Page 81 of 122

Periodiek on derhoud en afstelling
8-12
8
DAU36112
FilterbusDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU77364
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op de middenbok. Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat hem twee minuten
warmdraaien en zet hem dan uit.
3. Wacht twee minuten om de olie tot rust te laten komen.
4. Controleer het olieniveau via het kijk- glas linksonder in het carter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
5. Als de motorolie beneden de merk-streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
Om de motorolie te verversen (en de
oliefilterpatroon te vervan gen)
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond.
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de mo- tor om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en vervolgens
de olieaftapplug met de pakking.
1. Filterbus
2. Tankbeluchtingssysteem
12
1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1
2
3
UB3TD1D0.book Page 12 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 82 of 122
Periodiek on derhou d en afstelling
8-13
8
5. Controleer de o-ring op beschadiging
en vervang hem indien nodig.
OPMERKINGSla de stappen 6…8 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.6. Verwijder de oliefilterpatroon met een
oliefiltersleutel.OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.7. Smeer een dun laagje schone motor-olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
OPMERKINGZorg dat de o-ring correct aanligt.8. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon en
zet deze dan met een momentsleutel
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment.
1. Olievuldop
1. Olieaftapplug
2. O-ring
3. Pakking
1
12
3
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
1
2
1. O-ring
1. Momentsleutel
1
1
UB3TD1D0.book Page 13 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 83 of 122

Periodiek on derhoud en afstelling
8-14
8
9. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
10. Controleer de o-ring op beschadiging en vervang hem indien nodig.
11. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mo gen
g een chemische a dditieven worden
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit d an
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er geen verontreini gin gen
in het carter terecht komen.
12. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage . Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
13. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
14. Stel de indicator olieverversing terug. (Zie pagina 5-11.)
Aanhaalmoment:
Oliefilterpatroon:
17 N·m (1.7 kgf·m, 13 lb·ft)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:43 N·m (4.3 kgf·m, 32 lb·ft)
1. Olievuldop
2. O-ring
21
Motorolie: Aanbevolen merk:
YA M A L U B E
SAE-viscositeitsklassen: 10W-40
Aanbevolen kwaliteit motorolie: API service type SG of hoger,
JASO MA-norm
Oliehoeveelhei d:
Olieverversing: 2.60 L (2.75 US qt, 2.29 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment: 2.90 L (3.07 US qt, 2.55 Imp.qt)
UB3TD1D0.book Page 14 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 84 of 122

Periodiek on derhou d en afstelling
8-15
8
DAU85450
Waarom Yamalu beYAMALUBE olie is een origineel YAMAHA
onderdeel dat is ontwikkeld vanuit de over-
tuiging dat motorolie een belangrijke vloei-
bare component van de motor is. Wij
stellen teams samen van specialisten op
technisch, chemisch, elektronisch en race-
testgebied die samen de motor en de daar-
in te gebruiken olie ontwikkelen. Yamalube
oliën bestaan uit hoogwaardige basisoliën
die zijn aangevuld met specifieke additie-
ven die verzekeren dat het eindproduct aan
onze prestatienormen voldoet. Hierdoor
hebben de minerale, semisynthetische en
synthetische oliën van Yamalube hun eigen
karakter en toepassingsgebied. Dankzij de
enorme ervaring die Yamaha sinds de jaren
zestig met de ontwikkeling van oliën heeft
opgedaan, is Yamalube de beste keus voor
uw Yamaha motor.
DAUS1203
KoelvloeistofHet koelvloeistofniveau moet regelmatig
worden gecontroleerd. Verder moet de
koelvloeistof worden ververst volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema.OPMERKINGAls er geen originele Yamaha koelvloeistof
beschikbaar is, gebruik dan een ethyleen-
glycol antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren en meng deze met ge-
destilleerd water in een verhouding van 1:1.
DAU52025
Controleren van het koelvloeistofniveau
Aangezien het koelvloeistofniveau varieert
met de motortemperatuur, moet het wor-
den gecontroleerd met een koude motor. 1. Zet de machine op een vlakke onder- grond. 2. Houd de machine rechtop of zet deze
op de middenbok.
3. Controleer het koelvloeistofniveau via het kijkglas.
4. Als de koelvloeistof op of beneden de merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de voetplaatmat
aan de linkerzijde door deze omhoog
te trekken.Aan bevolen koelvloeistof:
YAMALUBE-koelvloeistof
Hoeveelhei d koelvloeistof:
Koelvloeistofreser voir (merkstreep
voor maximumniveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 1.54 L (1.63 US qt, 1.36 Imp.qt)
1. Kijkglas koelvloeistofniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
12
3
UB3TD1D0.book Page 15 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 85 of 122

Periodiek on derhoud en afstelling
8-16
8
5. Verwijder de afdekkap over het koel-
vloeistofreservoir door de schroeven
los te halen.
6. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir. WAARSCHUWING!
Verwij der alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Pro beer nooit om
de ra diatorvul dop te ver-
wij deren als de motor warm is.
[DWA15162]
7. Vul koelvloeistof bij tot de merkstreep
voor maximumniveau. LET OP: Als er
g een koelvloeistof aanwezi g is, g e-
b ruik dan in plaats daarvan ged istil-
leerd water of onthar d leid ingwater.
Ge bruik geen har d water of zout
water, dit is scha delijk voor de mo-
tor. Als er in plaats van koelvloeistof
water is geb ruikt, vervan g d it dan
zo snel mo gelijk door koelvloeistof,
an ders is het systeem niet b e-
scherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan d e koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat dan een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van d e koelvloeistof controleren om te voorkomen d
at
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
8. Breng de dop van het koelvloeistofre- servoir aan.
9. Breng de afdekking van het koelvloei- stofreservoir aan.
10. Breng de voetplaatmat aan.
DAU33032
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om de ra diatorvul dop te ver-
wij deren als de motor warm is.
[DWA10382]
1. Mat op de voetplaat
1. Kap koelvloeistofreservoir
2. Schroef
11
2
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
UB3TD1D0.book Page 16 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 86 of 122

Periodiek on derhou d en afstelling
8-17
8
DAU88800
Motorluchtfilterelement vervan-
g en en aftapslan g reini genHet motorluchtfilterelement moet worden
vervangen volgens de intervalperioden ver-
meld in het periodieke onderhoudsschema.
Vervang het luchtfilterelement vaker als u
veel in natte of stoffige omstandigheden
rijdt.
Daarnaast moet de luchtfilteraftapslang
door een Yamaha dealer worden gecontro-
leerd en gereinigd volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer-en
onderhoudsschema.
Om het luchtfilterelement te vervan gen
1. Verwijder paneel C. (Zie pagina 8-9.)
2. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen. 3. Trek het luchtfilterelement uit.
4. Breng een nieuw luchtfilterelement
aan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zor g ervoor dat het filterelement
g oe d aanli gt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uit genomen,
hier door kunnen de zui ger(s) en/of
cilin der(s) overmati g versleten ra-
ken.
[DCA10482]
5. Monteer het luchtfilterdeksel door de schroeven aan te brengen.
6. Monteer het paneel.
DAU80970
Luchtfilterelementen V-snaarDe luchtfilterelementen van de V-snaar
moeten worden onderhouden volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema. Laat deze elementen
vaker onderhouden als u veel in natte of
stoffige omstandigheden rijdt.
1. Schroef
2. Luchtfilterdeksel
1
1
2
1. Luchtfilterelement
1
UB3TD1D0.book Page 17 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 87 of 122

Periodiek on derhoud en afstelling
8-18
8
DAU44735
Stationair toerental controlerenControleer het stationair toerental en laat
het indien nodig door een Yamaha dealer
bijstellen.
DAU21386
De vrije slag van de gas greep
controlerenMeet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en laat de vrije slag indien nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
DAU21403
Klepspelin gDe kleppen zijn een belangrijke motorcom-
ponent, en aangezien de klepspeling bij ge-
bruik verandert moeten ze worden
gecontroleerd en afgesteld volgens de in-
tervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema. Niet-afgestelde klep-
pen kunnen resulteren in een onjuist lucht-
brandstofmengsel, motorgeluid en uitein-
delijk motorschade. Laat om dit te voorko-
men de klepspeling regelmatig controleren
en afstellen door uw Yamaha dealer.OPMERKINGDit onderhoud moet worden uitgevoerd bij
een koude motor.
Stationair toerental:
1100–1300 tpm
1. Vrije slag van gasgreep
Vrije sla g van gas greep:
1.0–3.0 mm (0.04–0.12 in)
1
UB3TD1D0.book Page 18 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Page 88 of 122

Periodiek on derhou d en afstelling
8-19
8
DAU77621
Ban denBanden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met deze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van de controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlij den tot gevol g.
De ban dspannin g moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl de
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e om gevin gstemperatuur).
De ban dspannin g moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passag ier,
b ag ag e en accessoires dat
voor
d it
mo del is vast gestel d.
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaa d uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar b elaste machine
kan lei den tot een on geval.
Inspectie van ban den
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
Ban
denspannin g b ij kou de ban den:
1 persoon:
Voor:225 kPa (2.25 kgf/cm2, 33 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
2 personen: Voor:
225 kPa (2.25 kgf/cm2, 33 psi)
Achter: 280 kPa (2.80 kgf/cm2, 41 psi)
Maximale belastin g:
Vo e r t u i g : 195 kg (430 lb)
De maximale belasting van het
voertuig is het gecombineerde ge-
wicht van de bestuurder, de passa-
gier, de bagage en eventuele
accessoires.1. Wang van band
2. BandprofieldiepteMinimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
1 2
UB3TD1D0.book Page 19 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM