Page 161 of 280

159
Rijden
6Dit systeem signaleert de aanwezigheid van
obstakels binnen de detectiezone van de sensoren
die zich in de baan van de auto, zoals bepaald door
de stand van het stuurwiel, bevinden.
In het weergegeven voorbeeld worden, afhankelijk
van de uitvoering, alleen de obstakels die zich in het
gestreepte gebied bevinden door het geluidssignaal
gesignaleerd.
De bestuurder wordt via een onderbroken
geluidssignaal gewaarschuwd bij het naderen van
obstakels. De frequentie van het geluidssignaal
neemt toe naarmate de auto het obstakel nadert.
Zodra de afstand tussen de auto en het obstakel
kleiner dan ongeveer dertig centimeter is, klinkt het
geluidssignaal ononderbroken.
U hoort via de luidspreker (rechts of links) aan welke
zijde van de auto het obstakel zich bevindt.
Het geluidssignaal wordt automatisch onderbroken
wanneer de auto enkele seconden stilstaat.
Het geluidssignaal wordt automatisch hervat als de
auto weer rijdt of als het obstakel de auto nadert.
Het geluidssignaal bij detectie aanpassen
Door op deze toets te drukken wordt het venster geopend waarop u het volume
van het geluidssignaal kunt instellen.
Als u op deze toets drukt, wordt het geluidssignaal gedempt of weer
ingeschakeld.
Grafische weergave
Dit is een aanvulling op het geluidssignaal, waarbij
geen rekening worden gehouden met de rijrichting
van de auto. Dit systeem geeft met balken op het
scherm de afstand tussen het obstakel en de auto
aan (wit: veraf, oranje: in de buurt en rood: heel
dichtbij).
Als de auto het obstakel zeer dicht is genaderd,
verschijnt het symbool "Gevaar" op het scherm.
Het displayvenster van het systeem sluiten
Wanneer u op deze toets drukt, wordt het displayvenster van het systeem gesloten.
Dit waarschuwingslampje knippert op het instrumentenpaneel wanneer er een obstakel
wordt gedetecteerd.
Geluidssignalen dempen / Grafische weergave sluiten
Als het geluidssignaal voor detectie wordt
gedempt of als het displayvenster van het
systeem door de bestuurder wordt gesloten
terwijl het obstakel wordt gedetecteerd, dan
blijft alleen het waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel knipperen.
Parkeerhulp vóór
De parkeerhulp vóór is een aanvulling op de
parkeerhulp achter en wordt geactiveerd zodra er bij
een rijsnelheid van maximaal 10
km/h vóór de auto
een obstakel wordt gedetecteerd.
De werking van de parkeerhulp vóór wordt
onderbroken als de auto langer dan drie
seconden stilstaat terwijl een versnelling vooruit
is ingeschakeld, als er geen obstakel meer wordt
gedetecteerd of als de auto harder dan 10 km/h rijdt.
Het geluid uit de luidspreker (voor of achter) geeft de positie van het obstakel ten
opzichte van de auto aan (voor of achter).
Uitschakelen / inschakelen
(Afhankelijk van het land waar het voertuig is
verkocht)
Page 162 of 280

160
Rijden
Standaard wordt het geluidssignaal
automatisch ingeschakeld telkens wanneer de
achteruitversnelling wordt geselecteerd.
Het systeem kan niet worden uitgeschakeld.
Afhankelijk van de uitvoering kunt u de toets op
de middenconsole en / of in de app ADAS op het
touchscreen gebruiken.
► Druk op deze toets om het geluidssignaal in of uit
te schakelen.
Het controlelampje brandt als het geluidssignaal is
uitgeschakeld.
U kunt het systeem handmatig starten en het geluidssignaal in de app ADAS van het
touchscreen inschakelen / uitschakelen.
De parkeerhulp achter wordt automatisch uitgeschakeld wanneer er een aanhanger of
fietsendrager wordt gekoppeld aan een trekhaak
die volgens de voorschriften van de fabrikant is
gemonteerd.
In dat geval wordt de omtrek van een aanhanger
weergeven aan de achterzijde van het beeld van
de auto.
Wanneer de auto wordt gestart, zijn de grafische weergave en de geluidssignalen
van de parkeerhulpsystemen pas beschikbaar
nadat het touchscreen is opgestart.
Werkingslimieten
Als de bagageruimte zwaar beladen is, kan de auto
overhellen, waardoor de afstanden mogelijk niet
meer goed worden aangegeven.
Bij een storing in de versnellingsbak is het systeem
niet actief als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Storing
Bij een storing gaat dit waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel branden, in
combinatie met een melding en een geluidssignaal
(korte piep).
Bij een storing knippert dit controlelampje ongeveer 10 seconden als de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of
door een gekwalificeerde werkplaats controleren.
Dit waarschuwingslampje gaat op het instrumentenpaneel branden met de melding
" Parkeerhulpsensor bedekt met vuil: reinig de
sensor, zie handleiding" als de sensor wordt
afgedekt.
Dit is normaal; u hoeft hiervoor geen contact op te
nemen met een werkplaats.
Stop de auto in dat geval en controleer of de
sensoren voor / achter wordt afgedekt door vuil,
modder, sneeuw, ijs of iets anders waardoor de
sensor niet goed werkt.
Het systeem werkt weer normaal als het
detectiegebied is gereinigd.
Visiopark 1
Raadpleeg voor meer informatie de algemene adviezen over het gebruik van
de rij- en parkeerhulpsystemen.
Wanneer de achteruitversnelling bij draaiende motor
wordt ingeschakeld, geeft dit systeem beelden van
de directe omgeving van de auto op het touchscreen
weer met behulp van een camera aan de achterzijde
van de auto.
Page 163 of 280

161
Rijden
6
Het scherm is in 3 delen opgedeeld met een
zijmenu, de omgeving zoals die door de camera
wordt geregistreerd en een weergave van bovenaf
gezien van de directe omgeving van de auto.
De informatie van de parkeerhulpsensoren vult het
beeld van bovenaf aan.
Er zijn diverse weergaven beschikbaar:
–
Automatisch ingezoomde weergave.
–
Standaardweergave.
–
Panoramische weergave.
Afhankelijk van de omstandigheden kiest het
systeem de beste weergave (standaard of
automatische zoom).
Het type weergave kan tijdens de manoeuvre altijd
worden gewijzigd.
De systeemstatus wordt niet opgeslagen bij het
afzetten van het contact.
Werkingsprincipe
Tijdens manoeuvres met een lage snelheid filmt de
camera de directe omgeving van de auto.
In realtime wordt een beeld van bovenaf van de auto
en de directe omgeving van de auto gecreëerd (en
weergegeven op de zijkant van het scherm) terwijl
de auto rijdt.
Deze weergave is handig om de auto recht in te
parkeren en om de obstakels in de directe omgeving
van de auto te zien. Dit beeld verdwijnt automatisch
als de auto langere tijd stilstaat.
Er is een extra sproeier boven de kentekenplaat geplaatst om de
achteruitrijcamera te reinigen (afhankelijk van de
uitvoering).
Instellingen
In het zijmenu:In dit venster kan het volume van het geluidssignaal worden aangepast.
Met deze knop kunt u het geluidssignaal dempen/weer laten horen.
Met deze knop kunt u de camera reinigen (afhankelijk van de uitrusting).
Inschakelen/uitschakelen
Schakel de achteruitversnelling in om de camera in
te schakelen.
Het systeem wordt uitgeschakeld:
–
Als er uit de achteruitversnelling wordt
geschakeld.
–
Als op het kruis in de linkerbovenhoek van het
touchscreen wordt gedrukt.
Automatisch ingezoomde weergave
De camera achter registreert de omgeving tijdens
het manoeuvreren om een samengesteld beeld
van bovenaf van de achterzijde van de auto en van
zijn nabije omgeving te creëren zodat de obstakels
rondom de auto goed zichtbaar zijn.
Met behulp van de sensoren op de achterbumper
wordt de automatisch ingezoomde weergave
weergegeven wanneer de auto obstakels op de rode
lijn (minder dan 30 cm) tijdens de manoeuvre nadert.
Deze weergave is alleen automatisch beschikbaar.
Page 164 of 280

162
Rijden
Het type weergave kan tijdens de manoeuvre altijd
worden gewijzigd.
De systeemstatus wordt niet opgeslagen bij het
afzetten van het contact.
Werkingsprincipe
Gereconstrueerd beeld
De camera's worden ingeschakeld en een
reconstructie van een weergave van bovenaf van
uw auto in zijn directe omgeving wordt op het
touchscreen weergegeven.
Rechtstreekse weergave
De beelden van de voorzijde, achterzijde en
zijkanten worden automatisch in de weergave van
bovenaf van de auto opgenomen.
Elke weergave kan ook rechtstreeks worden
getoond door de betreffende zone te selecteren.
De weergave van de voorzijde kan worden
geselecteerd in een versnelling vooruit tot een
snelheid van 16 km/h.
De montage van een sneeuwscherm kan de weergave van de beelden van de camera
aan de voorzijde verstoren.
De obstakels kunnen verder weg lijken dan ze in werkelijkheid zijn.
Tijdens het manoeuvreren moet u de zijkanten
van de auto via de buitenspiegels in de gaten
houden.
De parkeersensoren geven ook extra informatie
over het gebied rondom de auto.
Standaardweergave
Het gebied achter de auto wordt weergegeven op
het scherm.
De blauwe lijnen (1 ) geven de breedte van de auto
weer met uitgeklapte buitenspiegels; ze verplaatsen
zich afhankelijk van de stand van het stuurwiel.
De rode lijn (2 ) geeft een afstand van 30
cm vanaf
de achterbumper weer; de twee blauwe lijnen (3 ) en
( 4 ) een afstand van respectievelijk 1 m en 2 m.
Deze weergave is automatisch beschikbaar of door
deze te selecteren in het zijmenu.
Panoramische weergave
Met de panoramische weergave kunt u een
parkeerplaats in de achteruitversnelling verlaten
waarbij u op de nadering van voertuigen,
voetgangers of fietsers kunt anticiperen.
Wij raden u aan om deze weergave niet tijdens de
gehele manoeuvre te gebruiken.
Deze weergave is alleen beschikbaar door deze te
selecteren in het zijmenu.
Visiopark 3
Raadpleeg voor meer informatie de algemene adviezen over het gebruik van
de rij- en parkeerhulpsystemen.
Met dit systeem kunt u de directe omgeving van uw
auto op het touchscreen bekijken met behulp van
camera's die aan de voorzijde en achterzijde en
onder de buitenspiegels van de auto zijn geplaatst.
Het scherm is in 4 delen opgedeeld met twee
zijmenu's, de door de camera's geregistreerde
beelden en een weergave van de directe omgeving
van de auto van bovenaf gezien.
De informatie van de parkeerhulpsensoren vult het
beeld van bovenaf aan.
Afhankelijk van de weergavehoek die in het
menu links is gekozen, biedt het systeem
specifieke visuele ondersteuning voor bepaalde
rijomstandigheden, zoals het oprijden van een
onoverzichtelijk kruispunt of het manoeuvreren in
gebieden met verminderd zicht.
Voor de achterzijde of voorzijde zijn diverse
weergaven gebaseerd op de door de camera's
geregistreerde beelden beschikbaar:
–
Automatisch ingezoomde weergave.
–
Standaardweergave.
–
Panoramische weergave.
Afhankelijk van de omstandigheden kiest het
systeem de beste weergave (standaard of
automatische zoom).
Page 165 of 280

163
Rijden
6Het type weergave kan tijdens de manoeuvre altijd
worden gewijzigd.
De systeemstatus wordt niet opgeslagen bij het
afzetten van het contact.
Werkingsprincipe
Gereconstrueerd beeld
De camera's worden ingeschakeld en een
reconstructie van een weergave van bovenaf van
uw auto in zijn directe omgeving wordt op het
touchscreen weergegeven.
Rechtstreekse weergave
De beelden van de voorzijde, achterzijde en
zijkanten worden automatisch in de weergave van
bovenaf van de auto opgenomen.
Elke weergave kan ook rechtstreeks worden
getoond door de betreffende zone te selecteren.
De weergave van de voorzijde kan worden
geselecteerd in een versnelling vooruit tot een
snelheid van 16 km/h.
De montage van een sneeuwscherm kan de weergave van de beelden van de camera
aan de voorzijde verstoren.
Er is een extra sproeier boven de kentekenplaat geplaatst om de
achteruitrijcamera te reinigen (afhankelijk van de
uitvoering).
Instellingen
In het zijmenu:In dit venster kan het volume van het geluidssignaal worden aangepast.
Met deze knop kunt u het geluidssignaal dempen/weer laten horen.
Met deze knop kunt u de camera reinigen (afhankelijk van de uitrusting).
Inschakelen / uitschakelen
Automatisch
Wanneer de motor draait en de auto stilstaat, wordt
de weergave achter automatisch via de camera
achter weergegeven als de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld.
Wanneer de motor draait en de auto langzamer rijdt
dan 16 km/h, wordt de weergave vóór automatisch
via de camera vóór weergegeven als een versnelling
wordt ingeschakeld.
Handmatig
► In de app ADAS van het touchscreen
selecteert u Functies>Panoramische
camera
Het systeem wordt uitgeschakeld:
–
Automatisch voor de achterzijde wanneer uit de
achteruitversnelling wordt geschakeld. –
Automatisch voor de voorzijde wanneer de
snelheid hoger is dan ongeveer 16 km/h.
