Page 65 of 292

63
Ergonomie en comfort
3luchtstroominstelling van de airconditioning voor de
voorste ventilatieroosters.
U kunt deze functie inschakelen op de secundaire
pagina die u kunt openen met de toets "OPTIES".
►
Druk op de toets
14 om de functie "REAR"
(centrale regeling) in te schakelen; de functie krijgt
de status "ON".
►
Druk op de knop "
grote ventilator" of "kleine
ventilator" om de luchtstroom te verhogen of te
verlagen.
De betreffende lampjes gaan branden.
Als alle controlelampjes uit zijn, kunt u door de
rijwind nog een beetje luchtstroom voelen.
Ventilatie bij aangezet contact
Bij aangezet contact kunt u het ventilatiesysteem
gebruiken om de luchtstroom (2 ) en de
luchtverdeling (3 ) gedurende een bepaalde tijd in het
interieur te regelen. Deze tijd is afhankelijk van de
laadtoestand van de accu.
Deze functie geldt niet voor de airconditioning.
Systeem uitschakelen
► Druk op toets 7; alle controlelampjes van het
systeem gaan uit.
Alle functies van het airconditioningssysteem zijn nu
uitgeschakeld.
De temperatuur wordt niet meer geregeld. Door de
rijwind stroomt er nog wel wat lucht in de auto.
Luchtrecirculatie in het
interieur
De toevoer van buitenlucht voorkomt dat de voorruit
en zijruiten beslaan.
Wanneer de interieurlucht wordt gerecirculeerd,
wordt het interieur beschermd tegen luchtjes en
vervuilende stoffen van buitenaf en kan de gewenste
binnentemperatuur sneller worden bereikt.
► Druk op deze toets om de functie in of uit
te schakelen (bevestigd door branden/doven
van het lampje).
De functie wordt automatisch ingeschakeld wanneer de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Ontwasemen - ontdooien
voorruit en voorste zijruiten
Automatisch programma Zicht
Selecteer dit programma om de voor- en zijruiten
snel te ontwasemen of te ontdooien.
► Druk op deze toets om de functie in of uit
te schakelen (bevestigd door branden/doven
van het lampje).
Het programma regelt automatisch de
airconditioning (afhankelijk van de uitvoering), de
luchtopbrengst en de luchttoevoer, en zorgt voor een
optimale verdeling van de lucht naar de voorruit en
zijruiten.
U kunt de luchtopbrengst handmatig aanpassen
zonder het automatische programma Zicht uit te
schakelen.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem is de STOP-stand niet beschikbaar zolang de
ontwaseming in werking is.
Onder winterse omstandigheden moet u alle sneeuw en ijs van de voorruit bij de camera
verwijderen voordat u wegrijdt.
Anders kan de werking van de apparatuur die de
camera gebruiken negatief worden beïnvloed.
Voorruitverwarming
Bij koud weer verwarmt dit systeem de onderzijde
van de voorruit en het gedeelte langs de voorruitstijl
links.
Zonder dat u daarvoor de instellingen van de
airconditioning hoeft te wijzigen, zorgt deze functie
ervoor dat de ruitenwisserbladen sneller loskomen
Page 66 of 292

64
Ergonomie en comfort
van de voorruit als ze zijn vastgevroren en helpt
de functie een opeenhoping van sneeuw door de
werking van de ruitenwissers te voorkomen.
Inschakelen / uitschakelen
► Druk met draaiende motor op deze toets om de
functie in of uit te schakelen (bevestigd door een
controlelampje).
De functie wordt geactiveerd als de
buitentemperatuur daalt tot minder dan 0 °C en
automatisch uitgeschakeld wanneer de motor wordt
afgezet.
Achterruitverwarming
Het ontwasemen / ontdooien werkt alleen als de
motor draait.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ook ontwasemd / ontdooid.
► Druk op deze toets om de functie in of uit
te schakelen (bevestigd door branden /
doven van het controlelampje).
De achterruitverwarming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen.
Schakel de achterruitverwarming uit wanneer u deze niet meer nodig hebt;
wanneer het stroomverbruik daalt, daalt het
energieverbruik ook.
Voorverwarming / -koeling
( plug-in hybride)
Met deze functie kunt u de temperatuur in het
interieur zo programmeren dat een vooraf bepaalde
temperatuur die niet kan worden gewijzigd
(ongeveer 21 °C) is bereikt voordat u in de auto
stapt. U kunt de dagen en tijden hiervoor instellen.
Deze functie is ook beschikbaar als de auto niet
wordt opgeladen.
Programmeren
(Met PEUGEOT Connect Nav)
In het menu Airconditioning
> OPTIES:
Selecteer Temperatuur conditionering.
►
Druk op
+ om een programmering toe te voegen.
►
Selecteer het tijdstip waarop u in de auto stapt en
de gewenste dagen. Druk op OK.
►
Druk op
ON om dit programma te activeren.
De voorverwarming/-koeling begint ongeveer 45
minuten vóór de geprogrammeerde tijd terwijl de
auto is aangesloten (20 minuten wanneer deze
niet is aangesloten) en wordt 10 minuten daarna
gehandhaafd.
Dit controlelampje gaat permanent branden
als er een cyclus voor voorverwarming/-
koeling is geprogrammeerd. Het knippert als de
voorverwarming/-koeling bezig is.
U kunt meerdere programma's instellen. Elk programma wordt in het systeem
opgeslagen.
Voor een optimale actieradius raden wij aan om
een programma te starten terwijl de auto op een
laadpunt is aangesloten.
Het programmeren kan ook met een smartphone worden uitgevoerd, met de app
MYPEUGEOT APP.
Bij een auto met de PEUGEOT Connect Radio kan
de functie alleen worden geprogrammeerd met een
smartphone, via de app.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over de op afstand bedienbare functies.
Het is normaal dat de ventilator tijdens het voorverwarmen/-koelen geluid maakt.
Page 67 of 292

65
Ergonomie en comfort
3Werkingsvoorwaarden
– De functie wordt alleen geactiveerd als het
contact is afgezet en de auto is vergrendeld.
–
Als de auto niet op een laadpunt is aangesloten,
dan wordt de functie alleen geactiveerd als de
laadtoestand van de tractiebatterij meer dan 20% is.
–
Als de auto niet op een laadpunt is aangesloten,
er een herhaald programma is geactiveerd
(bijvoorbeeld van maandag tot en met vrijdag)
en er twee cycli voor voorverwarmen/-koelen zijn
uitgevoerd zonder dat de auto is gebruikt, dan wordt
het programma gestopt.
Voorzieningen vóór
1. Handgreep
2. Zonneklep
3. Kaarthouder
4. Opbergruimte onder het stuurwiel
5.Dashboardkastje met verlichting
6. Portiervakken
7. USB-aansluiting
/ 12 V-aansluiting vóór.(120 W)
8. Opbergruimte of draadloze smartphonelader
9. Opbergruimte
10. Bekerhouder
11 . Armsteun vóór met opbergvak
12. USB-aansluitingen of 12
V-aansluiting achter.
(120
W)
13. Opbergruimte of aanjager achter
Zorg ervoor dat u geen voorwerpen in het
interieur laat liggen die in zonlicht als een
vergrootglas kunnen fungeren en brand kunnen
veroorzaken - kans op brand of schade aan
oppervlakken in de auto!
Zonneklep
► Open de afdekklep terwijl het contact aan
staat. De verlichting van de make-upspiegel gaat
automatisch branden (afhankelijk van de uitvoering).
De zonneklep bevat tevens een mogelijkheid voor
het opbergen van pasjes.
Dashboardkastje
► Beweeg de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
Als het contact aan is, is het dashboardkastje
verlicht wanneer het geopend is.
In het dashboardkastje bevindt zich ook de
schakelaar voor het uitschakelen van de airbag vóór
aan passagierszijde.
Rijd nooit met een geopend dashboardkastje als er iemand op de
voorpassagiersstoel zit. Bij hard remmen kan dit
letsel tot gevolg hebben.
12V-aansluiting
Page 68 of 292

66
Ergonomie en comfort
► Steek een 12V-accessoire (met een maximaal
nominaal vermogen van 120 W) met een geschikte
adapter in de aansluiting.
Houd rekening met het maximale vermogen om te voorkomen dat het accessoire
beschadigd raakt.
Het aansluiten van elektrische apparatuur die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen, kan
leiden tot storingen in de werking van de
elektrische systemen van de auto, zoals een
slechte radio-ontvangst of storingen in de
weergave van de displays.
USB-aansluiting
Deze symbolen bepalen waarvoor de USB-
aansluiting kan worden gebruikt:
Voeding en opladen.
Hetzelfde, maar ook het uitwisselen van
multimediagegevens met het audiosysteem.
Hetzelfde, maar ook met apps op uw smartphone op het touchscreen.
Op de USB-aansluiting kunt u draagbare apparatuur
of een USB-stick aansluiten.
Via deze aansluiting kunt u audiobestanden afspelen
via de luidsprekers van de auto.
Deze bestanden kunnen met de schakelaars op en
rondom het stuurwiel of het touchscreen worden
beheerd.
Afhankelijk van de uitvoering kan de USB-aansluiting op de
middenconsole ook worden gebruikt om een
smartphone via Android Auto
® of CarPlay® te
verbinden, zodat u bepaalde apps van uw
smartphone via het touchscreen kunt gebruiken.
Gebruik voor de beste resultaten een kabel die is
gemaakt of goedgekeurd door de fabrikant van het
apparaat.
Deze apps kunnen met de schakelaars op en
rondom het stuurwiel of de bedieningselementen
van het audiosysteem worden beheerd.
Tijdens het gebruik van de USB-aansluiting wordt het draagbare apparaat automatisch
opgeladen.
Tijdens het laden wordt er een melding
weergegeven als het stroomverbruik van de
draagbare apparatuur hoger is dan de door de
auto geleverde stroomsterkte.
Zie de hoofdstukken over de audio- en
telematicasystemen voor meer informatie over
het gebruik van deze apparatuur.
FOCAL® Hifi-systeem
De auto is voorzien van een hifi-geluidsinstallatie
van het Franse merk FOCAL®.
Dankzij de 10 luidsprekers met exclusieve
technologieën van FOCAL
® kunt u genieten van een
puur en verfijnd geluid in de auto:
–
Middelste luidspreker / satellietluidsprekers
met middenbereik en polyglass-technologie:
onderdompeling en spatialisatie van geluid.
Page 69 of 292

67
Ergonomie en comfort
3– Woofers / middenbereik met polyglass-
technologie en hoge excursie: balans, dynamica en
precisie van geluid.
–
Aluminium
TNF-tweeter met omgekeerde kegel:
optimale geluidsverspreiding, gedetailleerde hoge
tonen.
–
Actieve 12-kanaalsversterker - 515 W
:
hybridetechnologie klasse AB / klasse D voor volle
en verfijnde hoge tonen en krachtige bassen.
–
Subwoofer met Power FlowerTM-technologie
met hoge excursie en drievoudige spoel: volle,
gecontroleerde weergave van lage frequenties.
Draadloze smartphonelader
Met dit systeem kunt u apparaten zoals een
smartphone draadloos opladen volgens het principe
van magnetische inductie, in overeenstemming met
de norm Qi 1.1.
Het op te laden apparaat moet zelf compatibel
zijn met de norm Qi of moet zijn voorzien van een
compatibele hoes of houder.
Er kan ook een mat worden gebruikt, mits deze door
de fabrikant is goedgekeurd.
Het laadgedeelte is te herkennen aan het symbool
Qi.
De lader werkt terwijl de motor draait en het Stop &
Start-systeem in de STOP-stand staat.
Het opladen wordt aangestuurd door de
smartphone.
Bij het Sleutelloos instap- en startsysteem-
systeem kan de werking van de lader kort worden
onderbroken als er een portier wordt geopend of als
het contact wordt uitgeschakeld.
Opladen
► Als het laadgedeelte leeg is, kunt u een apparaat
in het midden plaatsen.
Als het apparaat wordt waargenomen, gaat het
controlelampje van de lader groen branden.
Het lampje blijft branden terwijl de batterij wordt
opgeladen.
Het systeem is niet bedoeld om meerdere apparaten tegelijkertijd op te laden.
Zorg dat er geen metalen voorwerpen (zoals munten, sleutels of afstandsbediening van
de auto) in het laadgedeelte liggen tijdens het
opladen van een apparaat - kans op
oververhitting of onderbreking van het opladen!
Wanneer apparaten langere tijd worden gebruikt in combinatie met draadloos laden,
kunnen sommige smartphones overschakelen op
een thermische beveiliging, waardoor sommige
functies worden geblokkeerd.
Controle van de werking
De status van het controlelampje geeft de werking
van de lader aan.
Status van
controlelampje Betekenis
Uit Motor afgezet.
Geen geschikt apparaat
gevonden.
Laden voltooid.
Groen,
permanent Detectie van een compatibel
apparaat.
Laden bezig.
Knipperend
oranje Detectie van een
vreemd voorwerp in het
oplaadgedeelte.
Apparaat niet goed
gecentreerd op het
laadgedeelte.
Permanent
oranje Storing in de accumeter van
het draagbare apparaat.
Temperatuur van batterij
apparaat te hoog.
Storing in de lader.
Page 70 of 292

