Page 233 of 295

ONDERHOUD EN ZORG231
5
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
Benzine-uitvoeringen
x 1000 km
Maanden
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning
eventueel herstellen
Werking verlichting (koplamp- en achterlichtunits, richtingaanwijzers,
waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, waarschuwings-/
controlelampjes enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter controleren
Stand wisserbladen voor/achter controleren en wisserbladen op slijtage
controleren
Remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren en
werking waarschuwingslampje voor versleten remblokken controleren
Remblokken achter (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie,
bodemplaatbescherming, uitlaat, brandstof-
en remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.),
en rubber slangen van het rem- en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep
op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (remsysteem, hydraulische
koppelingbediening, ruitensproeiers, accu, motorkoelsysteem enz.)
Handrem controleren en eventueel afstellen
Conditie van aandrijfriem(en) voor de hulporganen visueel controleren
Conditie van getande distributieriem visueel controleren30 60 90 120 150 180
24 48 72 96 120 144
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●
●●
Page 234 of 295

232ONDERHOUD EN ZORG
30 60 90 120 150 180
24 48 72 96 120 144
●●● ●●●
●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●
●
●●● ●●●
●●●
●●● ●●●
●●● ●●●
●●● ●●●x 1000 km
Maanden
Uitlaatgasemissie controleren
Benzinedamp-opvangsysteem controleren
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Controle van de laadstatus van de accu en eventuele oplading
Aandrijfriem(en) voor hulporganen vervangen
Getande distributieriem vervangen (*)
Bougies vervangen (1)
Luchtfilterelement vervangen
Motorolie en oliefilter vervangen (of om de 24 maanden) (2)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 15 maanden)
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsver-
keer, langdurig stationair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
(1) Om de juiste werking te garanderen en om ernstige schade aan de motor te voorkomen, is voor de uitvoeringen
1.4 Turbo Jet en 1.4 Turbo Multi Air het volgende van fundamenteel belang:
– gebruik uitsluitend het merk en type bougies dat specifiek voor de Turbo Jet en Turbo Multi Air motor is voor-
geschreven (zie hetgeen beschreven staat in de paragraaf “Motor”);
– houdt u strikt aan het vervangingsinterval van de bougies dat in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema staat
aangegeven;
– het is raadzaam u hiervoor tot het Lancia Servicenetwerk te wenden.
(2) Als de auto overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt en in elk geval als de auto jaarlijks minder dan 10.000 km rijdt,
dan moet de motorolie en het oliefilter om de 12 maanden worden vervangen.
Page 235 of 295

ONDERHOUD EN ZORG233
5
Dieseluitvoeringen
x 1000 km
Maanden
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen
Werking verlichting (koplamp- en achterlichtunits, richtingaanwijzers,
waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, waarschuwings-/
controlelampjes enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter controleren
Stand wisserbladen voor/achter controleren en wisserbladen op slijtage controleren
Remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren en
werking waarschuwingslampje voor versleten remblokken controleren
Remblokken achter (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie,
bodemplaatbescherming, uitlaat, brandstof-
en remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.),
en rubber slangen van het rem- en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep
op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (remsysteem, hydraulische
koppelingbediening, ruitensproeiers, accu, motorkoelsysteem enz.)
Handrem controleren en eventueel afstellen
Spanning van aandrijfriemen voor hulporganen controleren en eventueel afstellen
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren35 70 105 140 175
24 48 72 96 120
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●●
●● ● ● ●
Page 236 of 295

35 70 105 140 175
24 48 72 96 120
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●
●
●●
●●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
234ONDERHOUD EN ZORG
x 1000 km
Maanden
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Controle van de laadstatus van de accu en eventuele oplading
Aandrijfriem(en) voor hulporganen vervangen
Getande distributieriem vervangen (*)
Brandstoffilter vervangen
Luchtfilterelement vervangen
Motorolie en oliefilter vervangen (uitvoeringen zonder DPF) (of om de 24 maanden)
Motorolie en oliefilter vervangen (uitvoeringen met DPF)(**)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 15 maanden)
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsver-
keer, langdurig stationair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
(**) De motorolie en het oliefilter moeten worden vervangen als het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel brandt of in
ieder geval om de 24 maanden.
Als de auto overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt, dan moet de motorolie en het oliefilter om de 12 maanden
worden vervangen.
Page 237 of 295
ONDERHOUD EN ZORG235
5
PERIODIEKE CONTROLES
Iedere 1.000 km of voor een lange reis controleren en eventueel
bijvullen:
❍niveau van de motorkoelvloeistof;
❍niveau van de remvloeistof;
❍niveau van de ruitensproeiervloeistof;
❍conditie en spanning van de banden;
❍werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richting-
aanwijzers, waarschuwingsknipperlichten enz.);
❍werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter en stand/slijtage
wisserbladen voor/achter.
Iedere 3.000 km controleren en eventueel bijvullen: motorolie-
niveau.
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO
Als de auto overwegend onder zware bedrijfsomstandigheden
rijdt, zoals:
❍trekken van aanhangers of caravans;
❍rijden op stoffige wegen;
❍veel korte ritten (minder dan 7–8 km) en bij buitentempe-
raturen onder nul;
❍veel langdurig stationair draaiende motor of lange ritten bij
lage snelheden of als de auto lang stilstaat;
Page 238 of 295
236ONDERHOUD EN ZORG
is het noodzakelijk de volgende controles vaker uit te voeren, dan
in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema staat aangegeven:
❍remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage con-
troleren;
❍vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep op
vervuiling controleren en mechanismen smeren;
❍visueel de conditie controleren van: motor, versnellingsbak,
aandrijfassen, uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber
delen (stofkappen, hoezen enz.) en rubber slangen van rem-
en brandstofsysteem;❍acculading en niveau van het elektrolyt in de accu contro-
leren;
❍conditie van aandrijfriemen voor hulporganen visueel con-
troleren;
❍luchtfilter controleren en eventueel vervangen.
Page 239 of 295
ONDERHOUD EN ZORG237
5
NIVEAUS CONTROLEREN – Uitvoering 1.4 Turbo Jet
fig. 1L0E0092m
Page 240 of 295
238ONDERHOUD EN ZORG
Uitvoering 1.4 Turbo Multi Air
fig. 2L0E0204m