Page 73 of 84

DAU37832
Matkleur, let opDCA15192
LET OP:
Sommige modellen zijn uitgerust
met matkleurige onderdelen. Raad-
pleeg een Yamaha dealer voor
advies over wat voor producten
gebruikt moeten worden om het
voertuig te reinigen.
Het gebruik van een borsteltje,
chemische producten of reinigings-
middelen tijdens het reinigen van
deze onderdelen kan het oppervlak
bekrassen of beschadigen. Ook
was moet niet worden aangebracht
op een van de matkleurige onder-
delen.
DAU26090
Verzorging
De open constructie van een scooter
maakt de fraaie techniek beter zicht-
baar, maar de machine is hierdoor
ook meer kwetsbaar. Er kan sprake
zijn van roestvorming en corrosie, ook
al zijn hoogwaardige componenten
gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt
bij een auto niet zo op, bij een scoo-
ter is dit echter nadelig voor de alge-
hele aanblik. Regelmatige en correcte
verzorging is niet alleen vereist vol-
gens de garantiebepalingen, maar
verzekert ook een fraai uiterlijk van de
scooter, verlengt de levensduur en
verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemperopening af
met een plastic zak nadat de
motor is afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en
afdekpluggen, ook de bougie-
doppen, en alle elektrische stek-
kers en aansluitingen stevig zijn
bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling,
zoals verbrande olie op het car-
ter, met een ontvetter en eenborstel, maar gebruik dergelijke
producten nooit op afdichtingen,
pakkingen en wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met
water.
Reinigen
DCA10780
LET OP:
Vermijd het gebruik van sterke
en bijtende wielreinigingsmid-
delen, vooral bij spaakwielen.
Als dergelijke producten toch
worden gebruikt om hardnek-
kig vuil los te maken, laat het
reinigingsmiddel dan niet lan-
ger inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel
het betreffende gebied grondig
schoon met water, laat direct
drogen en breng daarna een
corrosiewerende spray aan.
Bij verkeerd reinigen kunnen
de kuipruit, de stroomlijnpane-
len, framepanelen en andere
kunststof delen worden bes-
chadigd. Gebruik alleen een
zachte, schone doek of een
spons met zachte zeep en
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-1
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 73
Page 74 of 84

water om kunststof delen te
reinigen.
Gebruik geen bijtende chemis-
che reinigingsmiddelen op
kunststof delen. Vermijd het
gebruik van doeken of sponzen
die in contact zijn geweest met
bijtende of schurende reini-
gingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of
corrosieremmers, remvloeis-
tof, antivries of elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreini-
gers of stoomreinigers, omdat
dan op de volgende plaatsen
water kan doordringen en zo
schade kan ontstaan: afdich-
tingen (van wiel- en achterbru-
glagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten
(kabelstekkers, messtekkers,
instrumenten, schakelaars en
verlichting), beluchtings- en
ontluchtingsslangen.
Bij scooters met een kuipruit:
gebruik geen bijtende reini-
gingsmiddelen of harde spon-
zen, deze veroorzaken dofheiden laten krasjes achter. Som-
mige reinigingsmiddelen voor
kunststof laten eveneens kras-
jes achter op de kuipruit. Test
het product op een klein, niet-
zichtbaar gedeelte van de kui-
pruit om zeker te zijn dat geen
sporen achterblijven op de kui-
pruit. Als de kuipruit krasjes
vertoont, breng dan na wassen
een hoogwaardige polish voor
gebruik op kunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, zachte
zeep en een zachte, schone spons en
spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of een
flessenborstel op moeilijk bereikbare
plekken. Hardnekkig vastzittend vuil
en insectenresten laten gemakkelijker
los als de bewuste plek alvorens te
reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.
Na rijden in r
egen, aan de kust of op
bepekelde wegen
Zilte zeelucht en wegenzout waarmee
wegen ‘s winters worden bestrooid
hebben in combinatie met water eenzeer corrosieve werking; handel daa-
rom als volgt na een rit in een regen-
bui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.
OPMERKING:
‘s Winters gestrooid wegenzout kan
nog tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de scooter met koud
water en zachte zeep nadat de
machine is afgekoeld.
DCA10790
LET OP:
Gebruik geen heet water, dit vers-
terkt de corrosieve werking van het
zout.
2. Breng met een spuitbus een
corrosiewerend middel aan op
alle metalen delen, ook op verch-
roomde en vernikkelde compo-
nenten, om zo corrosie te voor-
komen.
Na reiniging
1. Droog de scooter met een zeem-
leren lap of een vochtabsorbe-
rende doek.
2. Gebruik een chroompolish om
verchroomde, aluminium en7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-2
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 74
Page 75 of 84

roestvrijstalen delen te doen
glanzen, ook het uitlaatsysteem.
(Zelfs thermische verkleuringen
op roestvrijstalen uitlaatsystemen
kunnen door oppoetsen worden
verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend
middel aan te brengen op alle
metalen delen, ook op verchro-
omde en vernikkelde componen-
ten, om zo corrosie te voorko-
men.
4. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om eventue-
el nog achtergebleven vuil te ver-
wijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen
bij veroorzaakt door steenslag
e.d.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in
de was.
7. Laat de scooter volledig drogen
alvorens te stallen of af te dek-
ken.
DWA10940
s s
WAARSCHUWING
Controleer of er geen olie of
was op de wielen of de rem-men zit. Reinig de remschijven
en remvoeringen indien nodig
met een normale remschijfrei-
niger of aceton en spoel de
banden schoon met lauw water
en een mild reinigingsmiddel.
Test voor u de scooter in
gebruik neemt eerst de rem-
werking en het weggedrag in
bochten.
DCA10800
LET OP:
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwij-
der overtollige hoeveelheden.
Breng oliespray of was nooit
aan op rubber of kunststof
delen, behandel deze met een
daartoe bestemd verzorgings-
middel.
Vermijd het gebruik van schu-
rende poetsmiddelen, deze
tasten de lak aan.
OPMERKING:
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
DAU26300
Stalling
Korte termijn
Stal uw scooter steeds op een koele
en droge plek en bescherm indien
nodig tegen stof met een luchtdoorla-
tende stallinghoes.
DCA10820
LET OP:
Als de scooter wordt gestald in
een slecht geventileerde ruim-
te of in vochtige toestand
wordt afgedekt met een dek-
zeil, zal water en vocht kunnen
binnendringen en roestvorming
veroorzaken.
Voorkom corrosie door de
machine niet te stallen in een
vochtige kelder, een stal (i.v.m.
de aanwezigheid van ammo-
niakdamp) en in een opsla-
gruimte voor sterke chemica-
liën.
Lange termijn
Alvorens uw scooter gedurende
meerdere maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de
paragraaf “Verzorging” in dit
hoofdstuk.
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-3
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 75
Page 76 of 84

2. Leeg de vlotterkamer in de car-
burateur door de aftapplug los te
draaien; u voorkomt zo dat
neerslag uit de brandstof achter-
blijft. Giet de afgetapte brandstof
terug in de brandstoftank.
3. Vul de brandstoftank en voeg een
stabilisatoradditief (indien ver-
krijgbaar) toe om roestvorming in
de tank en achteruitgang van de
brandstof te voorkomen.
4. Voer de volgende stappen uit om
de cilinder, de zuigerveren etc. te
beschermen tegen corrosie.
a. Verwijder de bougiedop en de
bougie.
b. Giet een theelepel motorolie in
het bougiegat.
c. Breng de bougiedop aan op de
bougie en leg dan de bougie
zodanig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer
ronddraaien op de startmotor.
(De cilinderwand wordt zo geo-
lied.)e. Haal de bougiedop los van de
bougie en breng dan de bougie
en de bougiedop weer aan.
DWA10950
s s
WAARSCHUWING
Om schade of letsel door vonkvor-
ming te voorkomen, moeten de
bougie-elektroden aan massa lig-
gen terwijl de motor wordt rondge-
draaid.
5. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels
en pedalen en van de zijstanda-
ard/middenbok.
6. Controleer de bandspanning en
corrigeer deze indien nodig en
breng dan de scooter omhoog
zodat beide wielen los van de
grond zijn. Een andere mogelijk-
heid is de wielen elke maand iets
te draaien, zodat de banden niet
op één gedeelte sterker achte-
ruitgaan.
7. Dek de uitlaatdemper af met een
plastic zak om te voorkomen dat
vocht kan binnendringen.
8. Verwijder de accu en laad deze
volledig bij. Berg de accu op een
koele en droge plek op en laadhem eens per maand bij. Berg de
accu niet op een zeer warme of
koude plek op (minder dan 0 °C
(30 °F) of meer dan 30 °C (90 °F)].
Zie pagina 6-25 voor meer infor-
matie over het opbergen van de
accu.
OPMERKING:
Verricht eventueel noodzakelijke
reparaties alvorens de scooter te sta-
llen.
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-4
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 76
Page 77 of 84

AfmetingenTotale lengte
2030 mm (79,9 in)
Totale breedte
745 mm (29,3 in)
Totale hoogte
1285 mm (50,6 in)
Zadelhoogte
774 mm (30,5 in)
Wielbasis
1480 mm (58,2 in)
Grondspeling
102 mm (4,01 in)
Kleinste draaicirkel
3840 mm (151,2 in)
GewichtIncl. olie en brandstof
148 kg (326 lb)
MotorType motor
Vloeistofgekoeld, 4-takt, SOHC
Cilinderopstelling
1-cilinder, vooroverhellend
Slagvolume
124,1 cm
3(7,572 cu.in)
Boring x slag
53,7 x 54,8 mm (2,114 x 2,157 in)
Compressieverhouding
11:1
Startsysteem
Elektrische startmotor
Smeersysteem
Wet sump
MotorolieType
SAE 10W-30 of SAE 10W-40
Aanbevolen kwaliteit motorolie
API service type SE, SF, SG of hoger
Hoeveelheid motorolieZonder vervanging van oliefilterpatroon
1,2 L (1,27 US qt) (1,06 Imp.qt)
VersnellingsbakolieType
YAMALUBE 4 (10W30) of SAE10W30
type SE motorolie
Hoeveelheid
0,15 L (0,16 US qt) (0,88 Imp.qt)
KoelsysteemInhoud radiator (inclusief alle leidingen)
1,20 L (1,27 US qt) (1,06 Imp.qt)
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau)
0,30 L (0,32 US qt) (0,26 Imp.qt)
LuchtfilterLuchtfilterelement
Droog element
BrandstofAanbevolen brandstof
Uitsluitend normale loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank
10,5 L ( 2,77US gal) (2,31 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof
3 L (0,79 US gal) (0,66 Imp gal)
CarburateurFabrikant
TEIKEI
Model x aantal
TK28 X 1
Bougie(s)Fabrikant/model
NGK / CR8E
Elektrodenafstand
0,7 - 0,8 (0,028 - 0,031 in)
KoppelingType koppeling
Droog, automatisch centrifugaal
VersnellingsbakPrimair reductiesysteem
Schroeftandwiel
Primaire reductieverhouding
40/15 (2,666)
Secundair reductiesysteem
Schroeftandwiel
Secundaire reductieverhouding
44/12 (3,666)
Type versnellingbak
Automatisch, V-snaar
Bediening
Automatisch centrifugaal
8
SPECIFICATIES
8-1
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 77
Page 78 of 84

ChassisType frame
Stalen onderdraagbuis
Spoorhoek
28 º
Naspoor
104,0 mm (4,09 in)
VoorbandType
Tubeless
Maat
120/70 - 12 51L
Fabrikant/model
CONTINENTAL / ZIPPY 1
PIRELLI / SL26
MICHELIN / BOPPER
AchterbandType
Tubeless
Maat
130/70 - 12 56L
Fabrikant/model
CONTINENTAL / ZIPPY 1
PIRELLI / SL26
MICHELIN / BOPPER
BeladingMaximale belasting
177 kg (390,29 lb)
Totaal gewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires
Bandenspanning (gemeten aan koude
banden)
Gewichtsverdeling
0–90 kg (0–198 lb)Voor
190 kPa (27 psi) (1,9 kgf/cm
2)
Achter
220 kPa (31 psi) (2,2 kgf/cm
2)
Gewichtsverdeling
90 kg (198 lb)–Maximale belasting
Voor
190 kPa (27 psi) (1,9 kgf/cm
2)
Achter
240 kPa (34 psi) (2,4 kgf/cm
2)
VoorwielType wiel
Gietwiel
Velgmaat
12 x MT3.50
AchterwielType wiel
Gietwiel
Velgmaat
12 x MT3.50
VoorremType
Enkele schijfrem
Bediening
Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof
DOT 4
AchterremType
Enkele schijfrem
Bediening
Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof
DOT 4
VoorwielophangingType
Telescoopvork
Veer/schokdempertype
Schroefveer/oliedemper
Veerweg
90 mm (3,54 in)
AchterwielophangingType
Unit swing
Veer/schokdempertype
Schroefveer/oliedemper
Veerweg
90 mm (3,54 in)
Elektrische installatieOntstekingssysteem
CDI
Laadsysteem
Wisselstroomdynamo met permanente
magneten
AccuFabrikant/model:
GS / CB7L-B2
Voltage, capaciteit
12V 8,0 Ah
Gloeilampen voltage, wattage x aantalKoplamp
12V 55,0W x 2
Parkeerlicht
12V 5,0W x 2
Achterlicht/remlicht unit
12V 21,0/5,0W x 2
Voorste richtingaanwijzer
12V 21,0W x 2
8
SPECIFICATIES
8-2
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 78
Page 79 of 84
Achterste richtingaanwijzer
12V 10,0W x 2
Kentekenverlichting
12V 5,0W x 1
Instrumentenverlichting
12V 1,2W x 2
Controlelampje grootlicht
12V 1,2W x 1
Controlelampje brandstofniveau
12V 1,2W x 2
Waarschuwingslampje koelvloeistoftempe-
ratuur
12V 1,2W x 1
ZekeringenHoofdzekering
20 A
Zekering radiatorkoelvin
4 A
Zekering reserve
20 A
Zekering reserve
4 A
8
SPECIFICATIES
8-3
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 79
Page 80 of 84
DAU26351
Identificatienummers
Noteer het sleutelnummer, het voer-
tuigidentificatienummer en de mode-
linformatiesticker in onderstaande
ruimtes. Deze nummers heeft u nodig
om reserveonderdelen bij een Yama-
ha dealer te bestellen of wanneer uw
machine is gestolen.
SLEUTELIDENTIFICATIE NUMMER:
VOERTUIGIDENTIFICATIE NUMMER:
MODELINFORMATIESTICKER:
DAU26381
Sleutelnummer
1. Sleutelnummer
Het sleutelnummer is ingeslagen op
het sleutelplaatje. Noteer dit nummer
in het daartoe bestemde vakje en
gebruik dit als referentie bij het beste-
llen van een nieuwe sleutel.
DAU26410
Voertuigidentificatienummer
1. Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer is
ingeslagen op het frame.
OPMERKING:
Het voertuigidentificatienummer is
bedoeld voor identificatie van uw
motorfiets en kan worden gebruikt om
uw motor in uw land aan te melden
voor kentekenregistratie.
1
1
9
GEBRUIKERSINFORMATIE
9-1
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 80