Page 217 of 378
5
STARTEN EN BEDIENEN
•STARTPROCEDURES ........................ 218
• Automatische versnellingsbak ................ 218
• Enter-N-Go sleutelloze toegang ................ 218
• Normale startprocedure .................... 219
• Extreme koude (onder 29°C) ................ 220
• Als de motor niet start ..................... 220
• Na het starten .......................... 221
• Normaal starten — Dieselmotor ............... 221
• AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK ............. 223
• Parkeerstandvergrendeling contactslot ........... 224
• Rem/Schakelblokkering .................... 224
• Schakelblokkering automatische versnellingsbak
handmatig uitschakelen .................... 224
• Vijftraps automatische transmissie ............. 224
• Keuzehendelstanden ...................... 225
• Vooruit- en terugbewegen van de auto ........... 229
213
Page 218 of 378

•RIJDEN MET VIERWIELAANDRIJVING .............. 230
• Gebruiksinstructies/veiligheidsmaatregelen
Quadra-Trac II ......................... 230
• Schakelstanden ......................... 230
• Schakelprocedures ....................... 231
• Quadra-Drive II systeem — indien aanwezig ....... 233
• SELEC-TERRAIN™ — INDIEN AANWEZIG ........... 233
• Omschrijving .......................... 233
• Meldingen op het scherm van het EVIC
(Elektronisch voertuiginformatiecentrum) .......... 234
• QUADRA-LIFT™ — INDIEN AANWEZIG ............. 234
• Omschrijving .......................... 234
• Meldingen op het scherm van het EVIC
(Elektronisch voertuiginformatiecentrum) .......... 237
• Bediening ............................ 237
• TIPS VOOR HET RIJDEN OP DE WEG .............. 238
• RIJDEN IN HET TERREIN ..................... 238
• Quadra-Lift™ – Indien aanwezig ............... 238
• Wanneer de 4WD LAAG in te schakelen —
Indien aanwezig ......................... 239
• Door water rijden ........................ 239
• Rijden door sneeuw, modder en zand ............ 240
• Steile hellingen nemen ..................... 240
214
Page 219 of 378

•Tractie tijdens afdalingen ................... 241
• Na off-road rijden ........................ 241
• STUURBEKRACHTIGING ...................... 241
• 3,6l-motor en 3,0l-dieselmotor ................ 241
• 5,7-liter motor .......................... 242
• Controle stuurbekrachtigingsvloeistof ............ 243
• MULTI-DISPLACEMENT SYSTEM (MDS)
(INDIEN AANWEZIG) – ALLEEN 5,7-LITERMOTOR ....... 244
• PARKEERREM ............................ 244
• ELEKTRONISCH REMSYSTEEM ................. 245
• Antiblokkeersysteem (Anti-Lock Brake System, ABS) . . 245
• Tractieregeling (Traction Control System, TCS) ...... 246
• Remassistent (Brake Assist System, BAS) ......... 246
• Elektronische kantelbeveiliging (Electronic Roll
Mitigation, ERM) ......................... 247
• Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ........... 247
• Antislingerregeling (TSC) ................... 249
• Starthulp op hellingen (Hill Start Assist, HSA) ....... 249
• Ready Alert Braking ...................... 250
• Rain Brake Support ....................... 251
• HDC (Hill Descent Control / afdaalfunctie) — Uitsluitend
bij modellen met vierwielaandrijving met MP3023
tweetraps tussenbak ...................... 251
215
Page 220 of 378

•ESC-indicatie-/storingslampje en ESC
OFF-indicatielampje ...................... 252
• BANDEN — ALGEMENE INFORMATIE .............. 253
• Bandenspanning ........................ 253
• Bandenspanningen ....................... 254
• Rijden met hoge snelheden .................. 254
• Radiaalbanden .......................... 254
• Doorslippen van de wielen .................. 254
• Sneeuwkettingen ........................ 255
• Slijtage-indicators ........................ 255
• Levensduur van een band ................... 256
• Vervangende banden ...................... 256
• Banden met directionele loopvlakpatronen -
indien aanwezig ......................... 257
• ROULEREN VAN BANDEN ..................... 257
• Alleen banden zonder loopvlakpatronen .......... 257
• CONTROLESYSTEEM BANDENSPANNING (TPMS) ...... 258
• Basissysteem .......................... 260
• Premium System – Indien aanwezig ............. 261
• Buiten werking stellen van het TPMS ............ 263
• Algemene informatie ...................... 264
216
Page 221 of 378
•BRANDSTOFVEREISTEN — BENZINEMOTOREN ....... 264
• 3,6l-motor ............................ 264
• 5,7-liter motor .......................... 264
• BRANDSTOFVEREISTEN — DIESELMOTOR .......... 267
• BRANDSTOF BIJVULLEN ..................... 267
• Brandstofvuldop ........................ 267
• Melding brandstofvuldop los ................. 269
• RIJDEN MET EEN AANHANGWAGEN .............. 269
• Definities met betrekking tot het rijden met een
aanhanger ............................ 269
• Lostrek-beveiligingskabel ................... 271
• Trekgewichten (maximale aanhangergewichten) ...... 272
• Aanhanger- en disselgewicht ................. 272
• Vereisten voor het trekken van een aanhanger ....... 273
• Tips voor het trekken van een aanhanger .......... 276
• TREKKEN ACHTER EEN MOTORHOME ............. 278
• Slepen van deze auto achter een andere auto ....... 278
• Slepen achter een motorhome — Quadra–Trac II
/Quadra–Drive II modellen met vierwielaandrijving .... 279
217
Page 222 of 378

STARTPROCEDURESVoordat u uw auto start: stel uw stoel in, stel de
binnen- en buitenspiegels in, doe uw veilig-
heidsgordel om en verzoek eventuele passa-
giers ook hun veiligheidsriemen om te doen.
WAARSCHUWING!
Kinderen nooit alleen in het voertuig laten.
Kinderen zonder toezicht achterlaten in een
auto is om verschillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden kunnen ernstige of dode-
lijke verwondingen oplopen. Laat de sleutel-
houder niet in het contact achter. Een kind zou
de elektrische raambediening of andere scha-
kelaars kunnen bedienen of de auto in bewe-
ging kunnen brengen.
Automatische versnellingsbakDe keuzehendel moet in de stand NEUTRAL of
PARK staan voordat u de auto kunt starten.
Trap op het rempedaal voor u de keuzehendel
in een rijstand zet.
LET OP!
De versnellingsbak kan beschadigd raken in-
dien de volgende voorzorgen niet in acht
genomen worden:
•Zet de keuzehendel alleen in de stand
PARK als de auto helemaal stilstaat.
• Schakel de keuzehendel alleen in of uit de
stand REVERSE, als de auto helemaal
stilstaat en de motor stationair draait.
• Schakel niet vanuit REVERSE, PARK of
NEUTRAL in een van de rijstanden bij een
hoger motortoerental dan stationair.
• Voor u in een versnelling schakelt, moet het
rempedaal stevig worden ingetrapt.
Houder met ingebouwde sleutel gebruiken
(Tipstart)
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet in te trap-
pen. Druk niet
op het gaspedaal. Met de houder
met ingebouwde sleutel zet u het contact even
in de START-stand en laat deze los zodra de
startmotor aanslaat. De startmotor blijft draaien
en slaat automatisch af als de motor begint te
draaien. Als de motor niet aanslaat, slaat de
startmotor automatisch binnen 10 seconden af.
Als dit gebeurt, draait u de contactsleutel in de
vergrendelstand (LOCK), wacht 10 tot 15 se-
conden en herhaal dan de normale startproce-
dure.
Enter-N-Go sleutelloze toegang
Met deze functie kan de
bestuurder de contact-
schakelaar met een
druk op de knop bedie-
nen, mits de ENGINE
START/STOP-knop
(motorstart/-stopknop)
is geïnstalleerd en de
afstandsbediening
(RKE) zich in het passa-
gierscompartiment bevindt.
218
Page 223 of 378

ENGINE START/STOP-knop aanbrengen en
verwijderen
Knop aanbrengen
1. Neem de sleutel uit de contactschakelaar.
2. Steek de ENGINE START/STOP-knop in de
contactschakelaar met de letters naar boven
en leesbaar.
3. Druk stevig midden op de knop zodat deze
goed op de plaats zit.
Knop verwijderen
1. De ENGINE START/STOP-knop kan uit de
contactschakelaar worden verwijderd voor ge-
bruik van de sleutelhouder.
2. Steek het metalen gedeelte van de nood-
sleutel onder de verchroomde vatting in de
stand 6 uur en wrik de knop voorzichtig los.
OPMERKING:
De ENGINE START/STOP-knop mag alleen
worden verwijderd of aangebracht wanneer
de contactschakelaar in de stand LOCK
staat (stand OFF bij Enter-N-Go sleutelloze
toegang).Normale startprocedure
ENGINE START/STOP-stop gebruiken
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet in te trap-
pen.
Om de motor te starten, moet de versnellings-
bak in de stand PARK of NEUTRAL staan. Houd
het rempedaal ingetrapt terwijl u één keer op
de ENGINE START/STOP-knop drukt. Het sys-
teem neemt het over en probeert de auto te
starten. Als de auto niet start, slaat de startmo-
tor automatisch binnen 10 seconden af. Als u
de startpogingen wilt onderbreken voordat de
motor aanslaat, drukt u nogmaals op de knop.
Motor afzetten met de ENGINE
START/STOP-knop
1. Zet de keuzehendel in de stand PARK, druk
op de ENGINE START/STOP-knop en laat deze
daarna los.
2. De contactschakelaar keert terug naar de
stand OFF.3. Als de keuzehendel niet in de stand PARK
staat, moet de ENGINE START/STOP-knop
twee seconden lang worden ingedrukt en moet
de voertuigsnelheid hoger zijn dan 8 km/u,
voordat de motor wordt afgezet. De contact-
schakelaar blijft in de stand ACC, totdat de
keuzehendel in de stand PARK staat en de
knop twee keer wordt ingedrukt naar de stand
OFF. Als de keuzehendel niet in de stand PARK
staat en de ENGINE START/STOP-knop één
keer wordt ingedrukt, verschijnt op het EVIC
(indien aanwezig) de melding
Vehicle Not In
Park (auto staat niet in de stand PARK) en blijft
de motor draaien. Verlaat een auto nooit als
deze niet in de stand PARK staat, omdat de
auto dan kan wegrollen.
OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar in de stand
ACC of RUN (motor draait niet) blijft staan en
de versnellingsbak in de stand PARK staat,
wordt het systeem, nadat het 30 minuten
niet actief is geweest, automatisch uitge-
schakeld en wordt de contactschakelaar in
de stand OFF gezet.
219
Page 224 of 378

Functies van de Enter-N-Go sleutelloze
toegang – Met de voet van het rempedaal
(in stand PARK of NEUTRAL)
De werking van de Enter-N-Go-functie is gelijk
aan die van de ontstekingsschakelaar. Er zijn
vier standen: OFF, ACC, RUN en START. Om de
contactschakelaar in een andere stand te zet-
ten zonder de auto te starten en om de acces-
soires te kunnen gebruiken, volgt u de onder-
staande stappen.
•Starten met de contactschakelaar in de
stand OFF:
• Druk één keer op de ENGINE START/STOP-
knop om de contactschakelaar in de stand
ACC te zetten (op het EVIC verschijnt de
melding IGNITION MODE ACCESSORY
(contactschakelaar accessoires)),
• Druk nogmaals op de ENGINE START/STOP-
knop om de contactschakelaar in de stand
RUN te zetten (op het EVIC verschijnt de
melding IGNITION MODE RUN (contact-
schakelaar aan)), •
Druk voor de derde keer op de ENGINE
START/STOP-knop om de contactschakelaar
weer in de stand OFF te zetten (op het EVIC
verschijnt de melding IGNITION MODE
OFF (contactschakelaar uit)).
Extreme koude (onder 29 °C)Om te zorgen voor betrouwbaar starten bij
deze temperaturen wordt het gebruik van een
van buitenaf gevoede elektrische blokverwar-
mer (te verkrijgen bij uw erkende dealer) aan-
bevolen.
Als de motor niet start
WAARSCHUWING!
• Giet nooit brandstof of een andere ontvlam-
bare vloeistof in de luchtinlaat van het
gasklephuis om de auto te starten. Hier-
door kunnen steekvlammen ontstaan die
ernstig letsel kunnen veroorzaken.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Probeer niet de auto te starten door middel
van aanduwen of slepen. Auto’s met een
automatische versnellingsbak kunnen niet
op die manier worden gestart. Onver-
brande brandstof kan de katalysator bin-
nendringen, na het starten ontbranden en
zo de katalysator en de auto schade toe-
brengen. Wanneer de auto een lege accu
heeft, kunt u startkabels gebruiken en zo
starten vanaf een hulpaccu of de accu van
een andere auto. Deze startmethode kan
gevaarlijk zijn bij ondeskundig gebruik.
Raadpleeg voor meer informatie Starten
met startkabels in Wat te doen in geval
van nood .
220