Page 17 of 122
Beschrijving
2-3
2
DAU10431
Bedienin gen en instrumenten
1
2
3
4
5
6
7
8
910,1112
12
1. Achterremhendel (pagina 5-18)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 5-1)
3. Achterremblokkeerhe ndel (pagina 5-18)
4. Snelheidsmeter (pagina 5-4)
5. Multifunctioneel display (pagina 5-5)
6. Toerenteller (pagina 5-5)
7. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 5-1)
8. Voorremhendel (pagina 5-18) 9. Gasgreep (pagina 8-18)
10.Voorste opbergcompartiment (pagina 5-23)
11.Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires (pagina 5-26)
12.Schakelaars Smart-sleutelsysteem (pagina 3-1)
UB3TD1D0.book Page 3 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 18 of 122

Smart-sleutelsysteem
3-1
3
DAU77202
Smart-sleutelsysteemDankzij het Smart-sleutelsysteem kan de
machine worden bediend zonder gebruik
van een mechanische sleutel.
WAARSCHUWING
DWA14704
Hou d g eïmplanteer de pacemakers
of hart defi brillators, alsme de an de-
re elektrische me dische apparaten
uit de buurt van d e op het voertuig
g emonteer de antenne (zie af beel-
d in g).
Door de antenne uit gezon den ra-
d io golven kunnen d e werking van
d er gelijke apparaten beïnvloed en
in dien deze in de nab ijheid zijn.
Als u d rager bent van een elektrisch
me disch apparaat, raa dplee g d an
een arts of de fa brikant van het ap-
paraat voor dat u d it voertui g g aa t
g eb ru ik
en.
Naast een antenne op de machine bestaat
het Smart-sleutelsysteem uit de Smart-
sleutel, het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem, de schakelaar “ON/ ”, de
schakelaar “OFF/LOCK” en de
schakelaar “ / ”.1. Antenne op de machine
1. Smart-sleutel
1
1
1. Controlelampje Smart-sleutelsysteem
1. Ž
1 1
1
UB3TD1D0.book Page 1 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 19 of 122

Smart-sleutelsysteem
3-2
3
LET OP
DCA15764
Het Smart-sleutelsysteem gebruikt
zwakke radiogolven. Het Smart-sleutel-
systeem werkt in de volgende situaties
mogelijk niet. De Smart-sleutel is geplaatst in een
locatie die is blootgesteld aan ster-
ke radiogolven of andere elektro-
magnetische ruis
Er bevinden zich faciliteiten in de
buurt die sterke radiogolven uitzen-
den (televisie- of radiotorens, ener-
giecentrales, uitzendstations,
luchthavens, etc.)
U draagt of gebruikt communicatie-
apparaten zoals radio’s of mobiele
telefoons dicht bij uw Smart-sleutel
De Smart-sleutel maakt contact
met of wordt bedekt door een me-
talen voorwerp
Andere voertuigen die zijn uitgerust
met een Smart-sleutelsysteem be-
vinden zich in de nabijheid
Verplaats de Smart-sleutel in zulke situ-
aties naar een andere locatie en voer de
bewerking opnieuw uit. Als dit het pro-
bleem niet oplost, gebruikt u de mecha-
nische sleutel om de bewerking in de
noodmodus uit te voeren. (Zie pagina
8-38.)
DAU77214
Bereik van het Smart-sleutelsy-
steemHet bereik van het Smart-sleutelsysteem
bedraagt ongeveer 80 cm (31.5 in) vanaf
het midden van het stuur.
1. “ / ”-schakelaar
2. Schakelaar “OFF/LOCK”1 2
UB3TD1D0.book Page 2 Wednesday, September 9, 2020 9:37 AM
Page 20 of 122

Smart-sleutelsysteem
3-3
3
OPMERKINGAangezien het Smart-sleutelsysteem
gebruikmaakt van zwakke radiogol-
ven, kan het ontvangstbereik ervan
worden beïnvloed door de omgeving.
Als de batterij van de Smart-sleutel
ontladen raakt, werkt de Smart-sleutel
mogelijk niet of kan het bereik ervan
zeer klein worden.
Als de Smart-sleutel is uitgeschakeld,
zal de machine de Smart-sleutel niet
herkennen, ook niet als deze zich bin-
nen het ontvangstbereik bevindt.
Als de schakelaar “ON/ ”, de scha-
kelaar “OFF/LOCK” of de
schakelaar “ / ” herhaaldelijk
wordt ingedrukt terwijl de Smart-sleu-
tel buiten bereik is of niet met de ma-
chine kan communiceren, worden alle
schakelaars tijdelijk uitgeschakeld.
Als de Smart-sleutel wordt opgebor-
gen in het voorste of achterste op-
bergcompartiment, kan dit de
communicatie tussen de Smart-sleu-
tel en de machine belemmeren. Als de
achterste bagageruimte of het voorste
opbergcompartiment is vergrendeld
met de Smart-sleutel erin, wordt het Smart-sleutelsysteem mogelijk uitge-
schakeld. Draag de Smart-sleutel al-
tijd bij u.
WAARSCHUWING
DWA17952
U dient de Smart Key b ij u te dra-
g en. Bewaar d eze niet in het voer-
tuig .
Wees erop alert dat wanneer d e
Smart Key zich binnen het wer-
kin gsb ereik bevin dt, an dere perso-
nen die de Smart Key niet dra gen
d e motor kunnen starten en het
voertui g kunnen b ed ienen.
DAU61647
De Smart-sleutel en mechani-
sche sleutel geb ruikenDe machine wordt geleverd met één
Smart-sleutel (met een geïntegreerde me-
chanische sleutel) en één mechanische re-
servesleutel met een identificatiekaart.
Bewaar de mechanische reservesleutel en
de kaart afzonderlijk van de Smart-sleutel.
Als de Smart-sleutel beschadigd of verlo-
ren raakt, of wanneer de batterij ontladen
is, kunt u in plaats daarvan de mechanische
sleutel gebruiken. Het zadel kan worden
geopend, het identificatienummer van het
Smart-sleutelsysteem kan handmatig wor-
den ingevoerd, en de machine kan worden
gebruikt. (Zie pagina 8-38.) We raden u aan
om het i dentificatienummer te noteren
voor noodgevallen.
UB3TD1D0.book Page 3 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 21 of 122

Smart-sleutelsysteem
3-4
3
Als de Smart-sleutel en de identificatiekaart
van de mechanische sleutel beide verloren
of beschadigd zijn geraakt en het identifica-
tienummer niet is genoteerd, moet het ge-
hele Smart-sleutelsysteem worden
vervangen.LET OP
DCA21573
De Smart-sleutel bevat elektronische
precisieon der delen. Neem d e volgen de
voorzor gsmaatre gelen om storin gen of
scha de te voorkomen.
Plaats of bewaar de Smart-sleutel
niet in een op ber gcompartiment.
De Smart-sleutel kan b eschadigd
raken door rijtrillin gen of overmati-
g e hitte.
Laat de Smart-sleutel niet vallen,
b ui g deze niet en stel d eze niet
b loot aan har de schokken.
Dompel de Smart-sleutel niet on der
in water of an dere vloeistoffen.
Plaats geen zware voorwerpen op
d e Smart-sleutel en stel d eze niet
b loot aan overmati ge druk.
Plaats de Smart-sleutel niet in een
om gevin g met d irect zonlicht, ho ge
temperaturen of een hog e vochti
g -
hei dsg ra
a d .
Pro beer niet om de Smart-sleutel te
slijpen of te wijzi gen.
Hou d d e Smart-sleutel uit de buurt
van sterke ma gnetische vel den en
ma gnetische voorwerpen zoals
sleutelhou ders, televisies en com-
puters.
Hou d d e Smart-sleutel uit de buurt
van elektrische me dische appara-
tuur.
Laat de Smart-sleutel niet in con-
tact komen met olie, polijstmi ddel
of a gressieve chemische stoffen.
Hier door kan de behuizin g van d e
Smart-sleutel verkleuren of b ar-
sten.
OPMERKING De levensduur van de batterij van de
Smart-sleutel is ongeveer twee jaar,
maar dit kan variëren naargelang de
gebruiksomstandigheden.
De batterij van de Smart-sleutel kan
ontladen raken, zelfs als deze op af-
stand van het voertuig wordt bewaard
en niet wordt gebruikt.
Als de Smart-sleutel doorlopend ra-
diogolven ontvangt, zal de batterij van
de Smart-sleutel snel ontladen raken.
(Bijvoorbeeld als de Smart-sleutel in
de omgeving van elektrische appara-
ten zoals televisies, radio’s of compu-
ters wordt bewaard.)Vervang de batterij van de Smart-sleutel als
het controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem ongeveer 20 seconden knippert
nadat het contact wordt ingeschakeld of
wanneer het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem niet gaat branden wanneer
op de schakelaar “ON/OFF” wordt gedrukt.
(Zie pagina 3-6.) Als het Smart-sleutelsy-
steem niet werkt na het vervangen van de
batterij van de Smart-sleutel, laat dan een
Yamaha dealer de machine controleren.
1. Smart-sleutel
2. Mechanische sleutel
3. Identificatienummerkaart
123456
1
2
3
UB3TD1D0.book Page 4 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 22 of 122

Smart-sleutelsysteem
3-5
3
OPMERKINGU kunt maximaal zes Smart-sleutels
registreren voor dezelfde machine.
Neem voor extra Smart-sleutels con-
tact op met uw Yamaha dealer.
Als u een Smart-sleutel kwijtraakt,
neem dan onmiddellijk contact op met
een Yamaha dealer om diefstal van de
machine te voorkomen.
DAU77223
Smart-sleutelAls de Smart-sleutel is ingeschakeld en
binnen het bereik wordt gebracht, stelt het
Smart-sleutelsysteem u in staat om het
voertuig te bedienen zonder een mechani-
sche sleutel in te steken.
Als de Smart-sleutel is uitgeschakeld kan
de machine niet worden bediend, zelfs niet
als de Smart-sleutel binnen het bereik van
de machine is.
De huidige status van de sleutel kan wor-
den gecontroleerd door kort op de schake-
laar “ON/OFF” te drukken.
Kort knipperen: de sleutel is ingescha-
keld
Lang knipperen: de sleutel is uitge-
schakeld De Smart-sleutel in- en uitschakelen
Houd om de Smart-sleutel in of uit te scha-
kelen de schakelaar “ON/OFF” een secon-
de lang ingedrukt. Het controlelampje van
de Smart-sleutel knippert. Als de sleutel
kort knippert, is de sleutel ingeschakeld.
Als de sleutel lang knippert, is de sleutel uit-
geschakeld.
OPMERKINGOm accucapaciteit te sparen, schakelt het
Smart-sleutelsysteem zichzelf ongeveer
een week nadat de machine voor het laatst
is gebruikt automatisch uit. Druk in dat ge-
Ž om
het Smart-sleutelsysteem in te schakelen,
en nog een keer om de machinevoeding in
te schakelen.De mechanische sleutel
geb ruiken
Trek de mechanische sleutel uit de Smart-
sleutelbehuizing. Plaats de mechanische
sleutel na gebruik weer terug in de Smart-
sleutel.
1. Schakelaar “ON/OFF”
2. Controlelampje Smart-sleutel
3. Mechanische sleutel
1
2
3
UB3TD1D0.book Page 5 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 23 of 122

Smart-sleutelsysteem
3-6
3
DAU79071
De batterij van de Smart-sleutel
vervan genVervang de batterij in de volgende situaties.
Als het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem ongeveer 20 secon-
den knippert nadat het contact wordt
ingeschakeld.
Als het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem niet gaat branden
wanneer u op de schakelaar
“ON/OFF” drukt.
WAARSCHUWING
DWA20630
De Smart-sleutel bevat een knoopcel ba-
tterij.
Hou d nieuwe en g eb ruikte batterij-
en uit de buurt van kin deren.
Als het b atterijvak niet goe d sluit,
stop dan met het g eb ruik van de
Smart-sleutel en hou d d eze uit d e
b uurt van kin deren.
Explosie gevaar - voorkom verkeer d g e-
b ruik van d e batterij.
Onjuiste vervan gin g kan resulteren
in bran d of explosie.
Vervan g d e batterij uitsluiten d d oor
een exemplaar van hetzelf de of een
g elijkwaar dig type.
Stel de Smart-sleutel niet b loot aan
overma t
ig e h
itte, zoals van de zon
of vuur.
Gevaar voor chemische bran dwon den -
slik de batterij niet in.
Als de batterij wor dt in geslikt kan
d eze binnen slechts 2 uur ernstig e
inwen dig e bran dwon den veroorza-
ken, mo gelijk met de dood tot g e-
vol g.
Raa dplee g onmi ddellijk een arts als
u vermoe dt dat een batterij is in ge-
slikt of in eni g d eel van het lichaam
is terecht gekomen.
LET OP
DCA24010
Oefen geen overmati ge kracht uit
op de Smart-sleutel bij het vervan-
g en van d e batterij.
Gebruik geen schroeven draaier of
an der har d voorwerp om de sleutel
met kracht te openen.
Voorkom dat de waterd ichte af-
d ichtin g bescha digd of vervuil d
raakt.
Raak de interne circuits en aanslui-
tin gen niet aan. Hier door kunnen
storin gen ontstaan.
Zor g ervoor d at de batterij correct
wor dt g eplaatst. Controleer de rich-
tin g van d e positieve/“+” kant van
d e batterij.De batterij van d e Smart-sleutel vervan-
g en
1. Wrik de behuizing van de Smart-sleu-
tel voorzichtig open.
1. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “”
1 1
UB3TD1D0.book Page 6 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 24 of 122

Smart-sleutelsysteem
3-7
3
2. Verwijder de batterijkap en de O-ring.
3. Verwijder de batterij.OPMERKINGVoer de verwijderde batterij af volgens de
lokaal geldende voorschriften.
4. Plaats een nieuwe batterij zoals ge-toond. Let op de polariteit van de bat-
terij.
5. Breng de O-ring en de batterijkap aan.
6. Klik de behuizing van de Smart-sleutel voorzichtig dicht.
DAU77233
Machinevoe din g inschakelen1. Druk met de Smart-sleutel ingescha-
keld en binnen het bereik kort op de
schakelaar “ON/ ”.
2. Na verificatie van de Smart-sleutel k l i n k t de z o e m er t w e e k ee r en g a at h et
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem kort branden. Alle sloten
worden automatisch ontgrendeld.OPMERKINGAls het stuurslot zichzelf niet automa-
tisch kan loszetten, gaat het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
knipperen. Probeer het stuur voor-
zichtig naar links of rechts te draaien
en druk dan nogmaals op de schake-
laar “ON/ ”.
1. Accukap
2. O-ring
1
2
Ve re i s t e batterij:
CR20251. Accu
2. O-ring
3. Accukap
1
2
3
1. Schakelaar “ON/ ”
1
UB3TD1D0.book Page 7 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM