Page 217 of 750

2163-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
COROLLA_TMUK_EE
OPMERKING
●Bevestig nooit stickers, kunststoffolie, 
zelfklevende voorwerpen, enz. aan de 
spindelstang.
●Raak de pen nooit aan met handschoe-
nen of andere stoffen voorwerpen.
●Bevestig geen zware accessoires aan 
de achterklep. Neem contact op met 
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige alvorens accessoires te 
bevestigen.
●Plaats uw handen nooit op de spindel 
en oefen er nooit zijdelingse krachten 
op uit.
■Voorkomen van beschadiging van de 
elektrisch bedienbare achterklep
●Controleer of er geen ijs zit tussen de 
achterklep en de sponning, waardoor de 
achterklep niet bediend kan worden. 
Wanneer er zich te veel gewicht op de 
achterklep bevindt, kunnen bij het 
bedienen van de elektrisch bedienbare 
achterklep storingen optreden.
●Oefen geen grote kracht uit op de ach-
terklep terwijl de elektrisch bedienbare 
achterklep in werking is.
●Voorkom dat de sensoren (aan de rech-
ter- en linkerzijde van de elektrisch 
bedienbare achterklep) beschadigd 
raken door scherpe voorwerpen. Wan-
neer een sensor is losgenomen, kan de 
elektrisch bedienbare achterklep niet 
automatisch worden gesloten.
■Functie sluiten en vergrendelen
Bij het sluiten van de elektrisch bedien-
bare achterklep met de functie sluiten en 
vergrendelen klinkt er een andere zoemer 
dan normaal voordat de elektrisch bedien-
bare achterklep begint te sluiten.
Als u een andere zoemer dan normaal 
hoort, weet u zeker dat het sluiten van de 
achterklep correct is begonnen.
Wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep volledig is gesloten, wordt bovendien 
met feedbacksignalen aangegeven dat 
alle portieren zijn vergrendeld.
Controleer voordat u de auto achterlaat of 
de feedbacksignalen hebben geklonken 
en dat alle portieren zijn vergrendeld.
■Voorzorgsmaatregelen bij het 
gebruik van de sensor regeling voet-
bediening
De sensor regeling voetbediening bevindt 
zich achter aan de onderzijde van het mid-
den van de achterbumper. Neem de vol-
gende voorzorgsmaatregelen in acht om 
ervoor te zorgen dat de elektrisch bedien-
bare achterklep goed werkt:
●Houd de onderzijde van het midden van 
de achterbumper te allen tijde schoon.
Als de onderzijde van het midden van de 
achterbumper vuil is of bedekt is met 
sneeuw, werkt de sensor regeling voetbe-
diening mogelijk niet. Verwijder in dat 
geval het vuil of de sneeuw, verplaats de 
auto en controleer vervolgens of de sensor 
regeling voetbediening werkt.
Laat de auto nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige als de sensor 
niet werkt.
●Breng geen coatings die een vochtaan-
trekkend effect hebben of andere coa-
tings aan op de onderzijde van het 
midden van de achterbumper.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 216  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 218 of 750

217
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
COROLLA_TMUK_EE
De geopende positie van de elektrisch 
bedienbare achterklep kan worden 
aangepast.
1
Stop de beweging van de achter-
klep in de gewenste positie. 
(→Blz. 210)
2 Houd de schakelaar van de elek-
trisch bedienbare achterklep op de 
achterklep gedurende 2 seconden 
ingedrukt.
• Als de positie is ingesteld, klinkt de  zoemer 4 maal.
• De volgende keer dat de elektrisch  bedienbare achterklep wordt 
geopend, stopt hij in de ingestelde 
positie.
OPMERKING
●Parkeer de auto niet in de buurt van 
objecten die kunnen bewegen en in 
contact kunnen komen met de onder-
zijde van het midden van de achterbum-
per, zoals planten.
Als de auto enige tijd geparkeerd is in de 
buurt van objecten die kunnen bewegen 
en in contact kunnen komen met de onder-
zijde van het midden van de achterbum-
per, zoals planten, werkt de sensor 
regeling voetbediening mogelijk niet. Ver-
plaats in dat geval de auto en controleer 
vervolgens of de sensor regeling voetbe-
diening werkt. Laat de auto nakijken door 
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige 
als de sensor niet werkt.
●Stel de sensor regeling voetbediening 
en zijn omgeving niet bloot aan krach-
tige schokken.
Als de sensor regeling voetbediening of 
zijn omgeving blootgesteld zijn aan krach-
tige schokken, werk t de sensor regeling 
voetbediening mogelijk niet goed meer. 
Laat de auto nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige als de sensor 
regeling voetbediening in de volgende 
situaties niet werkt.
• De sensor regeling voetbediening of zijn  omgeving zijn blootgesteld aan krach-
tige schokken.
• Er zitten krassen of beschadigingen op  de onderzijde van het midden van de 
achterbumper.
●Demonteer de achterbumper niet.
●Breng geen stickers aan op de achter-
bumper.
●Breng geen lak aan op de achterbum-
per.
●Deactiveer de sensor regeling voetbe-
diening als er op de elektrisch bedien-
bare achterklep een zwaar onderdeel 
gemonteerd is.
Aanpassing van de geopende 
positie van de achterklep 
(auto's met een elektrisch 
bedienbare achterklep)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 217  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 219 of 750

2183-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
COROLLA_TMUK_EE
■Terugzetten van de geopende positie 
van de achterklep in de standaardposi-
tie
Houd de schakelaar van de elektrisch 
bedienbare achterklep op de achterklep 
gedurende 7 seconden ingedrukt.
De zoemer klinkt 4 keer en klinkt na een 
pauze nog 2 keer. De volgende keer dat de 
elektrisch bedienbare achterklep wordt 
geopend, stopt hij in de standaardpositie.
■Wanneer de geopende positie van de 
achterklep wordt ingesteld via het 
multi-informatiedisplay
De geopende positie van de elektrisch 
bedienbare achterklep kan worden aange-
past in het multi-informatiedisplay. 
( → Blz. 719)
Bij het openen gaat de elektrisch bedienbare 
achterklep open tot de laatste positie die met 
de schakelaar   op de achterklep of op 
het multi-informatiedisplay is ingesteld.
*: Indien aanwezig
■Plaats van antenne (hatchback)
Antennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
Antenne buiten de bagageruimte
Smart entr y-systeem met 
startknop*
De volgende handelingen kunnen 
worden uitgevoerd als u de elek-
tronische sleutel bij u hebt, bij-
voorbeeld in uw zak. De 
bestuurder moet de elektronische 
sleutel altijd bij zich hebben.
 Vergrendelen en ontgrendelen 
van de portieren ( →Blz. 201)
 Vergrendelen en ontgrendelen 
van de achterklep ( →Blz. 207)
 Starten van de motor ( →Blz. 310)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 218  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 220 of 750

219
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
COROLLA_TMUK_EE
■Plaats van antenne (wagon)
Antennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
Antenne buiten de bagageruimte
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd) (hat-
chback)Bij het vergrendelen of ontgrendelen van 
de portieren
Het systeem kan worden bediend als de 
elektronische sleutel zich binnen ongeveer 
0,7 m van een van de portiergrepen van de 
voorportieren of de achterklep bevindt. 
(Alleen de portieren die de sleutel signaleren, 
kunnen worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van de motor of het in een 
andere stand zetten van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd) 
(wagon)
Bij het vergrendelen of ontgrendelen van 
de portieren
Het systeem kan worden bediend als de 
elektronische sleutel zich binnen ongeveer 
0,7 m van een van de portiergrepen van de 
voorportieren of de achterklep bevindt. 
(Alleen de portieren die de sleutel signaleren, 
kunnen worden geopend of gesloten.)
Bij het starten van de motor of het in een 
andere stand zetten van het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleu-
tel zich in de auto bevindt.
■Alarmfuncties en waarschuwingsmel-
dingen
Een combinatie van in en buiten de auto 
hoorbare zoemers en waarschuwingsmel-
dingen op het multi-informatiedisplay zorgen 
ervoor dat diefstal van de auto en ongeluk-
ken door een onjuiste bediening worden 
voorkomen. Neem de juiste maatregelen op 
basis van de weergegeven melding. 
( → Blz. 662)
In onderstaande tabel worden de omstandig-
heden en de correctieprocedures beschreven 
in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt.
●De buiten de auto hoorbare zoemer klinkt 
eenmaal gedurende 5 seconden
SituatieCorrectieproce- dure
Er is geprobeerd de auto 
te vergrendelen terwijl er 
nog een portier geopend 
was.Sluit alle portie-
ren en vergren-
del ze opnieuw.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 219  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 221 of 750

2203-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
COROLLA_TMUK_EE
●De zoemer in het interieur klinkt onafge-
broken
■Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geacti-
veerd om te voorkomen dat de batterij van de 
elektronische sleutel en de accu leeg raken 
wanneer de auto gedurende langere tijd niet 
wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd 
duren voordat de portieren met het Smart 
entry-systeem met startknop ontgrendeld 
kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedu- rende 2 minuten of langer binnen een 
afstand van 3,5 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is  gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
●Als het Smart entry-systeem met startknop 
gedurende 14 dagen of langer niet is 
gebruikt, kunnen de portieren alleen via 
het bestuurdersportier worden ontgren-
deld. Houd in dat geval de greep van het 
bestuurdersportier vast of gebruik de 
afstandsbediening of de mechanische 
sleutel om de portieren te ontgrendelen.
■Energiebesparende functie voor de bat-
terij van de elektronische sleutel
Wanneer de energiebespaarmodus is inge-
schakeld, loopt de batterij veel minder snel 
leeg omdat de ontvangst van radiogolven 
door de elektronische sleutel wordt gestopt.
Druk   twee keer in terwijl u   ingedrukt 
houdt. Ga na of het controlelampje van de 
elektronische sleutel 4 keer knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop kan 
niet worden gebruikt als de energiebespaar-
modus is ingeschakeld. Druk op een van de 
toetsen van de elektronische sleutel om de 
functie te annuleren.
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
Het Smart entry-systeem met startknop 
maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de 
volgende situaties wordt de communicatie 
tussen de elektronische sleutel en de auto 
mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart 
entry-systeem met startknop, de afstandsbe-
diening en de startblokkering niet goed wer-
ken. (Oplossingen: → Blz. 695)
●Wanneer de batterij van de elektronische 
sleutel leeg is
●In de buurt van een televisiezendmast, 
elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of 
elektromagnetische velden aanwezig zijn
●Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander 
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
●Wanneer de elektronische sleutel tegen 
een van de volgende metalen voorwerpen 
wordt gehouden of erdoor wordt bedekt
• Kaarten met aluminiumfolie
• Sigarettenpakjes met aluminiumfolie erin
• Metalen portemonnees of tassen
• Muntgeld
• Metalen handwarmers
• Media zoals CD's en DVD's
●Als er andere sleutels met afstandsbedie-
ning (die radiogolven uitzenden) in de 
buurt gebruikt worden
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt 
samen met de volgende apparaten die 
radiogolven uitzenden
• De elektronische sleutel of een afstands- bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
SituatieCorrectieproce-
dure
Het contact werd in stand 
ACC gezet terwijl het 
bestuurdersportier 
geopend was (of het 
bestuurdersportier werd 
geopend terwijl het contact 
in stand ACC stond).
Zet het contact 
UIT en sluit het 
bestuurderspor-
tier.
Het contact stond UIT ter-
wijl het bestuurdersportier 
geopend was.Sluit het 
bestuurderspor-
tier.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 220  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 222 of 750

221
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
COROLLA_TMUK_EE
●Wanneer de elektronische sleutel in de 
buurt van een batterijlader of elektronische 
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats 
voor betaald parkeren 
staat waar radiogol-
ven worden verzonden
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een 
van de volgende manieren als de portieren 
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden 
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een 
van de voorportiergrepen en activeer de 
instapfunctie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden. 
( → Blz. 696)
Raadpleeg Blz. 696 als de motor niet kan 
worden gestart met het Smart entry-systeem 
met startknop.
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het 
systeem in de volgende gevallen mogelijk 
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te 
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te 
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer, of 
in een portiervak of het dashboardkastje 
als de motor wordt gestart of de stand van 
de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op 
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de 
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten 
de auto bevindt en kunnen de portieren 
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde, 
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisc he sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de 
portieren door een willekeurige persoon 
worden vergrendeld en ontgrendeld. De 
auto kan echter alleen worden ontgrendeld 
via de portieren die  de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk 
gestart worden als de elektronische sleutel 
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid 
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of 
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld. 
(Als de portieren niet worden geopend en 
gesloten, worden deze na ongeveer 30 
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt 
om de portieren te vergrendelen terwijl de 
elektronische sleutel  zich in de nabijheid 
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de 
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen 
draagt, worden de portieren mogelijk niet 
vergrendeld of ontgrendeld.
●Sommige uitvoeringen: Wanneer de ver-
grendelactie is uitgevoerd met de vergren-
delsensor, worden maximaal tweemaal 
achter elkaar identificatiesignalen getoond. 
Vervolgens worden geen identificatiesig-
nalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de 
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en 
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de 
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een  afstand van ten minste 2 meter van de 
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet 
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de  elektronische sleutel in om het Smart 
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 220)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto 
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er 
mogelijk een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay en klinkt er een 
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle 
portieren om het alarm uit te schakelen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 221  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 223 of 750

2223-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
COROLLA_TMUK_EE
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet 
goed wanneer deze in contact komt met 
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze 
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep 
of het bedienen van de handgreep direct 
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de 
ontgrendelsensor van het portier aan en 
controleer of de portieren worden ontgren-
deld voordat u opnieuw aan de portier-
greep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de 
reactietijd voor het ontgrendelen van de 
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met 
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen 
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop 
kan vooraf worden uitgeschakeld. 
( → Blz. 719)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektroni sche sleutel helpt 
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( →Blz. 220)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij 
u hebt als u het systeem bedient. Houd de 
elektronische sleutel niet te dicht bij de auto 
als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie 
waarin de elektronische sleutel wordt 
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem we llicht niet juist 
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk 
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt 
wellicht niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren:  →Blz. 696
●Starten van de motor: → Blz. 696
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast 
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 719)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoon-
lijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de afstandsbediening of de 
mechanische sleutel. ( →Blz. 201, 696)
●Starten van de motor en wijzigen van de 
standen van het contact:  →Blz. 696
●Uitzetten van de motor:  →Blz. 311
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 222  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 224 of 750
223
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
COROLLA_TMUK_EE
■Verklaring voor het Smart entry-systeem met startknop
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 223  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM