Page 409 of 642

4084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Vermogen hybridesysteem
Remkracht
Tijd
Begrenzingsregeling hybridesys-
teem wordt geactiveerd (het sys-
teem bepaalt dat de kans op een
aanrijding met een gesignaleerd
object groot is)
Afbeelding 3: Wanneer de begren-
zingsregeling voor het hybridesys-
teem en de remregeling in werking
zijn
Vermogen hybridesysteem
Remkracht
Tijd Begrenzingsregeling hybridesys-
teem wordt geactiveerd (het sys-
teem bepaalt dat de kans op een
aanrijding met een gesignaleerd
object groot is)
Remregeling wordt geactiveerd (het
systeem bepaalt dat de kans op een
aanrijding met een gesignaleerd
object zeer groot is)
■Als de Parking Support Brake in wer-
king is getreden
Als de auto is stilgezet door de werking van
de Parking Support Brake, wordt de Parking
Support Brake uitgeschakeld en gaat het
controlelampje PKSB OFF branden. Als de
Parking Support Brake onnodig in werking
treedt, kan de remregeling worden geannu-
leerd door het rempedaal in te trappen of
door ongeveer 2 seconden te wachten totdat
deze automatisch wordt geannuleerd. Vervol-
gens kunt u verder rijden door het gaspedaal
in te trappen.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake
Wanneer de Parking Support Brake is uitge-
schakeld door de werking ervan, kunt u zelf
het systeem weer inschakelen ( →Blz. 406) of
het contact UIT en vervolgens weer AAN zet-
ten. Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld als het obstakel zich niet langer
in de rijrichting van de auto bevindt of als de
auto van rijrichting verandert (bijvoorbeeld
achteruit in plaats van vooruit of andersom).
A
B
C
D
A
B
C
D
E
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 408 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 410 of 642

409
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable” (Parking Support Brake
niet beschikbaar) op het multi-informa-
tiedisplay wordt weergegeven en het
controlelampje PKSB OFF knippert
●Wanneer deze melding wordt weergege-
ven is een sensor op de voor- of achter-
bumper mogelijk vuil. Reinig de sensoren
en het omliggende gebied op de bumpers.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen
en weer aansluiten van een accuklem niet
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem.
(
→ Blz. 409)
Als deze melding na de initialisatie nog
steeds wordt weergegeven, laat de auto
dan controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable” (Parking Support Brake
niet beschikbaar) en “Parking Assist
Unavailable Clean Parking Assist Sen-
sor” (Parking Assist niet beschikbaar,
reinig Parking Assist-sensor) op het
multi-informatiedisplay worden weerge-
geven en het controlelampje PKSB OFF
knippert
●Mogelijk is een van de sensoren bedekt
met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Verwij-
der dit dan van de sensor om te zorgen dat
het systeem weer normaal werkt. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als deze melding
ook na het verwijderen van het vuil van de
sensor wordt weergegeven of wordt weer-
gegeven wanneer de sensor helemaal niet
vuil was.
●Mogelijk is een van de sensoren bevroren.
Zodra het ijs smelt, z al het systeem weer
normaal werken.
●Er kan continu water over de sensor stro-
men, zoals bij zware regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer
normaal is, zal het systeem weer normaal
werken.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 409 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 411 of 642

4104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Deze functie werkt in situaties zoals hieronder aangegeven wanneer in de rijrichting
van de auto een object w ordt gesignaleerd.
■Er wordt langzaam gereden en het rempedaal wordt niet of te laat ingetrapt
Parking Suppor t Brake-functie (voor stilstaande objecten)*
Als de sensoren een stilstaand object, zoals een muur, signaler en in de rij-
richting van de auto en het systeem oordeelt dat zich een aanri jding voor
kan doen doordat de auto plotseling naar voren beweegt doordat het gas-
pedaal per ongeluk wordt ingetrap t, wanneer de auto de verkeerde kant op
rijdt doordat de verkeerde schake lstand wordt geselecteerd of tijdens het
parkeren of het rijden met een lage snelheid, wer kt het systeem om de
gevolgen van een aanrijding met het gesignaleerde stilstaande object zo
veel mogelijk te beperken.
Voorbeelden van het in werki ng treden van de functie
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 410 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 412 of 642
411
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Wanneer het gaspedaal diep wordt ingetrapt
■Wanneer de auto de verkeerde kant op rijdt doordat de verkeerde
scha-
kelstand is geselecteerd
→Blz. 397
Soorten sensorenWAARSCHUWING
■Om ervoor te zorgen dat de Parking
Support Brake goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot de sensoren in acht
( → Blz. 397). Het niet in acht nemen van
de voorschriften kan er toe leiden dat een
sensor niet goed werkt, waardoor een
ongeval kan ontstaan.
●Wijzig, demonteer of spuit de sensoren
niet.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 411 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 413 of 642

4124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 126, 127)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling hybridesysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
• Er bevindt zich een stilstaand object in de rijrichting van de auto, op een afstand van
2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding te voorkomen.
WAARSCHUWING
●Vervang een defecte sensor uitsluitend
door een originele sensor.
●Stel een sensor en zi jn omgeving niet
bloot aan krachtige schokken.
●Beschadig de sensoren niet en houd ze
altijd schoon.
●Wanneer het gebied rondom een radar-
sensor wordt blootgesteld aan een
krachtige schok, werkt het systeem
mogelijk niet goed meer doordat de sen-
sor niet goed meer werkt. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Omgaan met de wielophanging
Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging aan, aangezien veranderingen in
de wagenhoogte of de hellingshoek van
de auto ervoor kunnen zorgen dat de sen-
soren objecten niet juist signaleren, dat
het systeem niet werkt of dat het systeem
onnodig werkt.
■Als de Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) onnodig
wordt geactiveerd, bijvoorbeeld op
een spoorwegovergang
Als de Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) onnodig in werking
treedt op een spoorwegovergang e.d.,
wordt de remregeling na ongeveer 2
seconden uitgeschakeld, zodat u verder
kunt rijden en de plek kunt verlaten. De
remregeling kan ook worden geannuleerd
door het rempedaal in te trappen. Wan-
neer u het gaspedaal intrapt nadat de rem-
regeling is geannuleerd, kunt u weer
verder rijden en de plek verlaten.
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met
een hogedrukreiniger niet rechtstreeks
op de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed
werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden
dat een sensor niet meer goed werkt.
■Wanneer moet de Parking Support
Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de
Parking Support Brake uit, omdat het sys-
teem anders mogelijk zelfs werkt als er
geen kans op een aanrijding is.
●Bij een controle van de auto op een rol-
lenbank o.i.d.
●Wanneer de auto op een schip, vracht-
wagen of ander transportmiddel wordt
geladen
●Als de wielophanging is gewijzigd of als
er een andere maat banden dan voor-
geschreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat door de belading van de
auto
●Als er uitrusting die een sensor kan hin-
deren, zoals een sleepoog, bumperbe-
schermer (een extra beschermstrip,
enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is
geplaatst
●Bij het wassen van de auto in een was-
straat
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 412 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 414 of 642

413
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het hybride- systeem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er onmiddellijk moet worden geremd om een
aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeli ng hybridesysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Het systeem stelt v ast dat de aanrijding
voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van 2 tot 4 m van de
auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van 2 tot 4 m van de
auto in de rijrichting van de auto.
■Detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
Het detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor sti lstaande objecten) ver-
schilt van dat van de Toyota Parking Assist-
sensor. ( →Blz. 401) Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk niet geactiveerd, ook al
signaleert de Toyota Parking Assist-sensor
een obstakel en wordt er een waarschuwing
gegeven.
■Objecten die mogelijk niet door de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) worden gesignaleerd
Het kan voorkomen dat de sensoren
bepaalde objecten niet signaleren, zoals de
volgende:
●Voetganger
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
ultrasoongolven slecht weerkaatsen
●Objecten die niet loodrecht op de grond
staan, objecten die niet in een rechte hoek
ten opzichte van de rijrichting van de auto
staan en ongelijkmatige of golvende objec-
ten
●Lage objecten
●Dunne objecten zoals draden, hekken, tou-
wen en palen van verkeersborden
●Objecten die zich extreem dicht bij de
bumper bevinden
●Zeer hoekige objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet werkt
Als de selectiehendel in stand N staat.
■Zoemer Toyota Parking Assist-sensor
Als, ongeacht of de zoemer van de Toyota
Parking Assist-sensor i s ingeschakeld of niet
( → Blz. 398), de Parking Support Brake-func-
tie (voor stilstaande objecten) is ingeschakeld
( → Blz. 406) en de sensoren voor of achter
een object signaleren en de remregeling en
de begrenzingsregeling van het hybridesys-
teem worden uitgevoerd, klinkt de zoemer
van het Toyota Parking Assist Sensor-sys-
teem om de geschatte afstand tot het object
aan te geven.
■Omstandigheden waaronder de Parking
Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk werkt, zelfs als er
geen kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de
onderstaande, werkt de Parking Support
Brake-functie (voor s tilstaande objecten)
mogelijk zelfs als er geen kans op een aanrij-
ding is.
●Omgeving van de auto
• Wanneer op een smalle weg wordt gere- den
• Wanneer op een grindweg of in een omge- ving met hoog gras wordt gereden
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 413 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 415 of 642

4144-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Wanneer richting een spandoek of vlag, een laaghangende tak of een slagboom
(zoals wordt gebruikt bij spoorwegovergan-
gen, tolpoortjes en parkeerplaatsen) wordt
gereden
• Als er een constructie aan de rand van de weg aanwezig is (zoals bij het rijden in een
smalle tunnel, over een smalle brug of op
een smalle weg)
• Bij fileparkeren
• Bij een groef of gat in het wegdek
• Wanneer de auto over een metalen afdek- king (rooster) rijd t, zoals gebruikt boven
afvoergoten
• Bij het omhoog of omlaag rijden op een steile helling
• Als een sensor wordt geraakt door een grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg
• Bij transport op schepen of trucks
• In een wasstraat met een bewegende wasinstallatie
• In een parkeergarage met autolift of par- keerplaatsen met meerdere verdiepingen
• In een ondergrondse parkeergarage
• Bij constructies op de grond (verkeers- drempels, kattenogen, enz.)
• Bij hoogteverschillen
• Bij het rechtuitrijden of een bocht naar rechts
• Bij leidingen voor het smelten van sneeuw
• Bij apparaten voor het detecteren van voertuigen, zoals verkeerslichten, appara-
ten voor het signaleren van verkeersop-
stoppingen of apparaten voor het
signaleren van lege parkeerplekken op
parkeerterreinen
• Bij spoorlijnen
• Bij H-vormige stalen balken
• Als er aan beide zijden auto's staan of als er een auto aanwezig is die lijkt op deze
auto
●Weer
• Als een sensor is bedek t met bijvoorbeeld
ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is
schoongemaakt, zal het systeem weer nor-
maal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstandig- heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm
• Bij sterke wind
●Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultrasoongolven worden geproduceerd
door claxons, voertuigdetectiesystemen,
motorfietsmotoren, luchtremmen van
vrachtwagens, sonarsystemen van andere
auto's of andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onder- deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in
de buurt van een van de sensoren is
geplaatst
●Wijzigingen in de stand van de auto ten
opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet goed werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande,
werkt deze functie mogelijk niet goed.
●Weer
• Wanneer een sensor of de omgeving van een sensor zeer heet of koud is
• Wanneer het stevig waait
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 414 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 416 of 642

415
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Als een sensor is bedekt met bijvoorbeeld
ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is
schoongemaakt, zal het systeem weer nor-
maal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstandig- heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm
• De sensor is bevroren. (Het ontdooien van de sensor zal het probleem oplossen.)
●Omgeving van de auto
• Wanneer zich tussen de auto en een gesignaleerd obstakel een object bevindt
dat niet kan worden gesignaleerd
• Als een object zoals een auto, motorfiets, fiets of voetganger voor de auto langs
komt of plotseling van opzij opduikt.
• De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of op gras.
• Als het object zich te dicht bij de sensor bevindt.
●Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultrasoongolven worden geproduceerd
door claxons, voertuigdetectiesystemen,
motorfietsmotoren, luchtremmen van
vrachtwagens, sonarsystemen van andere
auto's of andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onder- deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in
de buurt van een van de sensoren is
geplaatst
●Veranderingen in de auto
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
• Als er uitrusting di e een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.),
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
• Als de wielophanging is g ewijzigd of als er
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
• Als er verf of een sticker op de sensor is aangebracht
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 415 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM