Page 49 of 113

BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
5-4
5
DAU00423
SchakelenDe versnellingsbak regelt de overbrengver-
houding tussen de motor en het achterwiel,
m.a.w. het vermogen dat u naar het achter-
wiel kunt overbrengen, bij een gegeven
snelheid. Zorg dat u de juiste versnelling
kiest voor wegrijden, accelereren en het be-
klimmen en afdalen van heuvels.
Om de versnelling in zijn vrij te zetten, drukt
u het versnellingspedaal meermalen om-
laag totdat het niet verder kan, en vervol-
gens laat u het pedaal iets opkomen.
DC000048
LET OP:@ l
Rijd niet al te lange tijd met uitge-
schakelde motor een heuvel af en
sleep de motorfiets niet over al te
lange afstanden. Zelfs met de ver-
snelling in vrij, wordt de overbren-
ging alleen maar goed gesmeerd
als de motor draait. Een slechte
smering kan leiden tot beschadi-
ging van de overbrenging.
l
Schakel nooit over of terug zonder
de koppeling te gebruiken. De mo-
tor, de versnelling en de aandrij-
ving zijn niet ontworpen voor het
opvangen van schokken veroor-
zaakt door schakelen zonder kop-
peling, en kunnen hierdoor
beschadigd worden.
@
DAU00424
Tips voor het beperken van het
benzineverbruikHet benzineverbruik van uw motorfiets
hangt voor een groot deel af van uw rijstijl.
Hieronder volgen enkele tips voor het be-
perken van het benzineverbruik:l
Laat de motor warmdraaien voordat u
wegrijdt.
l
Zet de chokeknop (starter) zo snel
mogelijk in de uit-stand terug.
l
Schakel vlot door naar een hogere
versnelling en laat de motor tijdens het
accelereren niet teveel toeren maken.
l
Geef geen gas tussen het schakelen
door (dubbel-clutch) of tijdens het te-
rugschakelen en vermijd hoge toeren-
tallen bij onbelaste motor.
l
Zet de motor af in plaats van deze
lang stationair te laten draaien tijdens
het wachten voor een stoplicht, een
spoorwegovergang e.d..
1. Versnellingspedaal
N. Vrijstand
D_5eb_Operation.fm Page 4 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM
Page 50 of 113

BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
5-5
5
DAU01128
InrijdenDe meest belangrijke periode voor de pres-
taties en de levensduur van uw motorfiets
zijn de eerste 1.600 km. Lees de onder-
staande paragraaf aandachtig door en volg
de aanwijzingen hiervan op. Aangezien de
motor nieuw is, dient u deze de eerste
1.600 km niet al te zwaar te belasten. De
motor-onderdelen dienen zich naar elkaar
te zetten en zich harmonieus aan elkaar
aan te passen. Tijdens de inrijperiode dient
u lange tijd met vol gas rijden en andere
omstandigheden die kunnen leiden tot te
zware belasting/verhitting van de motor, te
vermijden.
DAU01329
0 ~ 1.000 km
Laat het toerental niet boven de 5.000 tpm
uitkomen.
1.000 ~ 1.600 km
Laat het motortoerental niet al te lang bo-
ven de 6.000 tpm komen.
DC000052
LET OP:@ Ververs na de eerste 1.000 km de mo-
torolie en vervang het oliefilter. @1.600 km en hoger
U kunt normaal rijden.
DC000053
LET OP:@ l
Laat de wijzer van de toerenteller
nooit in de rode zone komen.
l
Mochten er zich moeilijkheden met
de motor voordoen tijdens de inrij-
periode, raadpleeg dan onmiddel-
lijk u Yamaha dealer.
@
DAU00460
ParkerenAls u de motorfiets parkeert, zet de motor
dan af en verwijder de sleutel uit het
kontaktslot.
DW000058
WAARSCHUWING
@ De uitlaatpijp en het samenstel worden
bijzonder heet. Parkeer de motorfiets op
een plek waar spelende kinderen en
voorbijgangers zich niet kunnen bran-
den aan de uitlaat. Parkeer de motorfiets
niet op een helling of op een zachte on-
dergrond, aangezien de kans bestaat dat
deze omvalt. @
D_5eb_Operation.fm Page 5 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM
Page 51 of 113

6
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
Gereedschapsset...................................................... 6-1
Periodiek onderhoud en eenvoudige reparaties ....... 6-3
Verwijderen en aanbrengen van stroomlijnkappen
en panelen .............................................................. 6-6
Stroomlijnkappen A en B .......................................... 6-6
Paneel C ................................................................... 6-8
Inspektie van de bougies .......................................... 6-9
Motorolie ................................................................. 6-10
Koelsysteem ........................................................... 6-13
Verversen van de koelvloeistof. .............................. 6-14
Luchtfilter ................................................................ 6-17
Luchtinlaatpijp ......................................................... 6-19
Afstelling van de carburateur .................................. 6-20
Afstelling stationair toerental................................... 6-20
Kontroleren van de vrije speling van de
gaskabel ............................................................... 6-21
Afstellen van de klepspeling ................................... 6-21
Banden ................................................................... 6-21
Wielen ..................................................................... 6-24
Afstelling van de vrije slag van de
koppelingshendel.................................................. 6-25
Afstelling van de remlicht-schakelaar ..................... 6-25
Kontrole van de remvoeringen voor en achter ........ 6-26
Kontrole van het remvloeistofnivo ........................... 6-27
Verversen van de remvloeistof................................ 6-28
Kontrole van de kettingspanning ............................. 6-28Afstellen van de kettingspanning ............................ 6-29
Smering van de ketting ........................................... 6-29
Inspektie en smering van de kabels........................ 6-30
Smering van de gaskabel en van de gashendel ..... 6-30
Smeren van het rempedaal ..................................... 6-30
Smeren van de voorremhendel en
koppelingshendel .................................................. 6-31
Smering van de zijstandaard .................................. 6-31
Smeren van de achterwiel-ophanging..................... 6-31
Inspektie van de voorvork ....................................... 6-32
Inspektie van de stuurinrichting .............................. 6-32
Wiellagers ............................................................... 6-33
Accu ........................................................................ 6-33
Vervangen van zekeringen ...................................... 6-34
Vervangen van de gloeilamp van de koplamp......... 6-35
Vervangen van de gloeilamp van het
remlicht/achterlicht ................................................ 6-36
Vervangen van de gloeilamp van de
richtingaanwijzer ................................................... 6-36
Ondersteunen van de motorfiets ............................. 6-37
Verwijderen van het voorwiel................................... 6-37
Installeren van het voorwiel..................................... 6-38
Demonteren van het achterwiel .............................. 6-39
Monteren van het achterwiel ................................... 6-40
Verhelpen van storingen ......................................... 6-40
Lijst voor het opsporen van storingen ..................... 6-41
D_5eb_PeriodicTOC.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM
Page 52 of 113

6-1
6
DAU00462
6-PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
DAU00464
Het tijdig uitvoeren van het periodieke on-
derhoud, van de benodigde afstellingen en
van de smering zal uw motorfiets in een
goede en veilige staat houden. Veiligheid is
een “must” voor iedere motorrijder! De on-
derhoudstabellen en de smeringstabel zijn
een ruwe leidraad voor de intervallen waar-
op deze werkzaamheden moeten worden
uitgevoerd. VERGEET NIET DAT HET
WEER, HET SOORT TERREIN, DE MA-
NIER WAAROP DE MOTORFIETS
WORDT BESTUURD EN VELE ANDERE
OMSTANDIGHEDEN, AANPASSING VAN
DEZE INTERVALLEN NOODZAKELIJK
KUNNEN MAKEN. De meest belangrijke
punten voor onderhoud, smering en afstel-
ling worden in de volgende bladzijden be-
handeld.
DW000060
WAARSCHUWING
@ Als u geen ervaring heeft met onderhou-
den van een motorfiets, laat dit werk dan
over aan een erkende Yamaha dealer. @
DAU01296
LET OP:@ Test deze motorfiets niet te lang achter-
een op een dynamometer, aangezien het
vezelmateriaal van de knaldemper door
de grote hitte kan verkleuren. @
DAU01129
GereedschapssetDe gereedschapsset bevindt zich in de ba-
gageruimte. (Zie blz. 3-17 voor het openen
van de bagageruimte.) Het gereedschap
van de bijgeleverde gereedschapsset dient
voor het verrichten van het periodiek onder-
houd. Daarnaast kan echter nog ander ge-
reedschap nodig zijn, zoals een
momentsleutel, om het onderhoud geheel
naar behoren te verrichten.
De aanwijzingen in deze handleiding die-
nen om u, de eigenaar van deze motorfiets,
de nodige informatie te verschaffen over
het periodieke onderhoud van de motorfiets
en over eenvoudige reparaties.1. Gereedschapsset
D_5eb_Periodic.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM
Page 53 of 113
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-2
6
OPMERKING:@ Als u voor bepaalde onderhoudswerkzaam-
heden niet het vereiste gereedschap heeft,
breng uw motorfiets voor dit onderhoud dan
naar een Yamaha dealer. @
DW000062
WAARSCHUWING
@ Veranderingen aan deze motorfiets die
niet door Yamaha zijn goedgekeurd,
kunnen leiden tot slechtere prestaties
en kunnen de motorfiets zelfs onveilig
maken. Raadpleeg altijd eerst een
Yamaha dealer, alvorens enige verande-
ring aan te brengen. @
D_5eb_Periodic.fm Page 2 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM
Page 54 of 113

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-3
6
DAU00473
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
CP-01DNr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDENEERSTE
MAAL
(na 1.000 km)IEDERE
6.000 km of
6 maanden
(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
12.000 km of
12 maanden(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
1
*Brandstofleiding• Brandstofslangen controleren op barsten of andere schade.
• Vervangen indien nodig.ÖÖ
2*Brandstoffilter• Controleren.
• Vervangen indien nodig.Ö
3 Bougies• Controleren.
• Reinigen, elektrodenafstand bijstellen, indien nodig vervangen.ÖÖÖ
4*Kleppen• Klepspeling controleren.
• Bijstellen indien nodig.IEDERE 42.000 km of 42 maanden
(welk het eerst bereikt wordt)
5 Luchtfilter• Vervangen indien nodig.ÖÖ
6 Koppeling• Controleren.
• Kabel bijstellen of vervangen. ÖÖÖ
7*Voorrem• Werking en vloeistofpeil controleren en zonodig lekkage opsporen.
(Zie OPMERKING op blz. 6-5.)
• Corrigeren naar vereist.
• Remvoeringen vervangen indien nodig.ÖÖÖ
8*Achterrem• Werking en vloeistofpeil controleren en zonodig lekkage opsporen.
(Zie OPMERKING op blz. 6-5.)
• Corrigeren naar vereist.
• Remvoeringen vervangen indien nodig.ÖÖÖ
9*Wielen• Controleren op balans, uitloop en schade.
• Herbalanceren of vervangen indien nodig.ÖÖ
10*Banden• Controleren op profieldiepte en schade.
• Vervangen indien nodig.
• Bandenspanning controleren.
• Corrigeren indien nodig.ÖÖ
D_5eb_Periodic.fm Page 3 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM
Page 55 of 113

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-4
6
11
*Wiellagers• Controleren op loszitten of schade.
• Vervangen indien nodig.ÖÖ
12*Zwaaiarm• Scharnierpunt controleren op speling.
• Corrigeren indien nodig.
• Smeren met vet op lithiumzeepbasis om de 24.000 km of
24 maanden (welk het eerst bereikt wordt).ÖÖ
13 Aandrijfketting• Controleren op overmatige speling.
• Bijstellen indien nodig. Zorgen dat achterwiel juist is uitgelijnd.
• Reinigen en smeren. IEDERE 1.000 km of na het wassen van de
motorfiets of een rit in de regen.
14*Stuurlagers• Controleren op speling en soepele stuurbeweging.
• Corrigeren naar vereist.
• Smeren met vet op lithiumzeepbasis om de 24.000 km of
24 maanden (welk het eerst bereikt wordt).ÖÖ
15*Bevestigingspunten aan
het frame• Controleren of alle bouten, moeren en schroeven stevig vast zitten.
• Aandraaien indien nodig.ÖÖ
16 Zijstandaard• Controleren.
• Smeren en rapareren indien nodig.ÖÖ
17*Zijstandaardschakelaar• Controleren.
• Vervangen indien nodig.ÖÖÖ
18*Voorvork• Controleren op juiste werking en op olielekkage.
• Corrigeren naar vereist.ÖÖ
19*Achterschokbreker• Controleren op juiste werking en op olielekkage.
• Gehele schokbrekerset vervangen indien nodig. ÖÖ
20*Scharnierpunten
achterophanging-
verbindingsarmen• Controleren.
• Corrigeren indien nodig.ÖÖ Nr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDENEERSTE
MAAL
(na 1.000 km)IEDERE
6.000 km of
6 maanden
(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
12.000 km of
12 maanden(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
D_5eb_Periodic.fm Page 4 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM
Page 56 of 113

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-5
6
* Onderhoud aan deze onderdelen vereist speciaal gereedschap, technische vaardigheden en service-gegevens. Laat dit onderhoud over aan uw Yamaha
dealer.
DAU02970*
OPMERKING:@ l
Als u veel op stoffige wegen of in regenachtige gebieden rijdt, dient u het luchtfilter vaker schoon te maken.
l
Hydraulisch remsysteem
• Na het demonteren van de hoofdcilinder of de plunjer-cilinder dient u altijd de remvloeistof te verversen. Normaal kunt u volstaan
met het controleren van het remvloeistofpeil en het bijvullen van remvloeistof.
• Vervang de oliekeringen binnenin de hoofdcilinder en de plunjer-cilinder om de twee jaar.
• Vervang alle remleidingen om de vier jaar of als ze gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
@21
*Carburateurs• Controleren op stationair-toerental, synchronisatie en werking
starter.
• Bijstellen indien nodig.ÖÖÖ
22 Motorolie• Controleren op oliepeil en olielekkage.
• Corrigeren indien nodig.
• Verversen. (Voor aftappen eerst motor laten warmdraaien.)ÖÖÖ
23 Motorolie-filtercassette• Vervangen.ÖÖ
24*Koelsysteem• Controleren op koelvloeistofpeil en koelvloeistoflekkage.
• Corrigeren indien nodig.
• Koelvloeistof verversen om de 24.000 km of 24 maanden (welk het
eerst bereikt wordt).ÖÖ Nr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDENEERSTE
MAAL
(na 1.000 km)IEDERE
6.000 km of
6 maanden
(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
12.000 km of
12 maanden(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
D_5eb_Periodic.fm Page 5 Wednesday, February 2, 2000 3:51 PM