Page 441 of 750

4404-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
■Werking zoemer en afstand tot 
een object
Een zoemer klinkt als de sensoren in 
werking zijn.
 De geluidssignalen volgen elkaar 
sneller op naarmate de auto dichter 
bij het object komt. Als de auto het 
obstakel genaderd is tot ongeveer 
30 cm, klinkt de zoemer continu.
 Als er gelijktijdig 2 of meer objecten 
worden gesignaleerd, klinkt de zoe-
mer voor het dichtstbijzijnde object. 
Als een of meer objecten dichter bij 
de auto komen dan ongeveer 30 cm, 
klinkt er een langdurig piepsignaal, 
gevolgd door elkaar snel opvolgende 
piepsignalen.
 Functie automatisch dempen zoe-
mer: Als, terwijl de zoemer klinkt, de 
afstand tussen de auto en het gesig-
naleerde object niet kleiner wordt, 
wordt de zoemer automatisch 
gedempt. (Als de afstand tussen de 
auto en het object echter 30 cm of 
minder is, werkt de functie niet.)
■Aanpassen van het zoemervo-
lume
Het zoemervolume kan worden aange-
past op het multi-informatiedisplay. Het 
volume van de zoemers voor de Toyota 
Parking Assist-sensor en de RCTA 
(indien aanwezig) wordt gelijktijdig aan-
gepast.
Wijzig de instellingen met behulp van 
de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel. ( →Blz. 118)
1 Druk op   of   om   te 
selecteren.
2 Druk op   of   om   te 
selecteren en houd vervolgens   
ingedrukt. 3
Select]eer het volume en druk ver-
volgens op  .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wij-
zigt het volume tussen 1, 2 en 3.
■Dempen van het geluid van een 
zoemer
Op het multi-info rmatiedisplay wordt 
een toets MUTE weergegeven wanneer 
een object wordt gesignaleerd. Druk op 
 om het geluid van de zoemer te 
dempen. 
Het volume van de zoemers voor de 
Toyota Parking Assist-sensor en de 
RCTA (indien aanwezig) wordt gelijktij-
dig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het dem-
pen automatisch geannuleerd:
 Als de stand van de selectiehendel 
wordt gewijzigd.
 Als de rijsnelheid hoger wordt dan 
een bepaalde snelheid.
 Als de actieve functie tijdelijk wordt 
geannuleerd.
 Als de actieve functie handmatig 
wordt uitgeschakeld.
 Als het contact UIT wordt gezet.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 440  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 442 of 750

441
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
*: Indien aanwezig
Bedieningstoetsen instrumentenpa-
neel
Inschakelen/uitschakelen van de RCTA.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld, 
gaat het controlelampje RCTA OFF bran-
den.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die 
van rechts of links achter nadert, gaan de 
indicatoren in beide buitenspiegels knippe-
ren.
Audiosysteemdisplay 
(indien aanwezig)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die 
van rechts of links achter nadert, wordt het 
RCTA-icoon (→
Blz. 443) voor de desbetref-
fende zijde weergegeven op het audiosys-
teemdisplay. In deze afbeelding wordt een 
voorbeeld getoond van auto's die van zowel 
links als rechts achter naderen.
RCTA-zoemer
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die 
van rechts of links achter nadert, klinkt er 
een zoemer. De zoemer klinkt ook gedu-
rende ongeveer 1 seconde direct nadat de 
RCTA is ingeschakeld.
Gebruik de bedienin gstoetsen van het 
instrumentenpaneel om de RCTA in of 
uit te schakelen. ( →Blz. 118)
1 Druk op   of   om   te 
selecteren.
2 Druk op   of   om RCTA te 
selecteren en druk vervolgens op 
.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld, 
gaat het controlelampje RCTA OFF 
(→ Blz. 105) branden. (Telkens wanneer het 
contact UIT en weer AAN wordt gezet, wordt 
de RCTA automatisch ingeschakeld.)
RCTA (Rear Crossing 
Traffic Aler t)*
De RCTA gebruikt de radarsenso-
ren opzij achter van de BSM in de 
achterbumper. Deze functie is 
bedoeld om de bestuurder te hel-
pen gebieden te controleren die bij 
het achteruitrijden niet goed zicht-
baar zijn.
Systeemonderdelen
Inschakelen/uitschakelen 
van de RCTA
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 441  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 443 of 750

4424-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de 
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk 
boven harde geluiden uit, zoals wanneer het 
volume van het audiosysteem hoog staat.
■Als “RCTA Unavailable” (RCTA niet 
beschikbaar) op het multi-informatie-
display wordt weergegeven
Er zit mogelijk water, sneeuw, modder, enz. 
rond de sensoren in de achterbumper. 
( → Blz. 429) Wanneer het water, de sneeuw, 
de modder, enz. rondom de sensoren in de 
achterbumper wordt verwijderd, moet het 
systeem weer normaal gaan werken.
Ook werkt de functie mogelijk niet normaal bij 
extreem warm of koud weer.
■Radarsensoren opzij achter
→ Blz. 429
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot 
het gebruik van de functie
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor 
een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en 
houd rekening met de omgeving.
De RCTA is slechts een aanvullende func-
tie die de bestuurder waarschuwt wanneer 
er een auto van rechts of links achter de 
auto nadert. Aangezien de RCTA onder 
bepaalde omstandigheden mogelijk niet 
goed werkt, dient de bestuurder altijd zelf 
visueel de veiligheid te controleren. Wan-
neer u te veel op deze functie vertrouwt, 
kan dit leiden tot een ongeval met ernstig 
letsel tot gevolg.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 442  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 444 of 750
443
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
■Werking van de RCTA
De RCTA maakt gebruik van radarsensoren acht er om auto's die van rechts of links 
achter naderen te signaleren en waarschu wt de bestuurder voor de aanwezigheid 
van dergelijke auto's door de indicatoren in de buitenspiegels te laten knipperen en 
een zoemer te laten klinken.
Naderende auto's
Detectiegebieden voor naderende auto's
■Weergave RCTA-icoon
Wanneer een auto wordt gesignaleerd 
die van rechts of links achter nadert, 
wordt het volgende weergegeven op 
het audiosysteemdisplay (indien aan-
wezig).
 Voorbeeld (Toyota Parking Assist 
Monitor) (indien aanwezig): Er nade-
ren auto's van beide kanten
■Detectiegebieden RCTA
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen worden gesigna-
leerd.
 RCTA
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 443  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 445 of 750

4444-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
De zoemer kan de bestuurder waar-
schuwen voor snelle re auto's die van 
verder weg naderen.
Bijvoorbeeld:
■De RCTA werkt wanneer:
De RCTA werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan:
●Het contact staat AAN.
●De RCTA is ingeschakeld.
●De selectiehendel staat in stand R.
●De rijsnelheid is lager dan ongeveer 8 
km/h.
●De rijsnelheid van de naderende auto ligt 
tussen ongeveer 8 km/h en 28 km/h.
■Aanpassen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aangepast op 
het multi-informatiedisplay. Het volume van 
de zoemers voor de Toyota Parking 
Assist-sensor en de RCTA wordt gelijktijdig 
aangepast.
Wijzig de instellingen met behulp van de 
bedieningstoetsen van het instrumentenpa-
neel. ( →Blz. 118)
1 Druk op   of   om   te selecte-
ren.
2 Druk op   of   om RCTA te selecte-
ren en houd vervolgens op   inge-
drukt.
3 Selecteer het volume en druk vervolgens 
op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wijzigt 
het volume tussen 1, 2 en 3.
■Dempen van het geluid van een zoemer
Op het multi-informatiedisplay wordt een 
toets MUTE weergegeven wanneer een 
object wordt gesignaleerd. Druk op   om  het geluid van de zoemer te dempen. 
Het volume van de zoemers voor de Toyota 
Parking Assist-sensor en de RCTA wordt 
gelijktijdig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het dempen 
automatisch geannuleerd:
●Als de stand van de selectiehendel wordt 
gewijzigd.
●Als de rijsnelheid hoger wordt dan een 
bepaalde snelheid.
●Als de actieve functi
e tijdelijk wordt gean-
nuleerd.
●Als de actieve functie handmatig wordt uit-
geschakeld.
●Als het contact UIT wordt gezet.
■Omstandigheden waaronder de RCTA 
een auto niet signaleert
De RCTA is niet ontworpen om de volgende 
typen voertuigen en/of objecten te signale-
ren:
●Voertuigen die van direct achter de auto 
naderen
●Voertuigen die achteruit inparkeren in een 
parkeerruimte naast uw auto
●Voertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van 
obstakels
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde 
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, 
enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt  er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
Snelheid naderende  auto Afstand  waar-
schuwing (bij bena- dering)
28 km/h (snel)20 m
8 km/h (langzaam)5,5 m
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 444  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 446 of 750

445
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
■Omstandigheden waaronder de RCTA 
mogelijk niet goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden sig-
naleert de RCTA auto's mogelijk niet cor-
rect:
• Als een sensor niet goed is uitgelijnd door- dat de sensor of de omgeving ervan is 
blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer een sensor of de omgeving  ervan op de achterbumper is bedekt door 
modder, sneeuw of ijs of wanneer er een 
sticker op is geplakt
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg  van slecht weer, zoals zware regenval, 
sneeuw, of mist
• Wanneer meerdere auto's naderen met  slechts weinig ruimte tussen elke auto
• Als er een auto snel van achteren nadert
• Wanneer een sleepoog op de achterzijde  van de auto is gemonteerd
• Bij het achteruitrijden op een helling met  een grote verandering in het hellingsper-
centage
• Bij het onder een kleine hoek achteruit uit- rijden van een parkeerplaats
• Direct nadat de RCTA is ingeschakeld
• Direct nadat de motor is gestart terwijl de  RCTA is ingeschakeld • Als de sensoren een voertuig niet kunnen 
signaleren als gevolg van obstakels
●Onder de volgende omstandigheden is de 
kans dat de RCTA onnodig een auto en/of 
object signaleert groter:
• Wanneer een voertuig uw auto van opzij  passeert
• Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een  straat en er auto's over die straat rijden
• Wanneer de afstand tussen uw auto en  metalen objecten, zoals een vangrail, 
muur, verkeersbord of geparkeerde auto, 
die mogelijk elektrisc he golven richting de 
achterzijde van de auto reflecteren, kort is
• Wanneer een sleepoog op de achterzijde  van de auto is gemonteerd
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 445  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 447 of 750

4464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
*: Indien aanwezig
■Parking Support Brake-functie 
(voor stilstaande objecten) (indien 
aanwezig)
Er worden ultrasoonsensoren gebruikt 
om bij rijden met een lage snelheid of 
achteruitrijden stilstaande objecten, 
zoals een muur, te signaleren in het 
detectiegebied. ( →Blz. 453)
■Parking Support Brake-functie 
(voor voertuigen die achterlangs 
rijden) (indien aanwezig)
Er worden radarsensoren achter 
gebruikt om bij achteruitrijden nade-
rende auto's in het detectiegebied ach-
ter de auto te signaleren. ( →Blz. 459)
PKSB 
(Parking Support Brake)*
Het Parking Support Brake-sys-
teem bestaat uit de volgende func-
ties die werken bij rijden met een 
lage snelheid of achteruitrijden, 
bijvoorbeeld bij het parkeren. 
Wanneer het systeem oordeelt dat 
de kans op een aanrijding met een 
object groot is, wordt er een waar-
schuwing geactiveerd om de 
bestuurder aan te sporen om uit te 
wijken. Wanneer het systeem oor-
deelt dat de kans op een aanrij-
ding met een gesignaleerd object 
zeer groot is, worden de remmen 
automatisch bekrachtigd om te 
helpen een aanrijding te voorko-
men of om de impact van een aan-
rijding te helpen verminderen.
PKSB-systeem 
(Parking Support Brake)
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Parking Sup-
port Brake-systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem, 
omdat dit kan leiden tot een ongeval.
●De bestuurder is zelf verantwoordelijk 
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd voor-
zichtig en houd rekening met de omge-
ving. Het Parking Support 
Brake-systeem is ontworpen om te hel-
pen de ernst van een aanrijding te ver-
minderen. Onder sommige 
omstandigheden is het echter mogelijk 
dat het systeem niet werkt.
●Het Parking Support Brake-systeem is 
niet ontworpen om de auto volledig tot 
stilstand te brengen. Bovendien is het, 
zelfs wanneer het systeem de auto tot 
stilstand heeft gebracht, noodzakelijk 
om onmiddellijk het rempedaal in te 
trappen, omdat de remregeling na 
ongeveer 2 seconden wordt uitgescha-
keld.
OPMERKING
■Wanneer “Parking Support Brake 
Unavailable” (Parking Support Brake 
niet beschikbaar) op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven en 
het controlelampje PKSB OFF knip-
pert
Als deze melding direct nadat het contact 
AAN is gezet wordt weergegeven, bedien 
de auto dan voorzichtig en let daarbij goed 
op de omgeving. Het is wellicht nodig om 
een bepaalde tijd met de auto te rijden 
voordat het systeem weer normaal werkt. 
(Als het systeem nog niet normaal werkt 
nadat een poosje met de auto gereden is, 
reinig dan de sensoren en hun omgeving 
op de bumpers.)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 446  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM 
     
        
        Page 448 of 750

447
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
De Parking Support Brake kan worden 
ingeschakeld/uitgeschakeld via het 
multi-informatiedisplay. Alle  functies 
van de Parking Support Brake (voor 
stilstaande objecten en voor voertui-
gen die achterlangs rijden) worden 
gelijktijdig ingeschakeld/uitgeschakeld.
Gebruik de bedieningstoetsen van het 
instrumentenpaneel om de Parking 
Support Brake in of uit te schakelen. 
(→Blz. 118)
1
Druk op   of   om   te 
selecteren.
2 Druk op  of  om   te 
selecteren en druk vervolgens op 
.
Wanneer de Parking Support Brake wordt 
uitgeschakeld, gaat het controlelampje 
PKSB OFF ( →Blz. 105) branden.
Als het systeem is uitgeschakeld en u het 
weer wilt inschakelen, selecteer dan   op 
het multi-informatiedisplay, selecteer   
en vervolgens “On” (aan). Als het systeem 
door middel van deze methode is uitgescha-
keld, wordt het niet automatisch weer inge-
schakeld nadat het contact UIT en weer 
AAN is gezet. Als de begrenzingsregeling van het motor-
vermogen of de remregeling in werking is, 
klinkt een zoemer en wordt een melding 
weergegeven op het audiosysteemdisplay 
(indien aanwezig) en multi-informatiedisplay 
om de bestuurder te waarschuwen. Bij 
auto's met een head-up display (indien aan-
wezig) wordt op het head-up display 
dezelfde melding weergegeven als op het 
multi-informatiedisplay.
Afhankelijk van de situatie werkt de begren-
zingsregeling van het motorvermogen om 
hetzij de acceleratie te begrenzen hetzij het 
vermogen zo veel mogelijk te beperken.
Begrenzingsregeling motorvermo-
gen is in werking (begrenzen accele-
ratie)
Het systeem begrenst sneller accelereren 
dan een bepaalde waarde.
Audiosysteemdisplay: geen waarschuwing 
weergegeven
Multi-informatiedisplay: “Object Detected 
Ahead Speed Reduced” (Object voor de 
auto gesignaleerd, snelheid begrensd)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Klinkt niet
De begrenzingsregeling van het 
motorvermogen is in werking (ver-
mogen zo veel mogelijk beperkt)
Het systeem heeft bepaald dat er harder 
moet worden geremd dan normaal.
Audiosysteemdisplay: “BRAKE!” (Remmen!)
Multi-informatiedisplay: “Brake!” (Remmen!)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Kort piepsignaal
Inschakelen/uitschakelen van 
de Parking Support BrakeWeergaven en zoemers voor 
begrenzingsregeling motor-
vermogen en remregeling
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book  Page 447  Tuesday, August 25, 2020  1:58 PM