Page 457 of 750

4564-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
■Voorwaarden voor het stoppen van de 
werking van de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
De werking van de functie stopt als aan één 
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Het systeem stelt vast dat de aanrijding  voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van 2 tot 4 m van de 
auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken  nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de  auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van 2 tot 4 m van de 
auto in de rijrichting van de auto.
■Opnieuw inschakelen van de Parking 
Support Brake-functie (voor stilstaande 
objecten)
→ Blz. 452
■Detectiebereik van de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
Het detectiebereik van de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objecten) ver-
schilt van dat van de Toyota Parking 
Assist-sensor. ( →Blz. 437) Daardoor wordt 
de Parking Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) mogelijk niet geactiveerd, 
ook al signaleert de Toyota Parking 
Assist-sensor een obstakel en wordt er een 
waarschuwing gegeven.
■Objecten die mogelijk niet door de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) worden gesignaleerd
Het kan voorkomen dat de sensoren 
bepaalde objecten niet signaleren, zoals de 
volgende:
●Voetganger
●Katoen, sneeuw of andere materialen die 
ultrasoongolven slecht weerkaatsen.
●Objecten die niet loodrecht op de grond  staan, objecten die niet in een rechte hoek 
ten opzichte van de rijrichting van de auto 
staan en ongelijkmatige of golvende objec-
ten
●Lage objecten
●Dunne objecten zoals draden, hekken, tou-
wen en palen van verkeersborden
●Objecten die zich extreem dicht bij de 
bumper bevinden
●Zeer hoekige objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel 
uitsteekt in de richting van uw auto
■Situaties waarin de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet werkt
Als de selectiehendel in stand N staat.
■Zoemer Toyota Parking Assist-sensor
Als, ongeacht of de zoemer van de Toyota 
Parking Assist-sensor  is  ingeschakeld of niet 
( → Blz. 434), de Parking Support Brake-func-
tie (voor stilstaande objecten) is ingeschakeld 
( → Blz. 447) en de sensoren voor en achter 
een obstakel signaleren en de remregeling 
wordt uitgevoerd, klinkt de zoemer van het 
Toyota Parking Assist Sensor-systeem om de 
geschatte afstand tot het obstakel aan te 
geven.
■Omstandigheden waaronder de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) mogelijk werkt, zelfs 
als er geen kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de 
onderstaande, werkt de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objecten) 
mogelijk zelfs als er geen kans op een aanrij-
ding is.
●Omgeving van de auto
• Wanneer op een smalle weg wordt gere- den
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 456  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 458 of 750

457
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE • Wanneer op een grindweg of in een omge-
ving met hoog gras wordt gereden
• Wanneer richting een spandoek of vlag,  een laaghangende tak of een slagboom 
(zoals wordt gebruikt bij spoorwegovergan-
gen, tolpoortjes en parkeerplaatsen) wordt 
gereden
• Bij het rijden op een smalle rijbaan  omringd door een constructie, zoals een 
tunnel of een stalen brug
• Bij fileparkeren
• Bij een groef of gat in het wegdek
• Wanneer de auto over een metalen afdek- king (rooster) rijdt, zoals gebruikt boven 
afvoergoten
• Bij het rijden op een steile helling
• Als een sensor wordt geraakt door een  grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg
●Weer
• Als een sensor is bedekt met bijvoorbeeld  ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is 
schoongemaakt, zal het systeem weer nor-
maal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op  een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstandig- heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of 
een zandstorm
• Wanneer het stevig waait
●Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultra- soongolven worden geproduceerd door 
claxons, voertuigdetectiesystemen, motor-
fietsmotoren, luchtremmen van vrachtwa-
gens, sonarsystemen van andere auto's of 
andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onder- deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name 
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in 
de buurt van een van de sensoren is 
geplaatst
●Wijzigingen in de stand van de auto ten 
opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of  omlaag staat door de belading van de auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd  door een aanrijding o.i.d.
• Als er bijvoorbeeld lak of een sticker op  een sensor is aangebracht.
■Situaties waarin de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet goed werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande, 
werkt deze functie mogelijk niet goed.
●Weer
• Wanneer een sensor of de omgeving van  een sensor zeer heet of koud is
• Wanneer het stevig waait
• Als een sensor is  bedekt met bijvoorbeeld 
ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is 
schoongemaakt, zal het systeem weer nor-
maal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op  een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstandig- heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of 
een zandstorm
• Als de sensor bevroren is (zodra de sensor  ontdooit, zal het systeem weer normaal 
werken)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 457  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 459 of 750

4584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
●Omgeving van de auto
• Wanneer zich tussen de auto en een  gesignaleerd obstakel een object bevindt 
dat niet kan worden gesignaleerd
• Als een object zoals een auto, motorfiets,  fiets of voetganger voor de auto langs 
komt of plotseling van opzij opduikt.
• De auto nadert een hoge of gebogen  stoeprand.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige  weg, op een helling, op grind of op gras.
• Als het object zich te dicht bij de sensor  bevindt.
●Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultra- soongolven worden geproduceerd door 
claxons, voertuigdetectiesystemen, motor-
fietsmotoren, luchtremmen van vrachtwa-
gens, sonarsystemen van andere auto's of 
andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onder- deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name 
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in 
de buurt van een van de sensoren is 
geplaatst
●Wijzigingen in de stand van de auto ten 
opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of  omlaag staat door de belading van de auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd  door een aanrijding o.i.d.
• Als er uitrusting die een sensor kan hinde- ren, zoals een bumperbeschermer (een 
extra beschermstrip, enz.), fietsendrager of 
sneeuwploeg, is geplaatst
• Als de wielophanging is gewijzigd of als er  een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
• Als er bijvoorbeeld lak of een sticker op  een sensor is aangebracht.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 458  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 460 of 750

459
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
*: Indien aanwezig
Deze functie treedt in werking in situaties zoals hieronder aangegeven wanneer in 
de rijrichting van de auto een auto wordt gesignaleerd.
■Bij het achteruitrijden nadert een auto en het rempedaal wordt niet of te laat 
ingetrapt
→Blz. 429
Parking Suppor t Brake-functie (voor voer tuigen die 
achterlangs rijden)*
Als een radarsensor achter een auto signaleert die van rechts of links achter 
nadert en het systeem bepaalt dat de kans op een aanrijding groot is, acti-
veert deze functie de remmen om de kans op een aanrijding met de nade-
rende auto te verkleinen.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
Soorten sensorenWAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat de Parking Sup-
port Brake (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
met betrekking tot de radarsensoren opzij 
achter ( →Blz. 429) in acht. Het niet in acht 
nemen van de voorschriften kan er toe lei-
den dat een sensor niet goed werkt, waar-
door een ongeval kan ontstaan.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 459  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 461 of 750

4604-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden)
De functie werkt als het controlelampje PKSB 
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 103, 105) 
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt 
voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
• Voertuigen die de auto van rechts of links  achter de auto naderen met een snelheid 
van minder dan ongeveer 8 km/h
• De selectiehendel staat in stand R.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er  harder dan normaal moet worden geremd 
om een aanrijding met een naderende auto 
te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling motorvermogen is  in werking
• De Parking Support Brake stelt vast dat  een noodstop noodzakelijk is om een aan-
rijding met een naderende auto te voorko-
men.
■Voorwaarden voor het stoppen van de 
werking van de Parking Support 
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden)
De werking van de functie stopt als aan één 
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling motorvermogen • De Parking Support Brake is uitgescha-
keld.
• De aanrijding kan worden voorkomen met  normaal remmen.
• Er nadert niet langer een auto van rechts  of links achter de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken  nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de  auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Er nadert niet langer een auto van rechts  of links achter de auto.
■Detectiegebied van de Parking Support 
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden)
Het detectiegebied van de Parking Support 
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) verschilt van dat van de RCTA 
( → Blz. 443). Daardoor wordt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet geactiveerd, ook 
al signaleert de RCTA een auto en wordt er 
een waarschuwing gegeven.
■Omstandigheden waaronder de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden) een auto 
niet signaleert
De Parking Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs ri jden) is niet ontwor-
pen om de volgende typen voertuigen en/of 
objecten te signaleren.
●Voertuigen die van direct achter de auto 
naderen
●Voertuigen die achteruit inparkeren in een 
parkeerruimte naast uw auto
●Voertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van 
obstakels
●Voertuigen vlak bij uw auto die plotseling 
accelereren of decelereren
WAARSCHUWING
●Wijzig, demonteer of spuit de sensoren 
niet.
●Vervang een radarsensor opzij achter 
uitsluitend door een originele sensor.
●Voorkom dat de radarsensoren opzij 
achter beschadigd raken en houd de 
radarsensoren en hun omgeving op de 
bumper te allen tijde schoon.
●Wanneer het gebied rondom een radar-
sensor opzij achter wordt blootgesteld 
aan een krachtige schok, werkt het sys-
teem mogelijk niet goed meer doordat 
de sensor niet goed meer werkt. Laat de 
auto nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 460  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 462 of 750

