Page 369 of 750

3684-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE Wanneer het display voor rijden met de volg-
regeling wordt weergegeven en de voorlig-
ger in beweging is, beweegt uw auto zich 
mogelijk op dezelfde wijze. Houd uw omge-
ving altijd goed in de gaten te houden en 
bedien indien nodig het stuurwiel om de rij-
richting van de auto te corrigeren en de vei-
ligheid te garanderen.
■Voorwaarden voor werking van de func-
ties
●Lane Departure Alert-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of  hoger.
*1
• Het systeem herkent witte (gele) rijstrook-markeringen of een rijbaan*2. (Wanneer 
slechts aan één zijde een witte [gele] mar-
kering of een rijbaan
*2 wordt herkend, 
werkt het systeem uitsluitend voor de her-
kende zijde.)
• De breedte van de rijstrook is ten minste  ongeveer 3 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet 
bediend.
(Auto's met BSM: Behalve wanneer een 
ander voertuig zich op de rijstrook bevindt 
aan de zijde van de bediende richtingaanwij-
zer)
• Er wordt niet gereden in een scherpe  bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 370)
*1: De functie werkt zelfs als de rijsnelheid 
lager is dan ongeveer 50 km/h terwijl de 
Lane Centering-functie in werking is.
*2: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
●Stuurassistentiefunctie
Deze functie werkt wanneer niet alleen aan 
alle werkingsvoorwaarden voor de Lane 
Departure Alert-functie wordt voldaan, maar 
ook aan alle onderstaande voorwaarden.
• De instelling voor “Steering Assist” 
(stuurassistentie) in   van het 
multi-informatiedisplay is ON (aan). 
(→ Blz. 719) • Er wordt niet in een vastgestelde mate of 
sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een  stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS  werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
• De waarschuwing handen van het stuur- wiel wordt niet weergegeven. ( →Blz. 369)
●Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• De instelling voor “Sway Warning” (waar-
schuwing voor slingeren) in   van het 
multi-informatiedisplay is ON (aan). 
(→ Blz. 719)
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of  hoger.
• De breedte van de rijstrook is ten minste  ongeveer 3 m.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 370)
●Lane Centering-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De instelling voor “Steering Assist”  (stuurassistentie) en “Lane Centre” (mid-
den rijstrook) in   van het multi-informa-
tiedisplay is ON (aan). ( →Blz. 719)
• Deze functie herkent wi tte (gele) rijstrook-
markeringen of de positie van een voorlig-
ger (behalve bij kleine voorliggers, zoals 
een motorfiets).
• De Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik werkt in de afstands-
regelmodus.
• De breedte van de rijstrook is ongeveer 3 -  4 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet 
bediend.
• Er wordt niet gereden in een scherpe  bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( →Blz. 370)
• Er wordt niet in een vastgestelde mate of  sneller geaccelereerd of gedecelereerd.
• Het stuurwiel wordt niet bediend met een  stuurkracht die geschikt is voor het veran-
deren van rijstrook.
• Het ABS, de VSC, de TRC en het PCS  werken niet.
• De TRC of VSC is niet uitgeschakeld.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 368  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 370 of 750