68
Ergonomie en comfort
Als het controlelampje permanent oranje brandt:
– V erwijder het apparaat en plaats het opnieuw in
het midden van het oplaadgedeelte.
of
–
V
erwijder het apparaat en probeer het een
kwartier later nog eens.
Als het probleem blijft bestaan, neem dan contact op
met een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Middenarmsteun voor
De armleuning bevat een gekoeld opbergvak.
Openen
► Til de hendel onder het deksel op.
Het deksel opent in twee delen.
Opbergvak
Het kleine afneembare blad kan voor of achter het
opbergvak worden aangebracht.
Een ventilatieopening zorgt voor frisse lucht.
Sluiten
► Klap de twee delen van het deksel terug.
Matten
Bevestigen
Gebruik bij het monteren aan de bestuurderszijde
alleen de bevestigingsogen in de mat (een klik
betekent een goede vergrendeling).
De overige matten worden gewoon op de
vloerbedekking gelegd.
Verwijderen / terugplaatsen
► Om deze aan de bestuurderszijde te verwijderen:
schuif de bestuurdersstoel naar achteren en maak
de bevestigingen los.
►
Om de mat terug te plaatsen: plaats de mat en
druk deze omlaag om hem te bevestigen.
►
Controleer of de mat goed vastzit.
Om te voorkomen dat de pedalen blijven hangen:
–
Gebruik uitsluitend matten die op de
bevestigingen van de auto passen; het gebruik
van deze bevestigingen is verplicht.
Page 71 of 292

69
Ergonomie en comfort
3– Leg nooit meerdere matten boven op elkaar.
Bij gebruik van niet door PEUGEOT
goedgekeurde matten kunnen de bediening
van de pedalen en de werking van de
snelheidsregelaar/-begrenzer worden gehinderd.
De goedgekeurde matten zijn voorzien van twee
bevestigingen onder de stoel.
Plafonniers
1. Plafonnier vóór
2. Leeslampjes vóór
3.Plafonnier achter
4. Leeslampjes achter
Plafonniers voor en achter
In deze stand gaat de plafonnier geleidelijk
branden:
–
als de auto wordt ontgrendeld.
–
als de sleutel uit het contact wordt verwijderd.
–
als een van de portieren wordt geopend.
–
als er op de vergrendelknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om de auto te
lokaliseren.
De plafonnier gaat geleidelijk uit:
–
als de auto wordt vergrendeld.
–
als het contact wordt aangezet.
–
30 seconden na het sluiten van het laatste portier
.
Permanent uit.
Permanent aan.
In de stand "Permanent aan" blijft de plafonnier
gedurende een bepaalde tijd branden:
–
Bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten.
–
In de eco-mode: ongeveer 30 seconden.
–
Bij draaiende motor: onbeperkt.
Als de plafonnier vóór in de stand "Permanent aan" staat, gaat de plafonnier
achter ook branden tenzij deze in de stand
"Permanent uit" staat.
Zet de plafonnier achter in de stand "Permanent
uit" als u deze wilt uitschakelen.
Leeslampjes
► Bedien de betreffende schakelaar terwijl
het contact is aangezet.
Plaats geen voorwerpen tegen de plafonniers.
Sfeerverlichting
De gedempte interieurverlichting verbetert het zicht
in de auto als de auto zich in een donkere omgeving
bevindt.
Inschakelen / uitschakelen en lichtsterkte wijzigen wordt ingesteld in het menu
Rijverlichting
/ Auto
van het touchscreen.
Voorzieningen achter
12 V-accessoireaansluiting
► Til, wanneer u een 12 V-accessoire (maximaal
vermogen: 120 W) wilt aansluiten, het kapje op en
sluit een geschikte adapter aan.
Page 72 of 292
70
Ergonomie en comfort
Het aansluiten van elektrische apparatuur die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen, kan
leiden tot storingen in de werking van de
elektrische systemen van de auto, zoals een
slechte radio-ontvangst of storingen in de
weergave van de displays.
USB-aansluitingen
Elke USB-aansluiting is uitsluitend bestemd voor de
voeding en het opladen van draagbare apparatuur.
Armsteun achter
De armsteun bevat twee bekerhouders.
Skiluik
Het skiluik kan worden gebruikt voor het vervoeren
van lange voorwerpen.
Openen
► Zet de armsteun achter omlaag en open het luik
door de hendel omlaag te trekken.
► Steek de voorwerpen vanuit de bagageruimte
door het skiluik.
Uitklaptafeltjes