Page 25 of 84
DAU13431
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaat-
katalysator.
DWA10860
s s
WAARSCHUWING
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Controleer of
het uitlaatsysteem is afgekoeld
alvorens onderhoudswerkzaamhe-
den uit te voeren.
DCA10700
LET OP:
De volgende voorzorgsmaatrege-
len moeten worden genomen om
brand of andere schaderisico’s te
voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije
benzine. Bij gebruik van lood-
houdende benzine zal onhers-
telbare schade worden toege-
bracht aan de
uitlaatkatalysator.
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals
op gras of op ander materiaal
dat gemakkelijk vlamvat.
Laat de motor niet te lang
aaneen stationair draaien.DAU13891
Zadel
Openen van het zadel
1. Openen
1. Steek de sleutel in het slot en
draai deze dan zoals afgebeeld.
1. Bestuurderszadel
2. Klap het zadel omhoog.
1
1
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 25
Page 26 of 84
Sluiten van het zadel
1. Klap het zadel omlaag en druk
dan aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit.
OPMERKING:
Controleer of het zadel stevig is ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.
DAU14540
Voorste
opbergcompartiment
Om het voorste
opbergcompartiment te openen
1. Openen
2. Vergrendelen
Steek de sleutel in het slot, draai een
kwartslag rechtsom, en trek er danaan om het deksel van het voorste
opbergcompartiment te openen.
Om het voorste
opbergcompartiment te sluiten
Duw het deksel van het voorste
opbergcompartiment in de originele
positie, en verwijder dan de sleutel.
DWA10960
s s
WAARSCHUWING
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 0,5 kg (1,10 lb)
voor het voorste opbergcom-
partiment niet.
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 177 kg (390,29 lb)
voor de machine niet.
1
2
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 26
Page 27 of 84

DAUM1190
Opbergcompartiment
1. Opbergcompartiment
Onder het zadel is een opbergcom-
partiment aanwezig. (Zie pagina
3-10.)
DWA10960
s s
WAARSCHUWING
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 10 kg (22 lb) voor
het opbergcompartiment niet.
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 177 kg (390,29 lb)
voor de machine niet.
DCA10080
LET OP:
Let op het volgende bij het gebruik
van het opbergcompartiment.
Het opbergcompartiment
wordt snel warmer als het is
blootgesteld aan direct zon-
licht, bewaar hierin dus geen
goederen die slecht tegen
warmte kunnen.
Wikkel natte voorwerpen in
een plastic zak, om zo vochtig
worden van het opbergcom-
partiment te voorkomen.
Het opbergcompartiment kan
nat worden als de scooter
wordt gewassen, omwikkel te
bewaren voorwerpen dus in
een plastic zak.
Bewaar geen waardevolle of
breekbare voorwerpen in het
opbergcompartiment.
Als u een helm wilt opbergen in het
opbergcompartiment, moet de helm
worden geplaatst met de voorkant
naar achteren.
OPMERKING:
Sommige helmen kunnen vanwe-
ge hun grootte of vorm niet wor-
den weggeborgen in het opberg-
compartiment.
Laat uw scooter niet onbeheerd
achter met het zadel open.1
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 27
Page 28 of 84

DAU14880
Afstellen van de
schokdemperunits
1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicator
Elke schokdemperunit is uitgerust
met een stelring voor veervoorspan-
ning.
DCA10100
LET OP:
Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimu-
minstelwaarden te verdraaien.
DWA10210
s s
WAARSCHUWING
Geef beide vorkpoten steeds
dezelfde afstelling, anders kanslecht weggedrag en verminderde
rijstabiliteit het gevolg zijn.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te ver-
hogen en zo de vering stugger te
maken de stelring op beide schok-
demperunits in de richting (a). Draai
om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de
stelring op beide schokdemperunits
in de richting (b).
OPMERKING:
Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator op
de schokdemper.
DAU15301
Zijstandaard
1. Zijstandaardschakelaar
2. Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de
linkerzijde van het frame. Trek of druk
de zijstandaard met uw voet omhoog
of omlaag terwijl u de machine rech-
top houdt.
OPMERKING:
De ingebouwde sperschakelaar voor
de zijstandaard maakt deel uit van het
startspersysteem, dat in bepaalde
situaties de werking van het ontste-
kingssysteem blokkeert. (Zie hierna
voor een nadere uitleg over het starts-
persysteem.)
1
2
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1
Standaard:
2
Maximum (hard):
4
2 1
ba3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 28
Page 29 of 84

DWA10240
s s
WAARSCHUWING
Met de machine mag nooit worden
gereden terwijl de zijstandaard
omlaag staat of niet behoorlijk kan
worden opgetrokken (of niet omho-
og blijft), anders kan de zijstanda-
ard de grond raken en zo de bes-
tuurder afleiden, waardoor de
machine mogelijk onbestuurbaar
wordt. Het Yamaha startspersyste-
em is ontworpen om de bestuurder
te helpen bij zijn verantwoordelijk-
heid de zijstandaard op te trekken
alvorens weg te rijden. Controleer
dit systeem daarom regelmatig
zoals hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer
als de werking niet naar behoren is.
DAU15361
Startspersysteem
Het startspersysteem (waarvan de
zijstandaardschakelaar en de rem-
lichtschakelaars deel uitmaken) heeft
de volgende functies:
Het verhindert starten wanneer
de zijstandaard is opgetrokken,
terwijl geen der remmen is
bekrachtigd.
Het verhindert starten wanneer
een der remmen is bekrachtigd,
terwijl de zijstandaard nog omla-
ag staat.
Het schakelt een draaiende
motor af zodra de zijstandaard
omlaag bewogen wordt.
Controleer de werking van het starts-
persysteem regelmatig, ga daarbij als
volgt te werk.
DWA10260
s s
WAARSCHUWING
Bij deze inspectie moet de
machine op de middenbok
worden gezet.
Als zich een storing voordoet,
vraag dan alvorens te gaan rij-
den een Yamaha dealer het
systeem te controleren.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 29
Page 30 of 84

3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar aanstaat.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Knijp de voor- of achterrem in en houd deze vast.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog uit:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de voor- of achterrem in en houd deze vast.
8. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Het systeem is in orde. De scooter mag worden gebruikt.
Deze controle is vooral betrouwbaar als hij
wordt uitgevoerd met een warme motor.
De sperschakelaar van de zijstandaard is
mogelijk defect.
De scooter mag niet worden gebruikt voordat
deze is nagekeken door een Yamaha dealer.
De remschakelaar is mogelijk defect.
De scooter mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de zijstandaard is
mogelijk defect.
De scooter mag niet worden gebruikt voordat
deze is nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE NEE JAOPMERKING:
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 30
Page 31 of 84
DAU15591
De eigenaar is verantwoordelijk voor
de conditie van zijn voertuig. Vitale
onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij
blootstelling aan weer en wind vrij
snel en onverwachts achteruitgaan,
ook als de machine niet wordt
gebruikt. Eventuele schade, vloeisto-
flekkage of het wegvallen van de
bandspanning kan ernstige gevolgen
hebben. Het is daarom van belang om
voorafgaand aan elke rit een visuele
inspectie uit te voeren en bovendien
de volgende punten te controleren.
OPMERKING:
Voordat de machine wordt gebruikt
moet telkens een korte algemene
controle worden uitgevoerd. Zo’n ins-
pectie neemt maar weinig tijd in bes-
lag en de hiermee gegarandeerde vei-
ligheid is die tijd alleszins waard.
DWA11150
s s
WAARSCHUWING
Als een onderdeel uit de Controle-
lijst voor gebruik niet naar behoren
werkt, laat het dan controleren en
repareren alvorens de machine te
gebruiken.
4
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-1
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 31
Page 32 of 84

4
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-2
DAU15605
Controlelijst voor gebruik
ITEM CONTROLES PAGINA
• Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Brandstof• Vul indien nodig brandstof bij. 3-4, 3-8
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer het olieniveau in de motor.
Motorolie• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.3-2, 6-9
• Controleer de machine op olielekkage.
Versnellingsbakolie• Controleer de machine op olielekkage. 6-11
• Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Koelvloeistof• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het
3-2, 6-12
voorgeschreven niveau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage.
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
Voorrem• Controleer de remblokken op slijtage.
3-6, 6-19, 6-20, 6-21
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
Achterrem• Controleer de remblokken op slijtage.
3-7, 6-19, 6-20, 6-21
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
• Controleer of de werking soepel is.
Gasgreep• Controleer de vrije slag van de kabel.
5-2, 6-16
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af
te stellen, en de kabel en het kabelhuis te smeren.
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 32