369
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE • De waarschuwing handen van het stuur-
wiel wordt niet weergegeven. ( →Blz. 369)
• De auto rijdt in het midden van een rij- strook.
• Stuurassistentiefunctie  is niet in werking.
■Tijdelijk uitschakelen van functies
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den wordt voldaan, wordt een functie 
mogelijk tijdelijk uitgeschakeld. Als  echter 
weer aan de werkingsvoorwaarden wordt 
voldaan, wordt de werking van de functie 
automatisch hervat. ( →Blz. 368)
●Als niet langer aan de werkingsvoorwaar-
den ( →Blz. 368) wordt voldaan terwijl de 
Lane Centering-functie in werking is, klinkt 
er mogelijk een zoemer om aan te geven 
dat de functie tijdel ijk is uitgeschakeld.
■Stuurassistentiefunctie/Lane Cente-
ring-functie
●Afhankelijk van de rijs nelheid, de situatie 
rondom het verlaten van de rijstrook, de 
wegomstandigheden, enz. merkt de 
bestuurder mogelijk niet dat de functie in 
werking is of werkt de functie mogelijk 
helemaal niet.
●De bediening van het stuurwiel door de 
bestuurder krijgt prioriteit t.o.v. de stuurre-
geling van de functie.
●Probeer niet zelf de werking van de 
stuurassistentiefunctie te testen.
■Lane Departure Alert-functie
●De waarschuwingszoemer is mogelijk 
slecht te horen door geluiden van buiten, 
afspelen van muziek, enz.
●Als de rand van de rijbaan* niet duidelijk of 
niet recht is, werkt de Lane Departure 
Alert-functie mogelijk niet.
●Auto's met BSM: Het systeem kan mogelijk 
niet vaststellen of er een gevaar bestaat 
voor een aanrijding met een voertuig op 
een aangrenzende rijstrook.
●Probeer niet zelf de werking van de Lane 
Departure Alert-functie te testen.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de 
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Waarschuwing handen van het stuur-
wiel
In de volgende situaties wordt op het 
multi-informatiedisplay een waarschuwings-
melding weergegeven om de bestuurder aan 
te sporen het stuurwiel vast te houden. 
Tevens wordt het in de afbeelding weergege-
ven symbool op het multi-informatiedisplay 
weergegeven. De waarschuwing stopt wan-
neer het systeem signaleert dat de bestuur-
der het stuurwiel vasthoudt. Houd uw handen 
altijd aan het stuurwiel wanneer u dit systeem 
gebruikt, ongeacht eventuele waarschuwin-
gen.
●Wanneer het systeem signaleert dat de 
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te 
houden terwijl het systeem in werking is
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden, klinkt de zoemer, wordt de 
bestuurder gewaarschuwd en wordt de func-
tie tijdelijk uitgesc hakeld. Deze waarschu-
wing werkt op dezelfde wijze als de 
bestuurder het stuurwiel licht blijft vasthou-
den.
●Wanneer bij een bocht het systeem vast-
stelt dat de auto niet de bocht in wordt 
gestuurd maar in plaats daarvan de rij-
strook dreigt te verlaten
Afhankelijk van de voertuigconditie en de 
conditie van de weg, wordt er mogelijk geen 
waarschuwing gegeven. Bovendien wordt, 
als het systeem signaleert dat de auto in een 
bocht rijdt, de bestuurder eerder gewaar-
schuwd dan bij het rijden op een rechte weg.
●Wanneer het systeem signaleert dat de 
bestuurder rijdt zonder het stuurwiel vast te 
houden terwijl de stuurassistentie in wer-
king is.
Als de bestuurder zijn handen van het stuur-
wiel blijft houden en de stuurwielassistentie in 
werking is, klinkt de zoemer en wordt de 
bestuurder gewaarschuwd. Elke keer dat de 
zoemer klinkt, houdt he t geluid hiervan langer 
aan.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 369  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 371 of 750

3704-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
■Waarschuwingsfunctie slingeren auto
Als het systeem oordeelt dat de auto slingert 
terwijl de waarschuwingsf unctie voor het slin-
geren van de auto in werking is, klinkt er een 
zoemer en wordt er een waarschuwingsmel-
ding weergegeven om de bestuurder aan te 
sporen rust te nemen. Tegelijkertijd wordt het 
in de afbeelding weergegeven symbool op 
het multi-informatiedisplay weergegeven.
Afhankelijk van de auto en de conditie van de 
weg, wordt er mogelijk geen waarschuwing 
gegeven.
■Waarschuwingsmelding
Als de volgende waarschuwingsmelding 
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje LTA oranje 
brandt, volg dan de desbetreffende storing-
zoekprocedure. Volg de instructies die op het 
scherm worden weergegeven als er een 
andere waarschuwingsmelding wordt weer-
gegeven.
●“LTA Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring in LTA. Ga naar uw dealer)
Het systeem werkt mogelijk niet goed. Laat 
de auto nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
●“LTA Unavailable” (LTA niet beschikbaar)
Het systeem is tijdelijk uitgeschakeld als 
gevolg van een storing in een andere sensor 
dan de camera voor. Schakel het LTA-sys-
teem uit, wacht een poosje en schakel het 
LTA-systeem weer in.
●“LTA Unavailable at Current Speed” (LTA 
niet beschikbaar bij huidige snelheid)
De functie kan niet worden gebruikt als de rij-
snelheid hoger is dan het werkingsbereik van 
het LTA-systeem. Rijd langzamer.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Er kunnen instellingen van de functie worden 
gewijzigd. ( →Blz. 719)
*: Indien aanwezig
LDA (Lane Depar ture Alert 
met stuurregeling)*
Als wordt gereden op autowegen 
en snelwegen met witte (gele) rij-
strookmarkeringen, waarschuwt 
deze functie de bestuurder als de 
auto de rijstrook of rijbaan
* dreigt 
te verlaten en helpt hij om de auto 
op de rijstrook of rijbaan
* te hou-
den door het stuurwiel te bedie-
nen.
Het LDA-systeem herkent witte 
(gele) rijstrookmarkeringen of de 
rijbaan
* met behulp van de camera 
voor. Het detecteert ook voorlig-
gers met behulp van de camera 
voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van  de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 370  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 372 of 750

371
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
WAARSCHUWING
■Voordat u het LDA-systeem gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het 
LDA-systeem. Het LDA-systeem is 
geen systeem dat de auto automatisch 
bestuurt of de hoeveelheid aandacht die 
moet worden besteed aan het gebied 
vóór de auto beperkt. De bestuurder 
dient altijd volledige verantwoordelijk-
heid te nemen voor een veilig rijgedrag 
door de omgeving steeds goed in de 
gaten te houden en het stuurwiel te 
bedienen om de rijrichting van de auto 
te corrigeren. De bestuurder moet ook 
zorgen voor voldoende pauzes als hij 
moe is, bijvoorbeeld als hij langere tijd 
heeft gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en niet 
goed oplet, kunt u een ongeval veroor-
zaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
●Als u het LDA-systeem niet gebruikt, zet 
het systeem dan uit met de toets LDA.
■Situaties die niet geschikt zijn voor 
gebruik van het LDA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets 
LDA om het systeem uit te schakelen. Als 
u dat wel doet, kan dat leiden tot een 
ongeval, met ernstig letsel tot gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat 
glad is door regenachtig weer, sneeuw-
val, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw 
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien 
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er is/zijn een reserv ewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of als 
de bandenspanning te laag is.
●Als er een andere maat banden dan 
voorgeschreven is gemonteerd
●Er wordt gereden op andere wegen dan 
autowegen en snelwegen.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of 
tijdens het slepen in een noodgeval
■Voorkomen van storingen in het 
LDA-systeem en onbedoeld uitge-
voerde handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het 
lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan. Als onderdelen van 
de wielophanging moeten worden ver-
vangen, neem dan contact op met een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen op 
de motorkap of de grille. Monteer ook 
geen accessoires aan de voorzijde van 
de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet wor-
den, neem dan contact op met een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
■Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto 
zijn rijstrook zou kunnen verlaten. Houd 
om veilig te rijden de omgeving steeds 
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om 
de rijrichting van de auto te corrigeren en 
vertrouw niet uitsluitend op de werking van 
het systeem.
●Er wordt gereden in een scherpe bocht.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 371  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 373 of 750

3724-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
WAARSCHUWING
●Er bevinden zich naast de weg objecten 
die onterecht kunnen worden aangezien 
voor witte (gele) lij nen (vangrails, reflec-
terende palen, enz.).
●Er wordt met de auto gereden op een 
plaats waar de weg zich splitst, wegen 
samenkomen, enz.
●Vanwege wegwerkzaamheden bevin-
den zich asfaltreparatiemarkeringen, 
witte (gele) lijnen enz. op de weg.
●Er zijn schaduwen op de weg die paral-
lel lopen aan de witte (gele) lijnen of 
deze bedekken.
●Er wordt met de auto gereden in een 
gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals 
voor een tolboom of kaartautomaat of 
op een kruising.
●De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of 
er zijn verhoogde rijstrookmarkeringen 
of stenen aanwezig.
●De witte (gele) lijnen zijn niet of moeilijk 
te zien door zand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een 
wegdek dat nat is door regen, plassen, 
enz.
●De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze 
mogelijk moeilijker te herkennen zijn 
dan witte lijnen).
●De witte (gele) lijnen lopen over een 
stoeprand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een 
helder oppervlak, zoals beton.
●Als de rand van de weg niet duidelijk of 
niet recht is.
●Er wordt met de auto gereden op een 
oppervlak dat helder is als gevolg van 
gereflecteerd licht, enz.
●Er wordt met de auto gereden in een 
gebied waar de helderheid plotseling 
verandert, zoals bij in- en uitgangen van 
tunnels.
●Licht van de koplampen van een tegen-
ligger, de zon, enz. dringt de camera 
binnen.
●Er wordt gereden op een helling.
●Er wordt gereden op een weg die naar 
links of rechts helt of op een bochtige 
weg.
●Er wordt gereden op een onverharde of 
ongelijkmatige weg.
●De rijstrook is zeer smal of breed.
●De auto helt sterk over door het vervoe-
ren van zware bagage of door een 
onjuiste bandenspanning.
●De afstand tot de voorligger is extreem 
kort.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 372  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 374 of 750

373
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
■Lane Departur
e Alert-functie
Wanneer het systeem vaststelt dat de 
auto de rijstrook of de rijbaan* dreigt te 
verlaten, wordt er een waarschuwing 
weergegeven op het multi-informatie-
display en klinkt er een waarschuwings-
zoemer om de bestuurder te 
waarschuwen.
Wanneer de waarschuwingszoemer klinkt, 
controleer dan het gebied rondom uw auto 
en stuur de auto voorzichtig terug naar het 
midden van de rijstrook.
Auto met BSM: Wanneer het systeem vast-
stelt dat de auto de rijstrook dreigt te verla-
ten en dat de kans op een aanrijding met 
een inhalende auto in de naastgelegen rij-
strook groot is, treedt de Lane Departure 
Alert in werking, zelfs wanneer de richting-
aanwijzers zijn ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de  weg, zoals gras, grond of een stoeprand
WAARSCHUWING
●De auto beweegt vaak op en neer ten 
gevolge van de wegomstandigheden tij-
dens het rijden (slechte wegen of naden 
in het wegdek).
●Wanneer u met uitgeschakelde koplam-
pen in een tunnel of in het donker rijdt of 
wanneer een koplamp gedimd wordt 
doordat het lampglas vuil of niet goed 
uitgelijnd is.
●De auto heeft last van zijwind.
●De auto is net van rijstrook gewisseld of 
een kruising overgestoken.
●Er worden banden gebruikt met ver-
schillende structuren of profielen of van 
verschillende fabrikanten of merken.
●Er zijn winterbanden, enz. gemonteerd.
Functies die zijn opgenomen in 
het LDA-systeem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 373  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 375 of 750

3744-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
■Stuurassistentiefunctie
Wanneer het systeem vaststelt dat de 
auto de rijstrook of de rijbaan
* dreigt te 
verlaten, helpt het  systeem voor zover 
nodig om de auto in de rijstrook te hou-
den door kortstondig  het stuurwiel licht 
te bedienen.
Als het systeem signaleert dat het stuurwiel 
een bepaalde periode niet bediend is of dat 
het stuurwiel niet stevig wordt vastgehou-
den, wordt een waarschuwing weergegeven 
op het multi-informatiedisplay en wordt de 
functie tijdelijk uitgeschakeld.
Auto met BSM: Wanneer het systeem vast-
stelt dat de auto de rijstrook dreigt te verla-
ten en dat de kans op een aanrijding met 
een inhalende auto in de naastgelegen rij-
strook groot is, treedt de stuurassistentie-
functie in werking, zelfs wanneer de 
richtingaanwijzers zijn ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de  weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Waarschuwingsfunctie slingeren 
auto
Wanneer de auto in een rijstrook slin-
gert, klinkt er een zoemer en wordt er 
een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay om de bestuur-
der te waarschuwen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 374  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 376 of 750

375
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
Druk op de toets LDA om het LDA-sys-
teem in te schakelen.
Het controlelampje LDA gaat branden en er 
wordt een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets LDA om het 
LDA-systeem uit te schakelen.
Als het LDA-systeem wordt in- of uitgescha-
keld, blijft de status van het LDA-systeem de 
volgende keer dat de motor wordt gestart 
ongewijzigd.
Controlelampje LDA
Aan de hand van de verlichtingsstatus van 
de indicator wordt de bestuurder geïnfor-
meerd over de bedrijfsstatus van het sys-
teem.
Brandt wit: LDA-systeem is in werking. Brandt groen: Stuurassistentie van de 
stuurassistentiefunctie is in werking.
Knippert oranje: Lane Departure Alert-func-
tie is in werking.
Display werking van ondersteuning 
stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het 
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de 
stuurassistentiefunctie in werking is.
Display Lane Departure Alert-func-
tie
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het 
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Binnenzijde van de weergegeven lij-
nen is wit
Dit geeft aan dat het systeem witte 
(gele) lijnen of een rijbaan
* herkent. Als 
de auto de rijstrook verlaat, knippert de 
witte lijn die wordt weergegeven aan de 
zijde waar de auto de strook verlaat 
oranje.
Inschakelen van het 
LDA-systeem
Meldingen op het 
multi-informatiedisplay
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 375  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM