Page 225 of 280

223
In geval van pech
8het laden van de 48 V-accu. De door de 48 V-accu
geleverde stroom moet ongeveer 10-15 A zijn.
►
Zet na afloop van het laden eerst acculader
B uit
voordat u de kabels loskoppelt van 12 V-accu A .
►
Breng het kunststof kapje aan op de pluspool (+),
als uw auto hiermee is uitgerust.
►
Start de auto en laat de motor draaien.
►
W
acht totdat de motor stationair draait.
►
Laat de motor minimaal 30 minuten draaien,
terwijl de auto stilstaat, om de 48 V-accu voldoende
op te laden.
Voor plug-in hybride
uitvoeringen
Het plug-in hybridesysteem heeft twee hulpaccu's:
een voorin en een middenin de auto.
De 12V-accu's vervangen Neem contact op met een PEUGEOT-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats.
Een ander voertuig met startkabels starten
Start een ander voertuig niet (met startkabels) via
de 12V-accu's van de auto.
Toegang tot de 12V-accu's
Voor
De voorste accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de pluspool (+):
► Ontgrendel de motorkap door de
ontgrendelhendel in het interieur en vervolgens de
veiligheidshaak van de motorkap te bedienen.
►
Open de motorkap.
Pluspool (+)
met snelsluiting.
Minpool (-).
De minpool van de accu is niet bereikbaar en
daarom bevindt er zich vlak bij de accu een
afzonderlijk massapunt.
Midden
De middelste accu bevindt zich in de opbergruimte
van de middenarmsteun vóór.
Voor toegang tot de accu:
► Open de middenarmsteun vóór .
► Haal de vloer van de ruimte los.
Pluspool (+)
, beschermd door een rood kunststof
kapje (niet toegankelijk).
Minpool (-) met een zwarte snelsluitende aansluiting.
De voorste accu laden met behulp van
een acculader
Voor een optimale levensduur van de voorste accu
is het noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de accu
voldoende is opgeladen.
In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn om
de voorste accu op te laden:
–
Als de auto vooral voor korte ritten wordt gebruikt.
–
Als de auto meerdere weken niet wordt gebruikt.
Neem contact op met een PEUGEOT
-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als u de voorste accu van uw auto zelf gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een lader
Page 226 of 280

224
In geval van pech
die geschikt is voor loodaccu's en die een
nominale spanning van 12 V heeft.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.
Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
►
Zet het contact af.
►
Schakel alle stroomverbruikers uit
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting enz.).
► Schakel om gevaarlijke vonken te voorkomen
de lader B uit alvorens de kabels op de accu aan te
sluiten.
► Controleer of de kabels van de lader in goede
staat zijn.
►
Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+)
omhoog, wanneer uw auto hiermee is uitgerust.
►
Sluit de kabels van lader
B als volgt aan:
•
De rode pluskabel (+) op de pluspool (+) van
accu A.
•
De zwarte minkabel (-) op het massapunt (
C)
van de auto.
►
Zet na afloop van het laden eerst acculader
B uit
voordat u de kabels loskoppelt van accu A .
De 12V-accu's loskoppelen / weer
aansluiten
Procedure voor het loskoppelen / aansluiten van de
12V-accu's als de auto langdurig niet wordt gebruikt.
Voer de volgende handelingen uit voordat u de
12V-accu's loskoppelt:
►
Open het bestuurdersportier
.
►
Sluit alle andere portieren / deuren.
►
Schakel alle stroomverbruikers uit (zoals
audiosysteem, ruitenwissers en verlichting).
►
Zet het contact uit en wacht totdat het
controlelampje READY uit gaat.
►
W
acht 4 minuten.
Keer de volgorde van de stappen voor het ontkoppelen en aansluiten van de
12V-accu's niet om - kans op onherstelbare
schade!
Loskoppelen
Centrale accu:
► Koppel aansluiting (-) los met de zwarte
snelsluitende aansluiting
Accu voorin:
► Koppel aansluiting (+) los door de zwarte
snelsluitende aansluiting los te koppelen: •
T
rek de hendel A zo ver mogelijk omhoog om de
accupoolklem B te ontgrendelen.
•
Beweeg de accupoolklem
B omhoog om hem te
verwijderen.
Page 227 of 280

225
In geval van pech
8Aansluiten
Accu voorin:
► Koppel aansluiting (+) los door de rode
snelsluitende aansluiting aan te sluiten: •
T
rek de hendel (A ) zo ver mogelijk omhoog.
•
Plaats de geopende accupoolklem (
B) op de
pluspool (+).
•
Druk de accupoolklem (
B) volledig omlaag.
•
Beweeg de hendel (
A) omlaag om de
accupoolklem (B ) vast te zetten.
Centrale accu:
►
Koppel aansluiting
(-) aan met de zwarte
snelsluitende aansluiting
Na het opnieuw aansluiten
van de accu
Als de accukabels weer zijn aangesloten, moet u het
contact aanzetten en vervolgens 1 minuut wachten
voordat u de motor start, zodat de elektronische
systemen kunnen worden geïnitialiseerd.
Wanneer er zich na deze handeling kleine
storingen blijven voordoen, neem dan contact op
met een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Aan de hand van het betreffende hoofdstuk moet u
bepaalde uitrustingselementen resetten:
–
Elektronische sleutel.
–
Schuif-/kanteldak.
–
Elektrische ruitbediening.
–
Datum en tijd.
–
Voorkeuzezenders.
Nadat de accu opnieuw is aangesloten, wordt de melding "Storing
detectiesysteem risico op aanrijding"
weergegeven op het instrumentenpaneel
wanneer het contact wordt aangezet. Dit is
volkomen normaal. De melding zal tijdens het
rijden verdwijnen.
De auto slepen
Algemene aanwijzingen Houd u aan de ter plaatse geldende
regelgeving.
Controleer of het gewicht van de trekkende auto
hoger is dan dat van de auto die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van de
gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon moet
beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de grond
altijd een goedgekeurde sleepstang; touwen en
riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met uitgeschakelde
motor, werken ook de rem- en stuurbekrachtiging
niet.
Neem in de volgende gevallen contact op met een professioneel bergbedrijf:
–
Uw auto staat met pech langs de autosnelweg
of snelweg;
–
Het is niet meer mogelijk om de
versnellingsbak in de neutraalstand te zetten, het
stuurslot te ontgrendelen of de parkeerrem uit te
schakelen;
–
Het is niet meer mogelijk om een auto met
een automatische transmissie te slepen, met
draaiende motor;
–
Bij takelen met slechts twee wielen op de
grond;
–
Bij auto's met vierwielaandrijving;
–
Er is geen goedgekeurde sleepstang
beschikbaar.
Het voertuig moet in de vrijloop worden
gezet voordat het wordt gesleept.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de vrijloop.
Page 228 of 280

226
In geval van pech
Speciale functie voor het slepen van
hybride auto's
Met beide wielen op de grond: het is alleen
toegestaan om korte afstanden (ongeveer 15
km)
en met beperkte snelheid (maximaal 25
km/h)
te rijden.
Met alle vier wielen op de grond: de auto
mag maximaal 100
meter bij een maximale
snelheid van 10
km/h worden gesleept (met
de automatische transmissie in N en N
weergegeven op het instrumentenpaneel).Plug-in hybrides Trap eerst het rempedaal in terwijl
het contact aan is en selecteer stand N .
Schakel vervolgens het hybridesysteem uit
(controlelampje READY uit).
Roep altijd de hulp in van een professioneel
bergingsbedrijf om uw auto met een
autoambulance of oplegger te bergen.
Gebruik het sleepoog alleen
om de auto,
wanneer deze vastzit, los te trekken of tijdens de berging vast te zetten op een autoambulance of
oplegger.
Elektrische voertuigen Een elektrisch voertuig mag nooit worden
gebruikt om een ander voertuig te slepen.
Het voertuig mag echter wel worden gebruikt om
bijvoorbeeld een ander voertuig uit een greppel
te trekken.
Beperkingen bij slepen
Type voertuig
(motor / versnellingsbak) Voorwielen op de grond Achterwielen op de grond
Dieplader4 wielen op de grond met
sleepstang
Verbrandingsmotor /
Handgeschakeld
Verbrandingsmotor / Automaat
Hybride / Automatisch
Plug-in hybride 2WD
Elektrisch 2WD
2WD: tweewielaandrijving.
Page 229 of 280

227
In geval van pech
8Bij een storing in de accu of elektrische parkeerrem is het essentieel d\
at u contact opneemt met een professioneel bedrijf dat gebruikmaakt van autoambulances (behalve bij een handgeschakelde versnellingsbak).
Toegang tot het gereedschap
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over toegang tot het gereedschap.
Slepen van uw auto
Toegang tot de sleepoogaansluiting aan de
voorzijde:
► Maak het afdekplaatje los door op de hoek
linksboven te drukken.
►
V
erwijder het afdekplaatje door het omlaag te
bewegen.
Voor het slepen van uw auto:
►
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
►
Bevestig de sleepstang.
►
Zet de versnellingsbak in de neutraalstand.
Als dit voorschrift niet wordt opgevolgd, kunnen bepaalde onderdelen (remsysteem,
aandrijving enz.) beschadigd raken en werkt de
rembekrachtiger na het starten van de motor
mogelijk niet meer.
Automatische transmissie Sleep de auto nooit met de aangedreven
wielen op de grond terwijl de motor is afgezet.
►
Ontgrendel het stuurwiel en zet de parkeerrem
vrij.
►
Schakel de alarmknipperlichten op beide
voertuigen in overeenstemming met de geldende
wetgeving in het land waar u rijdt.
►
Rijd voorzichtig weg en houd zowel de snelheid
als de af te leggen afstand beperkt.
Slepen van een andere auto
Toegang tot de sleepoogaansluiting aan de
achterzijde:
► Maak het afdekplaatje los door op de hoek
linksboven te drukken.
►
Beweeg het afdekplaatje omlaag.
V
oor het slepen van een andere auto:
►
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
►
Bevestig de sleepstang.
►
Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's
in.
►
Rijd voorzichtig weg en houd zowel de snelheid
als de af te leggen afstand beperkt.
Page 230 of 280

228
Technische gegevens
Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
Motoren
De technische gegevens van de motor van uw auto
zijn op het kentekenbewijs en in de commerciële
documentatie vermeld.
Alleen de waarden die beschikbaar waren op het
moment van publicatie zijn in de tabellen vermeld.
Neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats als u de ontbrekende
waarden wilt weten.
Het maximumvermogen komt overeen met de op de testbank gehomologeerde waarde,
onder de omstandigheden die zijn vastgelegd in
de Europese regelgeving (Richtlijn 1999/99/EG).
Neem voor meer informatie contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Gewichten en
aanhangergewichten
De gewichten en aanhangergewichten van de auto
zijn op het kentekenbewijs van uw auto en in de
commerciële documentatie vermeld.
U vindt deze waarden ook op het
constructeursplaatje.
Neem voor meer informatie contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het maximaal toelaatbare treingewicht (GTW) en
de aanhangergewichten gelden tot een hoogte
van maximaal 1000 meter. Het opgegeven
aanhangergewicht dient voor elke extra 1000 meter
hoogte met 10% te worden verminderd.
De aanbevolen kogeldruk is het gewicht dat op de
trekhaakkogel mag rusten.
Bij hoge buitentemperaturen kunnen de prestaties van de auto minder worden om
de motor te beschermen. Als de
buitentemperatuur hoger dan 37 °C is, moet het
aanhangergewicht worden verlaagd.
Het trekken van een aanhanger, ook met een licht beladen auto, kan een negatief
effect op de wegligging hebben.
Met een aangekoppelde aanhanger heeft de auto
een langere remweg.
Wanneer de auto een aanhanger trekt, mag
u nooit sneller dan 100 km/h of de plaatselijk
geldende snelheidslimiet (in Nederland wettelijk
90 km/h) rijden.
Page 231 of 280

229
Technische gegevens
9Motoren en aanhangergewichten - Benzine
MotorenPureTech 130PureTech 130 S&S PureTech 130 S&S
Versnellingsbak / transmissie EAT8
Automatisch, 8 versnellingen) BVM6
(Handgeschakeld, 6 versnellingen) EAT8
Automatisch, 8 versnellingen)
Codes EB2ADTSM ATN8 Euro
6.3
EB2ADTSM ATN8 Euro
5EB2ADTS MB6E STT Euro 6.3
/ 6.4
EB2ADTSI MB6E STT Euro 6.3 / 6.4 EB2ADTS ATN8 STT Euro 6.3
/ 6.4
EB2ADTSI ATN8 STT Euro 6.3 / 6.4
Modelcodes:
Berline: FP...
SW: FR... HNL/T
HNL/N HNS/L
HNS/T
Carrosserievariant BerlineSWBerline SWBerline SW
Cilinderinhoud (cc) 1.1991.1991.199
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 969696
Brandstof LoodvrijLoodvrijLoodvrij
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar
combinatiegewicht) (kg)
op een helling van max. 10 % of 12 % 600 - 1.200*
-1.300 1.2501.200**
- 1.400*** 1,200**
- 1,400***
Aanhanger ongeremd (kg) 600 - 680*-660 680680710
Maximale kogeldruk (kg) 70-70 707070
* Alleen Australië.
** Met als accessoire gemonteerde trekhaak.
***
Met in de fabriek gemonteerde trekhaak.
Page 232 of 280
230
Technische gegevens
Motoren en aanhangergewichten - Diesel
MotorenBlueHDi 130 S&SBlueHDi 130 S&S
Versnellingsbak / transmissie EAT8
Automatisch, 8 versnellingen) EAT8
Automatisch, 8 versnellingen)
Codes DV5RC ATN8 STT Euro
6.4DV5RCM ATN8 STT Euro
6.1
Modelcodes:
Berline: FB...
SW: FC... YHZ/T
YHZ/P
Carrosserievariant BerlineSWBerline SW
Cilinderinhoud (cc) 1.4991.499
Max. vermogen: EC-standaard (kW) 9696
Brandstof DieselDiesel
Aanhanger geremd (binnen max. toelaatbaar combinatiegewicht)
(kg)
op een helling van max. 10 % of 12 % 1.550
1.500 600600
Aanhanger ongeremd (kg) 710730600600
Maximale kogeldruk (kg) 70707070