Page 321 of 378

WAARSCHUWING!
Gebruik nooit vluchtige oplosmiddelen om te
reinigen. Dergelijke stoffen zijn vaak ontvlam-
baar en kunnen bij gebruik in afgesloten ruim-
ten ademhalingsproblemen veroorzaken.
Koplampen reinigen
Uw auto is uitgerust met kunststof koplamplen-
zen die lichter en minder gevoelig voor steen-
slag zijn dan glazen koplamplenzen.
Kunststof is minder krasbestendig dan glas, ga
daarom anders te werk bij het reinigen van de
koplamplens.
Om krassen tot een minimum te beperken en
de lichtopbrengst maximaal te houden, mogen
de koplamplenzen niet met een droge doek
worden schoongemaakt. Verwijder vuil met een
sopje van zachte zeep en spoel goed na.
Gebruik nooit schurende reinigingsmiddelen,
oplosmiddelen, staalwol of andere bijtende
stoffen om de lenzen te reinigen. Ruitoppervlakken
Alle glazen oppervlakken moeten regelmatig
worden schoongemaakt met MOPAR
Glass
Cleaner of een willekeurig reinigingsmiddel
voor glas. Gebruik nooit een reiniger met
schuurmiddelen. Wees voorzichtig terwijl u de
binnenzijde van de achterruit schoonmaakt.
Let op de draden van de achterruitverwarming.
Gebruik geen schrapers of andere scherpe
voorwerpen die de verwarmingselementen
kunnen beschadigen.
Wanneer u de spiegels schoonmaakt, moet u
het reinigingsmiddel op de gebruikte doek aan-
brengen. Spuit de reinigingsvloeistof niet recht-
streeks op de spiegel.
Reinigen van kunststoflenzen in
instrumentenpaneel
De lenzen voor de meetinstrumenten in deze
auto zijn vervaardigd uit glasheldere kunststof.
Wees bij het reinigen hiervan extra voorzichtig
om geen krassen te veroorzaken.
1. Reinig met een zachte bevochtigde doek.
Eventueel kan een sopje van zachte zeep
worden gebruikt, maar gebruik in geen geval
reinigingsalcohol of bijtende of schurende rei- nigingsmiddelen. Verwijder de zeep met een
schone, vochtige doek.
2. Wrijf ten slotte droog met een zachte doek.
Verzorging van autogordels
Bleek of verf de gordels nooit en reinig ze niet
met chemische oplosmiddelen of bijtende rei-
nigers. De gordelband kan hierdoor worden
aangetast. Ook zonnestraling tast de stof aan.
Voor het schoonmaken van de gordels kunt u
MOPAR
Total Clean gebruiken, of een niet-
bijtend reinigingsmiddel of lauw water. Verwij-
der de gordels hiertoe niet uit de auto.
Laat de gordels vervangen wanneer ze gaan
rafelen, slijtplekken vertonen of wanneer de
gespsluitingen niet goed functioneren.
Wrijf ten slotte droog met een zachte doek.
ZEKERINGEN
Volledig geïntegreerde
voedingsmodule
De elektrische combinatiemodule (TIPM) be-
vindt zich in de motorruimte. Dit centrum bevat
patroonzekeringen en minizekeringen. In de
binnenzijde van het deksel is mogelijk een
317
Page 322 of 378

beschrijving van elke zekering en elk onder-
deel geperst, of het houdernummer van elke
zekering welke overeenkomt met het volgende
schema.
Lo-
catie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
J01 40 A groen Luchtvering
J02 30 A roze Elektrische module
achterklep
Lo-
catie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
J03 30 A roze Met aanhanger
J04 25 amp Blanco Knooppunt bestuur-
dersportier
J05 25 amp Blanco Knooppunt passa-
giersportier
J06 40 A groen Pomp
antiblokkeerrem/
stabiliteitssysteem
J07 30 A roze Ventiel
antiblokkeerrem/
stabiliteitssysteem
J08 40 A groen Elektrisch bedien-
bare stoel
J09 30 A roze Handrem
J10 30 A roze Relaiscontact kop-
lampsproeier
J11 30 A roze Regelmodule aan-
drijflijnLo-
catie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
J12 30 A roze Achterruitverwar-
ming
J13 60 A geel Continuspanning
contactschakelaar
J14 20 A blauw Aanhangerverlich-
ting / parkeerver-
lichting
J15 40 A groen Ventilator/blazer
voorzijde
J17 40 A groen Relais startmotor
J18 20 A blauw Regelmodule
aandrijflijn/
Powertrain Control
Module/
transmissiebereik
regelmodule aan-
drijflijn
Volledig geïntegreerde voedingsmodule (TIPM)
318
Page 323 of 378

Lo-
catie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
J19 60 A geel Ventilatormotor ra-
diateur hoog/
ventilatormotor ra-
diateur laag
J20 30 A roze Ruitenwisser voor-
ruit
J21 20 A blauw Regelaar wasinstal-
latie voor/achter
J22 25 amp Blanco Module schuifdak
M1 15 A blauwRemlichten
M2 20 A geelElektronisch be-
perkteslipdifferenti-
eel / pneumatische
ophanging
M3 20 A geelAchterklep/
hoofdsteun
M5 25 amp Blanco115 VAC omvormerLo-
catie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
M6 20 A geelAansteker
M7 20 A geelAansluitcontact #2
(schakelbaar)
M8 20 A geelStoelverwarming
voor & stuurwiel-
verwarming
M9 20 A geelStoelverwarming
achterin
M10 15 A blauwVideo/universele
garagedeuropener
M11 10 A roodVerwarming, venti-
latie & airconditio-
ning (Klimaatrege-
ling)
M12 30 amp GroenRadio/versterker
M13 20 A geelInstrumentenpaneel
M14 20 A geelAchteruitrijcameraLo-
catie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
M15 20 A geelModule(s)
stoelverstelling/
adaptieve
cruisecontrol/
audiotelematica/
relais dagrijlichten/
module
pneumatische
ophanging/
instrumentgroep
M16 10 A roodRegelaar voor vast-
houden inzittende
M19 25 amp BlancoAutomatisch uit-
schakelen 1 en 2
M20 15 A blauwInstrumentenpaneel
M21 20 A geelAutomatisch uit-
schakelen 3
M22 10 A roodClaxons (laag/
hoog) – rechts
319
Page 324 of 378

Lo-
catie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
M23 10 A roodClaxons (laag/
hoog) – links
M24 25 amp BlancoRuitenwisser ach-
terruit
M25 20 A geelOutput motor
brandstofpomp/
opvoerpomp diesel
(uitsluitend export)
M26 10 A roodSchakelpaneel be-
stuurdersportier
M27 10 A roodContactschakelaar/
regelmodule
afstandsbediening/
regelmodule sleu-
telloze portieront-
grendeling
M28 15 A blauwRegelaar
aandrijflijn/regelaar
transmissieLo-
catie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
M29 10 A roodBewaking banden-
spanning
M30 15 A blauwJ1962 diagnose-
stekker
M31 20 A geelAchteruitrijlichten
M32 10 A roodRegelaar voor vast-
houden inzittende
M33 10 A roodRegelaar
aandrijflijn/regelaar
transmissie
M34 10 A roodParkeerhulpmodule
/ module
klimaatsysteem/
infraroodsensor/
kompasmodule
M35 15 A blauwParkeerverlichting
linksachter
M36 20 A geelAansluitcontactLo-
catie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
M37 10 A roodModule
antiblokkeerrem/
stabiliteitssysteem
M38 25 amp BlancoAlle portieren ver-
grendelen & ont-
grendelen
LET OP!
•
Bij het aanbrengen van het deksel op de
elektrische combinatiemodule (TIPM) moet
het deksel de correcte stand hebben en
stevig worden vergrendeld. Als dit wordt
nagelaten, kan er water in de module ko-
men en zal het elektrisch systeem mogelijk
uitvallen.
(Vervolgd)
320
Page 325 of 378

LET OP!(Vervolgd)
• Vervang zekeringen uitsluitend door exem-
plaren met dezelfde ampèrewaarde. Wan-
neer u een zekering vervangt door een met
een hogere ampèrewaarde, kan het elek-
trische systeem zo gevaarlijk overbelast
raken. Als nieuwe zekeringen met de juiste
ampèrewaarde meteen doorbranden, is er
een defect in het circuit dat gerepareerd
dient te worden.
STALLEN VAN DE AUTOAls u meer dan 21 dagen geen gebruik maakt
van uw auto, zult u misschien voorzorgsmaat-
regelen willen nemen ter bescherming van de
accu. U kunt:
• Verwijder zekering #27 in de elektrische
combinatiemodule (TIPM) met de aandui-
ding Ignition-Off Draw (IOD#1).
• of de minkabel van de accu loskoppelen. •
Wanneer u de auto stalt, of minstens twee
weken lang niet meer gebruikt (bijv. bij va-
kantie), laat het aircosysteem dan bij statio-
nair toerental vijf minuten lang draaien in de
buitenlucht bij een hoge aanjagersnelheid.
Zo krijgt het systeem voldoende smering en
is de kans op schade aan de aircocompres-
sor miniem wanneer u het systeem weer
start.
VERVANGINGSLAMPEN
Binnenverlichting Gloeilamptype
Verlichting handschoenenkastje ......194
Verlichting handgreep ......L002825W5W
Leeslampjes in plafondconsole ....VT4976
Verlichting bagageruimte .........214–2
Verlichting zonneklepspiegel ......V26377
Instapverlichting onderkant dashboard . . 906
Instrumentenpaneel
(algemene verlichting) ...........103
Verklikkerlampje/
waarschuwingsknipperlicht ..........74Buitenverlichting Gloeilamptype
Richtingaanwijzers achter
. 7440NA (WY21W)
Hulpverlichting achterklep ........W3W
Richtingaanwijzer/stadslicht vóór .....T20
Mislampen vóór ............ PSX24W
Zijmarkeerlicht voor ............W5W
Dimlicht – Gasontlading (HID) . . D1S (onder-
houd bij erkende dealer)
Dagrijlicht (DRL) ............. 3157 K
Dimlicht ...................H11
Grootlicht .................. 9005
Back-upverlichting achterklep . . 921 (W16W)
Verlichting kentekenplaat achter .....W5W
Rem-/achterlichten .......3157 (P27/7W)
Mistlichten achter ........7440 (W21W)
OPMERKING:
De nummers verwijzen naar in de handel
verkrijgbare gloeilamptypen die u bij uw
erkende dealer kunt aanschaffen.
Ga naar uw dealer als een gloeilamp moet
worden vervangen of raadpleeg de van toe-
passing zijnde onderhoudshandleiding.
321
Page 326 of 378

GLOEILAMPEN VERVANGEN
HID-koplampen (High Intensity
Discharge) - indien aanwezig
De koplampen zijn een soort hoogspan-
ningsontladingsbuis. Zelfs wanneer de kop-
lampschakelaar is uitgeschakeld en de sleutel
uit het contactslot is gehaald, kan er hoogspan-
ning zijn in het circuit.Daarom mag u niet
proberen om zelf een koplamp te vervangen.
Als een koplamp defect raakt, moet u deze
door een erkende dealer laten vervangen.
WAARSCHUWING!
Wanneer de koplampschakelaar wordt inge-
schakeld, treedt er kortstondig hoogspanning
op aan de fittingen van de HID-koplampen.
Als het onderhoud niet correct wordt uitge-
voerd, kan deze hoogspanning een ernstige
elektrische schok of zelfs elektrocutie veroor-
zaken. Neem contact op met een erkende
dealer. OPMERKING:
Bij auto’s met HID-koplampen (High Inten-
sity Discharge) hebben de lichten een
blauwe tint wanneer ze worden ingescha-
keld. Na ongeveer 10 seconden, wanneer
het systeem is opgeladen, vermindert de
intensiteit van de tint en wordt de kleur
witter.
Halogeen koplampen - indien
aanwezig
1. Open de motorkap.
2. Draai de lamp van het groot- of dimlicht een
kwartslag naar links om deze uit de behuizing
te verwijderen.
3. Trek de stroomvoorziening los en vervang
de lamp.
LET OP!
Raak de nieuwe gloeilamp niet met de vingers
aan. Oliecontaminatie verkort de levensduur
van de lamp. Wanneer de lamp in contact
komt met vettigheid, reinig dan eerst met
reinigingsalcohol.
Richtingaanwijzer voor
1. Open de motorkap.
2. Draai de lamp van de richtingaanwijzer een
kwartslag naar links om deze uit de behuizing
te verwijderen.
3. Trek de stroomvoorziening los en vervang
de lamp.
LET OP!
Raak de nieuwe gloeilamp niet met de vingers
aan. Oliecontaminatie verkort de levensduur
van de lamp. Wanneer de lamp in contact
komt met vettigheid, reinig dan eerst met
reinigingsalcohol.
Mislampen vóór
1. Reik door de uitsparing in het spatscherm
en trek de draadboom van de stekker van de
mistlamp.
2. Pak nu de lamp stevig vast bij de twee
grendelveren en knijp de veren samen om de
lamp los te maken uit de achterzijde van de
mistlampbehuizing.
322
Page 327 of 378

3. Trek de lamp recht uit de opening met sleuf
in het lamphuis.
LET OP!
•Raak de nieuwe gloeilamp niet met de
vingers aan. Oliecontaminatie verkort de
levensduur van de lamp. Wanneer de lamp
in contact komt met vettigheid, reinig dan
eerst met reinigingsalcohol.
• Gebruik bij vervanging altijd lampen van de
juiste maat en het juiste type. Door plaat-
sing van een lamp van verkeerde maat of
type kan het lamphuis, de fitting of de
bedrading oververhitten en daardoor be-
schadigd raken.
4. Lijn de lipjes op de nieuwe mistlamp uit met
de sleuven in de kraag van de opening voor de
lamp in de achterzijde van het lamphuis.
5. Steek de lamp in het lamphuis totdat de
lipjes aanliggen in de sleuven van de kraag.
6. Druk de lamp gelijkmatig en recht in het
lamphuis totdat beide lipjes op hun plaats
klikken en geheel aanliggen. 7. Sluit de draadboom aan op de stekker van
de mistlamp aan de voorzijde.Achterlichten, remlichten en
richtingaanwijzers
1. Open de achterklep.
2. Verwijder de twee pennen uit het omhulsel
van het achterlicht.
3. Pak het achterlicht goed vast en trek de
lamp achterwaarts los uit de opening van het
paneel.
4. Draai de fitting linksom en verwijder deze uit
het lamhuis.
5. Trek de gloeilamp uit de fitting.
6. Breng de nieuwe lamp aan, monteer de
fitting en bevestig de lichtbehuizing.
Op achterklep gemonteerd
achterlicht
1. Open de achterklep.
2. Gebruik een dunne kunststoffen strip of een
platte schroevendraaier om het onderste
bekledingspaneel van de achterklep los te
wrikken.
3. Sluit de achterklep, wanneer het paneel los
is.
4. Open het klapraam in de achterklep.
5. Trek de glasafdichting omhoog aan de on-
derzijde van de raamopening.
6. Verwijder het kleine paneel rondom de sluit-
strip van het glas.
7. Sluit het klapraam in de achterklep en open
de achterklep.
8. Ga nu verder met het verwijderen van het
bekledingspaneel.
323
Page 328 of 378

9. Neem de twee lampen in het bekledings-
paneel los.
10. De achterlichten zijn nu zichtbaar. Draai de
fitting(en) linksom.
11. Verwijder/vervang de lamp(en).
12. Plaats de fitting(en)
13. Plaats het bekledingpaneel van de achter-
klep, volg hierbij de demontagestappen in om-
gekeerde volgorde.Mistlamp in bumperpaneel achter
1. Steek voorzichtig een dunne kunststoffen
strip of een platte schroevendraaier tussen de
binnenrand van de lamp en het bumperpaneel.
2. Wrik de lamp los uit de opening in het
bumperpaneel.
3. Draai de fitting linksom.
4. Vervang de gloeilamp.
5. Plaats de fitting.
6. Haak de binnenrand van de lamp in de
opening in het bumperpaneel.7. Draai de lamp voorwaarts de auto in totdat
deze weer op zijn plaats klikt in de opening in
het paneel.
Derde remlichtHet derde remlicht is een LED-samenstel. Zie
uw erkende dealer voor vervanging.
Verlichting kentekenplaat achterzijde
1. Wrik voorzichtig met een schroevendraaier
tussen de zijkant van de montagelip om de lens
van de kentekenverlichting te verwijderen.
2. Trek de lamp uit de houder.
3. Vervang de gloeilamp.
4. Plaats de lens terug.
Achterlichten in achterklep
Mistlichten achterDerde remlicht (midden)
324