–
Als op het kruis in de linkerbovenhoek van het
touchscreen wordt gedrukt.
Automatisch ingezoomde weergave
De camera vóór of achter neemt tijdens de
manoeuvre de omgeving op om een weergave vóór
of achter van bovenaf gezien van de auto in zijn
directe omgeving te maken. Op deze manier kan
de auto langs de obstakels in de buurt van de auto
worden gemanoeuvreerd.
Met behulp van de sensoren op de voor- of
achterbumper wordt de automatisch ingezoomde
weergave weergegeven wanneer de auto een
obstakel op de rode lijn (minder dan 30 cm) tijdens
de manoeuvre nadert.
Deze weergave is alleen automatisch beschikbaar.
Afhankelijk van de uitvoering kan deze worden in- /
uitgeschakeld in de app ADAS van het touchscreen.
Page 166 of 280

164
Rijden
Het systeem detecteert obstakels die zich
voortbewegen met een snelheid van meer dan 3 km/h
op een maximale afstand van 40 m.
Het systeem werkt naast de parkeerhulp Visiopark
1 of de functies Visiopark 3 (afhankelijk van de
uitvoering).
Zie de betreffende hoofdstukken voor meer informatie
over de parkeerhulp, Visiopark 1 of de functies
Visiopark 3.
De bestuurder moet voor en tijdens de volledige manoeuvre op de omgeving letten.
Rijd langzaam en voorzichtig achteruit als u weinig
of geen zicht hebt.
Werkingsprincipe
Wanneer een naderend object wordt gedetecteerd,
knippert het symbool 1 of 2 op het touchscreen, in de
weergave voor de Parkeerhulp of de verschillende
De obstakels kunnen verder weg lijken dan ze in werkelijkheid zijn.
Tijdens het manoeuvreren moet u de zijkanten
van de auto via de buitenspiegels in de gaten
houden.
De parkeersensoren geven ook extra informatie
over het gebied rondom de auto.
Standaardweergave
Afhankelijk van de omstandigheden kan het gebied
achter of voor uw auto op het scherm worden
weergegeven.
De blauwe lijnen (aan de achterzijde) / oranje lijnen
(aan de voorzijde) (1 ) geven de breedte van de auto
weer met uitgeklapte buitenspiegels; ze verplaatsen
zich afhankelijk van de stand van het stuurwiel.
De rode lijn (2 ) geeft een afstand van 30 cm vanaf
de achter- of voorbumper aan; de twee blauwe lijnen
(aan de achterzijde) / oranje lijnen (aan de voorzijde)
( 3 en 4 ) geven een afstand van respectievelijk 1 m
en 2 m aan.
Deze weergave is automatisch beschikbaar of door
deze te selecteren in het zijmenu links.
Panoramische weergave
Met de panoramische weergave achter of voor
kunt u een parkeerplaats verlaten waarbij u op de
nadering van voertuigen, voetgangers of fietsers
kunt anticiperen.
Wij raden u aan om deze weergave niet tijdens de
gehele manoeuvre te gebruiken.
Deze weergave is alleen beschikbaar door deze te
selecteren in het zijmenu links.
Zijweergaven
Met de zijweergave links/rechts kunt u de omgeving
aan elke kant van de auto bekijken (zoals een
trottoir, een lage muur of een ander voertuig dat
naast de auto is geparkeerd).
► Selecteer de betreffende weergave in de
weergave van bovenaf van de auto.
Het geselecteerde gebied wordt geel en de
zijweergave verschijnt in het midden van het
scherm.
Wij raden u aan om deze weergave niet tijdens de
gehele manoeuvre te gebruiken.
Verkeerswaarschuwing
achter
Raadpleeg voor meer informatie de algemene adviezen over het gebruik van
de rij- en parkeerhulpsystemen.
Wanneer de achteruitversnelling wordt ingeschakeld
terwijl de motor draait of als er achteruit wordt
gereden met een snelheid van maximaal
10
km/h, waarschuwt dit systeem voor naderende
obstakels (zoals voetgangers, fietsers, voertuigen,
vrachtwagens en motorfietsen) in de dode hoeken
achter de auto, met behulp van de radars die in de
bumper zijn gemonteerd.
Page 167 of 280

165
Rijden
6Het systeem detecteert obstakels die zich
voortbewegen met een snelheid van meer dan 3 km/h
op een maximale afstand van 40 m.
Het systeem werkt naast de parkeerhulp Visiopark
1 of de functies Visiopark 3 (afhankelijk van de
uitvoering).
Zie de betreffende hoofdstukken voor meer informatie
over de parkeerhulp, Visiopark 1 of de functies
Visiopark 3.
De bestuurder moet voor en tijdens de volledige manoeuvre op de omgeving letten.
Rijd langzaam en voorzichtig achteruit als u weinig
of geen zicht hebt.
Werkingsprincipe
Wanneer een naderend object wordt gedetecteerd,
knippert het symbool 1 of 2 op het touchscreen, in de
weergave voor de Parkeerhulp of de verschillende
weergaven van de functies Visiopark 1 of Visiopark 3
(afhankelijk van de uitvoering).
Het symbool wordt samen met een geluidssignaal
weergegeven als de auto achteruit rijdt.
Een obstakel nadert de dode hoek aan de rechter- / linkerzijde of aan beide
zijden van de auto.
Bij een storing in deze visuele weergavefuncties of het
touchscreen, of wanneer de bestuurder de weergave
van deze functies op het touchscreen uitschakelt,
wordt de detectie van een naderend obstakel nog
steeds aangegeven door een geluidssignaal wanneer
de auto achteruit rijdt.
Inschakelen / uitschakelen
Dit kan worden ingesteld in de app ADAS van
het touchscreen.
De status van het systeem wordt opgeslagen bij het
afzetten van het contact.
Werkingslimieten
In de volgende gevallen werkt het systeem mogelijk
niet:
–
Bij het trekken van een aanhanger
.
–
W
anneer een fietsendrager op een trekhaak is
gemonteerd.
–
Bij extreme temperatuursveranderingen.
–
Als de achterbumper is beschadigd.
–
V
erzamelen of uitsteken van externe elementen
(zoals modder, vorst en sneeuw), aangebrachte
stickers.
Het kan gebeuren dat waarschuwingen niet, te laat of op het verkeerde moment worden
gegeven. Daarom moet u altijd de controle over uw
auto behouden zodat u op elk moment kunt
ingrijpen om een aanrijding te voorkomen.
Wanneer de achterbumper opnieuw wordt gespoten, neem dan contact op met een
PEUGEOT-dealer of gekwalificeerde werkplaats;
bepaalde types lak kunnen de werking van de
radars verstoren.
Storing
In geval van een storing bij het inschakelen van
de achteruitversnelling, tijdens het achteruitrijden
of wanneer de bestuurder het systeem probeert
te activeren, verschijnt er een melding op het
instrumentenpaneel, in combinatie met een
geluidssignaal.
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of door
een gekwalificeerde werkplaats controleren.
De melding "Parkeerhulpsensor bedekt met vuil:
reinig de sensor, zie handleiding" verschijnt op het
instrumentenpaneel als de sensor wordt afgedekt.
Dit is normaal; u hoeft hiervoor geen contact op te
nemen met een werkplaats.
Stop in dat geval de auto en controleer of
de hoekradars, de achteruitrijcamera en/of
parkeersensoren achter worden afgedekt door vuil,
modder, sneeuw, ijs of iets anders waardoor de
sensor niet goed werkt.
Het systeem werkt weer normaal als het
detectiegebied is gereinigd.
Page 168 of 280

Peugeot & TotalEnergies,
een samenwerking in het teken van
prestaties!
TotalEnergies en Peugeot werken al ruim 25 jaar samen en hebben de
grenzen van prestaties in sportwedstrijden met historische
overwinningen in enduranceraces of rally’s verlegd. Vandaag zetten de
twee merken hun gezamenlijke avontuur in de motorsport voort met
deelname aan de 24 uur van Le Mans en de FIA World Endurance
Championship in de categorie Hybrid Hypercar. Talloze uitdagingen
waarvoor Peugeot uitsluitend de high-tech Quartz-smeermiddelen
aanbeveelt om de motoren gedurende de levensduur te smeren.
TotalEnergies voorziet Peugeot-voertuigen daarom van Quartz-
smeermiddelen, van de eerste keer vullen in de fabriek tot in de
goedgekeurde werkplaatsen van de dealernetwerken, zodat ze elke dag
weer optimaal werken. Peugeot & TotalEnergies: offi ciële partners in
prestaties!
Houd uw motor langer jong!
Quartz Ineo Xtra First 0W-20 is een zeer hoogwaardig smeermiddel
dat het resultaat is van de samenwerking tussen de R&D-teams van
Peugeot en TotalEnergies. De innovatieve technologie verlengt de
levensduur van uw motor, terwijl uw brandstofverbruik en dus de CO
2-
emissies aanzienlijk dalen. Het product is nu verkrijgbaar in een nieuwe
verpakking* die van 50% gerecycled materiaal is gemaakt en 100%
recyclebaar is.
* 1 l & 5 l geproduceerd in Europa