Page 217 of 283

216
Bij een normaal gebruik van de auto
zijn speciale voorzorgsmaatregelen
niet nodig.
Het is echter nodig de volgende
aanwijzingen nauwkeurig op te vol-
gen bij werkzaamheden aan de elek-
trische installatie of bij een noodstart:
– Koppel de accu nooit los van de
elektrische installatie bij een draaiende
motor.
– Koppel de accuklemmen los al -
vorens de accu met een acculader op
te laden. Moderne acculaders kunnen
spanningen tot 20V leveren.
– Gebruik nooit een acculader voor
het starten van de motor, maar ge-
bruik een hulpaccu.
– Let op een goede aansluiting tus-
sen de accu en de elektrische installa-
tie, zowel wat betreft de juiste aan-
sluitwijze als de juiste verbinding tus-
sen de polen en de kabeluiteinden.
– Neem de stekkers van de rege-
leenheden nooit los en sluit ze nooit
aan als de contactsleutel in stand
MAR staat.
Helderwitte
kleur
Donkere kleur
zonder groen
middenstuk
Donkere kleur
met groen
middenstuk Elektrolyt
bijvullen
Accu niet voldoende
opgeladen
Niveau elektrolyt en
acculading
onvoldoende Wendt u tot de Lancia-
dealer
Opladen (het is raadzaam
dit door de Lancia-dealer
te laten uitvoeren)
Geen enkele handeling
Acculading controleren
De acculading kan kwalitatief ge-
controleerd worden door de kleur van
de optische meter te controleren. Zie
de volgende tabel of de sticker op de
accu.ELEKTRONISCHE
REGELEENHEDEN
Page 218 of 283

217
– Controleer de polariteit niet door
middel van vonken.
– Neem de stekkers van de regel -
eenheden los voor het uitvoeren van
laswerkzaamheden aan de carrosse-
rie. Verwijder de regeleenheden als de
temperatuur boven de 80°C stijgt
(bijzondere werkzaamheden aan de
carrosserie, enz.).BOUGIES
Schone en goede bougies (fig. 19)
met de juiste warmtegraad zijn van
doorslaggevend belang voor een goede
werking, een lange levensduur en een
lage uitstoot van schadelijke stoffen
van de motor.
De informatie die de bougie levert
aan een deskundige is een belangrijke
bron voor het opsporen van de sto-
ring, ook als deze niet door de ont-
steking wordt veroorzaakt. Het is
daarom belangrijk dat bij storingen in
de motorwerking de bougies worden
gecontroleerd door een Lancia-
dealer.
Modificaties of reparaties
aan de elektrische instal-
latie die niet correct wor-
den uitgevoerd en waarbij geen
rekening wordt gehouden met de
technische specificaties van het
sys teem, kunnen storingen in de
werking en zelfs brandgevaar ver -
oorzaken.
fig. 19
P4T0240
De bougies moeten bij de
kilometerstanden worden
vervangen die in het on-
derhoudsschema zijn aangegeven.
Gebruik uitsluitend bougies van het
voorgeschreven type. Bou gies met
een afwijkende warmtegraad kun-
nen motorstoringen veroorzaken.
Bougies
LANCIA RC10YCC
1.6 LANCIA BKR5EZChampion RC10YCC
NGK BKR5EZ
LANCIA RC10YCC
1.8LANCIA BKR6EZChampion RC10YCC
NGK BKR6EZ
2.0 LANCIA RC8BYCChampion RC8BYC
Page 219 of 283

BELANGRIJKE TIPS
Voorkom bruusk remmen, met spin-
nende wielen optrekken, enz.
Vermijd ook harde contacten tussen
banden en stoepranden, kuilen, en
andere obstakels. Het langdurig rij-
den op een slecht wegdek kan de ban-
den beschadigen.
Controleer de banden regelmatig op
scheuren in de wangen en bulten of
slijtplekken op het loopvlak. Raad-
pleeg zonodig de Lancia-dealer.
Rijd nooit met een te zwaar beladen
auto. Hierdoor kunnen de banden en
de velgen ernstig beschadigd worden.
Stop zo snel mogelijk bij een lekke
band en verwissel het wiel om be-
schadiging van de band, de velg, de
wielophanging en de stuurinrichting
te voorkomen.
Banden verouderen, ook als zij wei-
nig of nooit gebruikt zijn. Scheurtjes
in het loopvlak en op de wangen ge-
ven aan dat de band verouderd is.
Banden die langer dan zes jaar on-
der een auto gemonteerd zijn, moeten
dan ook door een specialist worden
A
- Juiste spanning: gelijkmatige slij-
tage van het loopvlak.
B - Te lage spanning: te grote slij-
tage aan de zijkanten van het loop -
vlak.
C - Te hoge spanning: te grote slij-
tage in het midden van het loopvlak.
fig. 20
P4T0239
Door een te lage banden-
spanning wordt de band te
heet, waardoor er onher-
stelbare inwendige schade aan de
band kan ontstaan.
WIELEN EN
BANDEN
BANDENSPANNING
De spanning van de banden, inclu-
sief het reservewiel, moet regelmatig,
om de twee weken en voor een lange
rit, worden gecontroleerd.
De bandenspanning moet bij koude
banden worden gecontroleerd.
Tijdens het rijden neemt de banden-
spanning toe (een natuurlijk ver-
schijnsel). Houd er daarom rekening
mee, dat bij een controle of oppom-
pen van warme banden de spanning
0,3 bar hoger moet zijn dan bij koude
banden.
Bedenk dat ook de weg -
ligging afhankelijk is van
een juiste bandenspan-
ning.
218
Een onjuiste bandenspanning veroor-
zaakt een onregelmatige slijtage van de
banden (fig. 20): Banden moeten worden vervangen
als de profieldiepte van het loopvlak
minder is dan 1,6 mm. Houdt u ech-
ter altijd aan de bepalingen van het
land waarin u rijdt.
Page 220 of 283

219
RUITENWISSERS
WISSERBLADENMaak de wisserbladen regelmatig
schoon met een schoonmaakmiddel;
wij raden DP1 aan.
Vervang de wisserbladen als het
rubber vervormd of versleten is. Het
verdient aanbeveling ten minste één
maal per jaar de wisserbladen te ver-
vangen.
Rijden met versleten rui-
tenwisserbladen is gevaar-
lijk, omdat ze het zicht
onder extreme atmosferische
omstandigheden aanzienlijk be-
perken.
RUBBER SLANGEN
Houd voor de rubber slangen van
het rem-, stuurbekrachtigings- en
brandstofsysteem zeer nauwkeurig de
voorschriften van het geprogram-
meerd onderhoudsschema aan.Ozon,
hoge temperaturen en het gedurende
langere tijd ontbreken van vloeistof in
een systeem zorgen ervoor dat de
slangen uitdrogen en scheuren, waar-
door het betreffende systeem gaat
lekken. Daarom is zorgvuldige con-
trole noodzakelijk.
gecontroleerd. Dit geldt in het bijzon-
der voor het reservewiel.
Monteer nooit gebruikte banden of
banden, waarvan de herkomst on-
bekend is.
De Lybra is voorzien van tubeless
radiaalbanden zonder binnenband. In
dit type band mag nooit een binnen-
band worden gemonteerd.
Bij de montage van een nieuwe band
moet ook het ventiel vernieuwd wor-
den.
Om een gelijke slijtage van de ban-
den op de vooras en de achteras te
verkrijgen, is het raadzaam de ban-
den om de 10.000 ÷ 15.000 km van
as te verwisselen. Hierbij moeten de
banden aan dezelfde zijde van de auto
gemonteerd blijven, zodat een om -
kering van de draairichting wordt
voorkomen.
Verwissel de banden niet
kruiselings, waarbij de
banden van de rechter-
zijde aan de linkerzijde en om-
gekeerd worden gemonteerd.
Met enkele simpele voorzorgsmaat -
regelen is het mogelijk beschadigin-
gen van het rubber te voorkomen.
– Wanneer de temperatuur onder
0°C is gedaald, moet er gecontroleerd
worden of er geen ijs tussen wisser-
blad en ruit zit. Verwijder zonodig het
ijs met antivries.
Page 221 of 283

220
2) Als de wisserbladen en de onder-
delen in goede staat zijn, moet de con-
trole worden voortgezet door het in-
schakelen van de ruitenwisser/-
sproeier: als de wisserbladen de voor-
ruit goed reinigen, kunnen ze worden
gehandhaafd, als de ruit niet goed ge-
reinigd wordt, moeten de beide wisser-
bladen worden vervangen.
Wisserbladen vervangen (fig. 21)
Zie voor het vervangen van het wis-
serblad van de achterruitwisser van de
Station Wagon het betreffende hoofd-
stuk.
Wisserbladen vervangen:
1) Trek de arm van de ruitenwisser
omhoog.
2) Druk op de lip van de veerklem
en trek het wisserblad Auit de arm B .
– Verwijder eventueel opgehoopte
sneeuw van de voorruit: om de wis-
serbladen te beschermen en over-
verhitting van de ruitenwissermotor
te voorkomen.
– Schakel de ruitenwissers niet in op
een droge ruit.
Wisserbladen controleren
Voordat u de wisserbladen contro-
leert, moeten de voorruit en de rub-
ber delen (wisserbladen) zorgvuldig
gereinigd worden met warm water en
zeep of met ruitensproeiervloeistof
DP1. De voorruit moet helemaal
schoon en vetvrij zijn: als het nodig is,
moet met sterkere vetverwijderende
middelen worden ontvet (op basis van
ammoniak).
Ook de wisserbladen moeten voor de
controle perfect gereinigd zijn: reinig,
indien noodzakelijk, alleen de randen
met warm water en zeep.
1) Controleer of het rubber van het
wisserblad niet vervormd of versleten
is en of alle onderdelen van de wis-
serbladen nog heel zijn: als het rub-
ber vervormd of versleten is, moeten
beide wisserbladen vervangen wor-
den. 3)
Monteer het nieuwe blad, waarbij
het wisserblad goed in de wisserarm
geborgd moet zijn.
BELANGRIJK Controleer na de
vervanging of de wisserbladen goed in
de wisserarm geborgd zijn.
fig. 21
P4T0228
Page 222 of 283

221
fig. 22
P4T0176
Het systeem gebruikt
koelmiddel R134a. Bij
lekkage is dit middel niet
schadelijk voor het milieu. Ge-
bruik in geen geval het middel
R12, omdat dit middel de compo-
nenten van het systeem beschadigt
en omdat dit middel CFK’s
(chloorfluorkoolwaterstoffen) be-
vat.
fig. 23
P4T0274
KOPLAMP -
SPROEIERS
(indien aanwezig)
Controleer regelmatig of de kop -
lamp sproeiers schoon en in goede
staat zijn (fig. 23).
De koplampsproeiers werken auto-
matisch als het dim-/grootlicht brandt
en de ruitensproeiers worden inge-
schakeld.
AIRCONDITIONING
Schakel in de winter de airconditio-
ning 1 keer per maand gedurende 10
minuten in.
Laat voor het zomerseizoen de
werking van de airconditioning con-
troleren door de Lancia-dealer.
RUITENSPROEIERS (fig. 22)
Als de ruitensproeiers niet werken,
controleer dan eerst het niveau in het
ruitensproeiertankje: zie “Niveaus
controleren” in dit hoofdstuk.Contro-
leer vervolgens of de ruitensproeier-
monden niet verstopt zijn. Deze kun-
nen zonodig met een speld worden
doorgeprikt.
De richting van de stralen Avan de
ruitensproeiers kunnen worden afge-
steld. Stel de sproeiermonden zodanig
af dat de stralen de ruit raken op het
hoogste punt in de slag van de rui-
tenwissers.
Page 223 of 283

