Page 57 of 84

er toch een vrije slag is, laat dan een
Yamaha dealer het remsysteem ins-
pecteren.
DWA14211
s s
WAARSCHUWING
Een zacht of sponzig gevoel in de
remhendel kan betekenen dat er
lucht in het hydraulisch systeem
aanwezig is. Als er lucht in het
hydraulisch systeem zit, laat dan
het systeem door een Yamaha dea-
ler ontluchten voordat de machine
wordt gebruikt. Lucht in het
hydraulisch systeem heeft een
negatief effect op de remwerking,
waardoor u de macht over het
stuur zou kunnen verliezen met een
ongeluk als gevolg.
DAU22390
Controleren van voor- en
achterremblokken
De remblokken in de voor- en achte-
rrem moeten worden gecontroleerd
op slijtage volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU22430
Remblokken voorrem
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
Elk voorremblok is voorzien van slijta-
ge-indicatorgroeven, zodat het rem-
blok kan worden gecontroleerd zon-
der de rem te hoeven demonteren.
Let op de slijtage-indicatorgroeven
om de remblokslijtage te controleren.
Wanneer een remblok zover is afges-leten dat de slijtage-indicatorgroeven
vrijwel zijn verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set
te vervangen.
DAU22500
Remblokken achterrem
1. Remvoeringdikte
Controleer elk achterremblok op
schade en meet de remvoeringsdikte.
Als een remblok beschadigd is of als
de remvoeringsdikte minder is dan
3,8 mm (0,15 in), vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set
te vervangen.
1
11
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 57
Page 58 of 84

DAU22580
Controleren van
remvloeistofniveau
Bij een tekort aan remvloeistof kan
lucht het remsysteem binnendringen,
waarna de remwerking mogelijk min-
der effectief is.
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
Controleer alvorens te gaan rijden of
de remvloeistof boven de merkstreep
voor minimumniveau staat en vul
indien nodig bij. Een laag remvloeis-
tofniveau wijst mogelijk op verregaan-
de remblokslijtage en/of lekkage in
het remsysteem. Als het remvloeistof-
niveau laag is, controleer dan de rem-
blokken op slijtage en het remsyste-
em op lekkage.
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht:
Bij het controleren van het remv-
loeistofniveau moet het bovenv-
lak van het remvloeistofreservoir
horizontaal staan.
Gebruik uitsluitend de voor-
geschreven kwaliteit remvloeis-
tof, anders kunnen de rubber
afdichtingen verslechteren en zo
lekkage en slechte remwerking
teweegbrengen.
Vul bij met hetzelfde type remvlo-
eistof. Bij vermengen van vers-
chillende typen remvloeistof kun-nen schadelijke chemische reac-
ties optreden en kan de remwer-
king verslechteren.
Pas op en zorg dat tijdens bijvu-
llen geen water het remvloeisto-
freservoir kan binnendringen.
Water zal het kookpunt van de
remvloeistof aanzienlijk verlagen
zodat dampbelvorming kan
optreden.
Remvloeistof kan gelakte of
kunststof onderdelen aantasten.
Veeg gemorste remvloeistof ste-
eds direct af.
Naarmate de remblokken afslij-
ten, zal het remvloeistofniveau
geleidelijk verder dalen. Vraag
echter wel een Yamaha dealer
om een inspectie als het remvlo-
eistofniveau plotseling sterk is
gedaald.
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 58
Page 59 of 84

DAU22720
Verversen van remvloeistof
Vraag een Yamaha dealer de remvlo-
eistof te verversen volgens de inter-
valperioden voorgeschreven onder
OPMERKING in het periodieke sme-
er- en onderhoudsschema. Laat
bovendien de oliekeerringen van de
hoofdremcilinder, de remklauwen en
de remslang vervangen volgens de
intervalperioden of wanneer ze lekken
of zijn beschadigd.
Oliekeerringen: Vervang elke
twee jaar.
Remslang: Vervang elke vier jaar.
DAU23100
Controleren en smeren van
kabels
De werking van alle bedieningskabels
en de conditie van alle kabels moet
voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de kabel en kabe-
leinden moeten indien nodig worden
gesmeerd. Vraag een Yamaha dealer
een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of
niet soepel beweegt.
DWA10720
s s
WAARSCHUWING
Bij schade aan de buitenkabel kan
de goede werking van de kabel
worden belemmerd en kan de bin-
nenkabel gaan roesten. Vervang
een beschadigde kabel zo snel
mogelijk om onveilige condities te
voorkomen.
DAU23170
Smeren van voor- en
achterremhendels
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-22
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 59
Page 60 of 84
De scharnierpunten van de voor- en
achterremhendels moeten worden
gesmeerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.DAU23211
Controleren en smeren van
middenbok en zijstandaard
1. Zijstandaard
2. Middenbok
De werking van de middenbok en de
zijstandaard moet voorafgaand aan
elke rit worden gecontroleerd en de
scharnierpunten en de metaal-op-
metaal contactvlakken moeten indien
nodig worden gesmeerd.
DWA10740
s s
WAARSCHUWING
Als de middenbok of de zijstanda-
ard niet soepel omhoog en omlaag
beweegt, vraag dan een Yamaha
dealer deze te controleren of te
repareren.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
2 1
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 60
Page 61 of 84

DAU23271
Voorvork controleren
De conditie en de werking van de
voorvork moeten als volgt worden
gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
DWA10750
s s
WAARSCHUWING
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat hij niet kan
omvallen.
Controleer de binnenste vorkbuizen
op krassen, beschadigingen en over-
matige olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke
ondergrond en houd deze rech-
top.2. Bekrachtig de voorrem en druk
het stuur een paar keer stevig
naar beneden om te controleren
of de voorvork soepel in- en uit-
veert.
DCA10590
LET OP:
Als schade wordt gevonden of de
voorvork niet soepel beweegt, vra-
ag dan een Yamaha dealer te repa-
reren of te controleren.
DAU23280
Controle van stuursysteem
Losse of versleten balhoofdlagers
kunnen gevaarlijk zijn. De werking van
het stuur moet als volgt worden
gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Plaats een standaard onder de
motor zodat het voorwiel los is
van de grond.
DWA10750
s s
WAARSCHUWING
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat hij niet kan
omvallen.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 61
Page 62 of 84

2. Houd de voorvorkpoten beet bij
het ondereinde en probeer ze
naar voren en achteren te bewe-
gen. Als speling kan worden
gevoeld, vraag dan een Yamaha
dealer het stuursysteem te tes-
ten.DAU23290
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten
worden gecontroleerd volgens de
intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. Als de wielnaaf spe-
ling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer
de wiellagers te controleren.
DAUM1401
Accu
Een slecht onderhouden accu zal
gaan corroderen en verliest zijn lading
snel. Het elektrolytniveau, de aansluit-
polen voor de accukabels en de lig-
ging van de ontluchtingsslang moe-
ten worden gecontroleerd voor iedere
rit en volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
Om het elektrolytniveau te
controleren
1. Zet de scooter op een vlakke
ondergrond en houd hem rech-
top.
OPMERKING:
Zorg dat de scooter rechtop staat bij
het controleren van het elektrolytnive-
au.
2. Verwijder het paneel B. (Zie pagi-
na 6-6.)
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 62
Page 63 of 84

1. Accu
2. Positieve accupool
3. Negatieve accupool
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
3. Controleer het elektrolytniveau in
de accu.
OPMERKING:
Het elektrolytniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maxi-
mumniveau staan.
4. Als de elektrolyt bij of beneden
de merkstreep voor minimumni-
veau staat, vul dan gedistilleerd
water bij tot de merkstreep voor
maximumniveau.
DWA10760
s s
WAARSCHUWING
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat,
een stof die ernstige brand-
wonden veroorzaakt. Vermijd
contact met de huid, ogen of
kleding en bescherm uw ogen
altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk con-
tact is geweest met elektrolyt.
• UITWENDIG: Spoel overvloe-
dig met water.
• INWENDIG: Drink grote hoe-
veelheden water of melk en
roep direct de hulp in van een
arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15minuten met water en roep
direct medische hulp in.
Accu’s produceren het explo-
sieve waterstofgas. Houd daa-
rom vonken, open vuur, siga-
retten e.d. uit de buurt van de
accu en zorg voor voldoende
ventilatie bij acculaden in een
afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDE-
REN.
DCA10610
LET OP:
Gebruik uitsluitend gedistilleerd
water, leidingwater bevat minerale
stoffen die schade kunnen toebren-
gen aan de accu.
5. Controleer de aansluitingen van
de accukabels, zet ze indien
nodig vast en corrigeer de ligging
van de ontluchtingsslang.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de scooter
langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad volledig bij en zet
dan weg op een koele en droge
plek.
UPPER LEVEL
LOWER LEVEL
1
2
12
3
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 63
Page 64 of 84

2. Als de accu langer dan twee
maanden wordt opgeborgen,
moet het soortelijk gewicht van
de elektrolyt minstens eens per
maand worden gecontroleerd;
laad de accu dan indien nodig
steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvo-
rens te installeren.
4. Controleer na installatie of de
accukabels correct zijn aangeslo-
ten op de accupolen en kijk of de
ontluchtingsslang de juiste lig-
ging heeft, in goede conditie ver-
keert en niet verstopt of afgek-
neld is.
DCA10600
LET OP:
Als de ligging van de ontluchtingss-
lang zodanig is dat het frame wordt
blootgesteld aan elektrolyt of aan
accugassen, kan het frame structu-
rele en uitwendige schade onder-
gaan.
DAU23630
Zekeringen vervangen
De hoofdzekeringhouder en het kast-
je met zekeringen voor afzonderlijke
circuits bevinden zich onder paneel B.
(Zie pagina 6-6.)
Vervang een zekering als volgt als
deze is doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar
“
e”en schakel het betreffende
elektrische circuit uit.
1. Hoofdzekering
2. Zekering radiatorkoelvin
2. Verwijder de doorgebrande zeke-
ring en breng een nieuwe zeke-
ring met de voorgeschreven
ampèrewaarde aan.
DCA10640
LET OP:
Gebruik geen zekering met een
hoger ampèrage dan is voorgesch-
reven, om ernstige schade aan het
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
20 A
Zekering radiatorkoelvin:
4 A
1 2
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 64