET GESCHEIDEN REGELING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
L0E0018mfig. 26
De auto is uitgerust met een airconditioning met gescheiden
luchttemperatuurregeling fig. 26 voor bestuurders- en passa-
gierszijde.Dit systeem is uitgerust met AQS (Air Quality System) dat au-
tomatisch de luchtrecirculatie inschakelt als vervuilde buiten-
lucht wordt gesignaleerd (bijvoorbeeld in een file en in tunnels).
Page 62 of 295

60WEGWIJS IN UW AUTO
AIRCONDITIONING INSCHAKELEN
Het systeem kan op verschillende manieren worden ingescha-
keld, maar aangeraden wordt eerst de gewenste temperaturen
op het display in te stellen en daarna de knop AUTO in te druk-
ken.
Met de airconditioning kan de temperatuur voor de bestuurder
en de passagier apart worden ingesteld. Het maximale tempe-
ratuurverschil is 7 °C.
De aircocompressor schakelt alleen in als de buitentempera-
tuur hoger is dan 4 °C.
Bij lage buitentemperaturen raden wij u aan om
de recirculatiefunctie niet te gebruiken, omdat
hierdoor de ruiten sneller kunnen beslaan.
Automatische werking van de airconditioning
(functie AUTO) A-fig. 26
Als u de knop AUTO indrukt, regelt het systeem automatisch:
❍de hoeveelheid naar het interieur toegevoerde lucht;
❍de luchtverdeling in het interieur;
waarbij alle voorafgaande handmatige instellingen worden op-
geheven.
Tijdens de automatische werking van de airconditioning ver-
schijnt op het display de melding FULL AUTO.
Tijdens de automatische werking is het altijd mogelijk de inge-
stelde temperaturen te veranderen en handmatig een van de vol-
gende handelingen uit te voeren:
❍regelen aanjagersnelheid;
❍instellen luchtverdeling;
❍in- en uitschakelen luchtrecirculatie en AQS-functie;
❍inschakelen aircocompressor.
Page 63 of 295

WEGWIJS IN UW AUTO61
1
Bedieningsknoppen luchtverdeling B-fig. 26
Als u een of meer knoppen
//˙indrukt, dan kunt u hand-
matig een van de 7 mogelijke verdelingen van de lucht naar het
interieur kiezen:
Luchtstroom naar de luchtroosters van de voorruit en
de zijruiten voor voor ontdooiing/ontwaseming van de
ruiten.
Luchtstroom naar de luchtroosters van de beenruim-
ten voor en achter. Deze luchtverdeling zorgt voor een
snelle verwarming van het interieur.
Lucht uit de luchtroosters voor/achter, luchtroosters
˙in het midden en aan de zijkant op het dashboard,
luchtrooster achter, luchtroosters voor ontdooien/ ont-
dooiing van de voorruit en de zijruiten voor.
Lucht uit de luchtroosters voor ontwaseming/ontdooi-
ing van de voorruit en zijruiten voor. Deze luchtverde-
ling zorgt voor een goede verwarming van het interieur
en voorkomt het eventuele beslaan van de ruiten.
˙
Luchtstroom verdeeld over de luchtroosters in de been-
ruimte (warmere lucht), de luchtroosters in het mid-
den en aan de zijkant van het dashboard en het lucht-
rooster achter (koelere lucht).˙Luchtstroom verdeeld over de luchtroosters in het mid-
den en aan de zijkant van het dashboard, het lucht-
rooster achter en de luchtroosters voor het ontdooi-
en/ontwasemen van de voorruit en de zijruiten voor. De-
ze luchtverdeling zorgt voor een goede ventilatie van het
interieur en voorkomt het eventuele beslaan van de rui-
ten.
BELANGRIJK Voor de werking van de airconditioning moet
minstens één knop van de luchtverdeling
//˙worden in-
gedrukt. Het systeem staat de uitschakeling tegelijk van alle
knoppen
//˙niet toe.
BELANGRIJK Druk op de knop OFF om het systeem weer in
te schakelen: alle functies die waren opgeslagen voor het uit-
zetten van de motor, worden opnieuw ingesteld.
Voor het hervatten van de automatische werking van de lucht-
verdeling na een handmatige instelling, moet de knop AUTO
worden ingedrukt.
Page 64 of 295

62WEGWIJS IN UW AUTO
Regeling aanjagersnelheid fig. 26
Druk op de knop C
pvoor het verhogen/verlagen van de aan-
jagersnelheid.
Er kunnen 12 snelheden worden gekozen die worden weerge-
geven door de verlichte staafjes op het display:
❍maximum aanjagersnelheid = alle staafjes verlicht;
❍minimum aanjagersnelheid = één staafje verlicht.
De aanjager kan worden uitgeschakeld (geen enkel verlicht staaf-
je), maar alleen als u de aircocompressor hebt uitgeschakeld met
de knop
❄.
Om de automatische regeling van de aanjagersnelheid weer in
te schakelen, na een handmatige instelling, moet u de knop
AUTO indrukken.Gelijkstellen ingestelde temperaturen
(functie MONO) fig. 26
Als u de knop D (MONO) indrukt, wordt de temperatuur aan
bestuurders- en passagierszijde automatisch gelijkgesteld.
Draai aan de knop AUTO of MONO voor het verhogen/verlagen
van de temperatuur aan beide zijden.
Als u de knop MONO opnieuw indrukt, wordt de functie uitge-
schakeld.
Aircocompressor uitschakelen fig. 26
Druk op de knop E (OFF).
Op het display verschijnen de volgende gegevens:
❍opschrift OFF;
❍weergave buitentemperatuur;
❍weergave ingeschakelde luchtrecirculatie (lampje op de knop
Tbrandt).