Page 49 of 280

47
Toegang
2Het zonnescherm openen / sluiten
► U kunt het zonnescherm openen door de
handgreep naar achteren te trekken totdat de
gewenste positie wordt bereikt.
►
U kunt het zonnescherm sluiten door de
handgreep naar voren te duwen totdat de gewenste
positie wordt bereikt.
Resetten
Resetten is nodig als de accu weer is aangesloten,
bij een storing in het schuif-/kanteldak of wanneer
het dak schokkerig beweegt.
►
Controleer of de beweging van het schuif-/
kanteldak niet wordt belemmerd en of de
afdichtingen schoon zijn.
Automatisch sluiten van het schuif-/ kanteldak is niet meer beschikbaar; alleen
handmatig sluiten is mogelijk.
Het op afstand sluiten van het schuif-/kanteldak
met de elektronische sleutel is dan ook niet meer
mogelijk.
► Houd het voorste deel van de toets
ingedrukt om het schuif-/kanteldak te sluiten,
met het contact aangezet.
Het schuif-/kanteldak sluit stap voor stap. Wanneer
het volledig is gesloten, gaat het iets open of dicht.
►
Laat de toets 1 seconde na het einde van de
beweging los.
Page 50 of 280

48
Ergonomie en comfort
Zitpositie
Juiste zitpositie
Een goede rijhouding zorgt voor meer comfort en
bescherming voor de bestuurder.
Ook het zicht rondom en de bereikbaarheid van de
bedieningsfuncties worden hierdoor geoptimaliseerd.
Bepaalde stoelafstellingen die in dit hoofdstuk
worden beschreven, zijn afhankelijk van het
uitrustingsniveau en het land waar de auto is
verkocht.
Bestuurdersstoel
Neem plaats op de stoel en zorg ervoor dat uw
bekken, uw rug en uw schouders goed tegen de
rugleuning steunen.
Wijzig de hoogte van de zitting zodat uw ogen op
gelijke hoogte zijn met het midden van de voorruit.
Het hoofd moet zich minimaal 10 cm van het dak
bevinden.
Zorg er bij het verstellen van de stoel in
lengterichting voor dat u de pedalen volledig kunt
intrappen zonder uw benen geheel te strekken.
De afstand tussen de knieën en het dashboard moet
minstens 10 cm zijn, zodat u eenvoudig toegang
hebt tot de bediening op het dashboard.
Zet de rugleuning zo recht mogelijk; kantel deze
nooit verder dan 25°.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte van
de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Stel de lengte van de zitting af zodat uw
bovenbenen goed worden ondersteund.
Stel de lendensteun af op de vorm van de
wervelkolom.
Stel het bereik van het stuurwiel zo af dat het
minstens 25
cm van het borstbeen is verwijderd en u
het met uw armen licht gebogen kunt vasthouden.
Stel de hoogte van het stuurwiel af zodat het
stuurwiel het zicht op de informatie van het
instrumentenpaneel niet belemmert.
Verstel de stoel uit veiligheidsoverwegingen uitsluitend als de auto staat geparkeerd.
Elektrisch verstelbare stoelenZet het contact aan om de afstellingen uit
te voeren.
Passagierszijde
Neem plaats op de stoel en zorg ervoor dat uw
bekken, uw rug en uw schouders goed tegen de
rugleuning steunen.
Zorg bij het verstellen van de stoel in de
lengterichting voor een afstand van ten minste
25
cm tot het dashboard.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte van
de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Voordat u gaat rijden
Stel de buitenspiegels en de binnenspiegel af om de
dode hoeken te minimaliseren.
Doe uw veiligheidsgordel om: plaats het
schoudergedeelte van de gordel in het midden van
uw schouder en trek het heupgedeelte goed aan ter
hoogte van uw bekken.
Controleer of alle passagiers hun gordel goed
hebben omgedaan.
Page 51 of 280

49
Ergonomie en comfort
3Elektrisch verstelbare buitenspiegelsZet het contact aan om de afstellingen uit
te voeren.
Tijdens het rijden
Houd een goede zitpositie aan en houd het stuurwiel
met beide handen vast op 'kwart over negen', zodat
u op elk moment alle bedieningsfuncties binnen
handbereik hebt.
Verstel de stoelen en het stuurwiel nooit tijdens het rijden.
Houd uw voeten altijd op de vloer.
Voorstoelen
Zorg er bij het naar achteren schuiven van de stoel voor dat de beweging van de stoel
niet kan worden gehinderd door personen of
voorwerpen.
Kans op bekneld raken van de achterpassagiers
of op blokkeren van de stoel als grote
voorwerpen op de vloer achter de stoel zijn
geplaatst.
Hoofdsteunen vóór
In hoogte verstellen
Omhoog:
► T rek de hoofdsteun omhoog in de gewenste
positie; u voelt dat de hoofdsteun in positie klikt.
Omlaag:
►
Afhankelijk van de uitrusting drukt u het
ontgrendelknopje (A ) of de toets (B) in. Houd het
knopje ingedrukt en zet ondertussen de hoofdsteun
omhoog.
De hoofdsteun is goed afgesteld wanneer de bovenkant gelijk ligt met de bovenkant
van het hoofd.
Een hoofdsteun verwijderen
► Beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
►
Druk de pal (
A) in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en trek de hoofdsteun omhoog.
►
Berg de hoofdsteun veilig op.
Een hoofdsteun terugplaatsen
► Steek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de betreffende rugleuning.
►
Duw de hoofdsteun omlaag tot aan de aanslag.
►
Druk het ontgrendelknopje (
A) in om de
hoofdsteun los te halen en duw deze omlaag.
►
Stel de hoogte van de hoofdsteun af.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn verwijderd. Deze moeten zijn geplaatst en
goed zijn afgesteld voor de betreffende
inzittende.
Handmatig verstellen
Verstellen in lengterichting
► Beweeg de stang omhoog en schuif de stoel
naar voren of naar achteren.
►
Laat de stang los om de stoel in de betreffende
positie te vergrendelen.
Page 52 of 280
50
Ergonomie en comfort
Hoogte
► Trek de hendel omhoog voor omhoog zetten
of duw deze omlaag voor omlaag zetten totdat de
gewenste stand is bereikt.
Rugleuninghoek
► Draai de knop voor de gewenste hoek.
Lendensteun
► Draai aan de knop om de lendensteun in de
gewenste stand te zetten.
Lengte van de zitting
► Trek de handgreep naar voren om de zitting te
ontgrendelen en beweeg vervolgens het voorste
deel van de zitting naar voren of naar achteren.
Elektrisch verstellen
Verstellen in lengterichting
► Duw de schakelaar naar voren of naar achteren
om de stoel in lengterichting in de gewenste stand
te zetten.
Hoogte en hoek van de zitting
► Duw de achterzijde van de schakelaar omhoog
of omlaag om de gewenste hoogte te verkrijgen.
►
Duw de voorzijde van de schakelaar omhoog of
omlaag om de zitting in de gewenste hoek te zetten.
Rugleuninghoek
► Duw de schakelaar naar voren of naar achteren.
Page 53 of 280

51
Ergonomie en comfort
3Lendensteun
Met deze schakelaar kan de lendensteun zowel in
diepte als in hoogte worden versteld.
► Houd het voorste of het achterste
gedeelte van de schakelaar ingedrukt om de
mate van steun voor de lendenen te vergroten of te
verkleinen.
►
Houd het bovenste of onderste gedeelte van
de schakelaar ingedrukt om de lendensteun te
verhogen of te verlagen.
Verstellen van het zitgedeelte
De elektrische verstelling is aanwezig op "AGR"
gecertificeerde handmatig verstelbare stoelen.
► Houd het voorste of achterste gedeelte van de
toets ingedrukt om het voorste deel van de zitting
omhoog of omlaag te bewegen.
Zitposities opslaan
Deze functie is aan de elektrisch verstelbare
bestuurdersstoel gekoppeld en biedt de mogelijkheid
om twee zitposities voor de bestuurder in het
geheugen op te slaan. Dit vergemakkelijkt het
instellen van de zitpositie als de auto regelmatig
door een andere bestuurder wordt gebruikt.
Het slaat de elektrisch afgestelde posities van de
stoel en de buitenspiegels op.
Met de toetsen 1 / 2 / M
► Stap in de auto en zet het contact aan.
►
Zet de stoel en de buitenspiegels in de gewenste
stand.
►
Druk op toets
M en vervolgens binnen 4
seconden op toets 1 of 2.
Het opslaan wordt bevestigd door een
geluidssignaal.
Het opslaan van een andere stand annuleert de
vorige, in het geheugen opgeslagen stand.
Oproepen van een opgeslagen zitpositie
Zorg ervoor dat het verplaatsen van de stoel niet gehinderd wordt door voorwerpen of
personen. Contact aan of draaiende motor
►
Druk op toets
1
of 2 om de betreffende zitpositie
op te roepen.
Er klinkt een geluidssignaal wanneer de stoelpositie
volledig is aangepast.
U kunt de beweging onderbreken door op de toets
M , 1 of 2 te drukken of door één van de schakelaars
van de stoelverstelling te bedienen.
U kunt een zitpositie niet oproepen tijdens het rijden.
Het opvragen van een opgeslagen zitpositie is tot
ongeveer 45 seconden na het afzetten van het
contact mogelijk.
Stoelverwarming
Zonder i-Toggles
Aan / uit
► Druk op de toets voor uw stoel.
► Elke keer dat u op de toets drukt, wijzigt de
stand van de verwarming; het bijbehorende aantal
controlelampjes gaat branden.
►
U kunt de verwarming uitschakelen door op de
toets te drukken totdat alle controlelampjes uit zijn.
Page 54 of 280

52
Ergonomie en comfort
De status van het systeem wordt opgeslagen bij het
afzetten van het contact.
Met i-Toggles
Inschakelen / uitschakelen
Kies het tabblad Stoelen in de app Stoelen op het touchscreen.
►
Selecteer de bestuurders- of de passagiersstoel.
De betreffende pagina wordt weergegeven met de
meest recent opgeslagen instellingen.
Als de instellingen in orde zijn, drukt u erop om de functie in de Stoelen-app in of uit te
schakelen.
Wanneer u niets doet, wordt de oorspronkelijke
pagina weer weergegeven.
De status van de functie wordt niet opgeslagen bij
het afzetten van het contact.
Instellingen wijzigen
► Selecteer de betreffende stoel op de pagina
Stoelen.
►
Selecteer een intensiteit uit de drie verschillende
niveaus: "1 " (Zacht), "2 " (Normaal) of "3 " (Hard).
De instellingen worden opgeslagen bij het afzetten
van het contact.
Gebruik de functie niet als de stoel niet wordt gebruikt.
Verlaag de verwarmingsstand zo snel mogelijk.
Als de stoel en het interieur een prettige
temperatuur hebben bereikt, schakel de functie
uit; als het stroomverbruik daalt, daalt ook het
energieverbruik.
Langdurig gebruik van de stoelverwarming wordt afgeraden voor personen met een
gevoelige huid.
Personen die warmte niet goed kunnen voelen
door bijvoorbeeld ziekte of medicijnen, kunnen
brandwonden krijgen.
Voorkom als volgt schade aan het
verwarmingselement en kortsluiting:
–
Plaats geen zware voorwerpen op de stoel.
–
Ga niet op uw knieën op de stoel zitten of op
de stoel staan.
–
Mors geen vloeistoffen op de stoel.
–
Gebruik de stoelverwarming nooit als de stoel
vochtig is.
Meerkeuzemassagefunctie
Systeem waarbij kan worden gekozen uit
verschillende massagesoorten en waarbij de
intensiteit van de massage kan worden ingesteld.
Dit systeem werkt bij draaiende motor en in de
STOP-stand van het Stop & Start-systeem.
Inschakelen / uitschakelen
Kies het tabblad Massage in de app Stoelen op het touchscreen.
►
Selecteer de bestuurders- of de passagiersstoel.
De betreffende pagina wordt weergegeven met de
meest recent opgeslagen instellingen.
Als de instellingen in orde zijn, drukt u erop om de functie in de Stoelen-app in of uit te
schakelen. Wanneer u niets doet, wordt de oorspronkelijke
pagina weer weergegeven.
De status van de functie wordt niet opgeslagen bij
het afzetten van het contact.
Instellingen wijzigen
► Selecteer de betreffende stoel op de pagina
Massage.
►
Selecteer een massage-intensiteit uit de drie
verschillende niveaus: "1 " (Zacht), "2" (Normaal) of
" 3 " (Hard).
►
Selecteer een andere soort massage uit de
beschikbare soorten massage.
De wijzigingen worden direct doorgevoerd en
worden opgeslagen wanneer het contact wordt
afgezet.
Zodra het systeem is ingeschakeld, wordt een één
uur durende massagecyclus gestart, bestaande
uit sessies van 6 minuten massage en 3 minuten
pauze.
Aan het einde van de cyclus stopt het systeem
automatisch.
Het stuurwiel verstellen
Page 55 of 280

53
Ergonomie en comfort
3► Trek aan de hendel om het stuurwiel te
ontgrendelen terwijl de auto stilstaat.
►
V
erstel het stuurwiel in hoogte en diepte voor een
optimale zithouding.
►
Druk de hendel weer vast om het stuurwiel te
vergrendelen.
Deze afstellingen mogen om veiligheidsredenen alleen worden
uitgevoerd als de auto stilstaat.
PEUGEOT i-Cockpit® De informatie op het instrumentenpaneel
is zichtbaar boven het stuurwiel, voor meer
veiligheid en rijcomfort.
Stel de hoogte van het stuurwiel af zodat het
stuurwiel het zicht op het instrumentenpaneel niet
belemmert.
Stuurwielverwarming
Bij koud weer verwarmt deze functie het ronde
gedeelte van het stuurwiel.
U kunt de functie activeren wanneer de
buitentemperatuur lager is dan 20 °C.
Zonder
i-Toggles
► Druk bij draaiende motor op deze toets om de
functie in of uit te schakelen (bevestigd door het
branden / doven van het controlelampje).
De functie wordt automatisch uitgeschakeld als de
motor wordt afgezet.
Met i-Toggles
Kies het tabblad Stoelen en stuur in de app Klimaat op het touchscreen.
Druk om de functie in of uit te schakelen.
De functie wordt opgeslagen bij het afzetten van de
motor.
Spiegels
Buitenspiegels
Ontwasemen / ontdooien
Het ontwasemen / ontdooien van de buitenspiegels werkt gelijktijdig met de
achterruitverwarming.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over de achterruitverwarming.
Stel de buitenspiegels om veiligheidsredenen zo af dat de dode hoek
zo klein mogelijk is.
De objecten die u in de spiegel ziet zijn dichterbij
dan ze lijken. Houd hiermee rekening om de
afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
Afstellen
► Beweeg schakelaar A naar rechts of links om de
juiste buitenspiegel te selecteren.
►
Duw schakelaar
B in de vier richtingen om de
spiegel af te stellen.
►
Zet schakelaar
A weer in de middenstand.
Page 56 of 280

54
Ergonomie en comfort
Handmatig inklappen
De spiegels kunnen handmatig worden ingeklapt
(bijvoorbeeld bij een obstructie bij het parkeren of in
een smalle garage).
►
Kantel de spiegel naar de auto.
Elektrisch inklappen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de buitenspiegels
elektrisch inklapbaar.
► Zorg dat het contact is aangezet
en zet schakelaar A vanuit de auto
in de middelste stand.
►
Beweeg schakelaar
A naar
achteren.
►
V
ergrendel de auto van buitenaf.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp van schakelaar A , worden ze niet
automatisch uitgeklapt als de auto wordt
ontgrendeld.
Elektrisch uitklappen
► Van buitenaf: ontgrendel de auto.
► V an binnenuit: zet schakelaar A met aangezet
contact in de middelste stand en beweeg deze
daarna naar achteren.
Het automatisch inklappen / uitklappen van de buitenspiegels kan worden ingesteld in
de app Instellingen > Voertuig van het
touchscreen.
Klap de spiegels in voordat u de auto laat
wassen in een automatische wasstraat.
Automatisch kantelen van buitenspiegels bij achteruitrijden
Afhankelijk van de uitvoering kan met deze functie
het spiegelglas van de spiegels automatisch omlaag
worden gekanteld om het achteruit inparkeren te
vereenvoudigen.
Zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld
terwijl de motor draait, wordt het spiegelglas van de
spiegels naar de grond gericht.
Het spiegelglas van beide spiegels keert terug naar
de oorspronkelijke stand:
–
Enkele seconden nadat er uit de
achteruitversnelling is geschakeld.
–
W
anneer er sneller dan 10 km/h wordt gereden.
–
Als de motor wordt afgezet.
Het systeem kan in de app Instellingen >
V oertuig van het touchscreen worden
ingeschakeld / uitgeschakeld.
Elektrochromatische
binnenspiegel
Het elektrochroomsysteem gebruikt een sensor voor
het detecteren van het niveau van het buitenlicht
en van het licht dat van achteren op de auto valt
zodat er automatisch en geleidelijk tussen dag- en
nachtstand kan worden geschakeld.
Voor optimaal zicht bij het manoeuvreren wordt het spiegelglas automatisch helderder
als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Het systeem werkt niet als de lading in de
bagageruimte hoger dan de bagageafdekking is
of als er voorwerpen op de bagageafdekking zijn
geplaatst.