461
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
●Vangrails, muren, verkeersborden, gepar-
keerde auto's en vergelijkbare, stilstaande 
objecten
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, 
enz.
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto
●Objecten die zich zeer dicht bij een radar-
sensor bevinden
●Voertuigen die de auto van rechts of links 
achter de auto naderen met een snelheid 
van minder dan ongeveer 8 km/h
●Voertuigen die de auto van rechts of links 
achter de auto naderen met een snelheid 
van meer dan ongeveer 24 km/h
■PKSB-zoemer
Als de Parking Support Brake is ingescha-
keld en de remregeling wordt uitgevoerd, 
klinkt een zoemer om de bestuurder hierop te 
attenderen.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen 
kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de 
onderstaande, werkt de Parking Support 
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) mogelijk zelfs als er geen kans 
op een aanrijding is.
●Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een 
straat en er auto's over die straat rijden
●Wanneer een gesignaleerde naderende 
auto een bocht maakt
●Wanneer een voertuig uw auto van opzij 
passeert
●Wanneer de afstand tussen uw auto en 
metalen objecten, zoals een vangrail, 
muur, verkeersbord of geparkeerde auto, 
die mogelijk elektrisc he golven richting de 
achterzijde van de auto reflecteren, kort is
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals 
de ventilatoren van een airco-unit, in de 
buurt van de auto bevinden
●Als er water op de achterbumper spat of 
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een 
sproeier
■Situaties waarin de Parking Support 
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet goed 
werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande, 
signaleren de radarsensoren een object 
mogelijk niet en werkt deze functie mogelijk 
niet goed
●Stilstaande objecten
●Wanneer een sensor of de omgeving van 
een sensor zeer heet of koud is
●Als de achterbumper is bedekt met bijvoor-
beeld ijs, sneeuw of vuil
●Bij zware regenval of een andere oorzaak 
waardoor er veel water op de auto terecht-
komt
●Als de auto sterk naar één kant helt
●Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.), 
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 461  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 463 of 750

4624-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
●Als de wielophanging is gewijzigd of als er 
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of 
omlaag staat door de belading van de auto
●Als een elektronisch onderdeel zoals een 
kentekenplaat met achtergrondverlichting 
(met name fluorescerende), een mistlamp, 
een spatbordantenne of een draadloze 
antenne in de buurt van een radarsensor is 
geplaatst
●Als de stand van een radarsensor is gewij-
zigd
●Wanneer meerdere auto's naderen met 
slechts weinig ruimte tussen elke auto
●Als er een auto snel van achteren nadert
●Omstandigheden waaronder de radarsen-
sor een voertuig mogelijk niet signaleert
• Wanneer een voertuig van rechts of links  achter de auto nadert terwijl u achteruitrij-
dend een bocht maakt
• Wanneer u achteruitrijdend een bocht  maakt
• Bij het onder een kleine hoek achteruit uit- rijden van een parkeerplaats • Bij het achteruitrijden op een helling met 
een grote verandering in het hellingsper-
centage
• Wanneer een voertuig een bocht maakt in  het detectiegebied
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 462  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 464 of 750

463
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
*: Indien aanwezig
■Overzicht van functies
Het Simple Intelligent Parking 
Assist-systeem bedi ent automatisch 
het stuurwiel voor ondersteuning bij het 
achteruitrijden in een gebied naast een 
beoogde parkeerplaats en bij het weg-
rijden van een parkeerplaats na het file-
parkeren. (De bediening van de 
selectiehendel en het aanpassen van 
de snelheid bij het voor- of achteruitrij-
den worden niet automatisch uitge-
voerd.)
 Het Simple Intelligent Parking 
Assist-systeem parke ert de auto niet 
automatisch.  Het is een systeem dat 
ondersteuning biedt bij het wegrijden 
uit de parkeerplaats na het haaks 
inparkeren of fileparkeren.
 Het Simple Intelligent Parking 
Assist-systeem biedt ondersteuning 
bij de bediening van het stuurwiel 
om de auto in de richting van de 
gewenste parkeerplaats te begelei-
den. De gewenste parkeerplaats kan 
mogelijk niet altijd worden bereikt, 
afhankelijk van de weg- en voertui-
gomstandigheden op het moment 
dat u wilt parkeren en de afstand tot 
de gewenste parkeerplaats.
■Koppeling met PKSB (Parking 
Support Brake-systeem) (indien 
aanwezig)
Als het Simple Intelligent Parking 
Assist-systeem in werking is en het sys-
teem een obstakel signaleert dat een 
aanrijding kan veroorzaken, wordt er 
een noodstop uitgevoerd, ongeacht of 
de PKSB (Parking Support Brake) is in- 
of uitgeschakeld. ( →Blz. 464)S-IPA (Simple Intelligent 
Parking Assist-systeem)*
Simple Intelligent Parking 
Assist-systeem
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het Simple Intelligent 
Parking Assist-systeem
●Controleer bij het acht eruit- of vooruitrij-
den of het gebied achter, voor en 
rondom de auto veilig is en rijd lang-
zaam achteruit of vooruit terwijl u de rij-
snelheid regelt met het rempedaal.
●Als de kans bestaat dat de auto een 
voetganger, een andere auto of een 
ander obstakel zal raken, breng de auto 
dan tot stilstand door het rempedaal in 
te trappen en druk op de S-IPA-schake-
laar ( →Blz. 465) om het systeem uit te 
schakelen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 463  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM