Page 305 of 378

Keuze van motorolie – geen ACEA-normen
Voor optimale prestaties en maximale bescher-
ming onder alle bedrijfsomstandigheden wordt
door de fabrikant geadviseerd uitsluitend API-
gecertificeerde motorolie te gebruiken die vol-
doet aan de materiaalnorm MS-6395 van
Chrysler.
Identificatiesymbool motorolie van het
American Petroleum Institute (API)Dit symbool bete-
kent dat de olie
gecertificeerd is
door het American
Petroleum Institute
(API). De fabrikant
beveelt alleen
door de API ge-
certificeerde mo-
torolie aan.LET OP!
Spoel uw motor niet met chemicaliën, omdat
die de motor kunnen beschadigen. Dergelijke
schade wordt niet gedekt door de beperkte
garantie van een nieuw voertuig.
Keuze van motorolie – ACEA-normen
Voor Europese landen waar olieklasse ACEA
voor oliebeurten wordt gebruikt, moet de mo-
torolie voldoen aan de normen van ACEA C3
die is goedgekeurd voor MB 229,31 of MB
229,51.
Viscositeit motorolie – 3,6-litermotor
SAE 5W-30-motorolie wordt aanbevolen voor
alle gebruikstemperaturen. Deze motorolie ver-
gemakkelijkt het starten bij lage temperaturen
en vermindert het brandstofverbruik.
Op de motorolievuldop wordt ook de aanbevo-
len viscositeit van de motorolie voor uw auto
aangegeven. Zie Motorruimte in Onderhoud
van uw voertuig voor meer informatie betref-
fende de locatie van de vuldop voor motorolie. Viscositeit motorolie – 5,7-litermotor
SAE 5W-20 motorolie wordt aanbevolen voor
alle bedrijfstemperaturen. Deze motorolie ver-
gemakkelijkt het starten bij lage temperaturen
en vermindert het brandstofverbruik.
Op de motorolievuldop wordt ook de aanbevo-
len viscositeit van de motorolie voor uw auto
aangegeven. Zie
Motorruimte in Onderhoud
van uw voertuig voor meer informatie betref-
fende de locatie van de vuldop voor motorolie.
OPMERKING:
Motorolie SAE 5W-30 goedgekeurd tot MB
229.31 of MB 229.51 mag gebruikt worden
als de motorolie SAE 5W-20 niet verkrijgbaar
is.
Motorolie – Dieselmotor
Keuze van de motorolie
Voor optimale prestaties en maximale bescher-
ming onder alle bedrijfsomstandigheden be-
veelt de fabrikant het gebruik aan van motorolie
die voldoet aan de norm MS-11106 van
Chrysler en tevens is goedgekeurd voor Mer-
cedes Benz MB 229.31 of MB 229.51 en ACEA
C3.
301
Page 306 of 378

Motorolie, viscositeit
LET OP!
Uw auto is uitgerust met een geavanceerde
dieselmotor en een uitlaatsysteem dat beoogt
de uitstoot van dieseldeeltjes in de atmosfeer
te beperken. De duurzaamheid van uw motor
en de verwachte levensduur van het filteruit-
laatsysteem hangt voor een groot deel af van
gebruik van de juiste motorolie.
SAE 5W-30 Synthetische Motorolie met een
laag asgehalte wordt aanbevolen voor alle be-
drijfstemperaturen. Deze motorolie vergemak-
kelijkt het starten bij lage temperaturen en
vermindert het brandstofverbruik.
Ook op de olievuldop is de aanbevolen motor-
olieviscositeit voor uw motor aangegeven. Zie
Motorruimte in Onderhoud van uw voertuig
voor meer informatie betreffende de locatie van
de vuldop voor motorolie.
Synthetische motorolieU mag synthetische motorolie gebruiken mits
de olie voldoet aan de aanbevolen kwaliteits-
normen en u de aanbevolen verversingsinter-
vallen voor olie en oliefilter in acht neemt.
Additieven voor motorolieVoeg geen andere additieven toe aan de mo-
torolie, behalve kleurstoffen om lekken op te
sporen. Motorolie is een geavanceerd en hoog-
waardig product waarvan de prestaties door
additieven nadelig kunnen worden beïnvloed.
Afvoeren van afgewerkte motorolie
en filters
Wees zorgvuldig bij het afvoeren van afge-
werkte motorolie en een gebruikte motoroliefil-
ter. Willekeurig afgevoerde olie en motoroliefil-
ters kunnen een belasting voor het milieu
vormen. Neem contact op met uw dealer, een
benzinestation of de gemeentelijke overheid
voor advies over de juiste en veilige manier om
verouderde olie of een gebruikte oliefilter af te
voeren.
MotoroliefilterHet oliefilter moet bij elke motorolieverversings-
beurt door een nieuw filter vervangen worden. Keuze van het oliefilter
Alle motoren van de fabrikant hebben een
full-flow oliefilter voor eenmalig gebruik. Kies
ter vervanging een filter van dit type. De kwa-
liteit van vervangingsfilters is nogal wisselend.
Alleen hoogwaardige filters mogen gebruikt
worden. Deze verzekeren de beste prestaties.
MOPAR
oliefilters zijn van uitstekende kwaliteit
en worden daarom aanbevolen.
Luchtfilter benzinemotorRaadpleeg Onderhoudsschema voor de
juiste onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Het luchtinlaatsysteem (luchtfilterhuis, slan-
gen, enz.) biedt bescherming tegen terug-
slaan van de motor. Verwijder het luchtinlaat-
systeem (luchtfilterhuis, slangen, enz.) alleen
als dat nodig is in verband met onderhoud of
reparatie. Zorg dat er niemand in de nabijheid
van de motorruimte staat voordat u de motor
start terwijl het luchtinlaatsysteem (luchtfilter-
huis, slangen, enz.) is verwijderd. Er bestaat
anders kans op ernstig letsel.
302
Page 307 of 378

Motorluchtfilter kiezen
De kwaliteit van vervangende motorluchtfilters
is sterk wisselend. Alleen hoogwaardige filters
mogen gebruikt worden. De motorluchtfilters
van MOPARzijn van uitstekende kwaliteit en
worden door de fabrikant aanbevolen.
Onderhoudsvrije accuUw auto is voorzien van een onderhoudsvrije
accu. U hoeft nooit water bij te vullen of onder-
houdswerkzaamheden uit te voeren.
WAARSCHUWING!
• Accuvloeistof is een gevaarlijke corrosieve
vloeistof die brandwonden of zelfs blind-
heid kan veroorzaken. Zorg dat uw ogen,
huid en kleding niet in contact komen met
het accuzuur. Leun niet over de accu terwijl
u de klemmen aansluit. Wanneer accuzuur
in de ogen of op de huid spat, spoel dan
onmiddellijk met een ruime hoeveelheid
schoon water.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Accugas is brandbaar en explosief. Houd
vuur en vonken uit de buurt van de accu.
Gebruik geen hulpaccu of andere stroom-
bron van meer dan 12 volt. Zorg dat de
kabelklemmen elkaar niet raken.
• Accupolen en bijbehorende accessoires
bevatten lood en loodhoudende stoffen.
Was uw handen na het werken met ac-
cu’s.
LET OP!
• Let er bij het aansluiten van de accukabels
op dat de pluskabel op de pluspool (+) en
de minkabel op de minpool (-) aangesloten
worden. De aansluitpolen zijn op de accu-
behuizing gemarkeerd als positief (+) en
negatief (-).
• Wanneer u een snellader gebruikt terwijl de
accu nog in de auto zit, koppel dan beide
accukabels los voordat u de lader op de
accu aansluit. Gebruik een snellader nooit
als starthulp.
Onderhoud van de aircoVoor optimale prestaties kunt u het aircosys-
teem het best laten controleren door een er-
kende dealer aan het begin van het zomersei-
zoen. Bij deze onderhoudsbeurt moeten ook
de condensorribben worden gereinigd en moet
een bedrijfstest worden uitgevoerd. Laat ook
de conditie van de aandrijfriem controleren.
LET OP!
Spoel het systeem van de airconditioning niet
met chemicaliën, omdat daardoor de onder-
delen van de airconditioning beschadigd kun-
nen raken. Dergelijke schade wordt niet ge-
dekt door de beperkte garantie van een nieuw
voertuig.
303
Page 308 of 378

WAARSCHUWING!
•Gebruik voor uw airco uitsluitend door de
fabrikant goedgekeurde compressor-
smeermiddelen en koelmiddelen. Som-
mige niet-goedgekeurde koelmiddelen zijn
ontvlambaar, kunnen ontploffen en ernstig
letsel veroorzaken. Andere niet-goedge-
keurde koelmiddelen of smeermiddelen
kunnen de werking verstoren en hoge re-
paratiekosten veroorzaken.
• Het aircosysteem bevat een koelvloeistof
onder hoge druk. Om gevaar voor verwon-
dingen of schade aan het systeem te voor-
komen, mogen het toevoegen van een
koelmiddel of een reparatie alleen door een
vakbekwaam en speciaal opgeleid monteur
plaatsvinden.
OPMERKING:
Gebruik alleen vloeibare pakking voor A/C-
systemen, producten voor het stoppen van
lekken, afdichtingsconditioners, compres-
sorolie of koelmiddelen die goedgekeurd
zijn door de fabrikant. Koelmiddel terugwinnen en hergebruiken
Airconditioningskoelmiddel R-134a is een fluor-
koolwaterstof (HFC) die is goedgekeurd door
de Environmental Protection Agency (EPA) en
die de ozonlaag niet aantast. De fabrikant
adviseert om het onderhoud aan het aircondi-
tioningsysteem te laten uitvoeren door een er-
kende dealer of een bedrijf dat beschikt over
een installatie om het koelmiddel op te vangen
en te recycleren.
Smeren van carrosseriedelenDe sloten en alle scharnierpunten aan de car-
rosserie, zoals de stoelrails, portierscharnieren
en -rollers, kofferbakdeksel, achterklep, schuif-
deuren en motorkapscharnieren, moeten voor
een stille en soepele werking en bescherming
tegen corrosie en slijtage regelmatig worden
gesmeerd met een vet op lithiumbasis, zoals
MOPAR
Spray White Lube of een gelijkwaar-
dig alternatief. Voordat carrosseriedelen wor-
den gesmeerd moeten de desbetreffende pun-
ten goed worden gereinigd. Verwijder na het
smeren overtollig vet of olie. Let vooral op
onderdelen voor vergrendeling van de motor-
kap, om een correcte werking te verzekeren.
Als u werkzaamheden onder de motorkap ver- richt, moet u eerst de motorkapvergrendeling
reinigen en indien nodig smeren.
Smeer de buitenste portierslotcilinders twee
keer per jaar, bij voorkeur in het voorjaar en in
het najaar. Breng een klein beetje hoogwaardig
smeermiddel, zoals Mopar
Lock Cylinder Lu-
bricant (slotcilindervet), of een gelijkwaardig
alternatief, rechtstreeks aan in de slotcilinder.
Wisserbladen voorruitwissersReinig de wisrubbers van ruitenwisserbladen
en de voorruit zelf regelmatig met een spons of
een zachte doek en een niet-schurend reini-
gingsmiddel, zodat aanslag van strooizout en
stof wordt verwijderd.
Als de ruitenwissers langdurig over een droge
ruit in werking zijn, zullen de wisserbladen snel
slijten en beschadigd raken. Gebruik bij het
verwijderen van zoute of droge aanslag op de
voorruit altijd de ruitensproeiers.
Gebruik de ruitenwissers nooit om rijp of ijs van
de voorruit te verwijderen. Zorg dat het wisrub-
ber niet in aanraking komt met aardolieproduc-
ten zoals motorolie, benzine, enz.
304
Page 309 of 378

OPMERKING:
De levensduur van ruitenwisserbladen is
afhankelijk van de geografische regio en de
gebruiksfrequentie. Wanneer u merkt dat de
ruitenwissers klapperen of (water)sporen of
natte plekken achterlaten, dan duidt dit op
een slechte werking van de ruitenwisserbla-
den. Wanneer een van deze symptomen zich
voordoet, reinig de ruitenwisserbladen of
vervang deze indien nodig.
Ruitensproeiervloeistof bijvullenEr is een gezamenlijk vloeistofreservoir voor de
voorruitsproeiers en de achterruitsproeier. Het
vloeistofreservoir bevindt zich in de motor-
ruimte; controleer het vloeistofpeil regelmatig.
Vul het reservoir met ruitensproeiervloeistof
(geen antivries voor het koelsysteem). Als u het
reservoir met ruitensproeiervloeistof opnieuw
vult, neem dan wat vloeistof op een doekje of
een handdoek en veeg de ruitenwissers
schoon, dat helpt hun werking. Om te voorko-
men dat uw ruitensproeiersysteem bij koud
weer bevriest, moet u een oplossing of meng-
sel kiezen dat de temperatuurverschillen in uwklimaat aankan of beter. Deze informatie kunt u
op de meeste flessen met ruitensproeiervloei-
stof vinden.
WAARSCHUWING!
De sproeivloeistoffen die in de handel verkrijg-
baar zijn, kunnen ontbranden. Ze kunnen
ontvlammen en brandwonden veroorzaken.
Pas daarom goed op als u het reservoir bijvult
of in de buurt van het reservoir werkt.
UitlaatsysteemDe beste bescherming tegen koolmonoxide-
vergiftiging is een goed onderhouden uitlaat-
systeem.
Wanneer een verandering in het uitlaatgeluid is
waar te nemen, als u uitlaatgassen in het
interieur ruikt of als de onderzijde van de auto is
beschadigd, is er mogelijk sprake van lekkage
in het uitlaatsysteem. Laat een erkend monteur
het hele uitlaatsysteem en de naburige carros-
seriedelen controleren op breuk, schade, slij-
tage of verkeerde montage. Open naden of
losse verbindingen kunnen zorgen dat uitlaat-
gas binnendringt in het interieur. Laat het uit-laatsysteem ook altijd controleren wanneer de
auto op een hefbrug wordt gezet voor smering
of bij olieverversing. Laat indien nodig delen
van het uitlaatsysteem vervangen.
WAARSCHUWING!
Uitlaatgassen kunnen letsel veroorzaken of
zelfs dodelijk zijn. Ze bevatten koolmonoxide
(CO), een kleur- en reukloos gas. Het inade-
men ervan kan bewusteloosheid en vergifti-
ging veroorzaken. Om inademen van koolmo-
noxide (CO) te voorkomen raadpleegt u
Veiligheidstips/uitlaatgas in Wat u moet
doen voordat u uw voertuig start voor meer
informatie.
LET OP!
Vanwege de katalysator mag uitsluitend lood-
vrije benzine worden getankt. Gelode benzine
doet de regelende werking die de katalysator
heeft op de uitlaatgassen teniet en kan de
motorprestaties ernstig verminderen en ern-
stige schade aan de motor veroorzaken.
305
Page 310 of 378

Onder normale bedrijfsomstandigheden be-
hoeft de katalysator geen onderhoud. Het is
echter wel belangrijk dat de dealer de motoraf-
stellingen regelmatig optimaliseert om zo
schade aan de katalysator te voorkomen.
LET OP!
De katalysator kan schade oplopen als u de
auto niet in prima conditie houdt. Bij een
motorstoring, vooral bij het doorslaan van de
motor of duidelijke vermogensverliezen, moet
u de auto meteen laten repareren. Blijven
rijden met een ernstige storing kan de kataly-
sator oververhitten, waardoor deze en de auto
zelf schade oplopen.
OPMERKING:
Opzettelijk knoeien aan het uitlaatgasregel-
systeem is strafbaar en kan leiden tot straf-
rechtelijke vervolging.
WAARSCHUWING!
Een heet uitlaatsysteem kan brand veroorza-
ken wanneer u boven brandbaar materiaal
parkeert. Dat kunnen bijvoorbeeld droog gras
of bladeren zijn die in contact komen met de
hete uitlaat. Parkeer daarom nooit op een
ondergrond waar uw uitlaat in contact kan
komen met brandbaar materiaal.
In uitzonderlijke omstandigheden (bij zeer ern-
stige motorschade) kan een doordringende
geur duiden op ernstige en abnormale overver-
hitting van de katalysator. Wanneer u dat ruikt,
zet de auto dan stil, zet de motor uit en laat hem
afkoelen. Onderhoud, met inbegrip van een
motorafstelling volgens specificaties van de
fabrikant, moet onmiddellijk worden uitge-
voerd.
Zo beperkt u mogelijke schade aan de kataly-
sator tot een minimum:
• U mag nooit de motor uitzetten of het contact
afzetten terwijl de versnellingsbak is inge-
schakeld en de auto rijdt. •
Probeer de auto niet te starten door deze te
duwen of te slepen.
• Laat de motor niet stationair draaien terwijl
een of meerdere bougies zijn losgekoppeld
of verwijderd, zoals tijdens diagnosetests of
gedurende langere perioden wanneer de
auto zeer onregelmatig stationair draait of
sprake is van gestoorde bedrijfscondities.
Koelsysteem
WAARSCHUWING!
Zowel u als iemand in uw omgeving kan
ernstige brandwonden oplopen door hete
koelvloeistof (antivries) en stoom uit de radi-
ator. Als u stoom van onder de motorkap hoort
of ziet komen, mag u de motorkap pas ope-
nen nadat de radiator voldoende is afgekoeld.
Open nooit de vuldop van een drukkoelsys-
teem als de radiator of het expansiereservoir
heet is.
306
Page 311 of 378

Motorkoelvloeistof controleren
Controleer de koelvloeistof (antivries) elk jaar
(bij voorkeur voordat de vorst invalt). Als de
motorkoelvloeistof (antivries) er vervuild of
roestig uit ziet, moet het systeem worden afge-
tapt, doorgespoeld en opnieuw worden gevuld
met nieuwe motorkoelvloeistof (antivries). Con-
troleer of de voorzijde van de aircocondensor
vrij is van insectenresten, bladeren, enz. Spuit
de voorzijde van de condensor indien nodig
voorzichtig verticaal vanaf de bovenkant
schoon met een tuinslang.
Inspecteer de slangen van het motorkoelsys-
teem op brosheid, barsten, insnijdingen en
scheuren en controleer of de aansluitingen bij
het expansiereservoir en de radiator goed vast-
zitten. Controleer het hele systeem op lekkage.
Controleer, wanneer de motor op bedrijfstem-
peratuur is (en uitstaat), of de radiatordop
luchtdicht afsluit door een kleine hoeveelheid
koelvloeistof (antivries) via de aftapopening
van de radiator te laten uitstromen. Als de dop
goed afsluit, begint de koelvloeistof (antivries)
uit het expansiereservoir te stromen. VERWIJ-
DER DE RADIATORDOP NIET ALS HET KOEL-
SYSTEEM HEET IS.Koelsysteem – Aftappen, doorspoelen en
opnieuw vullen
Als de motorkoelvloeistof (antivries) vuil is en
veel bezinksel bevat, laat u het koelsysteem
met een betrouwbaar reinigingsmiddel reinigen
en doorspoelen. Voer daarna een grondige
spoelbeurt uit om alle afzettingen en chemica-
liën te verwijderen. Voer de oude motorkoel-
vloeistof (antivries) op de juiste wijze af.
Raadpleeg
Onderhoudsschema voor de
juiste onderhoudsintervallen.
Keuze van koelvloeistof
Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevo-
len koelvloeistof (antivries). Zie Vloeistoffen,
Smeermiddelen en Originele Onderdelen in
Onderhoud van uw voertuig voor meer infor-
matie.LET OP!
• Het mengen van koelvloeistof (antivries)
met andere dan de gespecificeerde HOAT-
koelvloeistof (antivries) kan beschadiging
van de motor veroorzaken en de bescher-
ming tegen roest verminderen. Als u in een
noodsituatie een andere dan de HOAT-
koelvloeistof (antivries) aan het koelsys-
teem hebt toegevoegd, is het verstandig
deze zo snel mogelijk te vervangen door de
gespecificeerde koelvloeistof (antivries).
• Gebruik geen leidingwater of koelvloeistof-
fen (antivries) op basis van alcohol. Ge-
bruik nooit anticorrosie-additieven of an-
dere producten, omdat deze mogelijk niet
geschikt zijn voor de motorkoelvloeistof
(antivries) en kunnen leiden tot verstopping
van de radiateur.
• Dit voertuig is niet ontworpen voor het
gebruik van motorkoelvloeistof (antivries)
op propyleenglycolbasis. Het gebruik van
motorkoelvloeistof (antivries) op propyleen-
glycolbasis wordt afgeraden.
307
Page 312 of 378

Koelvloeistof bijvullen
De motor van uw auto wordt gekoeld met een
verbeterde koelvloeistof (antivries) die grotere
onderhoudsintervallen mogelijk maakt. Deze
motorkoelvloeistof (antivries) kan tot maximaal
vijf jaar of 168.000 km worden gebruikt voordat
vervanging nodig is. Gebruik altijd dezelfde
koelvloeistof (antivries). Daarmee voorkomt u
dat dit verlengde onderhoudsinterval wordt ver-
kort. Neem de volgende aanbevelingen in acht
voor het gebruik van HOAT-koelvloeistof (anti-
vries) (HOAT = Hybride Organisch Additief
Technologie).
Koelvloeistof (antivries) toevoegen:
•De fabrikant beveelt het gebruik aan van
MOPAR -antivries/koelvloeistof met 5 jaar/
160.000 km-formule HOAT (Hybride Orga-
nisch Additief Technologie), of een gelijk-
waardig alternatief.
• Maak een oplossing van ten minste 50%
HOAT-koelvloeistof (antivries) en gedistil-
leerd water. Gebruik hogere concentraties
(maximaal 70%) bij gebruik in zeer koude
omstandigheden (-37 °C). •
Gebruik uitsluitend gedistilleerd of gedemi-
neraliseerd water voor het verdunnen van de
koelvloeistofoplossing (antivriesoplossing).
Minder hoogwaardig water kan de corrosie-
bescherming van het motorkoelsysteem ver-
minderen.
Het is de taak van de eigenaar van de auto om
de concentratie van de koelvloeistof aan te
passen aan de buitentemperatuur.
OPMERKING:
Het mengen van verschillende typen motor-
koelvloeistof (antivries) verkort de levens-
duur van de koelvloeistof (antivries) en leidt
tot kortere verversingsintervallen.
Radiatordop
Draai de vuldop goed vast, zodat wordt voor-
komen dat er koelvloeistof (antivries) wordt
gemorst en u zeker kunt zijn dat de koelvloei-
stof (antivries) terugloopt naar de radiator van
het expansiereservoir.
Controleer de vuldop en reinig deze grondig
wanneer er afzettingen zijn op het sluitvlak.WAARSCHUWING!
• De waarschuwing DO NOT OPEN HOT
(NIET OPENEN, HEET) op de vuldop is
een duidelijke veiligheidswaarschuwing.
Vul geen koelvloeistof (antivries) bij als de
motor oververhit is. Draai nooit de vuldop
los om een oververhitte motor te laten
afkoelen. Door de hitte komt het koelsys-
teem onder druk te staan. Om brandwon-
den en ander letsel te vermijden, mag u
nooit de vuldop verwijderen van een koel-
circuit dat heet is of onder druk staat.
• Gebruik geen andere radiatordop dan de-
gene die voor uw auto is gespecificeerd. Dit
kan leiden tot persoonlijk letsel of motor-
schade.
Afvoeren van verouderde koelvloeistof
Afgewerkte koelvloeistof (antivries) op basis
van ethyleenglycol is een afvalstof die conform
de voorschriften moet worden afgevoerd.
Raadpleeg de gemeentelijke instanties over de
juiste wijze van afvoeren. Voorkom dat dieren of
kinderen koelvloeistof binnenkrijgen door mo-
308