Page 105 of 352

105
Verlichting en zichtbaarheid
4
Automatische ruitenwissers
voor
In de AUTO-modus werken de ruitenwissers automatisch en passen ze zich aan de intensiteit van de regen aan.Voor de detectie wordt gebruikgemaakt van een regen-/zonlichtsensor aan de bovenzijde van de voorruit, achter de binnenspiegel.
WARNI NG
Dek de regen-/zonlichtsensor niet af.Schakel de automatische werking van de ruitenwissers uit en zet het contact UIT als de auto wordt gewassen in een wasstraat.Wacht 's winters met het inschakelen van de automatische ruitenwissers tot de voorruit ontdooid is.
Inschakelen
► Druk de bedieningsschakelaar kort omlaag.De ruitenwissers maken één slag om het inschakelen te bevestigen.
Dit waarschuwingslampje gaat branden op het instrumentenpaneel, in combinatie met een melding.Afhankelijk van de uitvoering verschijnt dit waarschuwingslampje als pictogram op het display of gaat het branden op het instrumentenpaneel, in combinatie met een melding.
Uitschakelen
► Duw de bedieningsschakelaar nog een keer kort omlaag of zet de bedieningsschakelaar in een andere stand (Int, 1 of 2).Dit waarschuwingslampje dooft op het instrumentenpaneel en er wordt een melding weergegeven.
NOTIC E
Als het contact gedurende meer dan een minuut UIT is geweest, moeten de automatische ruitenwissers opnieuw worden ingeschakeld door de bedieningsschakelaar omlaag te duwen.
Storing
Als zich een storing voordoet in de automatische werking van de ruitenwissers, werken deze in de intervalstand.Laat ze in dat geval nakijken door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 106 of 352

106
Algemene adviezen met
betrekking tot de veiligheid
WARNI NG
Verwijder niet de labels die op verschillende plaatsen in uw auto zijn aangebracht. Ze bevatten veiligheidswaarschuwingen en informatie over de identificatie van uw auto.
WARNI NG
Neem voor alle werkzaamheden aan uw auto contact op met een gekwalificeerde werkplaats die beschikt over de juiste technische informatie, vakkennis en apparatuur. De TOYOTA-dealer is in staat u dit te bieden.
WARNI NG
Afhankelijk van de landelijke wetgeving kan de
aanwezigheid van bepaalde veiligheidsvoorzieningen verplicht zijn: veiligheidsvesten, gevarendriehoeken, alcoholtests, een set reservelampen, reservezekeringen, een brandblusser, een verbandtrommel, spatlappen aan de achterzijde van de auto, enz.
WARNI NG
Monteren van elektrische accessoires:– Het monteren van elektrische apparaten of accessoires die niet door TOYOTA zijn goedgekeurd, kan tot een hoger stroomverbruik leiden en storingen in het elektrische systeem van uw auto veroorzaken. Neem contact op met een TOYOTA-dealer voor informatie over het assortiment goedgekeurde accessoires.– Uit veiligheidsoverwegingen is toegang tot de diagnose-aansluiting, die wordt gebruikt voor de elektronische systemen van de auto, uitsluitend voorbehouden aan TOYOTA-dealers of gekwalificeerde werkplaatsen waar de beschikking is over het vereiste speciaalgereedschap (kans op storingen in de elektronische systemen van de auto die kunnen leiden tot pech of ernstige ongevallen). De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld als dit advies niet wordt opgevolgd.– Wijzigingen of aanpassingen die niet door TOYOTA zijn voorzien of toegestaan, of die niet
volgens de technische voorschriften van de fabrikant zijn uitgevoerd, leiden tot het vervallen van de commerciële garantie.
WARNI NG
Monteren van als accessoire geleverde radiocommunicatiezendersVoordat u een radiocommunicatiezender met externe antenne monteert, moet u bij een TOYOTA-dealer de technische gegevens van compatibele zenders opvragen (frequentie, maximaal uitgangsvermogen, positie antenne, specifieke installatievoorschriften), conform de Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit (2004/104/EG).
NOTIC E
Conformiteitsverklaringen voor audioapparatuurDe relevante certificaten vindt u op de website https://www.toyota-tech.eu/RED.
Page 107 of 352

107
Veiligheid
5
Noodoproep of
pechhulpoproep
eCall (SOS)
Uw auto kan standaard of optioneel zijn uitgerust met het eCall (SOS)-systeem.Het eCall (SOS)-systeem kan u rechtstreeks met de hulpdiensten verbinden en is in de auto ingebouwd.Afhankelijk van het land van verkoop kan het eCall (SOS)-systeem functioneren via de systemen PE112, ERA-GLONASS, 999, enz.Het eCall (SOS)-systeem is standaard ingeschakeld.► Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze toets.Het branden van het controlelampje en een gesproken bericht bevestigen dat de oproep is verstuurd naar de alarmcentrale.*.
* Conform de algemene gebruiksvoorwaarden die u bij uw dealer kunt opvragen en afhankelijk \
van de technische beperkingen van het systeem.
** Afhankelijk van de geografische dekking van het eCall (SOS)-systeem.
De lijst van landen waar het systeem werkzaam is en de lijst van beschik\
bare telematicadiensten kunt u bij uw dealer opvragen of op toyota.nl be\
kijken.
Het eCall (SOS)-systeem lokaliseert onmiddellijk uw auto en brengt u in contact met de bevoegde hulpdiensten.**.► Door nogmaals op deze toets te drukken wordt de oproep onmiddellijk geannuleerd.Het controlelampje knippert als de voertuiggegevens worden verzonden en blijft vervolgens branden als de verbinding tot stand is gebracht.
WARNI NG
Als een aanrijding is gesignaleerd door de airbagmodule, wordt automatisch een noodoproep verzonden, ongeacht of de airbags zijn geactiveerd.
NOTIC E
Dit systeem is een publieke dienst die gratis beschikbaar is.
Werking van het systeem
– Bij het AAN zetten van het contact gaat het controlelampje eerst rood en dan groen branden om vervolgens te doven: het systeem werkt correct.– Als het controlelampje rood knippert: vervang de back-upbatterij.
– Als het controlelampje rood blijft branden: storing in het systeem. De noodoproep- en pechhulpoproepservice werkt mogelijk niet.– Als het controlelampje niet gaat branden als het contact AAN wordt gezet, duidt dat eveneens op een storing in het systeem.Neem, als het probleem aanhoudt, zo snel mogelijk contact op met een gekwalificeerde werkplaats.
NOTIC E
Bij een storing in het systeem kan er wel met de auto worden gereden.
NOTIC E
GegevensverwerkingDe verwerking van persoonsgegevens door het eCall (SOS)-systeem voldoet volledig aan de regels voor de bescherming van persoonsgegevens die voortvloeien uit Verordening 2016/679 (Algemene verordening gegevensbescherming - AVG) en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Europese Raad, en is in het bijzonder bedoeld om de vitale belangen van de betrokkene te beschermen, conform artikel 6 (1) d) van de AVG.
Page 108 of 352

108
De verwerking van dergelijke gegevens dient strikt beperkt te blijven tot het doel van het behandelen van een eCall (SOS)-noodoproep via het Europese alarmnummer 112.Het eCall (SOS)-systeem kan alleen de volgende gegevens met betrekking tot de auto verzamelen en verwerken: voertuigidentificatienummer, voertuigtype (personenauto of lichte bestelwagen), type brandstof of aandrijving, laatste drie locaties en rijrichting, aantal inzittenden en logbestand van de automatische activering van het systeem inclusief tijdstip van activering.De ontvangers van de verwerkte gegevens zijn de callcenters voor noodoproepen die hiervoor door de relevante nationale autoriteiten van het land waarin ze zich bevinden zijn aangewezen. Deze gegevens maken een voorrangsbehandeling van 112-noodoproepen mogelijk.
NOTIC E
GegevensopslagDe in het geheugen van het systeem opgeslagen gegevens zijn pas van buitenaf toegankelijk als een noodoproep wordt verzonden. Het systeem is niet te traceren en wordt tijdens de normale werking niet continu gemonitord.
De gegevens in het interne geheugen van het systeem worden automatisch en continu gewist. Alleen de drie laatste locaties van de auto, benodigd voor het normale functioneren van het systeem, worden opgeslagen.Als een noodoproep wordt verzonden, worden de gegevens niet langer dan 13 uur bewaard.
NOTIC E
Toegang tot de gegevensU hebt het recht op inzage in de gegevens en, in voorkomende gevallen, het recht op rectificatie, wissen of beperking van de verwerking van persoonsgegevens die niet overeenkomstig de bepalingen van de AVG zijn verwerkt. Derden aan wie gegevens zijn doorgegeven, moeten worden ingelicht over de rectificatie of het wissen van de gegevens, of over de beperking van de verwerking van de gegevens conform de AVG, behalve als kan worden bewezen dat dit onmogelijk is of onevenredig veel inspanning vereist. U hebt ook het recht een klacht in te dienen bij de relevante autoriteit voor gegevensbescherming.Neem per e-mail contact met ons op (zie onderstaande tabel) indien u gebruik wilt maken van bovengenoemde rechten.Zie voor meer informatie over onze contactgegevens de Privacyverklaring en het Cookiebeleid op toyota.nl.
Klantenservice die verantwoordelijk is voor het behandelen van verzoeken om inzage
LandContactgegevens
[email protected]
België/[email protected]
Kroatië[email protected]
Tsjechië/Hongarije/Slowakije
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Groot-Brittannië[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Italië[email protected]
Nederlandwww.toyota.nl/klantenservice
Page 109 of 352

109
Veiligheid
5
LandContactgegevens
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Roemenië[email protected]
Slovenië[email protected]
[email protected] / [email protected]
[email protected]
[email protected]
Alarmknipperlichten
► Als u op de rode toets drukt, gaan alle richtingaanwijzers tegelijkertijd knipperen.De alarmknipperlichten werken ook als het contact UIT is.
Automatisch inschakelen van
de alarmknipperlichten
Bij een noodstop, afhankelijk van de mate van remvertraging, worden de alarmknipperlichten automatisch ingeschakeld. Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de alarmknipperlichten uit.U kunt de alarmknipperlichten echter ook uitschakelen door op de toets te drukken.
Claxon
► Druk op het middelste deel van het stuurwiel.
Voetgangerclaxon
(elektrisch)
Dit systeem waarschuwt voetgangers dat de auto nadert.De voetgangerclaxon treedt in werking zodra de auto rijdt en bij snelheden tot 30 km/h, in een
vooruit- of achteruitversnelling.Deze functie kan niet worden uitgeschakeld.
Storing
Bij een storing gaat dit waarschuwingslampje branden op het instrumentenpaneel.Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Page 110 of 352

11 0
Vehicle Stability Control
(VSC)
Het elektronisch stabiliteitsprogramma omvat de volgende systemen:– Antiblokkeersysteem (ABS) en elektronische remkrachtverdeling (EBFD).– Emergency Braking Assistance (EBA).– Antispinregeling (ASR).– Dynamic Stability Control (DSC).– Trailer Stability Assist (TSA).
Antiblokkeersysteem
(ABS)/elektronische
remkrachtverdeling (EBFD).
Deze systemen zorgen tijdens het remmen voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid van uw auto en voor een betere controle in bochten, vooral op een slecht of glad wegdek.Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen in het geval van een noodstop.De elektronische remkrachtverdeling (EBFD)
verdeelt de remdruk over de vier wielen.► Trap het rempedaal bij een noodstop zeer krachtig in en laat het niet los.
NOTIC E
Tijdens de normale werking van het ABS kunt u lichte trillingen voelen in het rempedaal.
Het blijven branden van dit waarschuwingslampje duidt op een storing in het ABS.De normale remwerking blijft behouden. Rijd voorzichtig en matig uw snelheid.Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Als dit waarschuwingslampje samen met de waarschuwingslampjes STOP en ABS gaat branden, in combinatie met een melding en een geluidssignaal, duidt dit op een storing in de EBFD.Breng de auto tot stilstand.Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats en zet het contact UIT.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
Zorg er bij vervanging van de wielen (banden en velgen) voor dat wielen worden gemonteerd die voor uw auto zijn goedgekeurd.
WARNI NG
Na een aanrijding
Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Emergency Braking
Assistance (EBA)
Dit systeem verkort de remweg door de remdruk te optimaliseren.Het systeem wordt ingeschakeld als het rempedaal snel wordt ingetrapt. Het zorgt ervoor dat de benodigde bedieningskracht wordt verminderd en de effectiviteit van het remmen wordt vergroot.
Antispinregeling (ASR)/
Dynamic Stability Control
(DSC)
De antispinregeling (of Traction Control) verbetert de tractie door het motorkoppel te beperken en de aangedreven wielen af te remmen om zo het spinnen van de wielen te voorkomen. De ASR verbetert ook de koersstabiliteit.Als de koers van de auto afwijkt van de door de bestuurder gewenste richting, grijpt de Dynamic Stability Control automatisch in door het door de motor geleverde koppel aan te passen en een of
meerdere wielen af te remmen om de auto, binnen de natuurkundige grenzen, weer in de juiste koers te brengen.Deze systemen worden automatisch ingeschakeld zodra de motor wordt gestart.Deze systemen worden geactiveerd bij een probleem met de grip of de koers (bevestigd door dit waarschuwingslampje dat op het instrumentenpaneel knippert).
Page 111 of 352

111
Veiligheid
5
Uitschakelen/inschakelen
In uitzonderlijke omstandigheden (als de auto vastzit in de modder, sneeuw, in mulle grond, enz.)
kan het nuttig zijn de DSC/ASR-systemen uit te schakelen, zodat de wielen kunnen spinnen en weer grip kunnen krijgen.Het verdient echter aanbeveling om het systeem zo snel mogelijk weer in te schakelen.Deze systemen worden, telkens wanneer het contact UIT wordt gezet of vanaf 50 km/h, automatisch weer ingeschakeld.Bij een snelheid lager dan 50 km/h kan het systeem handmatig weer worden ingeschakeld.Druk op deze toets of draai de knop naar deze stand.Het controlelampje in de toets of knop gaat branden: de DSC/ASR-systemen hebben niet langer invloed op de werking van de motor.Opnieuw inschakelen van het systeem:Druk op deze toets.
OfDraai de knop naar deze stand.
Het controlelampje in de toets of knop dooft.
Storing
In het geval van een storing gaat dit waarschuwingslampje branden op het instrumentenpaneel, in combinatie met de weergave van een melding en een geluidssignaal.Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
ASR/DSCDeze systemen zorgen voor meer veiligheid tijdens het rijden. De bestuurder mag zich echter nooit laten verleiden tot het nemen van meer risico's of te hard rijden.In situaties die tot gladheid kunnen leiden (regen, sneeuw, ijzel), wordt de kans dat de wielen hun grip verliezen groter. Het is voor uw veiligheid dus van het grootste belang dat de systemen altijd ingeschakeld zijn, zeker als de omstandigheden gevaarlijker worden.
De goede werking van deze systemen is afhankelijk van de naleving van de voorschriften van de fabrikant met betrekking tot de wielen (banden en velgen), onderdelen van het remsysteem en elektronische onderdelen, en van de montage- en reparatieprocedures die door de Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
worden toegepast.
Voor een maximale effectiviteit van deze systemen onder winterse omstandigheden adviseren wij u winterbanden of all-seasonbanden te gebruiken. Zorg er dan voor dat alle vier de wielen zijn voorzien van hetzelfde type winterband dat voor uw auto is goedgekeurd.Alle bandenspecificaties vindt u in de banden-/laktabel. Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de identificatie van uw auto.
Trailer Stability Assist (TSA)
Bij het trekken van een aanhangwagen vermindert dit systeem de kans op slingeren van de auto en de aanhangwagen.
Werking
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld als het contact AAN wordt gezet.Het elektronisch stabiliteitsprogramma (VSC) moet storingsvrij zijn.
De rijsnelheid moet tussen 60 en 160 km/h liggen.Als het systeem signaleert dat de aanhangwagen begint te slingeren, grijpt het in op de remmen en indien nodig op het motorvermogen om de auto af te remmen (aangegeven door het knipperen van dit waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel en het gaan branden van de remlichten).Raadpleeg voor de gewichten en aanhangwagengewichten het hoofdstuk
Page 112 of 352

11 2
Motorspecificaties en aanhangwagengewichten of het kentekenbewijs van uw auto.Raadpleeg het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over veilig gebruik van de trekhaak.
Storing
In het geval van een storing in het systeem gaat dit waarschuwingslampje branden op het instrumentenpaneel, in combinatie met een melding en een geluidssignaal.Wanneer u in dat geval verder rijdt met de aanhangwagen, verminder dan uw snelheid en rijd voorzichtig!Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
Het Trailer Stability Assist-systeem biedt extra veiligheid onder normale rijomstandigheden, wanneer u zich houdt aan de adviezen voor het trekken van een aanhangwagen en de actuele wettelijke bepalingen in uw land. Het systeem mag de bestuurder niet verleiden tot het nemen van extra risico's bij het trekken van een aanhangwagen (overbelading, onjuiste kogeldruk, versleten banden of een te lage
bandenspanning, versleten remmen, enz.) of het rijden met een te hoge snelheid.In bepaalde gevallen signaleert het systeem het slingeren mogelijk niet, met name bij het trekken van een lichte aanhangwagen.Bij het rijden op een glad of slecht wegdek kan het systeem mogelijk niet voorkomen dat de aanhangwagen plotseling gaat slingeren.
Toyota Traction Select
(Afhankelijk van de uitvoering)Een speciale en gepatenteerde antispinregeling waarmee het rijgedrag wordt verbeterd op ondergronden met sneeuw, modder en zand.Dit systeem, dat onder een groot aantal omstandigheden zeer doeltreffend werkt, zorgt ervoor dat u ook bij weinig grip uw weg kunt vervolgen (bij normaal gebruik van de auto).In combinatie met Three Peak Mountain Snow Flake-vierseizoenenbanden biedt dit systeem een optimaal compromis tussen veiligheid, grip en
rijgedrag.Het gaspedaal dient voldoende te worden ingetrapt om het systeem optimaal gebruik te laten maken van het motorvermogen. Tijdens de werking van het systeem draait de motor soms met hoge toerentallen; dit is normaal.Met een draaiknop met vijf standen kunt u de stand selecteren die het meest geschikt is voor de rijomstandigheden die u tegenkomt.
Bij elke gekozen stand gaat een controlelampje branden, in combinatie met de weergave van een melding, om uw keuze te bevestigen.
Standen
Standaard (VSC)
Dit is de modus voor situaties waarin weinig wielslip optreedt, gebaseerd op de verschillende normale rijomstandigheden die
kunnen voorkomen.
NOTIC E
Telkens wanneer het contact UIT wordt gezet, wordt automatisch deze modus ingeschakeld.