Page 73 of 292

71
Ergonomie en comfort
3► Gebruiken: beweeg het tafeltje zo ver mogelijk
naar beneden, tot het in de laagste stand
vergrendeld is.
►
U kunt het opbergen door de tafel in de hoogste
stand te zetten, voorbij het weerstandspunt.
Vergeet niet om het tafeltje aan passagierszijde in te klappen voordat u de
rugleuning in de "tafelstand" zet.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de voorstoelen en in het
bijzonder het plaatsen van de rugleuning in de
tafelpositie.
Plaats geen zware of harde voorwerpen op de tafel.
Ze kunnen bij een noodstop of een aanrijding
veranderen in gevaarlijke projectielen.
Zonneschermen voor de
zijruiten
De zonneschermen voor de zijruiten van de tweede
zitrij beschermen het interieur tegen de zon.
►
T
rek aan het middelste lipje om het zonnescherm
uit te rollen.
►
Bevestig de klem van het zonnescherm aan de
haak.
Leid het zonnescherm altijd langzaam met de lip omhoog of omlaag.
Opbergvakken
Al naar gelang de uitvoering zijn de opbergvakken
aangebracht in de vloer of aan de onderzijde van de
buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij.
Aan de linkerzijde kan zich ook de
bandenreparatieset bevinden.
►
Beweeg de klep met behulp van de uitsparing
omhoog om deze opbergvakken te openen.
Voorzieningen
bagageruimte
1. Bagageafdekking
2. 12V-aansluiting (max. 120 W)
3. Verlichting bagageruimte
4. Hendels voor neerklappen zitplaatsen achter
Page 74 of 292

72
Ergonomie en comfort
5.Haken
6. Sjorogen
7. Vloerplaat bagageruimte
8. Opbergvak / Gereedschapskist onder de vloer
9. Open opbergruimtes
1. Bagage- afdekking
2. 12 V-aansluiting (max. 120 W)
3. Verlichting bagageruimte
4. Riem
5. Opbergsteunen van de bagageafdekking
6. Armsteun met bekerhouder en opbergruimte
7. Open opbergruimte
8. Vouwpanelen
9. Sjorogen
Aan de sjorogen kunt u verschillende
soorten bagagenetten bevestigen om
bagage op zijn plaats te houden.
Deze bagagenetten zijn als optie of accessoire
leverbaar.
Neem voor meer informatie contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het monteren van het bagagenet
voor hoge belading.
Bagageafdekking
Deze bestaat uit twee delen:
– een vast gedeelte met een open opbergvak.
– een beweegbaar gedeelte dat omhoog gaat
bij het openen van de achterklep, met een open
opbergvak.
Verwijderen van de bagageafdekking:
► maak de twee koorden los.
►
T
il het beweegbare gedeelte een beetje op en
maak het aan beide zijden los.
►
Maak het vaste gedeelte aan beide zijden los en
verwijder vervolgens de bagageafdekking.
De bagageafdekking kan onder de vloerplaat van de
bagageruimte worden opgeborgen.
Bij een noodstop of een aanrijding kunnen voorwerpen op de bagageafdekking in
gevaarlijke projectielen veranderen.
Bagageafdekking
Page 75 of 292

73
Ergonomie en comfort
3In de configuratie met 5 zitplaatsen is het scherm
achter de tweede zitrij bevestigd; de stoelen van de
derde zitrij zijn dan weggeklapt.
In de configuratie met 7 zitplaatsen is het scherm
achter de derde zitrij opgeborgen.
Bij een noodstop of aanrijding kunnen voorwerpen op de bagageafdekking in
gevaarlijke projectielen veranderen.
Bevestigen
► Breng het linker en rechter uiteinde van het
oprolmechanisme van het bagageafdekscherm in de
uitsparingen A aan, met de flap naar voren gericht.
►
Rol het afdekscherm uit tot aan de achterstijlen.
►
Plaats de geleiders in de rails van de
B-stijlen.
Verwijderen
► Verwijder de geleiders van de rails in de B -stijlen.
► Geleid het scherm tijdens het oprollen.
►
Ontgrendel het scherm door een van
de handgrepen aan de uiteinden van het
oprolmechanisme in te drukken.
Opbergen achter de stoelen van de 3e
zitrij
► De stoelen van de 3e zitrij moeten zijn
weggeklapt.
►
V
ouw de twee eerste vouwpanelen op.
►
Plaats het scherm binnen de ruimte boven de
armleuning, eerst de ene kant en dan de andere
kant, kantel het scherm iets.
►
Schuif het scherm zo ver mogelijk door
, tot
in de uitsparingen aan de achterzijde van de
bagageruimte, met de twee scharnierende delen
omlaag gericht.
►
Klap de stoelen van de 3e zitrij uit.
De opgevouwen vouwpanelen kunnen in horizontale
of verticale positie worden aangebracht.
Om de stoelen van de 3
e zitrij weg te klappen terwijl
het bagageafdekscherm achterin is opgeborgen,
moeten de vouwpanelen omhoog worden gehouden
om de stoelen te kunnen ontgrendelen (met de rode
lussen).
Bagagenet voor hoge
belading
Page 76 of 292

74
Ergonomie en comfort
Met dit verwijderbare net kan het volledige
laadvolume tot aan het dak worden gebruikt:
–
achter de voorstoelen (1e zitrij) wanneer de
achterbank is neergeklapt.
–
achter de achterbank (2e zitrij) wanneer de
bagageafdekking is verwijderd.
Het beschermt de inzittenden bij plotseling remmen.
Achter de voorstoelen
(Afhankelijk van de uitvoering)
► Klap de achterbank neer .
► V erwijder de afdekkingen aan elke zijde, boven
in het dak.
►
Plaats de bovenste haken van het net in de
hemelbekleding.
► Bevestig de riemen van het net aan de onderste
ankerpunten, direct onder de bevestigingen van de
zitting van de achterbank.
►
Span het net met behulp van de riemen.
Als het net is geplaatst, kunnen de rugleuningen van de achterbank
probleemloos worden opgeklapt.
Achter de achterbank
► Verwijder de bagageafdekking.
► V erwijder de afdekkingen aan elke zijde, boven
in het dak.
►
Plaats de bovenste haken van het net in de
hemelbekleding.
►
Bevestig de riemen van het net aan de onderste
ringen op elk zijpaneel van de bagageruimte.
►
Span het net met behulp van de riemen.
Page 77 of 292

75
Ergonomie en comfort
3Achter de voorstoelen
► Klap de achterbank neer.
► Steek de uiteinden van de stang, een voor een,
in de bevestigingspunten in het dak.
►
V
erwijder de kapjes van de bevestigingspunten
van de bovenste bevestiging.
►
Bevestig de riemen van het net aan de onderste
ankerpunten, in de behuizing van de bevestigingen
van de bovenste bevestiging.
►
Span het net met behulp van de riemen.
Achter de achterbank
► Verwijder de bagageafdekking.
► Steek de uiteinden van de stang, een voor een,
in de bevestigingspunten in het dak.
►
Bevestig de riemen van het net aan de onderste
ringen op elk zijpaneel van de bagageruimte.
►
Span het net met behulp van de riemen.
Vloer bagageruimte, twee
posities
De vloerplaat kan met behulp van de steunen aan
de zijkant in twee standen worden gezet, waarmee u
de bagageruimte naar wens kunt indelen:
–
Hoogste stand (
maximaal 100 kg): met de
achterbank neergeklapt ontstaat zo een vlakke
laadvloer tot aan de voorstoelen.
– Laagste stand ( maximaal 150 kg): maximale
inhoud van de bagageruimte.
Bij bepaalde uitvoeringen kan de verplaatsbare vloerplaat niet in de laagste
stand worden gezet.
Hoogteverstelling:
►
T
rek de vloerplaat met behulp van de middelste
handgreep omhoog en naar u toe en gebruik
vervolgens de steunen aan de zijkant om de
vloerplaat te verplaatsen.
►
Duw de vloerplaat zo ver mogelijk naar voren om
deze in de gewenste stand te zetten.
Vastzetten in de opgetilde stand:
► T il de vloerplaat vanuit de hoge stand op tot de
bagageafdekking.
►
Haal de vloerplaat langs de uittrekbare steunen
en laat de vloerplaat hierop rusten.
Page 78 of 292

76
Ergonomie en comfort
Opbergbak
► Til de mat van de bagageruimte zover mogelijk
op of til de opvouwbare mat van de bagageruimte
(afhankelijk van de uitvoering) op voor toegang tot
de opbergbak.
Afhankelijk van de uitvoering bevat de opbergbak:
–
Een bandenreparatieset met gereedschapsset.
–
Een reservewiel met gereedschapsset.
–
De laadkabel voor de tractiebatterij (plug-in
hybride).
De bagageafdekking kan ook hierin worden
opgeborgen (afhankelijk van de uitvoering).
12 V-accessoireaansluiting
► Til, wanneer u een 12 V-accessoire (maximaal
vermogen: 120 W) wilt aansluiten, het kapje op en
sluit een geschikte adapter aan.
►
Zet het contact aan.
Het aansluiten van elektrische apparatuur die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen, kan
leiden tot storingen in de werking van de
elektrische systemen van de auto, zoals een
slechte radio-ontvangst of storingen in de
weergave van de displays.
Verlichting bagageruimte
De verlichting gaat automatisch branden zodra de
achterklep wordt geopend en gaat automatisch uit
zodra deze wordt gesloten.
De tijd dat de bagageruimteverlichting brandt, hangt
af van de situatie:
–
Bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten.
–
In de eco-modus: ongeveer 30 seconden.
–
Bij draaiende motor: onbeperkt.
Page 79 of 292

77
Verlichting en zicht
4Lichtschakelaar
Hoofdverlichting
Automatische verlichting / dagrijverlichting
Alleen parkeerlichten
Dimlicht of grootlicht
"Highway-functie"
Bij de uitvoeringen voorzien van koplampen
met Full LED-technologie wordt het bereik van
de lichtbundel van de dimlichten automatisch
vergroot bij een rijsnelheid van 110
km/u en
hoger.
" Foggy-functie"
Bij koplampen met "Full LED"-technologie
wordt, om het “whiteout”-effect bij het rijden
in de mist te beperken, de lichtsterkte van de
dimlichten automatisch verminderd wanneer de
mistachterlichten ingeschakeld zijn.
Deze twee functies kunt u inschakelen/ uitschakelen via het menu Adaptieve
verlichting van het touchscreen.
Overschakelen van dim- naar grootlicht
► Trek de hendel naar u toe om over te schakelen
van dim- naar grootlicht en terug.
In de stand "AUTO" of als alleen de parkeerlichten
zijn ingeschakeld, kunt u een lichtsignaal met het
grootlicht geven door de lichtschakelaar naar u toe
te trekken.
Display
Het branden van het betreffende controlelampje
op het instrumentenpaneel geeft aan dat de
geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
Wanneer een lamp defect is, dan gaat dit waarschuwingslampje permanent branden,
wordt er een melding weergegeven en klinkt er een
geluidssignaal.
Mistlampen achter
Deze functie werkt alleen als het dimlicht of het grootlicht is ingeschakeld.
► Draai de ring naar voren / naar achteren om
deze functies in of uit te schakelen.
Wanneer de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld ("AUTO"), blijven de mistlampen en
het dimlicht branden.
Het inschakelen van de mistverlichting is verboden bij helder weer of regen, zowel
overdag als 's nachts. Ze zijn onder deze
omstandigheden namelijk verblindend voor
medeweggebruikers. De mistverlichting mag
alleen worden ingeschakeld bij mist of sneeuwval
(de regels kunnen per land verschillen).
Vergeet niet de mistverlichting uit te schakelen
zodra deze niet meer nodig is.
De verlichting uitschakelen na het afzetten van het contact
Als het contact wordt afzet, worden alle lichten
automatisch uitgeschakeld, behalve het dimlicht
als de automatische "follow me home"-verlichting
is geactiveerd.
Page 80 of 292

78
Verlichting en zicht
De verlichting inschakelen na het afzetten van het contact
Als het bestuurdersportier is geopend, hoort u
een tijdelijk geluidssignaal dat de bestuurder
waarschuwt dat de lampen nog branden.
De verlichting gaat automatisch na enige tijd
uit; hoe lang dit duurt is afhankelijk van de
laadtoestand van de accu (overgang naar de
eco-mode).
Onder bepaalde weersomstandigheden (zoals een lage temperatuur of vocht) kan er
een laagje condens aan de binnenzijde van de
koplampen en de achterlichten ontstaan; dit
verdwijnt als de lampen enkele minuten branden.
Kijk nooit van dichtbij in de lichtbundel van ledlampen. U kunt daarbij ernstig oogletsel
oplopen!
Reizen naar het buitenland Auto's met handmatige hoogteafstelling van
de koplampen:
Wanneer u uw auto gaat gebruiken in een
land waar het verkeer aan de andere kant van
de weg rijdt, moeten de dimlichten worden
afgesteld om te voorkomen dat tegemoetkomend
verkeer wordt verblind. Neem contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Dagrijverlichting/
Parkeerlichten
Deze ledlampen aan de voor- en achterzijde van de
auto gaan automatisch branden wanneer de motor
wordt gestart.
Ze hebben de volgende functies:
–
Dagrijverlichting (lichtschakelaar in stand "
AUTO"
bij voldoende omgevingslicht).
–
Parkeerlicht (lichtschakelaar in stand "
AUTO" bij
weinig omgevingslicht of in stand "Parkeerlicht" of
"Dim-/groot licht").
Richtingaanwijzers
► Links of rechts: beweeg de hendel omlaag of
omhoog, voorbij het zware punt.
Wanneer de richtingaanwijzers na meer dan 20 seconden nog niet zijn uitgeschakeld,
neemt het knippergeluid bij een snelheid van
meer dan 80 km/h automatisch toe.
Drie keer knipperen
► Beweeg de hendel kort omhoog of omlaag,
zonder deze door de weerstand te drukken. De
betreffende richtingaanwijzers knipperen drie keer.
De ledverlichting van de richtingaanwijzers achter
werkt dynamisch.
Parkeerlichten
(Afhankelijk van de uitvoering)
De zijkant van de auto wordt gemarkeerd door het
inschakelen van de parkeerlichten aan de kant van
het verkeer.
►
Binnen één minuut na het afzetten van het
contact moet u de lichtschakelaar omhoog of
omlaag zetten, afhankelijk van de zijde van het
verkeer (wanneer u rechts parkeert, moet u de
lichtschakelaar bijvoorbeeld omlaag zetten om de
verlichting links in te schakelen).
Als de verlichting is ingeschakeld, hoort u een
geluidssignaal en gaat het controlelampje
van de betreffende richtingaanwijzer op het
instrumentenpaneel branden.
►
Zet de lichtschakelaar in de middelste stand om
de parkeerlichten uit te schakelen.