Page 25 of 295

WEGWIJS IN UW AUTO23
1
Grootlicht (blauw)
Het lampje gaat branden als het grootlicht wordt in-
geschakeld.
1
Cruise-control (snelheidsregelaar) (groen)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na enkele seconden moet het lamp-
je doven. Het lampje op het instrumentenpaneel brandt als de
draaiknop van de cruise-control in stand ON staat.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
Ü
DISPLAY
De auto kan zijn uitgerust met een multifunctioneel of een in-
stelbaar multifunctioneel display dat tijdens de rit nuttige in-
formatie levert aan de bestuurder op basis van de instelling voor
de gewenste gegevens.
BEGINSCHERM MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
Uitvoeringen zonder Start&Stop fig. 4
Op het beginscherm kan het volgende worden weergegeven:
A. Datum
B. Eventuele inschakeling elektrische stuurbekrachtiging Dual-
drive
C. Informatie over Sport-functie (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten)
D. Tijd
E. Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller)
F. Melding kans op gladheid
G. Buitentemperatuur
H. Afstand tot de volgende servicebeurt
I. Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is
ingeschakeld)
fig. 4
L0E1000g
Page 26 of 295
24WEGWIJS IN UW AUTO
Uitvoeringen met Start&Stop fig. 4a
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Op het beginscherm kan het volgende worden weergegeven:
A Datum
B Gear Shift Indicator (schakeladvies) (voor bepaalde uitvoe-
ringen/markten)
C Weergave Start&Stop-functie
D TijdE Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller)
F Buitentemperatuur
G Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is inge-
schakeld)
H Eventuele inschakeling elektrische stuurbekrachtiging Du-
aldrive
fig. 4a
L0E1032g
Page 27 of 295
WEGWIJS IN UW AUTO25
1
E. Weergave status van de auto (bijv. geopende portieren of kans
op gladheid enz.)/Weergave Start&Stop-functie (voor bepaalde
uitvoeringen/markten)/Gear Shift Indicator (schakeladvies)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
F. Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is inge-
schakeld)
G. Buitentemperatuur
Als op enkele uitvoeringen de menuoptie “Info motor” wordt ge-
selecteerd, dan wordt, als de contactsleutel in stand MAR wordt
gedraaid, op het display de turbodruk weergegeven fig. 6.
fig. 6
L0E0004mfig. 5L0E1033g
BEGINSCHERM INSTELBAAR
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY fig. 5
Op het beginscherm kan het volgende worden weergegeven:
A. Tijd
B. Datum
C. Informatie over Sport-functie (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten)
D. Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller)
Page 28 of 295

26WEGWIJS IN UW AUTO
GEAR SHIFT INDICATOR
Het “GSI”-systeem (Gear Shift Indicator) geeft een schakelad-
vies aan de bestuurder d.m.v. een melding op het instrumen-
tenpaneel (zie fig. 6a).
De GSI adviseert de bestuurder naar een andere versnelling te
schakelen om brandstof te besparen.
Als op het display de icoon SHIFT UP (NSHIFT) verschijnt,
dan adviseert het “GSI”-systeem om naar een hogere versnelling
te schakelen. Bij weergave op het display van het icoon SHIFT
DOWN (OSHIFT) adviseert het “GSI”-systeem om naar een
lagere versnelling te schakelen.
OPMERKING De weergave op het instrumentenpaneel blijft
branden totdat de bestuurder schakelt of totdat de rij-omstan-
digheden zodanig wijzigen dat schakelen voor een optimaal ver-
bruik niet meer nodig is.
fig. 6a
L0E1025gfig. 7L0E0005m
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 7
Õ: om het scherm en de keuzemogelijkheden naar boven te door-
lopen of de weergegeven waarde te verhogen.
SET: kort indrukken voor toegang tot het menu en/of naar het
volgende scherm te gaan of de keuze te bevestigen. Even inge-
drukt houden om terug te keren naar het beginscherm.
Ô: om het scherm en de keuzemogelijkheden naar beneden te
doorlopen of de weergegeven waarde te verlagen.
Page 29 of 295

WEGWIJS IN UW AUTO27
1
BELANGRIJK Bij de knoppen ÕenÔhangt de werking van het
volgende af:
– binnen het menu kunt u het menu naar boven of beneden door-
lopen;
– tijdens het instellen kunt u de waarde verhogen of verlagen.
BELANGRIJK Bij het openen van een voorportier wordt het dis-
play verlicht en wordt enkele seconden de tijd en de kilometer-
/mijltotaalteller weergegeven.SETUP-MENU
Het menu bestaat uit een aantal functies; de functies kunnen met
de knoppen
ÕenÔworden gekozen, waarna u de opties kunt
selecteren of instellingen (setup) kunt aanpassen. Bij enkele op-
ties is er een submenu. Het setup-menu kan worden geactiveerd
door de knop SET kort in te drukken.
Het menu bestaat uit de volgende opties:
– MENÙ
– VERLICHTING
– BEEP SNELHEID
– SCHEMERSENSOR (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
– CORNERING LIGHTS (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
– INSCHAKELEN/GEGEVENS TRIP B
– TIJD INSTELLEN
– DATUM INSTELLEN
– EERSTE PAGINA (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
– ZIE RADIO
– AUTOCLOSE
– MEETEENHEID
– TAAL
– VOLUME GELUIDSSIGNALEN
– VOLUME TOETSEN
– BEEP/BUZZ. GORDELS
– SERVICE
– AIRBAG / BAG PASSAGIER
– DAGVERLICHTING
– MENÙ VERLATEN
Page 30 of 295

28WEGWIJS IN UW AUTO
Een menuoptie selecteren in het hoofdmenu
zonder submenu:
– als u de knop SET kort indrukt, kunt u in het hoofdmenu de
instelling selecteren die u wilt wijzigen;
– met de knop
ÕofÔ(door de knop telkens in te drukken) kan
de nieuwe instelling worden geselecteerd;
– als u de knop SET kort indrukt, kunt u de instelling opslaan
en tegelijkertijd terugkeren naar de eerder geselecteerde menu-
optie in het hoofdmenu.
Een menuoptie selecteren in het hoofdmenu
met submenu:
– als u de knop SET kort indrukt, wordt de eerste menuoptie
van het submenu weergegeven;
– met de knop
ÕofÔ(door de knop telkens in te drukken) kunt
u alle menuopties van het submenu doorlopen;
– als u de knop SET kort indrukt, kunt u de weergegeven me-
nuoptie van het submenu selecteren en verschijnt het betref-
fende setup-menu;
– met de knop
ÕofÔ(door de knop telkens in te drukken)
kan de nieuwe instelling van deze menuoptie in het submenu
worden geselecteerd;
– als u de knop SET kort indrukt, kunt u de instelling opslaan
en tegelijkertijd terugkeren naar de daarvoor geselecteerde me-
nuoptie in het submenu.
MENUOPTIES
Verlichting (Lichtsterkte interieur regelen)
Met deze functie kan – bij ingeschakelde buitenverlichting – de
lichtsterkte (op 8 niveaus) van het instrumentenpaneel, de be-
diening van de autoradio en van de automatische klimaatrege-
ling (voor bepaalde uitvoeringen/markten) worden geregeld.
Ga voor het regelen van de lichtsterkte als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET; op het display knippert het eer-
der ingestelde niveau;
– druk op knop
ÕofÔom de lichtsterkte in te stellen;
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het menu-
scherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar
het beginscherm zonder op te slaan.
Snelheidszoemer (Snelheidslimiet)
Met deze functie kan de snelheidslimiet van de auto (km/h of
mph) worden ingesteld. Als deze limiet wordt overschreden,
wordt de bestuurder gewaarschuwd (zie “Lampjes op het in-
strumentenpaneel” in hoofdstuk “1”). Ga voor het instellen van
de snelheidslimiet als volgt te werk:
– druk kort op knop SET; op het display verschijnt de bijbeho-
rende melding;
– druk op knop
ÕofÔvoor inschakeling (On) of uitschakeling
(Off) van de snelheidslimiet;
– als de functie al was ingeschakeld (On), kan met de knop
Õ
ofÔde gewenste snelheidslimiet worden ingesteld en worden
bevestigd door het indrukken van de knop SET.
Page 31 of 295

WEGWIJS IN UW AUTO29
1
BELANGRIJK De waarde kan worden ingesteld tussen 30 en
200 km/h of tussen 20 en 125 mph, afhankelijk van de inge-
stelde meeteenheid (zie de paragraaf “Meeteenheid instellen
(Meeteenheid)” hierna). Elke keer als u de knop
Õ/Ôindrukt,
wordt de waarde 5 eenheden verhoogd of verlaagd. Als u de knop
Õ/Ôingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door
of terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt u de exacte
waarde in door de knop telkens in te drukken en los te laten.
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het menu-
scherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar
het beginscherm zonder op te slaan.
Ga als volgt te werk als u de instelling wilt annuleren:
– druk kort op de knop SET; op het display knippert (On);
– druk op knop
Ô, op het display knippert (Off);
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het menu-
scherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar
het beginscherm zonder op te slaan.Schemersensor (Gevoeligheid sensor koplampen/
automatisch inschakelende koplampen instellen)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de gevoeligheid van de schemersensor wor-
den ingesteld op 3 niveaus (niveau 1 = minimum niveau, niveau
2 = gemiddeld niveau, niveau 3 = maximum niveau); hoe ho-
ger de gevoeligheid, hoe minder buitenlicht er nodig is om de
verlichting in te schakelen.
Ga voor de gewenste instelling als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET; op het display knippert het eer-
der ingestelde niveau;
– druk op de knop
ÕofÔom de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het menu-
scherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar
het beginscherm zonder op te slaan.
Page 32 of 295

30WEGWIJS IN UW AUTO
Cornering lights (“Cornering lights” in-/uitschakelen –
Mistlampen voor met Cornering lights-functie)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kunnen de “Cornering lights” worden in- of uit-
geschakeld. Ga als volgt te werk om de lichten in of uit (ON/OFF)
te schakelen:
– druk kort op de knop SET; op het display knippert “On” of
“Off”, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop
ÕofÔom de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het menu-
scherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar
het beginscherm zonder op te slaan.
Inschakelen/Gegevens trip B (Trip B inschakelen)
Met deze functie kan de weergave van Trip B (dagteller) worden
ingeschakeld (On) of uitgeschakeld (Off).
Zie voor meer informatie de paragraaf “Tripcomputer”.
Ga voor het in-/uitschakelen als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET; op het display knippert On of Off,
afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop
ÕofÔom de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het menu-
scherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar
het beginscherm zonder op te slaan.Tijd instellen (Klokje instellen)
Met deze functie kan het klokje worden ingesteld m.b.v. twee
submenu's: “Tijd” en “Formaat”.
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET; op het display verschijnen de twee
submenu's “Tijd” en “Formaat”;
– druk op de knop
ÕofÔom tussen de submenu's te navige-
ren;
– druk na het selecteren van het submenu dat u wilt wijzigen,
kort op de knop SET;
– als het submenu “Tijd” is gekozen: druk kort op de knop SET;
op het display knipperen de “uren”;
– druk op de knop
ÕofÔom de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop SET; op het display knipperen de “mi-
nuten”;
– druk op de knop
ÕofÔom de instelling uit te voeren.