TIPS VOOR HET BEHOUD VAN
DE CARROSSERIE
LakDe lak heeft behalve een esthetische
functie ook een beschermende func-
tie.
Daarom moeten beschadigingen van
de laklaag, zoals krassen, onmiddel-
lijk worden bijgewerkt om roest -
vorming te voorkomen.
Ook het bijwerken van metallic lak
levert geen problemen op.
Het bijwerken dient met de originele
lak te worden uitgevoerd (zie het
hoofdstuk “Technische gegevens”).
Het normale onderhoud van de auto
beperkt zich tot wassen, waarbij de
frequentie afhankelijk is van het ge-
bruik van de auto en van de omge-
ving. Het is raadzaam de auto vaker
te wassen bij sterke luchtverontreini-
ging of bij het rijden over wegen met
strooizout.
222
– Het gebruik van verzinkte (of
voorbehandelde) plaatdelen met een
hoge corrosiebestendigheid.
– Het aanbrengen van een gespoten
beschermende waslaag op de onder-
zijde, in de wielkuipen, in de motor-
ruimte en verschillende holle ruimtes,
met een hoog beschermend vermogen.
– Het aanbrengen van een bescher-
mende kunststof laag op kwetsbare
delen: onderzijde van de portieren,
binnenzijde van de spatborden, na-
den, randen enz.
– Toepassing van “open” holle ruim-
tes om condensvorming te voorkomen
en binnendringend water af te voeren,
waardoor roest van binnenuit wordt
voorkomen.
CARROSSERIEGARANTIE
Bij de Lybra is de carrosserie tegen
doorroesten van alle originele compo-
nenten van de carrosserie en van alle
dragende delen gegarandeerd. Voor
de specifieke voorwaarden van deze
garantie wordt verwezen naar de
“SERVICE- EN GARANTIEHAND-
LEIDING”.CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest
zijn:
– luchtverontreiniging;
– zoutgehalte in de lucht en lucht-
vochtigheid (gebieden aan zee, warm
en vochtig klimaat);
– omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende ele-
menten, zoals stoffige omgeving,
opwaaiend zand, modder en steenslag
op de lak en de onderzijde moet niet
worden onderschat.
LANCIA heeft voor de Lybra de be-
ste technologische oplossingen toege-
past om de carrosserie efficiënt tegen
roest te beschermen.
De belangrijkste zijn:
– De toepassing van aangepaste
spuittechnieken en lakproducten die
de auto de benodigde weerstand tegen
roest en schurende elementen ver -
lenen.
Page 224 of 283

223
De juiste wasmethode:
1)Verwijder de antenne van het dak
om te voorkomen dat deze beschadigt
in een autowasserette.
2) Spoel de auto eerst met een
water straal onder lage druk af.
3) Was de auto met een zachte spons
met een oplossing van neutrale zeep;
spoel daarbij de spons regelmatig uit.
4) Spoel de auto af met schoon water
en droog de auto met warme lucht of
een schone, zachte zeem.
De minder zichtbare delen zoals de
randen van de portieren, het koffer-
deksel en de koplampranden moeten
niet vergeten worden, omdat daar
water kan blijven staan. Het verdient
aanbeveling de auto na het wassen
Schoonmaakmiddelen
verontreinigen het water.
Daarom moet de auto bij
voorkeur worden gewassen op een
plaats waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd.niet onmiddellijk binnen te zetten,
maar de auto nog even buiten te laten
staan, zodat waterresten buiten kun-
nen verdampen.
Was de auto nooit in de zon of als de
motorkap nog warm is: omdat dan de
glans van de lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kun-
nen op dezelfde wijze worden gewas-
sen als de gespoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen,
aangezien harsdruppels bij langere
inwerking de lak kunnen beschadi-
gen, waardoor de kans op roestvor-
ming wordt vergroot.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen
dienen zo snel en zo goed mogelijk
van de lak verwijderd te worden, om-
dat door de agressieve bestanddelen
de lak kan beschadigen. Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van
de ruiten een daarvoor geschikt
schoonmaakmiddel.
Gebruik een
schone, zachte doek om krassen en
beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het
schoon maken van de binnenzijde van
de achterruit op, dat de elektrische
weerstandsdraden van de achterruit-
verwarming niet worden beschadigd.
Veeg voorzichtig in de richting van de
draden.
Motorruimte
Het verdient aanbeveling de motor-
ruimte na het winterseizoen zorgvul-
dig te laten uitspuiten. Laat dit ver-
zorgen door een gespecialiseerd be-
drijf.