Page 609 of 750

6087-3. Zelf uit te voeren onderhoud
COROLLA_TMUK_EE
■Koelvloeistofreservoir
Het koelvloeistofniveau is correct als 
het zich bij koude motor tussen de 
streepjes FULL en LOW bevindt.
Dop reservoir
FULL-streepje
LOW-streepje
Als het niveau zich op of onder het 
LOW-streepje bevindt, moet koelvloeistof 
worden bijgevuld tot aan het FULL-streepje. 
(→ Blz. 702)
■Koelvloeistofreservoir intercooler
Het koelvloeistofniveau is correct als 
het zich bij koude motor tussen de 
streepjes F en L bevindt.
Dop reservoir
Streepje F
Streepje L
OPMERKING
■Voorkomen van ernstige schade aan 
de motor
Controleer regelmatig het oliepeil.
■Bij het olie verversen of bijvullen
●Let erop dat er geen motorolie op 
onderdelen van de auto terechtkomt.
●Vul nooit te veel olie bij, anders kan de 
motor beschadigd raken.
●Controleer na het olie verversen altijd 
het oliepeil met de peilstok.
●Controleer of de olievuldop goed is vast-
gedraaid.
Koelvloeistof controleren
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 608  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 610 of 750

609
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
COROLLA_TMUK_EE Als het niveau zich op of onder het onderste 
streepje (L) bevindt, m
oet koelvloeistof wor-
den bijgevuld tot aan het bovenste streepje 
(F). ( →Blz. 702)
■Selectie van koelvloeistof
Gebruik alleen Toyota Super Long Life Cool-
ant of een gelijkwaardig product.
Toyota Super Long Life Coolant is een meng-
sel van 50% koelvloeistof en 50% gedemine-
raliseerd water. (Minimumtemperatuur: 
-35°C)
Neem voor meer informatie over koelvloeistof 
contact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Als het koelvloeistofniveau korte tijd na 
het bijvullen weer is gezakt
Controleer de radiateur, de slangen, de dop-
pen van het koelvloeistofreservoir, de aftap-
kraan en de waterpomp visueel.
Als u geen lek kunt vinden, laat dan een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige de druk op 
de dop nakijken en controleren op lekkages 
in het koelsysteem.
Controleer de radiateur, condensor en 
intercooler en verwijder eventueel vuil. 
Als een van bovenstaande onderdelen 
erg vuil is of als u niet zeker bent van 
de staat ervan, laat dan uw auto nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere 
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Controleer de accu als volgt.
■Buitenkant van de accu
Controleer de accu op gecorrodeerde 
en loszittende klemmen, scheuren en 
een loszittende bevestigingsbeugel.
Accupolen
Klembeugel
WAARSCHUWING
■Als de motor oververhit is
Draai de dop van het koelvloeistofreservoir 
en de dop van het koelvloeistofreservoir 
van de intercooler niet los.
Als het koelsysteem nog onder druk staat, 
kan hete koelvloeistof uit de vulopening 
spuiten als de dop wordt verwijderd en 
brandwonden of ander ernstig letsel ver-
oorzaken.
OPMERKING
■Bij het bijvullen van koelvloeistof
Gebruik geen onverdunde antivries of 
alleen water. Een goede mengverhouding 
van water en antivries zorgt voor een 
goede smering, corrosiebescherming en 
koeling. Lees altijd de informatie op het eti-
ket van de antivries of koelvloeistof.
■Als u koelvloeistof morst
Verwijder de koelvloeistof met veel water 
om te voorkomen dat het de lak of onder-
delen aantast.
Controle van radiateur, 
condensor en intercooler
WAARSCHUWING
■Als de motor oververhit is
Raak om brandwonden te voorkomen de 
radiateur, de condensor en de intercooler 
niet aan, aangezien deze heet kunnen 
zijn.
Accu
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 609  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 611 of 750

6107-3. Zelf uit te voeren onderhoud
COROLLA_TMUK_EE
■Voorzorgsmaatregelen voor het opla-
den van de accu
Tijdens het opladen van de accu ontstaat het 
licht ontvlambare en explosieve waterstof. 
Houd u daarom voor het opladen aan de vol-
gende voorzorgsmaatregelen:
●Als de accu in de auto is gemonteerd, 
moet voorafgaand aan het opladen de 
massakabel worden losgenomen.
●Controleer of de acculader tijdens het aan-
sluiten en losnemen van de accuklemmen 
is uitgeschakeld.
■Na het opladen/aansluiten van de accu 
(auto's met Smart entry-systeem en 
startknop)
●Nadat de accu losgenomen is geweest, is 
het wellicht niet meteen mogelijk om de 
portieren met het Smart entry-systeem met 
startknop te ontgrendelen. Gebruik in dat 
geval de afstandsbediening of de mechani-
sche sleutel om de portieren te vergrende-
len of ontgrendelen.
●Start de auto met het contact in stand 
ACC. De auto kan mogelijk niet worden 
gestart als het contact UIT staat. De motor 
werkt vanaf de tweede poging echter nor-
maal.
●De stand van het contact wordt door de 
auto opgeslagen. Als de accu weer wordt 
aangesloten, keert het contact terug naar 
de stand die was geselecteerd voordat de 
accu werd losgenomen. Controleer of het 
contact UIT is gezet voordat u de accu 
losneemt. Wees extra voorzichtig als niet 
bekend is wat de stand van het contact 
was voordat de accu leeg raakte.
Neem, als het systeem na meerdere pogin-
gen nog niet start, contact op met een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Chemicaliën in de accu
Accuzuur is giftig en bijtend en kan het 
ontstaan van het licht ontvlambare en 
explosieve waterstof veroorzaken. Neem 
bij werkzaamheden bij of aan de accu de 
volgende voorzorgsmaatregelen in acht 
om ernstig letsel te voorkomen:
●Veroorzaak geen vonken met gereed-
schap.
●Rook nooit en steek nooit een lucifer of 
een aansteker aan bij de accu.
●Voorkom dat ogen, huid of kleren in 
contact komen met de elektrolyt.
●Adem of slik nooit elektrolyt in.
●Gebruik een veiligheidsbril als u bij de 
accu bezig bent.
●Houd kinderen uit de buurt van de accu.
■Een veilige plaats voor het opladen 
van de accu
Laad de accu altijd op in een open ruimte. 
Laad de accu niet op in een garage of in 
een afgesloten ruimte waar onvoldoende 
ventilatie is.
■Noodmaatregelen met betrekking tot 
elektrolyt
●Als er elektrolyt in uw ogen terechtkomt
Spoel de ogen minstens 15 minuten met 
water en schakel direct medische hulp 
in. Blijf zo mogelijk water met een spons 
of doek op de ogen deppen, terwijl u 
naar een arts of het ziekenhuis gaat.
●Als er elektrolyt op uw huid terechtkomt
Was de huid zorgvuldig met veel water. 
Als het pijn doet of brandt, roept u 
meteen medische hulp in.
●Als er elektrolyt op uw kleding terecht-
komt
De elektrolyt kan via de kleding op uw 
huid terechtkomen. Trek onmiddellijk de 
kleding uit en volg, indien nodig, de pro-
cedure zoals hierboven beschreven.
●Als u per ongeluk elek trolyt binnenkrijgt
Drink zo veel mogelijk water of melk. 
Schakel zo snel m ogelijk medische hulp 
in.
■Accukabels van de accu losnemen
Neem de negatieve (-) accupool niet los 
van de carrosseriezijde. De losgenomen 
negatieve (-) accupool kan in contact 
komen met de positieve (+) accupool, 
waardoor ernstig letsel  als gevolg van een 
kortsluiting kan ontstaan.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 610  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 612 of 750

611
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
COROLLA_TMUK_EE 
Auto's met een meter voor het rui-
tensproeiervloeistofniveau
Het ruitensproeiervloeistofniveau is 
extreem laag.
Neem de dop van de opening, terwijl u 
het gat in het midden van de dop met 
uw vinger dichthoudt, en controleer het 
vloeistofpeil in de slang.
Auto's zonder een meter voor het 
ruitensproeiervloeistofniveau
Vul in de volgende situaties ruiten-
sproeiervloeistof bij:
 Een sproeier werkt niet.
 Er verschijnt een waarschuwings-
melding op het multi-informatiedis-
play.OPMERKING
■Bij het opladen van de accu
Probeer de accu nooit op te laden bij 
draaiende motor. Controleer ook of alle 
accessoires zijn uitgeschakeld.
Bijvullen van 
ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de 
motor draait of nog niet is afgekoeld. Rui-
tensproeiervloeistof bevat alcohol en kan 
vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete 
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met rui-
tensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in 
plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw 
auto worden aangetast en de pomp 
beschadigd raken, waardoor er geen rui-
tensproeiervloeistof meer kan worden 
gesproeid.
■Verdunnen van ruitensproeiervloei-
stof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig 
met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruiten-
sproeiervloeistoffles aangegeven tempe-
raturen voor de juiste mengverhouding.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 611  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 613 of 750

6127-3. Zelf uit te voeren onderhoud
COROLLA_TMUK_EE
Controleer of de slijtage-indicatoren op 
de banden te zien zijn. Controleer de 
banden tevens op ongelijkmatige slij-
tage, zoals overmatige slijtage aan een 
zijde van het loopvlak.
Controleer de staat en de bandenspan-
ning van het reservewiel ook als het 
niet gebruikt wordt. Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt 
aangegeven met de tekst TWI of de indicatie   op de wang van de band.
Vervang de band als de slijtage-indicatoren 
te zien zijn.
■Wanneer moeten banden worden ver-
vangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een 
band.
●De banden beschadigingen vertonen, 
zoals insnijdingen, scheuren of barsten die 
zo diep zijn dat het binnenmateriaal zicht-
baar wordt en bulten die duiden op een 
interne beschadiging
●Een band vaak leegloopt of niet goed kan 
worden gerepareerd vanwege de grootte 
of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige als u er niet zeker van 
bent.
■Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten 
altijd door gekwalificeerd werkplaatsperso-
neel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of 
nauwelijks met de banden is gereden en de 
banden niet beschadigd lijken te zijn.
■Als de profieldiepte van winterbanden 
minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de 
winterbanden verloren.
■Controle van de ventielen
Controleer bij het vervangen van de banden 
de ventielen op vervorming, scheuren of 
andere beschadigingen.
Banden
Vervang of verwissel banden 
afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
WAARSCHUWING
■Bij het controleren of vervangen van 
de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaat-
regelen om ongevallen te voorkomen.
Het niet in acht nemen van deze voor-
zorgsmaatregelen, kan schade aan de 
aandrijflijn veroorzaken en gevaarlijke rij-
eigenschappen tot gevolg hebben, waar-
door een ongeval met ernstig letsel kan 
ontstaan.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 612  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 614 of 750

613
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
COROLLA_TMUK_EE
Wissel de banden zoals aangegeven in 
de afbeelding.
Vo o r
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer 
elke 10.000 km van plaats te wisselen om 
een gelijkmatig slijtagepatroon en een lan-
gere levensduur van de banden te verkrij-
gen.
Vergeet bij het wisselen van voor- en achter-
banden met een verschillende bandenspan-
ning niet om na het wisselen het 
bandenspanningswaarschuwingssysteem te 
initialiseren.
Wissel de banden zoals aangegeven in 
de afbeelding.
WAARSCHUWING
●Gebruik geen banden van verschil-
lende merken, types of profielen.
Gebruik ook geen banden met duidelijk 
verschillende slijtagepatronen door 
elkaar.
●Gebruik uitsluitend de door Toyota voor-
geschreven bandenmaat.
●Gebruik geen verschillende soorten 
banden (radiaalbanden, gordelbanden 
met diagonaalkarkas en diagonaalban-
den) door elkaar.
●Gebruik geen zomer-, all-season- en 
winterbanden door elkaar.
●Gebruik nooit banden onder uw auto die 
zijn gebruikt onder een andere auto.
Door het gebruik van banden waarvan 
het verleden onbekend is, loopt u extra 
risico.
●Auto's met een compact reservewiel: 
Rijd niet met een aanhangwagen als 
een compact reservewiel is gemon-
teerd.
OPMERKING
■Als tijdens het rijden in elke band een 
te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te 
laag is, anders kunnen de banden en/of 
velgen ernstig beschadigd raken.
■Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig  bij het rijden over 
onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben moge-
lijk een verlaging van de bandenspanning 
tot gevolg, waardoor de verende werking 
van de banden vermindert. Bovendien 
kunnen de banden zelf en de velgen en 
carrosserie beschadigd raken bij het rijden 
over onverharde wegen.
Wisselen van banden 
(auto's met bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
Wisselen van banden 
(auto's zonder 
bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 613  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 615 of 750

6147-3. Zelf uit te voeren onderhoud
COROLLA_TMUK_EE 
Auto's zonder een volwaardig reser-
vewiel
Vo o r
Auto's met een volwaardig reserve-
wielVo o r
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer 
elke 10.000 km van plaats te wisselen om 
een gelijkmatig slijtagepatroon en een lan-
gere levensduur van de banden te verkrij-
gen.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschuwingssysteem dat 
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage 
bandenspanning te signaleren voordat 
deze tot problemen leidt. Als de bandenspanning onder een 
bepaalde waarde komt, wordt de 
bestuurder door middel van een waar-
schuwingslampje gewaarschuwd. 
(→Blz. 657)
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de 
bandenspanning niet. Controleer daarom ook 
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet 
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt 
het bandenspanningsw aarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn  gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de 
OE-specificaties (O riginal Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet de voorgeschreven maat 
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu- nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating  die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs,  vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger  is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspannings- sensoren en -zenders worden gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden- spanningssensoren en -zenders niet is 
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast,  elektriciteitscentrale,  tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of 
elektromagnetische velden aanwezig zijn.
• Als u een draagbare radio, mobiele tele- foon, draadloze telefoon of een ander 
draadloos communicatiemiddel bij u 
draagt.
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem 
(indien aanwezig)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 614  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 616 of 750
615
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
COROLLA_TMUK_EE
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het 
langer duren voordat de waarschuwing 
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt, 
zoals bij een klapband, dan verschijnt de 
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden- spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de rijomstandigheden. Daarom laat 
het systeem mogelijk zelfs een waarschu-
wing zien wanneer de bandenspanning niet 
laag genoeg is of wanneer de druk hoger is 
dan de druk die was ingesteld tijdens het ini-
tialiseren van het systeem.
■Verklaring bandenspanningswaarschuwingssysteem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 615  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM