Smart-sleutelsysteem
3-12
3
2. Open het voorste opbergcomparti-ment zoals getoond.
Om het d eksel van het voorste op ber g-
compartiment te sluiten
Duw het deksel in de oorspronkelijke stand.
DAU80842
Parkeermo dusHet stuur is vergrendeld en de alarmverlich-
ting en richtingaanwijzers kunnen worden
ingeschakeld, maar alle andere elektrische
systemen zijn uit.
De parkeermo dus inschakelen
1. Vergrendel het stuur. (Zie pagina 3-9.)
2. Houd de schakelaar “ / ” een se-
conde lang ingedrukt.OPMERKINGAls het stuurslot niet is vergrendeld, klinkt
de zoemer 3 seconden (het controlelampje
van de Smart-sleutel knippert ook) en kan
de parkeermodus niet worden ingescha-
keld.3. Na verificatie van de Smart-sleutelklinkt de zoemer twee keer en wordt
de machine in de parkeermodus ge-
zet. Het controlelampje van de Smart-
sleutel gaat branden.OPMERKINGHet zadel, het tankdopdeksel en het voor-
ste opbergcompartiment kunnen niet wor-
den geopend als de parkeermodus is
ingeschakeld.
1. Knop
1. Deksel
1
1
1. Deksel1
UB3TD1D0.book Page 12 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Smart-sleutelsysteem
3-13
3
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichtin g of de richtin g-
aanwijzers lan gdurig g eb ruikt, kan dit de
accu ontla den.De parkeermo dus uitschakelen
Druk op de schakelaar “ / ”. Na verifi-
catie van de Smart-sleutel klinkt de zoemer
één keer en gaat het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem uit.UB3TD1D0.book Page 13 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Functies van instrumenten en bedieningselementen
5-1
5
DAU77490
StuurschakelaarsLinks Rechts
DAU54203
Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschake-
laar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u de schakelaar omlaag naar “PASS” terwijl
de koplampen op dimlicht staan.
DAU66040
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU66030
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU77450
Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar
op “ ” om de motor direct uit te schake-
1. Selectieschakelaar “ / ”
2. Menuschakelaar “MENU”
3. Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschakelaar
“ / /PASS”
4. Instelschakelaar cruise control “RES+/SET–”
5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
6. Claxonschakelaar “ ”
7. Aan-uitschakelaar cruise control “ ”
1
2
3
4
5
6
7
1. Noodstopschakelaar / Ž
2.
3. Schakelaar alarmverlichting Ž
4. Ž
1
2
3
4
UB3TD1D0.book Page 1 Wednesday, September 9, 2020 9:35 AM
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
5-2
5
len in een noodgeval, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
DAU77291
Aan-uitschakelaar/startknop “ON/ ”
Druk met de Smart-schakelaar ingescha-
keld en binnen het bereik op deze schake-
laar om de machinevoeding in te
schakelen. Druk met de zijstandaard om-
hoog en terwijl u de voor- of achterrem be-
krachtigt op deze schakelaar om de motor
te starten met de startmotor. Zie pagina 7-2
voor startinstructies voordat u de motor
start.
DAU79601
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de voertuigvoeding aan of in de par-
keermodus kan deze schakelaar worden
gebruikt voor het inschakelen van de
alarmverlichting (gelij ktijdig knipperen van
alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU73952
Cruise-controlschakelaars
Zie pagina 4-1 voor uitleg over de werking
van cruise control.
DAU77301
Menuschakelaar “MENU”
Deze schakelaar wordt gebruikt om instel-
lingen in het multifunctionele display te wij-
zigen. (Zie pagina 5-5.)
DAU77311
Selectieschakelaar “ / ”
Deze schakelaar wordt gebruikt om instel-
lingen in het multifunctionele display te wij-
zigen. (Zie pagina 5-5.)
DAU73931
Rijmo dusschakelaar “MODE”
Zie pagina 4-3 voor uitleg over de rijmodus.
DAU77123
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU88680
Controlelampjes richtin gaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.1. Controlelampje grootlicht “ ”
2. Controlelampje tractieregeling “ ”
3. Controlelampjes richtingaanwijzers “ ” en “”
4. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “”
5. ABS-waarschuwingslampje “ ”
6. Storingsindicatielampje “ ”
7. Controlelampjes cruise control
1 2 4 5 6
3
712 45 6
3
7
UB3TD1D0.book Page 2 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
Gebruik en belan grijke rij-informatie7-5
7
kunnen andere mensen mogelijk de
motor starten en de machine bedie-
nen.
De alarmzoemer voor de zijstandaard
kan zo worden ingesteld dat deze niet
wordt geactiveerd. Neem contact op
met uw Yamaha dealer.WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet wor den, parkeer
d us op een plek waar voet gan gers
of kin deren niet gemakkelijk met
d eze on der delen in aanrakin g kun-
nen komen en b randwon den kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een hellin g of een
zachte on der gron d, hier door kan
d e machine kantelen met mo gelijk
b ran dstoflekka ge en b rand tot g e-
vol g.
Parkeer niet na bij gras of an dere
b ran dbare materialen die vlam zou-
d en kunnen vatten.
UB3TD1D0.book Page 5 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM
12-1
12
IndexAAandachtspunten voor veilig rijden ........ 1-5
Aandrijfriem........................................... 8-26
Aan-uitschakelaar/startknop................... 5-2
ABS-waarschuwingslampje .................... 5-3
Accu ...................................................... 8-30
Achterremblokkeerhendel..................... 5-18
Achterremblokkeerkabel, afstellen ....... 8-22
Achterremblokkering, controleren ........ 8-23
Achteruitkijkspiegels ............................. 5-24
Anti-blokkeervoorziening
remsysteem (ABS) .............................. 5-19BBanden ................................................. 8-19
Batterij van Smart-sleutel, vervangen ..... 3-6
Bereik van het Smart-sleutelsysteem ..... 3-2
Bougies, controleren............................. 8-11
Brandstof .............................................. 5-21
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 7-4CClaxonschakelaar ................................... 5-1
Controlelampje grootlicht ....................... 5-3
Controlelampjes cruise control ............... 5-3
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ........................ 5-2
Controlelampje Smart-sleutelsysteem.... 5-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 5-2
Controlelampje tractieregeling................ 5-4
Cruise control ......................................... 4-1
Cruise-controlschakelaars ...................... 5-2DDe middenbok vergrendelen ................ 3-10
De motor starten ..................................... 7-2 Diagnosestekker ................................... 11-2
Dimlichtschakelaar/
lichtsignaalschakelaar .......................... 5-1
D-mode (rijmodus).................................. 4-3
FFilterbus ................................................ 8-12GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren .......................................... 8-27
Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires ........................................ 5-26
Gereedschapsset ................................... 8-2
Gloeilamp van kentekenverlichting, vervangen........................................... 8-34HHet stuurslot vergrendelen ..................... 3-9IIdentificatienummers ............................ 11-1
Inrijperiode.............................................. 7-1KKabels, controleren en smeren ............ 8-26
Klepspeling ........................................... 8-18
Koelvloeistof ......................................... 8-15LLuchtfilterelement en aftapslang, vervangen en reinigen ........................ 8-17
Luchtfilterelement, V-snaar .................. 8-17MMachinevoeding inschakelen ................. 3-7
Machinevoeding uitschakelen ................ 3-8
Matkleur, let op ...................................... 9-1
Menuschakelaar ..................................... 5-2
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ....................... 8-28 Modelinformatiesticker .........................11-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................8-12
Motor raakt oververhit...........................8-37
Multifunctioneel display ..........................5-5
NNoodmodus ..........................................8-38
Noodstopschakelaar ...............................5-1OOnderhoud ..............................................9-1
Onderhoud en smering, periodiek ..........8-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem .....8-3
Opbergcompartimenten........................5-23PPanelen, verwijderen en aanbrengen ......8-9
Parkeermodus.......................................3-12
Parkeren ..................................................7-4
Plaats van de onderdelen .......................2-1
Problemen oplossen .............................8-34RRegistratie van gegevens, voertuig .......11-2
Remhendel, achter ................................5-18
Remhendels, smeren ............................8-27
Remhendel, voor ...................................5-18
Remmen..................................................7-3
Remvloeistofniveau, controleren ..........8-24
Remvloeistof, verversen........................8-25
Richtingaanwijzerschakelaar...................5-1
Rijmodusschakelaar................................5-2SSchakelaar alarmverlichting ....................5-2
Schokdemperunit..................................5-25
Selectieschakelaar ..................................5-2
Serienummer motorblok .......................11-1
UB3TD1D0.book Page 1 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM