3
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
Kontaktslot-schakelaar/Stuurslot .......................... 3-1
Kontrolelampjes .................................................... 3-2
Controleren van het oliepeil /
koelvloeistoftemperatuur-
waarschuwingslampje......................................... 3-5
Controle van het brandstofpeil-
waarschuwingslampje......................................... 3-6
Digitale snelheidsmeter ........................................ 3-7
Toerenteller ........................................................... 3-8
Diagnosefunktie .................................................... 3-9
Stuurschakelaars .................................................. 3-9
Koppelingshendel ............................................... 3-11
Versnellingspedaal.............................................. 3-11
Voorremhendel ................................................... 3-11
Achterrempedaal ................................................ 3-12
Anti-diefstal alarm (optioneel) ............................. 3-12Benzinetankdop ................................................. 3-13
Benzine .............................................................. 3-13
Ontluchtingsslang van de benzinetank .............. 3-14
Chokeknop (starter) “ ” .................................... 3-15
Zadels ................................................................ 3-15
Helmhouder ....................................................... 3-17
Opbergvak.......................................................... 3-17
Afstelling van de voorvork .................................. 3-17
Afstelling van de achterschokbreker .................. 3-19
Aanbevolen gecombineerde instellingen van
de voorvork en de achterschokbreker. ............. 3-22
Klemmen voor bagagesnelbinders..................... 3-23
Zijstandaard ....................................................... 3-23
Kontrole van de zijstandaard/koppelings-
onderbrekingsschakelaar ................................. 3-24
D_5eb_FunctionsTOC.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:49 PM
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-12
3
Om de afstand tussen de voorremhendel
en het stuurhandvat bij te stellen, draait u
aan de afsteller terwijl u de hendel naar vo-
ren trekt. Let op dat de standmarkering op
de afsteller recht tegenover het pijlteken
staat.
DAU00162
AchterrempedaalHet achterrempedaal bevindt zich rechts
van het motorblok. Trap het pedaal in om te
remmen.
DAU00109
Anti-diefstal alarm (optioneel)Deze motorfiets kan op aanvraag worden
uitgerust met een anti-diefstal alarm. Ver-
zoek uw Yamaha dealer om het alarm voor
u te bestellen en te installeren.
1. Handgreepstand-instelschaal
2. Pijlteken
a. Afstand handgreep
1. Achterrempedaal
D_5eb_Functions.fm Page 12 Wednesday, February 2, 2000 3:50 PM
10-INDEXAAanbevolen gecombineerde instellingen
van de voorvork en de
achterschokbreker. .............................. 3-22
Accu ...................................................... 6-33
Achterrempedaal ................................... 3-12
Afstellen van de kettingspanning............ 6-29
Afstellen van de klepspeling ................... 6-21
Afstelling stationair toerental .................. 6-20
Afstelling van de achterschokbreker....... 3-19
Afstelling van de carburateur.................. 6-20
Afstelling van de remlicht-schakelaar ..... 6-25
Afstelling van de voorvork ...................... 3-17
Afstelling van de vrije slag van de
koppelingshendel................................. 6-25
Anti-diefstal alarm (optioneel)................. 3-12BBanden .................................................. 6-21
Bedieningselementen/instrumenten .........2-3
Benzine.................................................. 3-13
Benzinetankdop ..................................... 3-13
Brandstofpeil-waarschuwingslampje ........3-2CChokeknop (starter) “ ” ....................... 3-15
Controleren van het oliepeil /
koelvloeistoftemperatuur-
waarschuwingslampje............................3-5
Controle van het brandstofpeil-
waarschuwingslampje............................3-6
DDemonteren van het achterwiel ............. 6-39
Diagnosefunktie....................................... 3-9
Digitale snelheidsmeter ........................... 3-7GGereedschapsset .................................... 6-1
Grootlicht/dimlicht-schakelaar .................. 3-9
Grootlicht-kontrolelampje ......................... 3-2HHelmhouder........................................... 3-17IIdentifikatie-nummer ................................ 9-1
Identifikatienummer van de sleutel........... 9-1
Inhaal-schakelaar .................................... 3-9
Inrijden .................................................... 5-5
Inspektie en smering van de kabels ....... 6-30
Inspektie van de bougies ......................... 6-9
Inspektie van de stuurinrichting ............. 6-32
Inspektie van de voorvork ...................... 6-32
Installeren van het voorwiel ................... 6-38KKlaxon-schakelaar ................................. 3-10
Klemmen voor bagagesnelbinders ........ 3-23
Koelsysteem.......................................... 6-13
Kontaktslot-schakelaar/Stuurslot ............. 3-1
Kontrolelampjes....................................... 3-2
Brandstofpeil-waarschuwingslampje .. 3-2
Grootlicht-kontrolelampje ................... 3-2
Oliepeil/koelvloeistoftemperatuur-
controlelampje ................................. 3-3
Richtingsaanwijzer-kontrolelampje ..... 3-2
Vrijstand-kontrolelampje .....................3-2
Kontroleren van de vrije speling van de
gaskabel ..............................................6-21
Kontrole van de kettingspanning ............6-28
Kontrole van de remvoeringen voor en
achter ..................................................6-26
Kontrole van de zijstandaard/koppelings-
onderbrekingsschakelaar .....................3-24
Kontrole van het remvloeistofnivo ..........6-27
Kontrole voor het rijden ............................4-1
Koppelingshendel ..................................3-11
LLichtschakelaar ......................................3-10
Lijst voor het opsporen van storingen .....6-41
Linker aanzicht .........................................2-1
Luchtfilter ...............................................6-17
Luchtinlaatpijp ........................................6-19MModelplaatje ............................................9-2
Monteren van het achterwiel ..................6-40
Motorfiets-identifikatienummer .................9-1
Motorolie ................................................6-10
Motorstop-schakelaar.............................3-10OOliepeil/koelvloeistoftemperatuur-
controlelampje .......................................3-3
Onderhoud ...............................................7-1
Ondersteunen van de motorfiets ............6-37
Ontluchtingsslang van de benzinetank ...3-14
Opbergvak .............................................3-17
Opslag .....................................................7-4
D_5ebIX.fm Page 1 Wednesday, February 2, 2000 3:52 PM