Page 15 of 84
DAU10430
Bedieningen en instrumenten
2
BESCHRIJVING
2-3
12 345 6 7
8 9 10 11
1. Achterremhendel (pagina 3-7)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-5)
3. Multifunctioneel display (pagina 3-2)
4. Snelheidsmeter (pagina 3-2)
5. Brandstofniveaumeter (pagina 3-4)
6. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-5)7. Voorremhendel (pagina 3-6)
8. Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)
9. Accuspanningsmeter (pagina 3-4)
10. Peilglas voor het koelvloeistof niveau (pagina 6-12)
11. Voorste opbergcompartiment (pagina 3-11)
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 15
Page 18 of 84

DAUS1361
Snelheidsmeterunit
1. “TRIP"-toets
2. Multifunctioneel display
3. Snelheidsmeter
4. Rode zone
De snelheidsmeterunit is voorzien van
het volgende:
een snelheidsmeter (die de
actuele rijsnelheid aangeeft)
DCAS0010
LET OP:
Gebruik de scooter niet wanneer
de snelheidsmeter zich in de rode
zone bevindt. Rode zone: 120 km/h
(75 mph) en hoger
een kilometerteller (die de totale
afgelegde afstand toont)
een ritteller (die de afgelegde afs-tand toont sinds de teller het
laatst werd teruggesteld op nul)
Door het indrukken van de “TRIP”-
toets wisselt de weergave tussen kilo-
meterteller “ODO” en ritteller “TRIP”.
Om de ritteller terug te stellen scha-
kelt u over naar de “TRIP”-modus,
waarna u de “TRIP”-toets minstens 1
seconde lang ingedrukt houdt. De rit-
teller kan samen met de brandstofni-
veaumeter worden gebruikt om de
afstand te schatten die met een volle
brandstoftank kan worden afgelegd.
Deze informatie stelt u in staat de vol-
gende tankstops te plannen.
Instellen van de
kilometerteller/rittellerweergave
U kunt de kilometerteller en de ritteller
als volgt de afstand laten weergeven
in kilometers of in mijlen.
1. Draai de sleutel naar “
f”terwijl
u de terugstelknop ingedrukt
houdt.
2. Laat de terugstelknop los zodra
het display oplicht.3. De actuele weergave wordt op
het display getoond: “CONT”
(continentaal) voor kilometerwe-
ergave en “EnGL” (Engels) voor
mijlenweergave.
4. Druk de terugstelknop in om de
weergave te wijzigen.
5. Druk de terugstelknop twee
seconden lang in om de instelling
te bevestigen.
OPMERKING:
De kilometerteller/ritteller-weer-
gave kan een onbeperkt aantal
keren worden gewijzigd zolang
de kilometerteller beneden 10
(km/h of MPH) aanduidt, maar
wijzigen is niet meer mogelijk als
10 (km/h of MPH) of hoger wordt
aangeduid.
Wisselen tussen de kilometer- en
mijlenweergave heeft geen invlo-
ed op de huidige kilometerte-
ller/ritteller-weergave.
12 3
y
4
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 18
Page 46 of 84

DAUM1260
Motorolie
Vóór iedere rit moet het motorolieni-
veau worden gecontroleerd. Verder
moet de olie worden ververst volgens
de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudss-
chema en wanneer het display olie-
verversingstermijn gaat branden.
Om het motorolieniveau te
controleren
1. Zet de scooter op de middenbok.
OPMERKING:
Zorg dat de scooter rechtop staat bij
het controleren van het motorolienive-
au. Wanneer de motorfiets iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat hem een paar
minuten warmdraaien en zet hem
dan uit.
1. Olievuldop
3. Wacht een paar minuten om de
olie tot rust te laten komen, ver-
wijder de olievuldop, veeg de
peilstok schoon, steek deze weer
in de vulopening (zonder vast te
draaien) en neem dan weer uit
om het olieniveau te controleren.
1. Olievuldop
2. Peilstok
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
OPMERKING:
Het motorolieniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maxi-
mumniveau staan.
4. Als de motorolie beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, vul dan voldoende olie, van
de aanbevolen soort, bij tot het
correcte niveau.
5. Steek de peilstok in de vulope-
ning en draai dan de olievuldop
vast.
1
2
3
4
1
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-9
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 46
Page 47 of 84

Verversen van de motorolie
1. Start de motor, laat hem een paar
minuten warmdraaien en zet hem
dan uit.
2. Zet een oliecarter onder de motor
om de gebruikte olie op te van-
gen.
3. Verwijder de olievuldop en de
aftapplug om de olie uit het car-
ter te laten stromen.
1. Olieaftapplug
2. Ring
4. Controleer of de onderlegring
beschadigd is en vervang indien
nodig.
5. Breng de onderlegring en de olie-
aftapplug aan en zet de plug dan
vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
OPMERKING:
Controleer of de onderlegring correct
aanligt.
6. Vul bij met de voorgeschreven
hoeveelheid van de aanbevolenmotorolie, monteer dan de olie-
vuldop en zet deze vast.
DCA11670
LET OP
Gebruik geen olie met een
“CD”-dieselspecificatie of een
hogere kwaliteit dan gespecifi-
ceerd. Gebruik ook geen olie
met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreini-
gingen in het carter terecht
komen.
7. Start de motor, laat hem een paar
minuten stationair draaien en
controleer daarbij op olielekkage.
Als er sprake is van olielekkage,
zet de motor dan direct af en
zoek de oorzaak.
8. Stel het display olieverversings-
termijn op de volgende wijze
terug.
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid bij verversing:
1,2 L (1,27 US qt) (1,06 Imp.qt)
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
32 Nm (3,2 m•kgf, 23,1 ft•lbf)
2
1
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-10
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 47
Page 48 of 84

Terugstellen van display
olieverversingstermijn:
1. Druk op de “TRIP”-toets en houd
deze MAXIMAAL drie seconden
ingedrukt. Draai de sleutel naar
“f” terwijl u de “TRIP”-toets
ingedrukt houdt.
2. Laat de “TRIP”-toets los, het
controlelampje olieverversings-
termijn zal nu uitgaan.
3. Draai de sleutel naar “e”.
OPMERKING:
Als de motorolie werd ververst voor-
dat het controlelampje olieverver-
singstermijn brandde (dus voordat de
periodieke intervalperiode voor olie-
verversing was verstreken), moet het
controlelampje na de olieverversing
worden teruggesteld om het eerstvol-
gende tijdstip voor olieverversing
correct aan te geven. Volg de hierbo-
ven beschreven werkwijze ook om het
controlelampje olieverversingstermijn
terug te stellen voordat de olieverver-
singstermijn was verstreken, maar kijk
wel of het controlelampje ca. 1.4
seconde brandt nadat de terugstelk-nop is losgelaten; zo niet, herhaal dan
de procedure.
DAU20061
Versnellingsbakolie
Vóór elke rit moet het eindoverbren-
gingshuis worden gecontroleerd op
olielekkage. In geval van lekkage
dient u de scooter door een Yamaha
dealer te laten nakijken en te laten
repareren. Bovendien dient de vers-
nellingsbakolie als volgt te worden
ververst op de aangegeven tijdstip-
pen in het periodieke onderhouds- en
smeerschema.
1. Start de motor, warm de versne-
llingsbakolie op door een paar
minuten te gaan rijden en zet dan
de motor af.
2. Zet de scooter op de middenbok.
3. Plaats een olieopvangbak onder
het eindoverbrengingshuis om de
gebruikte olie op te vangen.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-11
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 48